Honda Racing was drie jaar actief in de Formule 1 als fabrieksteam van Honda, die als motorleverancier veel langer actief is geweest.
Honda heeft een lange geschiedenis in de Formule 1. Die begon al in 1963, toen Honda nog maar drie jaar actief was als autofabrikant. In 1964 won het team hun eerste race. Het beste jaar uit deze vroege periode was 1967, toen Honda als vierde eindige in het kampioenschap.
Er kwam een dramatisch einde aan de eerste periode van Honda in de Formule 1, want in 1968 kwam coureur Jo Schlesser om het leven tijdens een crash met de Honda. Mede daardoor besloot het merk zich terug te trekken uit de sport.
In 1983 keerde Honda weer terug in de Formule 1, maar deze keer alleen als motorleverancier. Van 1983 tot en met 1992 leverden de Japanners motoren aan Williams, McLaren, Lotus en Tyrell. Dit leidde tot grote successen: twee constructeurstitels met Williams en vier met het McLaren-team.
In 2000 maakte Honda weer een comeback als motorleverancier van BAR. In 2001 en 2002 leverden ze ook motoren aan Jordan, maar in 2003 werden ze de exclusieve partner van BAR. Het meest succesvolle seizoen was 2004, toen BAR tweede werd in het kampioenschap, achter Scuderia Ferrari.
Eind 2005 nam Honda het team van BAR over, nadat ze in 2004 al 45% van de aandelen hadden gekocht. Daarmee had Honda voor het eerst sinds de jaren ’60 weer een fabrieksteam. Met ingang van 2006 werd het team omgedoopt tot Honda Racing.
Het rijdersduo bestond uit Jenson Button en Rubens Barrichello. Button begon het seizoen goed, met een vierde en een derde plaats. De auto bleek in de loop van het seizoen behoorlijk onbetrouwbaar, maar Honda eindige het seizoen sterk. Button pakte in Hongarije de overwinning en het team eindige als vierde in de eindstand.
In 2007 was er weer sprake van terugval. De auto was verre van competitief en Honda pakt dat seizoen maar zes punten. In 2008 volgde opnieuw een teleurstellend seizoen. Er was wel een hoogtepuntje tijdens de Canadese GP, toen Barrichello derde werd in de regen.
Na afloop van het seizoen zag Honda geen brood meer in de Formule 1, mede door de economische crisis. Er werd daarom een nieuwe eigenaar gezocht. Uiteindelijk besloot teambaas Ross Brawn het team zelf over te nemen.
Daarmee ontstond Brawn GP, die overstapte naar Mercedes-motoren. Button en Barrichello mochten blijven. Brawn GP was direct succesvol en pakte in 2009 zowel de rijderstitel als de constructeurstitel. Het team werd daarna overgenomen door Mercedes en bestaat dus nog steeds.
Honda maakte in 2015 weer een comeback als motorleverancier, eerst van het McLaren-team en daarna van Red Bull en Toro Rosso. Dit leverde Max Verstappen in 2021 de wereldtitel op. Daarna trok Honda zich weer terug als motorleverancier, maar Red Bull pakte in 2022 nog wel de rijders- én constructeurstitel met een doorontwikkeling van de Honda-motor.
Foto credit: Tim Wang