Achter de schermen staat Renault’s eerste plug-ingybride te trappelen om de markt op te gaan, maar dat zal op korte termijn niet gaan gebeuren. Waarom niet?
Op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering zou Renault-topman Jerome Stoll hebben verteld dat een productieversie van de Renault Eolab Concept zo goed als klaar is. Toch wacht het merk nog met het op de markt brengen van deze plug-in hybride, er zouden te weinig mensen bereid zijn extra te betalen voor een stekkerauto. In ons land ligt dat anders door het bijtellingsstelsel en andere fiscale voordelen, maar voor hoelang nog?
Het marktaandeel van hybrides is met 1 procent simpelweg te laag, aldus Renault. De kostprijs zal dus omlaag moeten en pas dan zal het merk haar plug-in middenklasser op de markt brengen. Vooralsnog zijn het vooral de luxemerken die inzetten op plug-in hybrides, op een toch al prijzige auto is de meerprijs voor hybridetechniek relatief geringer. De goedkoopste plug-in hybride is momenteel de Ford C-Max Plug-in Hyrid met net geen 35 mille.
September vorig jaar presenteerde Renault de Eolab op de autobeurs in Parijs. Dankzij een 999 cc driecilinder benzinemotor met 75 pk, een 6,7 kWh-accupack en een elektromotor met 68 pk, zou de Eolab een gemiddeld verbruik halen van 1 liter per 100 kilometer. In tegenstelling tot Volkswagen’s 1-literauto, heeft de Renault wél normale afmetingen. Dankzij lichtgewicht materialen als aluminium, magnesium en kunststof, weegt de Eolab ongeveer 400 kilo minder dan een gemiddelde middenklasser. Voeg daar de uitstekende aërodynamica aan toe en je snapt waarom de Renault (in theorie) zo zuinig is met brandstof.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.