Trackguide: dit moet je weten over Spa-Francorchamps

Aankomend weekend staat het mooiste circuit van de F1-kalender weer op het menu. Waarom deze race de moeite van het bekijken waard is lichtten we al toe, maar hoe zit de omloop precies in elkaar?

Hoewel we ervan uitgaan dat de meeste raceliefhebbers Spa-Francorchamps wel kunnen dromen, leek het ons toch een strak plan om de baan per bocht uit te lichten. Inclusief gratis highlights uit heden en verleden.

La Source

De eerste bocht na start-finish die meer dan eens garant staat voor spektakel luistert naar de naam La Source, een hairpin die rechtsaf genomen wordt. Ook meteen de langzaamste bocht van het circuit, wordt met een snelheidje van ongeveer 65 km/u genomen. Vlak na de start kan het echter ook bij lage snelheden flink misgaan, zoals in 2012 (filmpje).

Het rechte stuk dat hierna volgt was in 1998 het toneel voor één van de grootste startcrashes ooit in de F1 (filmpje).

Eau Rouge en Raidillon

Vervolgens is het volgas de heuvel af richting misschien wel de mooiste bochtencombinatie ter wereld: Eau Rouge en Raidillon. Laatstgenoemde is minder bekend, maar eigenlijk is dit dé knik die deze links-rechts-links-combo die steil omhoog loopt lastig maakt. In vroeger tijden gingen alleen de toppers hier volgas doorheen, tegenwoordig is dat een stuk gemakkelijker. Handig om te weten: of een coureur er volle bak doorheen blaft of niet is niet te zien, maar wel te horen. Snelheden lopen in de bocht op tot ongeveer 290 km/u.

Inhalen in Eau Rouge is overigens wel nog steeds weggelegd voor coureurs met stalen cojones. Stefan Bellof verongelukte er in een Porsche 956 en Jacques Villeneuve heeft meerdere auto’s compleet afgeschreven (filmpje) in de lastige bocht.

Les Combes en Malmedy

Na Raidillon volgt Kemmel, een lang recht stuk waar snelheden van ongeveer 330 km/u worden gehaald en het toneel van één van de mooiste inhaalacties ooit (filmpje). Vervolgens gaan de coureurs hard in de ankers voor een rechts-links-rechts combinatie, te weten Les Combes en Malmedy. Snelheden liggen alhier tussen de 140 en 170 km/u. In vroeger tijden ging het circuit bij Les Combes rechtdoor waarna een razendsnelle en gevaarlijke baan begon die nu bekendstaat als het oude Spa.

Tegenwoordig gaan we dus rechtsaf en dat levert nog weleens momentjes op. Vorig jaar lagen Hamilton en Rosberg hier met elkaar in de clinch (filmpje).

Bruxelles (Rivage)

Heuvelaf wordt hard afgeremd voor een vrij langzame rechter doordraaier, voorheen bekend als Rivage. Verder is het geen heel boeiende haarspeldbocht. Snelheden liggen iets boven de 100 km/u. Hierna gaat het al snel met een korte knik linksaf richting Pouhon.

Pouhon

Sinds de echte uitdaging wel van Eau Rouge af is dankzij de toegenomen downforce, betitelen veel coureurs deze twee linkerbochten als de spannendste van de Ardenner omloop. Bij het ingaan van de bocht gaan de coureurs ongeveer 230 km/u, bij het uitkomen is dat al 270 km/u.

Dit is trouwens ook ongeveer de plek waar een kleine mauritsh jankend voor de tv zat toen ene Michael Schumacher in de regen in ’98 de McLaren van David Coulthard ramde (filmpje). Daar hebt u niks aan, maar toch.

Campus (Fagnes)

Een niet al te snelle rechts-links combinatie met snelheden tot ongeveer 170 km/u. En ja, ook hier ging Schumacher er een keer (in 1996) behoorlijk hard vanaf (filmpje). Hij dankte de F1 dank ook op z’n blote knieën voor de hoge cockpitranden die sinds een paar jaar verplicht waren, anders had hij de klap mogelijk niet zonder kleerscheuren overleefd.

-=edit: Foutje bedankt: Schumacher crashte niet in Fagnes, maar bij het knikje na Rivage.=-

Stavelot en Courbe Paul Frère

De twee rechterbochten na Fagnes heten Stavelot en Paul Frère. De eerste bocht is de langzamere en de tweede wordt alweer volgas genomen richting het semi-rechte stuk dat de coureurs richting start-finish brengt. Jos Verstappen had hier in 1996 een stevig momentje met z’n Arrows (filmpje). Jos the Boss kon weinig aan het ongeval doen, de crash werd veroorzaakt door een defect wiel.

Blanchimont

We zijn aangekomen bij de snelste bocht van het circuit, Blanchimont. In sommige raceklassen wordt hier kort gelift of zelfs geremd, maar Formule 1-auto’s denderen er zonder problemen volgas doorheen. In 2001 vond hier een huiveringwekkende crash plaats tussen Eddie Irvine (in de groene Jaguar) en Luciano Burti (in de blauwe Prost). Laatstgenoemde verloor z’n voorvleugel en knalde met bijna 300 km/u rechtdoor de bandenstapel in, maar overleefde het gelukkig wel (filmpje).

Bus Stop

Voor deze rechts-links chicane wordt afgeremd van 315+ naar ongeveer 70 km/u. Vroeger was het nog een dubbele chicane die precies de andere kant op ging, maar vanaf 2007 gaat de bocht zoals ‘ie nu gaat. De naam van de bocht is overigens geen toeval. Toen het circuit geld nodig had, werd bij de lokale overheid gebedeld om subsidie. Met de belofte dat de centen zou worden gebruikt voor een bushalte, stroomden de benodigde BEF’s binnen.

Hierna is het volgas richting start-finish en begint het festijn van voren af aan.

VT 1

Overigens eindigde zojuist de eerste vrije training: beide Mercedessen eindeigden vooraan, Max scoorde knap P7. En Pastor? Die crashte weer eens. Classic Maldonado..