De Suzuki Cappuccino is een van de grootste glimlach producenten van de jaren ’90. Lees hier alles wat je over deze leuke sportwagen moet weten.
Het mooie van auto’s is, is dat iedereen er een mening over heeft. IS een auto mooi? Of is ‘ie lelijk? Is het een geslaagde auto? Rijdt deze goed? Wij liefhebbers raken er niet over uit gesproken. Naast de auto’s waar we van houden, zijn er auto’s die er gewoon zijn. De Nubira’s, Carisma’s en Almera’s van deze wereld. Auto’s die gedicteerd worden door een zeer algemene vraag en een algemene auto opleveren.
Maar wat wij vaak vergeten is dat auto’s eigenlijk altijd gedicteerd worden door eisen van buitenaf. De Prius heeft die gekke druppelvorm sinds 2004 omdat dat de meest aërodynamische vorm is. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Dat is een keuze van de fabrikant, maar vaak heeft de maker geen optie en moet de auto gewoon voldoen aan de eisen die gesteld worden. De neus op de BMW Z4 is niet zo lelijk omdat de ontwerper het mooi vond, maar vanwege de crashprotectie van voetgangers.
Beperking creativiteit
Je zou kunnen zeggen dat die opleggingen van buitenaf de creativiteit van de ontwerpers beperkt. Dat is natuurlijk onzin, anders reden we allemaal rond in een Pagani Zonda R of Ferrari FXX. Er zijn immers altijd restricties. In principe is elke auto een compromis. Het is aan de ontwerpers en de ingenieurs om met deze beperkingen te kunnen werken en er iets bijzonders van te maken.
Kei-Car
Als het gaat om restricties is de Kei-Car regeling wel de meest lastige. De Kei-Car regeling is eentje die enorme impact heeft op het Japanse autobezit. In veel steden is er enorme overbevolking en is er te weinig plaats voor auto’s. Daar zijn de belastingen op afgestemd. Het is niet zo dat de Japanse regering wil spelen voor ‘roverheid’ om te ‘graaien’, financiële consequenties ergens aan hangen kan erg effectief zijn. Het effect is het einddoel, het geld is slechts een middel.
Eisen
Maar een uitzondering zijn dus de Kei-cars (‘lichte auto’). Over deze auto’s wordt veel minder belasting betaald. Een Kei-Car moet voldoen aan een heleboel harde eisen. Aanvankelijk waren Kei-car regelingen bijzonder streng. Auto’s waren piepklein en de motoren eveneens. Dermate klein dat je bijna niet over auto’s kunt spreken. We gaan binnenkort dieper op de materie in, maar toen de Kei-Car regeling begon, mochten auto’s niet meer dan 2,8 meter lang zijn, 1 meter en de motor mocht niet groter zijn dan 150 cc. Dat verdient nauwelijks de naam scootmobiel.
Gaandeweg werden de regels iets soepeler. In de jaren ’80 zagen we al leuke strapatsen van fabrikanten: hot hatches en sportieve coupé’s. Suzuki was zelf geen vreemde wat dat betreft. Naast sportieve varianten van hun kleine kei-car als de Alto, had het merk ook al diverse fun-autootjes. Een auto die aan alle strenge eisen voldoet, kan ook best leuk zijn. De Jimny was een voorbeeld van offroad lol en de Fronte Coupé was een perfect voorbeeld van een leuk autootje voor op het asfalt.
Cervo
De Fronte Coupe werd opgevolgd door Suzuki Cervo. Een auto die gebouwd volgens het zelfde principe. Een klein doch giftig coupeetje. De Suzuki Cervo is een beetje het tegenovergestelde van een Audi RS6. Je hebt absoluut geen surplus aan vermogen (28 tot 40 pk) en koppel (41 tot 60 Nm) tot je beschikking. Maar doordar de kleine motor achter de achteras was gemonteerd en de achterwielen aandreef, was de layout uniek.
Gas los met een Cervo of of SC100 is het spannendste wat je kan doen. Je bent constant met de balans bezig om de auto tussen grip en slip te houden. Niet om zo hard mogelijk te gaan, maar om zo veel mogelijk lol te creëren. Want dat was het voordeel van een Fronte Coupe, Cervo of SC100. Je raakte niet meteen je rijbewijs kwijt en als het fout ging, ging het in elk geval niet hard.
1987: akkoord Suzuki
In de jaren ’80 was Suzuki wederom aan het broeden op een spannende kleine auto. In 1987 gaf de directie dan eindelijk zijn fiat om aan de slag te gaan voor een dergelijke auto. De ontwerpers en technici ware er al snel uit dat het een raszuivere sportwagen moest worden. Geen Suzuki Alto met een groot schuifdak, maar echt een apart model. Dus een roadster met achterwielaandrijving. Voor een fabrikant dat voornamelijk stadsautootjes bouwt, is dat behoorlijk ambitieus.
1989: Concept stadium
De auto was in 1989 af. De auto had eerder in productie kunnen gaan, maar werd gebouwd met de nieuwe Kei-car regels in het achterhoofd. Die zouden in 1990 ingaan. De maximale lengte werd vergroot van 3,20 meter, naar 3,30 meter. De breedte bleef gelijk: 1,40 meter. De hoogte (maximaal 2 meter) was geen probleem voor Suzuki. Nog een voordeel waren de grotere motoren. In de jaren ’80 mochten de motoren niet groter zijn dan 550 cc, vanaf 1990 werd dat 660 cc. Dat slagvolume was wel met een hele groot voorbehoud: meer dan 64 pk was niet toegestaan.
Afmetingen
De Suzuki Cappuccino paste perfect in dat eisenpakket. De compacte roadster was namelijk 3,295 meter lang, 1,395 meter breed en slechte 1,185 meter hoog. Dus bijna de maximale breedte en lengte en een zeer beperkte hoogte. Geholpen door de uitstekende verhoudingen dankzij de FR-layout was het vanaf de foto’s het vrij lastig om in te schatten hoe groot (nee, klein) de auto eigenlijk was.
Het sportwagentje kende de klassieke sportwagen-lijnen. Een relatief lange neus, twee zitplaatsen een een kort achterwerk. Uiteraard kon het dak ook open. Sterker nog, het was best een inventief dakwerkje. Suzuki had de Cappuccino een softtopje kunnen geven en het had niemand wat uitgemaakt. Maar nee, de Suzuki had een constructie waardoor je je op allerlei manieren kon laven aan het weer.
Met mooi weer kon het hele dak eraf. De volledige roadster ervaring. Mocht je twijfelen over het weer of niet al te lang onderweg zijn, dan kon je ook de alleen het achterstuk laten zitten. Dan had je als het ware een targa. Voor nog meer twijfel kon je de T-bar laten staan om zo een T-Top te creëren. Voor het betere Smokey & The Bandit gevoel. Als laatst kon je het dak ook helemaal sluiten en had je een coupé tot je beschikking.
Prestaties
Over Smokey & The Bandit gesproken, je kan beter geen achtervolging beginnen met een Suzuki Cappuccino. Wellicht op verkeerspark Assen, maar daarbuiten verloor je het van de meest simpele auto’s als het ging om ‘harde’ acceleratie. Op het internet circuleert een 0-100 km/u tijd van 8 seconden. Dat is een broodje aap. Er is nooit door een Engels tijdschrift 8 seconden naar de 60 mph gehaald en verder door helemaal niemand. Een sprinttijd van 10 seconden is reëler. Overigens is het niet zo relevant, want het ging om lol maken.
De topsnelheid van de Cappuccino was net als de BMW 850i en Mercedes-Benz SL500 begrensd. Alleen niet op 250 km/u, maar eh, 140 km/u. Ook daarbij maakte het niet uit. In een auto waarmee je nog op een kartbaan uit de voeten kunt zijn de prestaties echt prima. Vanwege de geringe massa en de uitgekiende wegligging kon je uitstekend van bocht naar bocht dansen. Op een krappe B-weg is een Suzuki Cappuccino sneller dan een stuk rapper dan een sterkere sportsedan. Je hoeft immers niet voor alle bochten te remmen, dus ook niet opnieuw te accelereren.
Japan
Aanvankelijk was de Suzuki Cappuccino alleen bedoeld voor Japan. Logisch, want de Kei-Car regels gelden ook alleen in Japan. In Japan was de auto aanvankelijk een enorme hit. Er werden er in de eerste jaar meer dan 15.000 stuks van verkocht. In Engeland was men echter ook zeer geïnteresseerd in de kleine sportauto. De Mazda MX-5 was een enorme hit en het zou niet de eerste keer zijn dat een grijze importeur er met het succes van een ander merk vandoor gaat. Om de Cappuccino in Engeland te kunnen homologeren, moesten er wel wat aanpassingen gedaan worden, 23 stuks om precies te zijn.
Export VK
De UK uitvoering werd in eind 1992 geïntroduceerd en kwam in oktober 1993 op de markt, precies een jaar later. Om ervoor te zorgen dat de import zo vloeiend mogelijk verliep was het niet mogelijk om opties te kiezen en waren er slechts 2 kleuren. De standaardlak was ‘Cordoba Red’ en optioneel kon je kiezen voor Mercury Silver Metallic. Ongeveer 80% was rood.
Drie series
Er zijn in principe drie verschillende ‘series’ van de Cappuccino. De eerste is de Cappuccino (EA11R) Type 1. Dit zijn de vroege exemplaren die verreweg het meest populair waren. Hiervan was een basisuitvoering, een luxe model met ABS, airbag en sperdifferienteel en een speciale limited edition. Dan was er de EA11R Type 2. Wederom had je een basismodel en een luxe model met sper, ABS en airbag. Ditmaal waren er twee limited editions, die beide voorzien waren van stuurbekrachtiging.
De Cappuccino is ook geleverd in Nederland. De Cappuccino is altijd rechts gestuurd en dat was met de versie die wij kregen niet anders. De Nederlandse Cappuccino was in feite een export model van de UK-markt. De Britse importeur deelde een handjevol Cappuccino’s uit aan importeurs in Frankrijk, Duitsland, Zweden en dus ook Nederland. Op het moment dat wij kennis konden maken met de guitige Suzuki, was het eigenlijk afgelopen met de EA11R Type 2.
1995: EA21R
In 1995 werd deze opgevolgd door EA21R. Ondanks dat ze er identiek uitzagen, was het meer dan even een modelupdate. Zo kreeg de EA21R een nieuwe motor, wederom met 64 pk, maar nu met meer koppel: 103 Nm. Althans, in basis was de motor gelijk, maar werd de nokkenas niet door een riem aangedreven, maar door een ketting. Ook was nu het blok van aluminium. Het totaal gewicht daalde naar 690 kilogram, terwijl de auto juist ietsje luxer werd. Dat niet alleen, dankzij nieuwe ophanging en schrijfremmen rondom was het een nog fijnere auto op bochtige wegen.
Van de EA21R generatie zijn wederom drie verschillende modellen geweest. Een basis uitvoering met niets en een luxe uitvoering. Bijzonder was het derde model, een Cappuccino met automaat! Jazeker, in die tijden waren Japanse auto’s zeer populair met een automaat, ondanks ze vaak in staat waren de complete beleving van zo’n auto te kunnen verstieren. Maar ja, Boomers wilden toen een automaat en die kregen ze: een drietraps automaat. Dus enorm lange overbrengingen in een autootje met nauwelijks koppel én slechts drie verzetten.
1998: einde productie
In 1998 was het alweer gedaan met de pret. Suzuki was nog aan het kijken om de Cappuccino een vervolg te geven. In principe waren de jaren ’90 hoogtijdagen voor kleine cabriootjes. Deze trend zou nog tot ongeveer 2005 duren. Suzuki zag dat zelf ook en middels een paar concepts lieten ze zien alsnog met het markt segment bezig te zijn. Het probleem was dat Suzuki alles eigenlijk te serieus had genomen. Waar de Mazda AZ1 en Honda Beat veel onderdelen deelde met hun hatchback-broertjes, was dat bij de Cappuccino niet het geval. Alles was uniek aan het autootje.
Natuurlijk was dat ook zijn kracht, maar het aantal verkochte units konden niet dergelijke investeringen rechtvaardigen. In totaal zijn er in 7 jaar tijd precies 28.010 exemplaren van gebouwd. Daarvan zijn er 1.110 naar Engeland gekomen. Uit die portie van 1.110 stuks werden er een paar verdeeld aan andere EU-landen. De auto is in Europa dus behoorlijk zeldzaam.
De Suzuki Cappuccino is niet een auto die de geschiedenis in gaat als de meest spectaculaire auto uit zijn tijd. Dat is ook helemaal niet erg. De auto is het bewijs dat in tijden van extreme regelgeving, het alsnog mogelijk is om iets bijzonders én betaalbaars te bouwen. Ook is de auto het rijdende bewijs dat een leuke auto niets te maken heeft met veel vermogen. Het is slechts een onderdeel ervan. De Cappuccino toonde aan dat sturen, remmen, driften (jawel!) En dergelijke eigenlijk veel meer bepalend zijn voor de geluksfactor achter het stuur dan enorm veel vermogen. Sowieso, relatief gezien is de breedte van je grijns groot ten opzichte van de totale breedte van de auto. Sterker nog, er komt er geen een in de beurt. Toen niet en nu eigenlijk nog steeds niet.
fanboy zegt
De dakconstructie is erg leuk, targa of volledig cabrio. Ik kende hem van Gran Turismo.
In Japan heb ik een paar van dit soort kei car sportwagens, en dan kijk je dus tegen de bovenkant van je voorraam kader aan. Helaas, anders had ik het leuk speelgoed gevonden. Vooral de nieuwe Honda s660, mini NSX
baklava zegt
Geweldig autotje. Mazda AZ-1 is ook zo’n leuke kei sportauto.
notsobig zegt
@baklava: Wist je dat die hetzelfde motorblokje heeft als de Suzuki Cappuccino? Sterker nog je kon op de bumpers en embleem na dezelfde auto kopen bij Suzuki; de Suzuki Cara.
Robert zegt
@willeme: als je in de op één na laatste zin stelt dat er eigenlijk geen enkele andere auto erbij in de buurt kwam, zou ik toch niet buiten de Daihatsu Copen rekenen. Die is toch onder dezelfde regelgeving en grotendeels met dezelfde gedachte ontworpen.
Verder is het weer een leuk en leerzaam leesstukje geworden. Thanks.
jaromir zegt
@RRRobert: en de daihatsu copen is beter geschikt voor de europese markt, daar de 2e generatie heeft 1300cc ipv 660cc
En het stuur links ipv rechts ?
mopar70 zegt
De reclameslogan was ook briljant: “Dit is de Suzuki Cappuccino en het stuur zit expres zo.”
E34M5Touring zegt
Er heeft er jaren 1 rondgereden in Driebergen, stond vlakbij school. Geinig spul.
markoh zegt
fireblade blok er in en genieten.
sabrerator zegt
Ik was laatst nog even bij kennissen met een Suzuki-dealerschap en die hebben er een in hun collectie. Dat ding is écht klein.
Maar wel een supergeinig bakkie!
Dutchcarwizard zegt
Leuk artikel. Dank je Willem.
degrotemuis zegt
Een keertje als passagier meegereden bij een kennis jaren geleden. Echt leuk om te rijden, maar wel het idee dat het gemakkelijker was om over het raam heen te kijken dan erdoor. Echt klein, maar ook erg fijn als je past, net als de Copen die erna aangeschaft werd. Leuk artikel Willeme!
mrbooz zegt
Sinds januari bezit ik een Cappuccino! Vers uit Japan en de mijne is uitgevoerd met wat upgrades en jawel, een sperr differentieel.
Ik rijd de auto dagelijks en hij bevalt me nog iedere dag!
notsobig zegt
@mrbooz: Mag ik vragen of dat veel scheeld qua totale kosten t.o.v. de przen van deze autootjes tegenwoordig hier in Nederland?
jaromir zegt
@mrbooz: zoiets is toch velen malen leuker dan een nieuwe auto aanschaffen ???
Heb je de import zelf uit japan gedaan?
notsobig zegt
Leuke special weer en leuk dat Suzuki eens aanbod kwam! Zijn leuke autootjes die ik graag nog eens zou willen bezitten! Jammer dat de prijzen hiervan tegenwoordig door het dak zijn geschoten…
ty5500 zegt
Bij de plaatselijke garage er ook eens 1 gezien in hun werkplaats. Hij is best nog wel leuk, alleen inderdaad erg klein. Dit doet je afvragen of de auto ook geen Europees succes had kunnen zijn, had suzuki hem zoals de mx5 wat groter gebouwd en met een pittigere motor.
ericd zegt
3,295 meter lang, 1,395 meter breed en slechte 1,185 meter hoog.
Afmetingen die de Britse Frogeye ook zo’n beetje had:
3,480 meter lang, 1,346 m breed en 1,200 m hoog (met de hood op)
https://www.classicandsportscar.ltd.uk/images_catalogue/large/austin-healey-frogeye-sprite_14105.jpg
ko4n zegt
Zal ongetwijfeld mogelijk zijn om er een blokje uit een gsxr600 in te leggen. Of als je helema hel bent iets nog sterkers.