Wij compileren voor u een aantal leuke sportversies van auto’s met zelfs een specifiek label, wat daarna nooit meer gebruikt werd op een dergelijk model.
Da’s gek, weer een lijstje dat voortvloeit uit iets dat te maken heeft met de Suzuki Swift. Nee, da’s niet een manier om te hinten dat ondergetekende een Swift Sport als hobbyauto steeds interessanter gaat vinden. Het heeft meer te maken met de aankondiging van Suzuki van afgelopen week. Omdat de nieuwe Swift al is verschenen, neemt het Japanse merk afscheid van de vorige generatie en daarmee ook de Swift Sport. De Swift Sport ZC33S (vernoemd naar de generatiecode). Gezien de ontwikkelingen en het relatieve buitenbeentje dat de Swift Sport is, hebben we toch een beetje het gevoel dat we die versie binnenkort voor altijd moeten missen.
Verdwenen sportversie
Het zou niet de eerste keer zijn dat een autofabrikant stopt met een sportversie van een auto. Vandaar dat we ons eens richten op de specifieke sportieve versies die ons verlieten in recente jaren. Spelregels: sportversie betekent dat er ook een niet-sportversie van moet zijn (dus geen op maat gemaakte sportauto’s), vooral het verdwijnen van de naam dan wel het label staat centraal. Let wel we modellen hebben uitgesloten die volledig verdwenen, want dan is het logisch dat het sportlabel ook verdwijnt. Oh ja, en we richten ons op modellen in het specifiek, dus het kan zijn dat het label wél doorleefde alleen niet op dat specifieke model. Begrepen? Mooi.
Dodge Charger Hellcat (LD)
Amerikanen zijn zo heerlijk simpel. Toen de topversie van de Dodge Charger ten tonele kwam in 2015, was het model waarop deze gebaseerd is bijna negen jaar oud. Dat maakt ‘m juist lekker goedkoop om te produceren en dankzij een nieuwe lampenwinkel was de Charger nog lekker bijdetijds. Het pareltje was natuurlijk de motor, wat nog verder duidelijk werd bij de dikste sportversie genaamd Hellcat. De 6.2 liter grote HEMI V8 kreeg een unit van een supercharger om tot 717 pk te komen. Het maakt eigenlijk weinig uit wat je aan die motor schroeft, het wordt toch wel geniaal. De SRT Hellcat, later Redeye met 797 pk was geniaal, maar moet helaas wijken bij de nieuwe Charger EV. Al verwachten we de SRT-versie nog wel terug, een Hellcat-versie lijkt niet waarschijnlijk. En da’s jammer.
Fiat Panda 100HP (169)
Er is nooit een echte Abarth Panda geweest, maar wel iets wat er erg op lijkt. Sterker nog: Abarth heeft zich zeker wel bemoeid met de upgrades die van een standaard Nuova Panda een 100HP maken. Alleen noemde Fiat de 100 pk sterke Panda met de 1.4 geen Abarth, maar 100HP. Een verwijzing naar zijn aantal pk’s uiteraard. Dat zorgt er wel voor dat Fiat bij de opvolger de naam 100HP weer bij het grofvuil zette en ook al was er nog een Panda Sport: dat was meer een uitrustingspakket.
Ford Focus RS (DYB)
Dat Ford bij de derde generatie Focus de naam RS voor het laatst gebruikte, die doet even meer pijn dan normaal. RS is al jaren de manier om een snelle Ford te herkennen. Van de Escort RS1800 tot de eerste Focus RS tot zelfs de RS200: de heftigste Fords van elke tijd kregen de naam mee. Bij de vierde Focus is de ST alles wat je krijgt en daarna verdween de RS volledig. Ford had een nieuwe RS wel op de planning staan, maar het paste niet in het winstplaatje.
Jaguar XFR-S (X250)
De Jaguar XF als opvolger van de S-Type was een bijzonder moment. De S-Type werd gemixt ontvangen, maar de XF sloeg in als een bom dankzij zijn wonderschone Callum-koets. Wil je de dikke 5.0 V8 met compressor, dan moet je de XFR hebben. Na de facelift van de Jaguar XF kwam het merk met de 550 pk sterke sportversie genaamd XFR-S, inclusief dikke spoiler en gepresenteerd in die smurfblauwe lak. En hij kwam er ook nog als Sportbrake! De XFR-S keerde niet meer terug bij de X260, maar ook de XFR moest het veld ruimen en de XFS met V6 was de nieuwe top.
Lexus IS F (XE20)
Over vijf liter grote V8’s gesproken: Lexus lepelde hun 2UR-GSE V8 in de tweede generatie IS om de M3 een hak te zetten. Het resultaat was een nogal geflipte Lexus, een perfect debuut voor het F-label (voor Fuji Speedway). Dat label plakte Lexus daarna ook nog op de GS en RC. De derde generatie IS gooide de motor en de F-versie helaas weer overboord (ook al was er een F-Sport, maar dat is optisch). Wel keerde de 5.0 V8 terug voor de allernieuwste Lexus IS500 F-Sport, maar wederom zonder een echte F te zijn.
Mazda 6 MPS (GG)
In de vroege jaren ’00 vond Mazda het ook tijd om hun auto’s uit te brengen in een sportversie, dat werd Mazdaspeed of MPS (Mazda Performance Series). Ook al beperkte zich dat tot de 3 en 6. Bijzonder genoeg hadden beide de 2.3 DISI viercilinder met 260 pk, dus eigenlijk was de 6 geen upgrade ten opzichte van de 3 (niet zoals een M3 of M5, zeg maar). Toch was dit een heerlijk rauwe motor voor de MPS. Ook kreeg de 6 MPS een herkenbare bodykit om hem echt apart te zetten van de normale 6. De 3 MPS kreeg nog een opvolger, maar de 6 bleef bij één generatie.
Opel Meriva OPC
Opel Performance Centre was best een briljante vinding. Pak een Opel, toch een wat stoffige auto qua perceptie, verf ‘m blauw (in de folder dan, andere kleur mag), geef ‘m een dikke bodykit en een lekker rauw GM-blok. Dat recept maakt van een doorsnee Astra ineens een lekkere hot hatch. Gek genoeg kwam Opel zelfs met een sportversie van de Zafira als OPC op de proppen. De Corsa C was net een stapje te ver (die was er alleen als concept), maar om het helemaal bont te maken: diens mini-MPV-broer Meriva was er wél als OPC. Het 1.6 turboblok leverde 180 pk en zorgde ervoor dat het een vlot ding was. Een bijzondere keuze en eentje die het niet haalde bij de tweede en laatste generatie Meriva.
Peugeot 208 GTi (A9)
Het GTi-label bij Peugeot is nooit volledig weggeweest, maar auto’s als de 206 GTi en 308 GTi (de eerste dan) doen je ook niet altijd denken aan de hoogtijdagen van dit label. Dat was wel anders bij de 208 GTi. Deze vlotte 208 kon ineens weer dat speelse en lichtvoetige van de GTi’s van weleer naar de moderne tijd vertalen. Het voelde alsof het ‘echte’ GTi weer terug was in 2013. Totdat Peugeot de nieuwe 208 weer niet voorzag van het label en ook op de nieuwe 308 ontbreken de drie magische letters weer bij deze generatie.
Renault Clio RS (BH)
Bij Renault gebeurde min of meer hetzelfde als bij Ford, grappig genoeg ook met de naam RS. Renault Sport, kortweg RS, was de versie van de Clio die door velen beschouwd werd als de koning van de hot hatch in zijn tijd. Vandaar dat het label ook zijn weg vond naar de Mégane en voor drie generaties van beide auto’s kon je de hete RS-versie krijgen. Ze waren vrijwel allemaal briljant. Voor de vijfde Clio, de huidige, kon je wel een RS-Line krijgen, maar geen volbloed RS. De Mégane verdween volledig (werd de E-Tech) en dus stierf de sportversie RS bij de vierde generatie Clio.
Saab 9-3 Viggen (YS3D)
Je kan veel vinden van Saab, maar hun namen hadden ze altijd dik in orde. Namen als Aero en Vector waren niet alleen cool, ze grepen ook nog terug naar de vliegtuig-historie van het merk. De topversie van de eerste generatie 9-3 met 225 pk werd ook vernoemd naar een vliegtuig: Viggen. Dat was een serieus snel apparaat voor zijn tijd en voorzag de 9-3 van een heerlijke topversie. Bij de 9-3 die volgde werd de naam Viggen weer in de ijskast gezet en heette de versie met de 2.8 V6 simpelweg de Aero. Dit is de eerste en laatste keer dat de naam Viggen werd gebruikt voor een auto van Saab.
Subaru WRX STi (VA)
De naam WRX staat al synoniem voor een rallykanon van Subaru, waar vervolgens de sportafdeling Subaru Tecnica International (STI) nog een extra plasje over doet. Vanaf 2011 werd WRX echter ‘gewoon’ de naam van de Impreza als sedan en werd het ietsje verwarrender. Al veranderde er niks aan het idee dat de WRX STI de dikste sportversie was, ondanks dat Subaru niet meer meedeed in het WRC. Dat duurde tot de nieuwe en huidige WRX verscheen, waarvan Subaru heeft bevestigd dat het 261 pk sterke standaardrecept het maximum is en de naam STI vooralsnog niet terugkeert.
Suzuki Swift Sport (A2L/ZC33S)
De auto die deze lijst min of meer inspireerde, ook al bevestigt Suzuki met de Swift Sport ZC33S niet dat de naam Sport niet meer terugkeert. Wel lijkt het ons gezien de huidige ontwikkelingen niet de meest onwaarschijnlijke naam om in het archief te plaatsen. Jammer, want drie generaties lang is de Swift Sport een lekker speelse en verrassend uit de hoek komende hete hatchback die veel mensen kunnen waarderen. Nog één keer Suzuki? Please?
Volkswagen Passat R36 (B6)
Bij een sportieve Volkswagen denk je aan een derivaat van GT (GTI, GTD, GTX, etc.), maar vanaf de vroege jaren ’00 kwam daar het label R bij. Initieel in combinatie met de motorgrootte, dus de 3.2 liter grote Golf werd R32 en de naar 3.6 liter uitgeboorde VR6-versie van de Passat werd de R36. Deze 300 pk sterke Passat met heerlijke bodykit heeft de looks, maar ook zeker een rauw randje door die heerlijk klinkende bijzondere zescilinder. En door zijn 4Motion was het nog een vlot ding ook. Volkswagen parkeerde de R-naam met de getallen ten faveure van gewoon de letter R overal achter plakken, maar op de Passat deden ze dat niet meer. Behalve de R-Line, wat wederom enkel optisch is. De enige R36 ooit is dus de Passat B6.
Volvo V70 R
Toen Volvo eenmaal doorhad dat sportieve estates met motorsporthistorie werken, waren ze niet te stoppen. We kennen allemaal de 850 T-5R nog, naast natuurlijk de 850R. Vooral die laatste bleek rijp voor de toekomst, want van de gefacelifte 850 genaamd V70 kwam ook een heerlijk dikke R. Die evolueerde dan weer naar de tweede V70 waar de 2.5 liter vijfcilinder in de R goed was voor 300 pk. Misschien wel de gaafste Volvo-estate ooit gebouwd. De derde V70 was er op zich met hele dikke motoren (met als dikste die T6 zes-in-lijn met 302 pk), maar het R-randje was altijd een optiekpakket (R-Design). Officieel keerde de R als übersportieve-top-Volvo dus niet meer terug. Beeld je eens in dat ze gewoon die Yamaha V8 voorin hadden geplempt…
BONUS: Peugeot 508 Sport Engineered (R83)
We hadden Peugeot al even genoemd, maar die zetten nog een sportversie bij het vuilnis. Wat overigens nog niet gebeurd is, maar wel gaat gebeuren zodra de 508 uit productie gaat. Dat is al bevestigd. We hebben het dan over Peugeot Sport Engineered. Neem de 1.6 PureTech, voeg er middels elektromotoren zo veel aan toe dat je op 360 pk uit komt en plak er wat guitige groene details op. Sport Engineered werd specifiek in leven geroepen voor de 508 en zou eventueel uitbreiden naar andere modellen, maar sterft uit na één generatie van één model.
mc96 zegt
Geen vrolijk lijstje
racerx zegt
Leuk lijstje met auto’s weer, Loek! Toch jammer dat deze verdwenen zijn, ik moet onwillekeurig ook denken aan snelle Nissans van weleer die in de huidige line up niet terugkomen (Pulsar, Nismo is niet dood maar we zien er in de EU weinig van).
mattr zegt
Mercedes C30 CDI AMG
Johanneke zegt
Lancer Evolution bestaat ook niet meer, maar dat komt ook wel doordat de personenauto tak van Mitsubishi echt heel sneu is geworden en de Lancer niet meer maakt. Ik heb een Kia die meer Mitsubishi is dan de Colt en ASX van nu.
VR-4 zelfde verhaal, label dat niet meer bestaat. Of is dat meer een typeaanduiding? I dunno. Veel merken hadden vroeger GTI’s, zoals Nissan, Mitsubishi ook. Tegenwoordig is het vooral heel veel opsmuk, inclusief neppe uitlaten zo groot dat je vuist er in past, en niks extra’s onder de kap met een sportpakketje. Zo’n seat FRRRR met 1.0 en 2 dikke plastic pijpen is toch schattig.
Loek zegt
@Johanneke: ha, één disclaimer die ik was vergeten, want de Lancer stond wel op de lijst. Er kwam namelijk geen Lancer ná de Evo. Dit ging vooral over auto’s die wel een opvolger kregen maar zonder hun sportversie.