De ware sportieve Golf voor het volk.
Het is altijd maar even afwachten hoe een plan uitpakt. Hannibal van het A-team vond het altijd geweldig als een plan goed uitpakte, maar bij Volkswagen konden ze er ook wat van. De basis van de Volkswagen Group werd eigenlijk gelegd in de jaren ’90. Het concern kocht alle automotive krenten in de pap zoals Bugatti, Cosworth, Lamborghini en Bentley. Daarvoor had het merk al de verstandige merken Skoda en Seat gekocht.
Nu heb je niet zoveel aan twee budgetmerken. Zeker niet op het moment dat het ‘hoofdmerk’ (Volkswagen dus) zelf ook een volumemerk is. Volkswagen begon heel voorzichtig met de beide budgetmerken. Skoda kreeg een update van de Favorit (die ze Felicia noemden) en werd de Octavia geïntroduceerd. De eerste ‘Spaanse VW’ was de Toledo (afbeelding onder), in feite een Golf/Jetta Liftback en de op de Polo gebaseerde Ibiza.
Maar met de komst van alle merken moest er een groter verschil komen tussen alle merken. Als je de badges van de auto zou verwisselen, zou je er niet raar van opkijken. Sterker nog, het gebeurde. Denk bijvoorbeeld aan de Volkswagen Polo Playa, die stiekem gewoon een Ibiza met VW-logo is.
Kortom, meer onderscheid. Daarvoor was natuurlijk wel een strategie nodig. Voor de luxemerken was het vrij duidelijk wat hun marktgebied was, ze moesten alleen met producten komen die marktconform waren. Het merk Volkswagen werd een niveau naar boven getild: “Klasse fur die Masse’, aldus Ferdinand Piëch. Volkswagens waren wat duurder, maar ook fraaier afgewerkt en leverbaar met bijzondere opties en motoren. Nu Volkswagen wat hoger in de markt stond, was er meer ruimte voor de budgetmerken. Skoda moest Volvo achterna. Een nuchter merk, met nuchtere auto’s voor nuchtere prijzen voor nuchtere mensen.
Voor Seat was de missie ook duidelijk, dat moest het Spaanse Alfa Romeo worden. Ondanks dat Alfa Romeo veel zware tijden heeft gekend en niet altijd even winstgevend was, was Ferdinand Piëch zeer gecharmeerd van de autobouwer uit Arese. Het VW-concern heeft diverse pogingen gedaan om Alfa over te nemen, maar dat mislukte elke keer. Dan maar onder de Seat naam, moet VW gedacht hebben. De eerste Toledo was nog vrij saai en ook de Ibiza’s waren niet meteen superspannend. Er waren leuke uitvoeringen van de Ibiza, zoals de GTi en Cupra, maar echt een eigen gezicht hadden die auto’s nog niet.
Dat veranderde allemaal met de tweede generatie Seat Toledo. In technisch opzicht was dit een grensverleggende auto, want de auto stond op het platform van de Audi A3, Volkswagen Golf en Skoda Octavia. Nee, het belangrijkste was het koetswerk. Net als de eerste Seat Toledo werd de tweede generatie getekend door Giorgetto Giugiaro van Italdesign. Het ontwerp werd ‘afgemaakt’ door Steve Lewis.
Het was alsof ze een generatie hadden overgeslagen bij Seat, wat eigenlijk ook wel een beetje klopte. Waar de Toledo Mk1 voorzien was van vrij generieke styling en een Golf II platform, was de tweede generatie Toledo voorzien van een expressiever koetswerk en het platform van de Golf IV. Qua styling had de grille wel wat weg van een BMW grille, maar dan met maar één nier.
Op basis van de Toledo kwam in 1999 de eerste Leon (1M) op de markt. Deze auto werd geïntroduceerd om het 50 jarige jubileum van het merk te vieren. In die 50 jaar werden er voornamelijk Fiats in licentie gebouwd en voorzien van Seat-logo. De Seat Leon moest met name de volgende 50 jaar gaan inluiden. Eentje waarmee Seat meer een eigen gezicht en identiteit had. Wederom mocht Giorgetto Giugiaro wederom aan de slag.
De voorzijde was bijna identiek aan die van de Toledo. Maar nu was de sportieve neus ook voorzien van een kenmerkende achterzijde. Deze had meer dan ‘een paar invloeden’ van de Alfasud. De karakteristieke zijkant met kenmerkende C-stijl deed denken aan de hatchback van Alfa Romeo’s van weleer. Net zoals de huidige Mazda 3 dat nu ook doet.
In het geval van de Seat Leon was er minder sprake van plagiaat. Alfasud komt ook van de hand van Giugiaro. Dat is net zoiets als klagen dat een nummer van John Fogerty te veel lijkt op een track van Creedence Clearwater Revival. Op zich was het geen slechte gedachte. De Seat Leon moest een praktisch doch leuk alternatief zijn op de gevestigde orde, net zoals de Alfasud dat in zijn tijd ook was. Waarmee de Leon ook voorliep was het aantal deuren. Alle Leons 1M zijn altijd voorzien van vijf deuren. Ook leuk: het interieur kwam uit de Audi A3.
Qua motoren werd er (uiteraard) gegraaid uit de schappen van Volkswagen. Qua benzinemotoren was VW er destijds niet uit hoeveel kleppen per cilinder nodig waren. De 1.4 had 4 kleppen per cilinder, de 1.6 moest het doen met twee stuks en de 1.8 had maar liefst 5 kleppen per cilinder. Qua diesels was het een stuk overzichtelijker: het waren allemaal 1.9 liter grote viercilinders met twee kleppen per cilinder. De 1.9 SDI was episch traag, terwijl de 1.9 TDI (90 en 110 pk) relatief vlot waren en behoorlijk zuinig. Niet de meest verfijnde koffiemalers, maar wel verdomd effectief.
Nee, de versie waar iedereen naar uitkeek was de Leon Sport 1.8 20VT. De Golf IV GTI was een fijne auto, maar absoluut geen GTI qua karakter. Alle hoop was nu gevestigd op de Leon Sport 1.8 20VT. De motor was in feite dezelfde 1.781 cc grote viercilinder uit de Golf GTI, maar in dit geval was de motor goed voor 180 pk (bij 5.500 toeren) en 235 Nm, dat al beschikbaar was vanaf 1.950 toeren. De motor was van het type rouwdouwende brombeer. Vocaal was de twintigklepper niet begaafd, maar het blok sleurde er prima aan.
De Leon Sport was dan ook veel sneller dan de Golf GTI, van 0-100 km/u sprinten duurde slechts 7,7 seconden en de topsnelheid bedroeg 229 km/u. Het was niet de scherpste Hot Hatch in zijn klasse, maar die potente motor maakte veel goed. Ook was de ophanging iets straffer dan die van de Golf. Om het af te maken: de Leon was ook nog eens aanmerkelijk goedkoper. Voor minder dan 48.000 guldens had je een Leon 1.8 20VT Sport. Dan reed je niet in een uitgekleed exemplaar, die 17” wielen, sportkuipen, airco, radio, elektrische ramen rondom en mistlampen waren gewoon standaard. Er was slechts één adder onder het gras: elektrische spiegels waren een optie!
Begin 2001 voegt Seat nog een snelle Leon aan het gamma toe: de Leon 1.8 20VT 4 Sport. In principe dezelfde auto, maar dan met vierwielaandrijving. Qua prestaties was deze net zo snel op de 100 km/u, maar de topsnelheid lag iets lager. Het vierwielaandrijvingsysteem was bekend van onder andere de Audi TT, dus met een haldex koppeling. Tegenwoordig zijn dit zeer effectieve systemen, maar net na de eeuwwisseling merkte je nog even dat de voorwielen grip gingen verliezen en voelde je de ‘klunk’ dat de achterwielen bijsprongen. Een ‘sportief’ systeem was het dan ook niet. Wilde je sportief en goedkoop met vierwielaandrijving, dan moest je een Subaru Impreza WRX kiezen. De versie met vierwielaandrijving was maar heel eventjes leverbaar, na anderhalf jaar werd deze variant namelijk geschrapt.
Voor de liefhebbers van vierwielaandrijving was er sowieso goed nieuws, want in 2001 lanceerde Seat een nieuw topmodel, de Seat Leon Cupra. In het Verenigd Koninkrijk werd de 1.8 20VT Sport omgedoopt tot Cupra, maar bewoners van het vasteland kregen een compleet afwijkende aandrijflijn. De motor was namelijk een 2.791 cc grote zescilinder in de bijzondere ‘VR’ opstelling. Dat betekent een blokhoek van 16%, waardoor de cilinders dichter bij elkaar kunnen staan, maar je hebt maar één cilinderkop nodig. Dus je had 24 kleppen in totaal met ‘slechts’ 2 bovenliggende nokkenassen.
Het maximale vermogen van deze motor was 204 pk (bij 6.000 toeren), terwijl het maximale koppel 270 Nm bedroeg. Dat werd echter bereikt bij 3.200 toeren. De motor was gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak die alle vier de wielen aandreef. Het karakter van deze Cupra was compleet anders ten opzichte van de 20VT Sport. Desondanks lagen de prestaties dicht bij elkaar: de Cupra deed 0-100 km/u in 7,3 seconden en voluit kon je 235 km/u aantikken.
De Cupra was wel aanzienlijk zwaarder en dorstiger. Om dat goed te maken was de Cupra voorzien van een grotere brandstoftank (60 liter in plaats van 55). Nog een voordeel om voor de Cupra te kiezen was zijn aankleding. De Sport had alleen 17” veelspaak velgen. De Cupra kon je niet alleen van een afstandje beter horen, maar ook herkennen. Rondom was de Leon Cupra getooid met een diepe voorbumper, geprononceerde sideskirts en een dikke achterbumper. De Leon Cupra was meer GT dan Hot Hatch, maar zag er erg smakelijk uit.
In principe hadden ze het hier bij kunnen laten. Ware het niet dat de snelle Leons erg goed verkochten en er een paar serieuze concurrenten aankwamen. Dit werd niet gedaan door Seat zelf, maar door de autosportdivisie die ook hun rallyauto’s en racewagens bouwde: Seat Sport. Hun eerste straatauto project, de Ibiza Cupra R, was gezien de leeftijd van het platform erg knap, maar de auto was in vergelijking met de concurrentie vrij prijzig. Voor de Leon Cupra R wilde men niet zozeer een snellere versie ontwikkelen, dan wel een sportievere. Daardoor werd er niet zozeer gekeken naar maximaal vermogen, maar naar een lager gewicht.
De 2.8 motor werd daarom bedankt voor zijn diensten, evenals het Haldex vierwielaandrijvingssysteem. In plaats daarvan kreeg de Cupra R een 1.8 turbomotor uit de Audi S3. Dit was niet zomaar een gechipte 1.8 20VT, maar een veel sterker (en beter te tunen) motorblok. Het prototype van de Cupra R maakte in de lente van 2001 zijn debuut.
Seat Sport nam zijn tijd om even met de auto aan de slag te gaan. Pas een klein jaar later kwam namelijk de productieversie op de markt. Ook de Leon Cupra R kreeg een uniek uiterlijk mee. De bumper was een stuk groter, mede om beide intercoolers van koude lucht te voorzien. De velgen werden speciaal voor Seat door OZ gebouwd. Ook aan de achterzijde kon je de Cupra R gemakkelijk herkennen. De Cupra had twee ronde uitlaatpijpen, de Cupra R één grote ovalen stortkoker.
In vergelijking met de 20VT moest je in de Cupra R wel wat meer toeren maken om het maximale eruit te halen. Bij 5.800 toeren pas stonden alle 210 paarden paraat. Maar het koppel van 270 Nm was al beschikbaar bij 2.100 toeren. Daarmee was de motor zo smeuïg als een pot Calvé pindakaas. De prestaties waren zeker niet verkeerd. Van 0-100 km/u sprinten was namelijk in precies 7 seconden gedaan, de topsnelheid bedroeg 237 km/u.
Het was met name de wegligging en de rijeigenschappen die verbeterd waren. Vergeet niet dat de Volkswagen platforms in deze tijd behoorlijk teleurstellend waren als het aankwam op dynamische eigenschappen. Het was simpel, rechttoe en rechtaan. Bij Seat Sport moesten ze die achterstand dus om weten te zetten. Dat deden ze met serieuze onderdelen die moederbedrijf Volkswagen niet eens op haar eigen product heeft gezet. Denk aan verbeterde dempers, veren, Recaro sportstoelen, Brembo remmen lichtgewicht 18” OZ velgen. Dat de auto niet door het ijs zakte in vergelijking met auto’s als de Ford Focus RS en Alfa Romeo 147 mag een godswonder heten, gezien de van oorsprong zeer eenvoudige basis.
Maar ze bleven niet stil zitten bij Seat Sport. In 2003 werd de gehele Leon range voorzien van een ‘facelift’. Het was eigenlijk een model-update, want qua uiterlijke wijzigingen veranderde er bijna niets. Het waren voornamelijk kleine details als wielen, kleuren en uitvoeringen. Mocht je indruk willen maken op een fotomodel met Seat-fetisj, hier zijn een paar weetjes: de 1.9 SDI ging met pensioen, er kwam een 1.9 TDI met 130 pk in ‘Sport’-uitvoering. Maar om haar echt wild te krijgen, noem even de Leon Cupra 4 V6 Compressor.
2003: Leon Cupra 4 Kompressor
Dat was namelijk een ware rariteit. Speciaal voor de Zwitserse markt werkte ABT Sportsline samen met Seat. Het resultaat was de Seat Leon Cupra 4 V6 Compressor. De 2.8 motor werd voorzien van een mechanische compressor, waardoor het vermogen steeg van 204 naar 280 pk, dat leverbaar was bij 6.200 toeren. Het maximale koppel bedroeg 324 Nm, dat paraat stond bij 4.800 toeren.
De auto werd door ABT Sportsline helemaal aangepakt en omgebouwd. De auto werd verkocht via de Zwitserse Seat-dealer, alwaar je gewoon garantie kreeg op de auto. Het is de snelste Seat Leon van deze generatie. Want dankzij de vierwielaandrijving kon je alle 280 pk’s op de wielen afvuren: in 6,3 seconden stond er 100 km/u op de teller. Qua topsnelheid was het zelfs de snelste auto in zijn klasse, want de Leon Cupra 4 Compressor was níet voorzien van een begrenzer: 256 km/u behoorde tot de mogelijk heden. Er zijn er slechts 170 van verkocht tegen flinke prijzen.
Om het nog verwarrender te maken, had Seat daarvoor de naamgeving van zijn modellen veranderd. Er waren nu ook ‘Topsport’-uitvoeringen. Deze kon je krijgen met 1.8T (180 pk), 2.8 (204 pk) en 1.9 TDI (150 pk). Deze hadden allemaal de ‘oude’ bodykit van de Leon Cupra, maar met afwijkende velgen. De Leon Topsport 1.8T had altijd voorwielaandrijving, de 2.8 Topsport had altijd vierwielaandrijving en bij de Leon 1.9 TDI Topsport kon je kiezen.
Belangrijker was dat de Leon Cupra R een update kreeg. De Audi S3 had intussen de sterkste motor uit de Audi TT gekregen, met 225 pk. Exact dezelfde motor vond ook zijn weg naar de Leon Cupra R. Het koppel steeg ook ietsje naar 280 Nm. Het resultaat was een nog snellere Leon Cupra R die van 0-100 km/u in 6,9 seconden afraffelde en op de Autobahn maar liefst 242 km/u wist te halen. De ‘225’ kun je herkennen aan de rode ‘Cupra’-badge aan de buitenkant en de rode indicator op het stuurwiel.
Mocht je de 225 pk van de Cupra R te veel van het goede vinden, kwamen er nog een paar sportieve Leons bij. Om het nog verwarrender te maken werd de ‘Topsport’-range in 2004 omgedoopt tot ‘FR’, wat tot op heden nog altijd gebruikt wordt. De Leon FR had ook de Cupra bodykit, maar wederom met andere 17” lichtmetalen velgen. Met de komst van de FR werd ook afscheid genomen van de 2.8 V6. Ook de 1.9 TDI met vierwielaandrijving ging eruit.
In 2005 werd de Seat Leon van de ‘1M’-generatie uit productie genomen. Niemand had verwacht dat Seat meteen de beste auto in zijn klasse zou maken. Dat gebeurde ook niet. Als het om rijdynamiek ging, was de Ford Focus de maatstaf. En het is leuk om met een ‘Spaanse Alfasud’ opvolger te komen, maar met de 147 liet Alfa Romeo zien hoe je een stijlvolle hatchback moest bouwen. De normale Seat Leons kunnen dus gewoon opgereden worden met minimaal onderhoud. Hopen dat ‘ie het houdt en daarna een schop geven.
Voor de Cupra R geldt dat niet. Dat zijn stiekem nog steeds fijne auto’s. Er is voldoende aan verspijkerd om als ‘sportief’ gekenmerkt te kunnen worden. Het leuke is dat het gewoon een ‘normale’ Leon is als je dat wilt: een praktische vijfdeurs hatchback waar je vrouw blij mee gaat zijn. Maar je wordt er niet knettergek van zoals je wel wordt van torque steer in een Focus RS of het niet uitschakelbare ESP van de 147 GTA.
Dat wil niet zeggen dat de Leon Cupra R een saaie auto was. De zitpositie was uitstekend, de remmen deden puik werk en die motor moest even op toeren komen, maar leverde uitstekende prestaties. Met een beetje kietelen was (veel) meer trouwens ook mogelijk. De Leon Cupra R was ook nog eens vrij voordelig. Seat had zijn markt gevonden. Naast heel verstandige auto’s, zijn er altijd voldoende sportieve modellen geweest. En het mooie is: in vergelijking met de Golf GTI heeft Leon Cupra bijna altijd het lagere prijskaartje gehad in combinatie met betere hardware die de liefhebber weet te waarderen.
Ook een Seat Leon Cupra kopen? Check hier ons Leon Aankoopadvies.
Meer lezen? Dit zijn 11 hoogtepunten uit de historie van Seat Cupra!
artje zegt
Veel fun beleefd met de 20VT, heerlijke auto.
smallenginesmalld zegt
Gave karren.
Mijn ritje als toen 20 jarige met een gechipte 1.9tdi 150 vergeet ik niet gauw.
Die blokken sleurden!
E34M5Touring zegt
Vind het een van de mooiste hatchbacks ooit gemaakt. Nog steeds een knap ding, zeker in FR/TopSport/Cupra spec. Mooie motoren ook. Die TDI was echt wel een dingetje toen. Beul van een motor. Laatst nog eens gekeken naar zo’n ding maar voor een knappe/nette vragen ze nog best geld.
vaakbenjetebang zegt
Nee, in dit hele model heb ik nooit iets gezien. Vond en vind hem niet mooi, voor hetzelfde geld was en is er altijd wel een fijner rijdend en sturend alternatief te koop (zij het met misschien wat minder vermogen), en dan is er ook nog het vaak bedenkelijke soort modificaties waar deze auto het slachtoffer van werd en wordt, met het bijbehorende type eigenaar en bestuurder. Vast hartstikke leuk allemaal, maar niet voor mij.
rachid zegt
Leuke auto in 20VT trim. Ik had de 180 PK versie en deze laten chippen bij JD.
Waren zeer leuke tijden als 18 jarige. Nu een S3 gehaald ook een 20VT en dit gaat een tuningsproject worden. Hybride turbo erop, alles zal worden aangepakt. Doel zal worden 450+ PK’s met quattro uiteraard.
Thomas20vt zegt
@rachid: Klopt, na een kuurtje van JD reed hij helemaal super :)
nopetrolnofun zegt
Leuke auto die Cupra 2.8 VR6, heb hem zelf een jaar gereden toen ik 18 was. Veel te zwaar voor het vermogen, maar hij pakte wel goed op en klonk goed.
jajeroenja zegt
Zelf ook een Cupra4 met vr6 gehad. Beetje budget R32 sound met wat minder vermogen, maar reed erg fijn. Wist overigens niet dat er ook een vr6 compressor gemaakt was!
melkkoe zegt
Een golf voor mensen met minder budget zul je bedoelen. Wat een overschat model is dit altijd geweest
T5Power zegt
Ik heb goede herinneringen aan mijn zilvergrijze Topsport, die ik in 2003 mocht bestellen als tweede leaseauto.
Ik was toen 25 en ondanks dat ik er eigenlijk niet lekker in paste met mijn 2 meter lengte moest het zo’n strakke Leon worden :-) Ik heb er in 3 jaar tijd 125.000 km mee afgelegd en daar volop van genoten. Behalve de beurten incl banden en remmen ook nooit iets geks mee gehad.
T5Power zegt
@t5power: ps het was de 180 pk benzine en chippen mocht natuurlijk niet, maar ach hij reed lekker zat :-)
T5Power zegt
@t5power: nog een aanvulling. Op het display van de climate control kon je via een toetscombinatie onder meer de werkelijke snelheid oproepen. Ik herinner me nog goed enkele ritten op de Duitse A31 waarbij je continu 229 of 231 zag. Netjes conform fabrieksopgave ;-)
roadrage zegt
@t5power: uhu, toen ook al sjoemel software. Wss 199 GPS kms.
bert_volders2 zegt
Deze eerste Leon en ‘zus’ Toledo had in mijn optiek altijd prima de opvolger van de Lancia Delta / Delta kunnen zijn.
Dizono zegt
“Net als de eerste Seat Toledo werd de tweede generatie getekend door Giorgetto Giugiaro van Italdesign. Het ontwerp werd ‘afgemaakt’ door Steve Lewis.”
Je bedoeld dat Steve Lewis dit afgekeurde Skoda Octavia-ontwerp, dat te frivool werd bevonden, tot Seat mocht omtekenen. Na deze eerste generatie Leon wat mij betreft ook meteen de meest geslaagde Seat.
techniekmeneer zegt
Cupra compressor, nooit geweten!
airditude zegt
Guilty pleasure, betrap mij er na jaren nog steeds op, om te kijken als ik een topsport / cupra tegen kom. Zou zelf best de 6 cilinder willen bezitten, ondanks dat de 1.8T de snellere auto is in de praktijk.
soundgarden zegt
Ja.. Ik mis hem nog steeds.. Fijne wagen was dat
dracae zegt
Dit is wat mij betreft waarschijnlijk de leukste moderne ‘Volkswagen’ qua design.
Ik heb altijd al een zwak gehad voor zo’n vorm, dat geldt ook voor de Mazda 3, maar de neus van de Seat is wat beter, minder overdreven.
Dan nog dit: ” Dat is net zoiets als klagen dat een nummer van John Fogerty te veel lijkt op een track van Creedence Clearwater Revival,”
BRILJANT !!
kars zegt
Ach en wee, mijn oude 20VeeTee… Als lease auto gereden destijds. Het blok was briljant, de auto zelf had z’n eigenaardigheden.
Helaas total loss gereden, nota bene door een ander..
Thomas20vt zegt
Heb zelf met veel plezier 2 jaar een zilvergrijze Leon 1.8 20VT Topsport gereden. Andere luchtinlaat, silicone TIP en laten chippen bij JD, verder origineel gelaten.
Blok reed erg lekker en soepel met 235pk/340Nm, 255 op de teller en 246 op de GPS. Ging helaas een stuk meer kilometers rijden.
In 2 jaar de auto van 41.000 naar 110.000 gereden zonder noemenswaardige problemen. Buiten de beurtjes 1x een penbobine gehad welke kapot ging, verder niks. Remmen waren ook goed van de Topsport, niet onder bemeten. Stoelen waren ook super, na een ritjes Spanje stapte je weer fit uit. De Topsport 1.8 20VT had de grotere remmen, de 1.9 TDI 150pk had kleinere. Auto was op euro 98 afgesteld en met een verbruik van 1:9,5 liepen de brandstof kosten aardig op. Uiteindelijk de Leon verkocht en zijn opvolger met een 170pk diesel gekocht. Heb er nog steeds spijt van, het was echt een fijne auto. Kwam hem na 1,5 jaar nog een keertje tegen, de auto waar ik zo zuinig op was geweest zag er niet meer uit. Krassen, deukjes en velgen rondom beschadigd. Zag later dat hij na 2 jaar gedemonteerd was, auto was over een middenberm geklapt en dus total loss.
Dan heb je toch zoiets had ik m maar gehouden.
****
Nog een kenmerk van een Cupra R zijn de meegespoten daklijsten. Bij een alle andere uitvoeringen zijn deze zwart (kunststof), bij de Cupra R in de carrosserie kleur.
****
De Sport had trouwens 16 inch velgen, geen 17 inch. ;) De Topsport had 17 inch.
retsok zegt
“Als het om rijdynamiek ging, was de Ford Focus de maatstaf.” Was dat in die jaren niet de Civic type R?
choi zegt
@retsok: die kwam wat later op de markt (nl en waarschijnlijk ook de rest van eu). Denk zo rond 2001/2002. Toen waren de Leon en Focus al een paar jaartjes beschikbaar.
Dutchdriftking zegt
Blijft een leuk ding. Ook opvallend, de sportievere Leon’s hebben een 6-bak, de Golf 4 GTI kreeg deze pas bij de facelift met de 25 jahre editie. De Cupra R is momenteel erg gewild en flink duurder dan de Golf 4 GTI. De leukste 20VT modellen zijn de Cupra R, Golf 4 GTI als 25 jahre (deze auto’s zijn enorm aan elkaar gewaagd en flink anders dan de standaard GTI) en natuurlijk de Audi S3. Inmiddels minimaal 15 jaar oude auto’s welke in goede staat 7-11k moeten kosten….
Dutchcarwizard zegt
Nog steeds een mooi model. Seat was toen op zijn best.