Dit moet Beyoncé met Bootylicious bedoeld hebben. Wij in elk geval wel.
Mégane
We gaan niet te veel woorden vuil maken aan de Renault Mégane van de eerste generatie. Niet zozeer omdat het een slechte auto is (dat was namelijk niet zo), maar omdat er simpelweg niet echt sportieve varianten van waren. De Coupe kon je met een 150 pk sterke tweeliter krijgen (uit de Williams), maar deze werd later opgevolgd door een 2.0 IDE met 10 pk minder. Het was duidelijk: ondanks de geslaagde Maxi-Mégane rally-auto was de eerste Mégane niet bedoeld om de enthousiasteling aan te spreken.
Mégane II
Ook bij de tweede generatie Mégane leek het die kant op te gaan. Niet dat iemand daarbij stil stond. Iedereen, maar ook echt iedereen vergaapte zich aan het meesterwerkje van Patrick LeQuement. Dat Renault de ballen had om zo’n gewaagd ontwerp in productie te nemen was werkelijk ongehoord. Ook in 2002 waren er voldoende ‘kenners’ die verkondigden dat alle auto’s op elkaar zouden lijken. Voor die mensen werden er waarschijnlijk wat extra folders gedrukt.
Het was niet alleen het uiterlijk dat bijzonder was. Je kon de Mégane krijgen met een ‘groot’ fullmap navigatiesysteem, 17” velgen op de Dynamique uitvoering, lederen bekleding, een gigantisch panoramadak, carte Renault (in plaats van een ouderwetse sleutel) en Xenon verlichting. Tegenwoordig vinden we dat vrij normaal, maar destijds waren er weinig C-segment auto’s die je zo luxe kon aankleden. Tel daarbij op dat de Mégane uiterst redelijk geprijsd was. Goed genoeg voor de Auto van het Jaar titel, dat in 2003 nog daadwerkelijk iets voorstelt.
Ook op motorisch gebied gebeurde er het één en ander. Niet zozeer bij de benzinemotoren. Die waren onlangs al vernieuwd. Er waren een paar puike dieselmotoren bij gekomen, allemaal gebouwd volgens het common-rail principe. Als klap op de vuurpijl was de Mégane ook bijzonder veilig: de auto behaalde 5 sterren bij de onafhankelijke EuroNCAP test. Geen enkele C-segment auto kon een dergelijke score halen. Nu kun je zeggen: daar heeft Renault zijn auto’s op gebouwd. Dat kan kloppen. Echter EuroNCAP testte (en test nog steeds) de meest voorkomende ongelukken. Weetje waar je verder niet zo veel mee kan: de Mégane II werd in Japan enkel bij Nissan-dealers verkocht.
Mégane Renault Sport
Geheel tegen de verwachting in kwam er een Renault Sport uitvoering. Bij de Clio bleek dit een populaire variant. Met name in Engeland waren ze werkelijk niet aan te slepen. Een Renault Sport uitvoering is overigens niet gewoon een iets snellere Renault. Neen. Renault Sport is een aparte subdivisie die ook de racewagens voor Renault bouwt en prepareert, alsmede de sportieve topvarianten.
Aan de buitenkant kon je al meteen zien dat het menens is. De bodykit is op zijn zachtst gezegd opvallend. De enorme voorbumper zorgt voor meer lucht naar de motor en diens intercooler. Aan de zijkanten priemen er twee mistlampen. Niet alleen functioneel, maar het geeft de Renault Sport Mégane een geheel eigen gezicht. De Mégane staat een stuk lager en de 17” velgen zijn uniek voor de Renault Sport. Je kon de Mégane Renault Sport krijgen als 3-deurs hatchback en 5-deurs hatchback. De Gran Tour, Sedan en Cabriolet bleven verstoken van de Renault Sport behandeling.
De motor is een 2-liter viercilinder met turbo en intercooler. Bij 5.500 toeren leverde dit blok zijn vermogen van 225 pk. Belangrijker is misschien wel het koppel: 300 Nm bij 3.000 tpm. Maar eigenlijk was meer dan 80% van dat koppel over het hele toerengebied beschikbaar. Met name dat laatste zorgde ervoor dat de Mégane Renault Sport altijd potent aanvoelde en het ook daadwerkelijk was. De sprint naar de 100 was beslecht in 6,5 seconden en de topsnelheid bedroeg 236 km/u. Belangrijkste om te onthouden: de motor blijft er maar aan sleuren.
Mégane Renault Sport Trophy
Ondanks dat het in zijn klasse een prima aanbieding was, was de pers er in eerste instantie niet heel erg over te spreken. Het was geen slechte Hot Hatch, maar een beetje ongepolijst en de auto leek iets te veel te hinken op twee gedachten: is het nu een Hot Hatch of meer een snelle GT? Met de Trophy uitvoering maakte Renault Sport duidelijk welke kant het op moest gaan met de auto: die van hardcore Hot Hatch.
Aan de motor werd niets gedaan, deze was al uitstekend, maar de ophanging werd wezenlijk aangepast. De dempers werden stijver en de veren harder. De stuurbekrachtiging werd opnieuw gekalibreerd omver gevoel en precisie te bieden. De banden waren met 235 mm een maatje breder dan standaard. Het rubber was van Dunlop (van het type Sportmaxx). Serieus spul voor een hatchback. Ook de diameter van de velgen groeide: nu kreeg je antraciete 18” lichtmetalen velgen. Maar de lijst met aanpassingen ging verder. De remmen waren nu heuse Brembo items en het ESP was uitschakelbaar. De prestaties op papier waren gelijk aan de reguliere Mégane Renault Sport. Het verschil qua rijden was enorm. Dit was een auto voor de fijnproever. Van de Trophy zijn slechts 500 exemplaren gemaakt.
Mégane Renault Sport Phase II
In 2006 krijgen alle Mégane’s een facelift. Het is geen ingrijpende facelift, maar een lichte update. De koplampen wijzigen iets, evenals de achterlichten. Ook de Mégane Renault Sport deelt mee in de feestvreugde. De Trophy werd dermate goed ontvangen dat er besloten word de hardware van dit model als ‘Cup’ pakket te leveren op de gewone Mégane. Voor de huisvader die een snelle Mégane wilt met een beetje luxe gaat voor de normale variant en de aspirant coureur kiest het Cup pakket.
Mégane Renault Sport F1 Team
Renault is een populair merk aan het begin van het nieuwe millennium. Niet alleen de straatauto’s vinden gretig aftrek, ook in de Formule 1 doet het merk het uitstekend. Met de toen nog relatief jonge Fernando Alonso worden er in 2005 en 2006 twee wereldtitels binnengesleept. Om dit feestje een beetje luister bij te zetten werd de Mégane Renault Sport F1 Team geïntroduceerd. Het is in de basis een driedeurs hatchback RS met cup chassis. De kleur is minder uniek dan je zou denken. Hij komt namelijk oorspronkelijk van een Renault Trafic bestelbus. Binnenin kreeg je de fijne Recaro sportstoelen, lekker luxe uitrusting en een plaatje waarom stond dat je een wel heel bijzondere Mégane Renault Sport onder de bips had zitten. In Nederland rijden er 40 stuks rondt. Met recht een zeldzame auto.
Mégane Renault Sport dCi
Een variant die je ook niet veel ziet is de dieselvariant. Je ziet wel vaker een dikke diesel in een hatchback. Maar zoals bij een Focus ST Diesel of Golf GTD is het randje eraf gehaald. Zo niet bij de Mégane Renautlt Sport dCi. Deze kon je ook gewoon bestellen als Cup variant. Mocht je veel kilometers maken, maar klaverbladen op maximale snelheid willen nemen: dit is je auto.
Kortom, Renault Sport had zijn Mojo gevonden. Nog altijd tot op de dag van vandaag kennen we de specialisten uit Dieppe als ware tovenaars. Als ze het bij deze Mégane’s hadden gehouden was iedereen nog altijd vol lof over de Franse enthousiastelingen. Maar Renault Sport liet tot tweemaal toe zien tot waar ze in staat waren. Twee ware pareltjes uit de Hot Hatch dynastie.
Mégane Renault Sport F1 Team R26
In 2007 bleek er toch een overtreffende trap te zijn. Ook in 2006 won Renault het F1 kampioenschap (zowel de rijderstitel met Alonso alsmede de constructeurstitel met Fisichella erbij) met de Renault R26. Dat geeft al meteen aan waar de naam van de auto vandaan komt. Zoals je kan verwachten van Renault Sport is het niet een simpel speciaaltje, maar een bijzonder aangescherpte versie van de Cup variant van de Mégane Renault Sport.
Ten eerste dat onderstel. Dat was nog altijd van grote klasse, maar toch zagen ze in Dieppe de mogelijkheid om de boel nog fijner af te stellen. De anti-rolbar werd wat dikker, de wielen krijgen iets meer camber, de dempers en veren werden lichtelijk herzien. Maar het grootste verschil is dat de auto veel meer grip kreeg. Dat komt mede door de Michelin Pilot Sport 2 banden en vooral door het sperdifferentieel. Aan de buitenkant kun je een R26 gemakkelijk herkennen: de stickers-set is op zijn minst opvallend. Als dat nog niet voldoende is, kon je hem ook krijgen in een boterbloem-gele kleur. Mocht je iets minder exhibitionistisch ingesteld zijn: de stickers kon je kosteloos weglaten.
Ook de de F4RT motor kreeg een upgrade. Op papier is het verschil niet zo groot als de uitwerking was. Je kreeg 5 pk en 10 Nm meer. Maar de motor was hitsiger en alerter dan ooit. Dat kwam mede door het nieuwe sportuitlaat systeem, waardoor de Mégane Renault Sport F1 Team R26 auditief nu ook beter presteerde. De prestaties an sich waren ietsjes beter, maar uiteraard was het vooral ‘het gevoel’ dan dat de cijfers daadwerkelijk het kunnen staven. Het doel van Renault Sport was een andere: de R26 moest op een circuit een seconde per kilometer sneller zijn. Zeker op de Nordschleife ga je dat verschil wel degelijk merken.
Mégane Renault Sport R26-R
Dat laatste is iets waar de heren technici van Renault Sport mee aan het stoeien waren. Want binnen het toelaatbare konden ze hun gang gaan. Maar voor het volgende ambitieuze project moesten ze wel een paar extra vergaderingen houden. Om de Mégane sneller op het circuit te maken waren er een paar opties. Heel veel extra vermogen had gekund. Maar dan moet je ook alles zwaarder uitvoeren omdat vermogen aan te kunnen.
Een nadeel van die optie is dat je het karakter van de auto ernstig aantast. Kijk naar de vijfcilinder Focus RS (die rond dezelfde tijd op de markt kwam). Hoe goed deze auto ook stuurde, die motor domineerde de ervaring compleet. Dat was niet iets wat Renault Sport voor ogen had. Een andere optie is om modificaties uit te voeren die ze ook toepasten op hun raceauto’s. Meer stijfheid, minder gewicht: snellere auto op het circuit. En zo geschiedde.
De R26-R (R van Radicale, de koosnaam voor de auto) was namelijk aanzienlijk lichter. Dat betekende wel dat er veel luxe uit moest. De achterbank ging er in zijn geheel uit. De passagiersairbag en gordijnairbags moesten ook het veld ruimen. De climate control werd vervangen door een lichtere standaardairco. De koplampsproeiers waren overbodig, evenals de achterruitwisser en sproei-installatie. Maar het ging verder met de achterruit: diens verwarming werd ook overbodig geacht.
De achterste zijruiten en de achterruit waren niet eens van glas maar van polycarbonaat. Als je er tegenaan leunt, bewegen ze mee. Bizarre gewaarwording. Mistlampen? Nergens voor nodig, evenals de radio-CD speler. Oh, en een groot gedeelte van de geluidsisolatie mocht er ook uit. Dat zijn rigoureuze maatregelen voor een Porsche 911 GT3, maar dit was een Renault Mégane! Om de anorexia-kuur uit te breiden werden veel onderdelen lichter gemaakt. Denk aan de koolstofvezel motorkap, polycarbonaat achterklep, Sabelt schaalstoelen van koolstofvezel en aluminium ‘onderstel’. Stevig zitten deed je dus wel in de Radicale, te meer de auto beschikt over 6-punts harnasgordels. Nogmaals: op een Mégane! Als je nu een 911 (991.2) besteld zit dat er standaard niet op.
Zoals Mike van TelSell zou zeggen: Maar wacht, er is meer! Er waren drie opties die je gewoon moest bestellen, wat de meeste eigenaren gelukkig ook deden. Het eerste was de volledige rolkooi. Niet een halve, niet een extra stuntbar (zoals in de Mini Cooper S JCW GP), maar een volledige rolkooi. Dit kwam niet alleen de veiligheid ten goede, maar natuurlijk ook de stijfheid. De Mégane is natuurlijk van nature uit geconstrueerd als familie auto, niet als hardcore circuitwapen.
Ook werd het onderstel nogmaals op de schop genomen. Dat is misschien niet de beste verwoording, geoptimaliseerd is een beter woord. De veren voor werden stijver (14 mm per 100 kg), evenals de veren achter (16,2 mm per 100 kg). De schokbrekers werden aangepast, de Brembo remmen kregen gegroefde schijven en om het onafgeveerd gewicht te verlagen werden er compleet nieuwe lichter dan lichtmetalen velgen gemonteerd. De banden waren gek genoeg 10 mm minder breed dan die van de ‘gewone’ R26: 225 mm. Dat was alleen als je de tweede optie had aangevinkt, die je wederom absoluut moest hebben: Toyo R888 semi slicks. De derde en laatste optie was een een titanium sportuitlaat.
Het resultaat was een veel lichtere Mégane R26. Het scheelde namelijk maar liefst 123 Kg. Als je nagaat dat een RS variant van een GT3 vaak niet eens lichter is (dankzij de extra hardware) zijn de 123 kilogrammen een bijzonder knappe prestatie. Een bijzonder knappe prestatie werd ook verricht op de Nordschleife van de Nürburgring. De Renault Mégane Renault Sport R26-R wist de heldenbaan in de Eiffel te ronden slechts acht minuten en 13 seconden. Om een idee te geven hoe bizar snel dat is, een klein overzicht met auto’s die dat nét niet wisten te halen.
Een Nordschleife tijd zegt natuurlijk niet alles. Maar het is wel het bewijs dat de heren van Renault Sport met de R26-R een absoluut meesterwerkje hebben afgeleverd. Het was niet alleen maar Marketing geneuzel. Elke R26-R was namelijk standaard uitgerust met een 10-rittenkaart voor de Nordschleife. Ook nu in 2017, tussen alle M4’s, 911’s, Nissan GT-R’s, Lotus Exige’s en Camaro’s Z28 sla je absoluut geen modderfiguur. Integendeel. Je komt namelijk de parkeerplaats opgereden in een van de meest puristische, uitgewogen en sympathieke auto’s die er ooit gebouwd zijn. Toevallig is het ook een Renault Mégane.
pomoek zegt
Leuk verhaal, om met Mike van telsell te spreken: http://static.giantbomb.com/uploads/original/13/136994/2099767-1806amazing.jpg
dawwg zegt
@pomoek: De electronica-problemen van de reguliere Megane van die generatie zijn ook amazing …. amazingly bad; maar verder wel een icoon. Toch vind ik de Williams Clio toch echt 10x zoveel charme hebben.
rufctr01 zegt
@dawwg: gelukkig zijn smaken verschillend. Ik ken diverse mensen die een Megane RS hebben gehad en er 0,0 problemen mee hebben gehad.
ghost zegt
Gaaf’ zo’n R26-R is alleen redelijk onbetaalbaar geworden.
m550d zegt
De Megane RS F1 was de eerste hot hatch waar ik ooit mee gereden heb. Pleziertje van de dealer destijds. Wat was ik onder de indruk! Nog steeds overigens, als ik er aan terugdenk. Een monster van een machine. Bloedsnel, en zoals geschreven, altijd koppel. Héérlijke machine, dit stuk doet recht aan de auto. Bedankt voor de herinnering aan de rit, Willem.
carlover66 zegt
Heel leuk en aardig allemaal, maar ik heb een Megane II nieuw gehad destijds in 2005. Wat was ik blij dat de vier jaar er op zaten en ik een Golf Variant had uitgezocht. Wat een verademing was dat toen. Schoenmaker blijf bij je leest zeggen ze wel eens. Echt oud ijzer op 4 wielen zo’n Megane. Van lekkende voetenruimtes tot storingen, kraakjes en kapotte sloten aan toe.
pa045 zegt
@carlover66:
En nu uitgerekte distributiekettingen, kapotte versnellingsbakken en olieverbruik. Maar het is wel een VW..
carlover66 zegt
@pa045: nooit problemen gehad met m’n VW’s. Na de Golf een Polo gehad met het complete doemrecept (1.2 TSI, DSG) en in de 140.000 nooit problemen gehad, op een preventief vervangen riem na dan. De Megane kan er in ieder geval een grote punt aan zuigen. Dat is geen auto, maar een wrak. Van eigen geld koop ik sowieso alleen maar Mercedes, daar hoef je een Megane al helemaal niet mee in een zin te noemen.
rufctr01 zegt
@carlover66: en over de W211 lullen we niet meer? Dat is de meest waardeloze auto die je kunt kopen.
Oh nee, dit is Duits, dan is alles in eens anders!
willeme zegt
@rufctr01: Op zich wel jammer dat er zo naar de Mégane gekeken wordt. Ja: in het begin had de auto te maken met veel storingen en fabricagefouten. Maar de Mégane II had ook een berg nieuwe technologieën aan boord in die toen helemaal niet vanzelfsprekend waren in de klasse. In dit artikel gaat het over de Mégane Renault Sport, zoals je kunt zien zijn de meeste modellen geleverd ná de facelift. Die auto’s waren drastisch verbeterd (met hulp van Nissan).
Het roepen van landen betreft betrouwbaarheid is eigenlijk al jaren achterhaald. In de jaren 90 en 00 had Mercedes te maken met enorme kwaliteitsissues (om maar te zwijgen over roest…). Ook daarbij veel nieuwe technologische vondsten, overigens. Geldt ook voor de downsize motoren van VAG (TSI en ook de DSG) allemaal vrij jonge techniek. De merken hebben dat nu behoorlijk goed op orde.
De tijden zijn veranderd. Japanners maken mooie interieurs (Lexus!), Koreanen zijn er geweldig uit (alle moderne Kia’s), Italianen blijven gewoon heel (159), Amerikanen maken toponderstellen (Cadillac), Fransen bouwen betrouwbare auto’s (Renault Laguna III) en Duitse auto’s zijn niet dodelijk saai meer (Opel).
rufctr01 zegt
@willeme: amen!
bofkont zegt
@rufctr01: w211 is een top auto kan geen enkele renault aan tippen, zoveel hoger niveau auto. Een late e500 is een droom auto, hoef de Amg niet eens te hebben.
Hoezo de meest waardeloze auto volgens jou ben benieuwd ?
Loek zegt
@bofkont: De W of S211 zijn de beste Mercedessen die er ooit zijn geweest, taxi reputatie of niet. En, je kunt goed uitgevoerde modellen nu voor een prikkie krijgen.
rufctr01 zegt
@bofkont: bedoel de W210 natuurlijk.
Maar geen enkele Renault aan tippen? Vergelijk de nieuwprijzen dan ook, dan moet zo’n Benz mega goed zijn, en dat zijn ze niet.
Oh ja, ik heb geen Renault, maar ik vind de vergelijking niet helemaal correct.
bofkont zegt
@rufctr01: klopt de w210 was en is een drama auto kwa roest technisch is hij wel redelijk, uiteraard onvergelijkbaar kwa prijs, maar dat zie je en merk je ook.
rufctr01 zegt
@bofkont: ook de W211 heeft behoorlijke aanloopproblemen gehad. Zeker de types uit de eerste 2 jaar!
Ga maar een rondje zoeken op internet!
bofkont zegt
-edit: de plaat blijft een beetje hangen.-
rufctr01 zegt
@pa045: haha +1
desjonnies zegt
@carlover66:
Fransen kunnen helemaal niets.
Duitsers daarentegen.
bofkont zegt
@desjonnies: kwaliteitsbeleving/ afwerking en is waar de Duitsers in uitblinken, daar kan geen enkele Franse auto aan tippen, technische betrouwbaarheid ontloopt het elkaar zoveel niet, beide middelmatig.
Nog een puntje waar Duitsers. Heer en meester in zijn zijn de dikke diesels en dikke V8 V10 V12 motoren.
pa045 zegt
@bofkont:
kwaliteitsbeleving is het meest overschatte woord dat gebruikt wordt om auto’s te omschrijven. Ik wil niet iets dat aanvoelt alsof het kwaliteit is, ik wil iets dat daadwerkelijk kwaliteit is. En dat is iets wat lang mee gaat en er ook na 150000 km nog hetzelfde aanvoelt en werkt als wanneer het nieuw is.
Het enige waar de meeste Duitsers in mijn ogen in uitblinken is het halen van jaloerse blikken bij je buren. Hier heb ik geen behoefte aan en rij liever in een kwaliteitsproduct wat voor normaal geld te kopen is.
bofkont zegt
@pa045: heb je gedeeltelijk absoluut een punt, ik ben dol op super afgewerkte auto’s zoals alleen de Duitsers dat kunnen.
tjorque zegt
@bofkont: je vergeet de Japanners …. die kunnen dat ook, maar dan beter.
bofkont zegt
@tjorque: kwalitatief technisch wel, maar kwaliteitsbeleving zeer zeker niet.
rufctr01 zegt
@bofkont: waarom zitten er Franse interieurs in jouw Duitse merken? Voor de kwaliteitsbeleving??
bofkont zegt
@rufctr01: ga maar eens in beide zitten , alleen het gebruikte materiaal zit al mijlenver verschil in.
Ik zeg niet dat de Fransen slecht zijn overigens.
stfu zegt
@carlover66: al die dingen die je noemt had bv een Golf IV ook. Iets ouder model maar toch. Generatie erna was ook niet al te betrouwbaar hoor.
allesmetturbo zegt
Leuk artikel, en ik hoor veel goede verhalen over de onderstellen van Renault. Maar ik vind dit wel een erg lelijke auto, hoeveel ik van een potje sturen houd, ik zal er nooit eentje kopen
krauwbak zegt
@allesmetturbo: jup.. dit is wel zo’n eigenzinnig hate it or love it ontwerp (achterkant).. vind ik wel ballen.. m’n pa en ik noemden hem altijd “de kikkerbek”
allesmetturbo zegt
@krauwbak: ja precies, wel tof dat ze dit soort afwijkende ontwerpen op de markt brengen. Goed voor de diversiteit
stfu zegt
@allesmetturbo: niet mijn smaak maar wel lekker anders. Interieur vind ik dan wel weer verschrikkelijk.
Dutchdriftking zegt
Charmes zeker!
lincoln zegt
Ligt het nu aan mij of zijn die dingen gewoon helemaal uit het straatbeeld verdwenen ??
kle500 zegt
@lincoln: ik zie ze nog genoeg hoor, veelal 5deurs of station maar ze zijn er zeker wel.
v6ti zegt
Stop de persen: Een autoblog artikel over een niet-duitse auto. Leuk!
doublechevron65 zegt
Asjemenou… nu weer de volgende reclame ?
alfalfa zegt
Heerlijk leesvoer!
rufctr01 zegt
Geweldig verhaal dit. De Megane RS is de leukste hot hatch die je kunt kopen.
matter zegt
Het achterraam was toch ook van kunststof? Kan me een aflevering van Top Gear herinneren, dat Clarkson het achterraam indrukt met z’n wijsvinger.
Jochempie zegt
@matter: Ik dacht hetzelfde
willeme zegt
@matter: Polycarbonaat is een soort plastic (kunststof).
matter zegt
@willeme: dat snap ik ;). Er staat alleen dat de zijruiten hiervan gemaakt zijn, maar volgens mij het achterruit ook. Vandaar het gebrek aan de achterruit verwarming, denk ik.
willeme zegt
@matter: Excuseer, ik lees de zin verkeerd. Ja, de achterste zijruiten en de achterruit zijn gemaakt van polycarbonaat ;). Thanks! Ik zal het even aanpassen!
matter zegt
@willeme: ? stom hoe dat soort details je bij kunnen blijven. Die Mégane Renault Sport dCi kende ik nog niet. Jammer dat deze nooit verkocht ik in NL. Ik werkte in die periode bij Renault en die 1.9 dCi 130 was al een potent blok.
desjonnies zegt
Fantastisch verfrissend origineel en tegendraads ontwerp in het meest suffige C segment.
Typisch tegendraads Renault.
Ik heb me nooit gerealiseerd dat er zoveel verschiilende Gordini’s en Alpine varianten van deze Mégane zijn gemaakt. Thanks Willeme!
Rob zegt
@desjonnies:
Werk van Patrick LeQuement. Begon ooit bij Simca. Daar had hij de nobele taak om de wieldoppen te ontwerpen. Ging toen naar Ford. De Sierra kwam onder andere uit zijn hand. Toen VW/Audi, onder andere Golf III.
Toen Renault. Daar kreeg hij vrij spel. En dat merk je! Ik vind het één van de beste ontwerpers uit die tijd (1990-2010). Niet alleen in productieautos (Twingo, Scenic, Megane, Velstatis, Kangoo oa.), maar ook kwa concepts. Zoek ze maar eens op, zitten echt juweeltjes tussen waar Renault jaren mee vooruit kon. Heel belangrijk man voor Renault geweest, die Patrick.
Ik vind ook dat zijn opvolger, Laurens vd Akker, heel knap de draad heeft opgepakt: Renault heeft een ijzerstrek gamma momenteel.
desjonnies zegt
@rob:
We hebben nog altijd een Twingo1 de Initiale Paris uitvoering met dik leer, airco, quick shift automaat en de kleine 16- klepper.
Is van mevrouw desjonnies en heeft net geen 40000 op de teller.
Ik rijd graag met dat ding, is fantastisch in de stad en ook op de grote weg.
Hij wordt als een KLM Boeing onderhouden! En gaat nooit meer weg.
LaLancia zegt
@Rob: ik ben het (bijna) helemaal met je eens. LeQuement is een van mijn favoriete ontwerpers. Die man heeft zo veel leuke auto’s ontworpen. De Megane II is dan ook een van mijn favoriete auto’s überhaupt.
Van de huidige Renaults ben ik niet zo kapot. Ik vind ze niet zo heel Renault-achtig overkomen, en ze lijken allemaal zo op elkaar.
Rob zegt
@lalancia:
De opdracht van Vd Akker is waarschijnlijk ook anders dan die van LeQuement was. LeQuement moest de basis leggen voor de nieuwe ontwerpdivisie van Renault. Van Styling naar Design, zoals hij het zelf noemde.
Op basis van dat opgebouwde fundament heeft Vd Akker de opdracht gekregen om een sterk familiegezicht neer te zetten, lijkt mij. Know how was in huis, neuzen dezelfde richting op, organisatie op orde, kwaliteit flink verbeterd; nu nog een sterke uitstraling. Ik denk dat Vd Akker daar heel goed invulling aan heeft gegeven.
LeQuement had een opbouw missie, Vd Akker een uitbouw missie. Zo komt het op mij over in ieder geval ;-)
Tis wel chiquer/zakelijker geworden. Volwassener misschien. Bedoel je dat met “niet echt Renault-achtig”?
In mijn optiek wel de juiste stap. Vergeet ook niet dat het Renault waar LeQuement instapte en het Renault waar Vd Akker instapte totaal verschillend zijn.
kennone zegt
Tof ding maar ik zou het nooit aandurven. Thuis hebben wij dit model met de gewone 165pk? 2.0turbo gehad. Alles wat elektrisch was ging stuk. Maar dan ook echt alles! Ook bij de garage waar ik toen stage liep wilden we de Reneaults van deze generatie nooit inruilen vanwege de mogelijk hoge onkosten waar ze bang voor waren.
breakingpoint zegt
@willeme: ik ben nieuwsgierig ivm die RS diesel?
willeme zegt
@breakingpoint: In sommige landen kon je de RS ook krijgen met de 175 sterke 2.0 dCi motor. Je kon kiezen tussen een normale uitvoering of een Cup. Ze zijn in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Zwitserland geleverd, volgens mij. En ik meende ooit gelezen te hebben dat VKV er een paar naar Nederland heeft gehaald. Waren full-on RS’en, alleen met een andere motor.
breakingpoint zegt
@willeme: allemachtig is er iets wat je niet weet? :O
Maar OT, 175pk is ook niet mis in een Cup chassis :)
bofkont zegt
@breakingpoint: internet weetjes , kwestie van verzamelen ?
willeme zegt
@bofkont: ha! Een volwassen man plaatst een smiley. Dus dan is het schattig ;).
Maar neen: meeste info komt uit boeken en de betere (Britse, Duitse en Amerikaanse) tijdschriften. Op het internet wordt te veel van elkaar ‘geleend’ en fouten worden klakkeloos overgenomen.
bofkont zegt
@willeme: nee de smiley is de nuancering ,het zijn vooral feitjes verzamelen en opslaan , dat 1e kan ik ook geweldig , alleen het schrijven van een mooi artikel zoals jij kan ik weer niet helaas, het leest heerlijk weg ?
moveyourmind zegt
Nog altijd weg van de coupé van de eerste generatie, dus de Phase 1. Blijft gewoon een leuk stoer ding.
En voor wie goedkoop een fatsoenlijke cabrio wil rijden is die eerste generatie ook echt een aanrader.
AutomotivePassionNL zegt
Ik had dus zo’n prachtige en heerlijk sturende F1-R26 uitvoering. Inmiddels vier jaar geleden dat ik hem (binnen een week!) verkocht, en wat mis ik de auto nog steeds zeg. Ik heb veel auto’s gereden maar de R26 is een die echt heel veel lol voor het geld geeft…
Heb de foto’s al eens hier geplaatst: http://www.autojunk.nl/2012/01/mee-met-de-trend-own-car
Briljante hothatch, echt.
gass zegt
@adinsx: tof ding!
krauwbak zegt
@adinsx: waarom verkocht zo snel?
torsen zegt
Afgelopen week blijkbaar een R26-R op de parkeerplaats bij het werk gespot zonder te weten waar ik mee te maken had.
Deze had geen opvallende kleuren of stickers. Wel de koolstofvezel motorkap, velgen en rolkooi zoals afgebeeld.
M’n minder autogekke collega’s kwamen niet verder dan de rare kont.
kennone zegt
@torsen: Zo heb ik dat dus ook met mijn 850R. Collegas zagen een oude baksteen bak tot ik de kans kreeg ze finaal kwijt te rijden tegen hun v40 D4 dieseltjes
toyotafortuner zegt
Een echte love-it-or-hate-it kont. Sowieso erg eigenzinig = goed. De RSen zijn lekker dik
focusrs1 zegt
Leuk verhaal van een goede auto… maar dat achterraam blijft spuuglelijk..
bofkont zegt
Geweldige auto kwa rijden getuige ook de ring tijden, maar vind het niet echt een mooie auto.
r26r zegt
@Willeme dank voor dit artikel. Met mijn nickname aan enthousiasme natuurlijk geen gebrek :-). We kunnen nog steeds een blokje om met de NL R26R 1/10 voor mijn auto. Gelieve dan de rolkooi niet te gebruiken. Nogmaals bedankt.
rob5nismo zegt
Het eerste model blijft in mijn ogen het mooiste.
Ik vond deze auto al lelijk toen deze uitkwam en waar soms mijn mening veranderd is dat bij deze nog steeds zo
rodger zegt
Top artikel, leuk om te lezen! Is het alleen niet een strut bar ipv een stuntbar?
desjonnies zegt
De filosofie van ontwerper Patrick le Quement is altijd geweest : ” Mensen hoeven mijn ontwerpen niet mooi te vinden, als ze er maar een uitgesproken mening over hebben, erover praten, of dat mooi of lelijk is doet er niet toe. ”
Zo is het ontstaan en in productie gaan van de Renault Twingo – ook een Le Quement – ontwerp, gewoon een spannend jongensboek om te lezen. Dat verhaal zou eigenlijk door @willeme eens opgeschreven moeten worden, een Pools ontwerp dat veel van de Twingo wegheeft en le Quement die tegen de stroom gaat.
thomasthomas zegt
Klopt veel niet van het verhaal de megane RS uit 2004 had altijd al brembo’s en 225 Michelin banden die waren echt niet slechter dan de Sportmax van Dunlop. Ben voor de rest van het verhaal maar afgehaakt.
willeme zegt
@thomasthomas: Betreft de Brembo’s: klopt, maar dat was alleen aan de voorkant die Trophy en latere F1 modellen hadden de Brembo’s rondom. Betreft die Michelin banden: die staat in de lijst met upgrades.
Arnoud zegt
En geen notitie van de revo-knuckle voorwielophanging? Volgens mij was de tweede Focus RS daar de eerste mee maar heeft de Megane RS het ook. Het zou torque steer tegen moeten gaan.
jeroenwz zegt
Leuk artikel over een erg leuke auto. Dank je Willeme!
tjorque zegt
Ik rij met het dikke (in de negatieve zin) broertje van de Megane, de scenic.
Ook van die generatie. Het doet wat het moet doen, niet al te snel, maar het werkt.
Jammer dat het 2.0 turbo blok er bij mij niet in ligt. Dán zou het design dat mij helemaal niet aanspreekt, me geen hol kunnen schelen.
Hetzelfde geldt voor de megane rs, mooi vind ik hem niet, maar als ik hem voor een prikje kon kopen (zoals de scenic die ik nu heb) zou ik hem niet afslaan. Het lijkt me de ideale auto om autorijden terug leuk te gaan vinden…
wouterg zegt
Veel reacties gaan over de Mégane, maar niet over de RS. Ik heb zelf een ‘gewone’ RS van de eerste generatie. Een RS, dus ook al deze, rijdt totaal anders dan een normale Mégane. Op zeer hoge snelheid, +200km/h, is het stuurgevoel, de wegligging en de beleving fenomenaal. En dan te weten dat deze auto uit 2004 is!