Prestigeobjecten kunnen nutteloos en briljant tegelijkertijd zijn. Tijd voor wat quattro historie.
Sommige automerken zijn automatisch premium. Denk aan Mercedes-Benz en Rolls-Royce. Sommige merken hebben de premium status behaald. Denk aan BMW. Sommige merken hebben ‘m behaald en in de tussentijd deze ook weer kwijt geraakt. Denk aan Chrysler of niet meer bestaande merken als Saab, Rover en (binnenkort) Lancia. In veel gevallen hebben merken de status al lang of zijn ze ‘m bezig binnen te halen (Genesis).
Luxe Brinta
Het leuke van Audi is, is dat het zich allemaal nog niet zo lang geleden heeft afgespeeld. In de jaren ’70 was Audi weliswaar een luxemerk, maar wel een luxemerk van Volkswagen. Dat is net zoiets als luxe Brinta of havermout. Onder de bezielende leiding van Ferdinand Piëch mocht Audi uitgroeien tot een rechtstreekse uitdager van BMW en Mercedes-Benz. Nu zijn er voldoende fanboys (van BMW en Mercedes, uiteraard) die dat anders zien, maar het feit dat we nu spreken van De Grote Drie zet het wel kracht bij. Ook zijn de productlijnen van de drie merken bijna lijnrecht tegenover elkaar te zetten en vissen ze uit de zelfde premium vijver.
Ur-quattro
Audi heeft in commercieel opzicht veel profijt gehad van de Quattro rally auto, de ur-quattro. Je zou dat kunnen relateren aan overwinningen en kampioenschappen. Dat is natuurlijk een misvatting. Lancia en Peugeot deden het aanzienlijk beter in die periode, toch heeft met name Lancia al die rally-heritage keurig bij het oud-vuil weten te zetten. Het was Audi dat juist de techniek van zijn autosport-producten goed kon vermarkten. Een Audi met quattro-aandrijving leverde een aanzienlijke betere een veiligere auto op.
Parallel
De basis van de techniek van de rallyauto’s was gelijk aan die van de personenauto’s. Die parallel is van onschatbare waarde geweest. In veel bergachtige gebieden vonden Audi’s met permanente vierwielaandrijving gretig aftrek. Het was niet alleen een ‘marketing-frase’, het voegde ook daadwerkelijk toe in het dagelijks verkeer onder alle weersomstandigheden. Natuurlijk is achterwielaandrijving leuk op een circuit, maar daar heb je niets aan als je een gladde heuvel moet oprijden. Quattro is voor verstandige mensen en voor consumenten die daadwerkelijk veel met hun auto rijden.
Mede dankzij de praktische inzetbaarheid had Audi voor lange tijd geen crossover of SUV nodig. Een Audi 200 Quattro kon zichzelf behoorlijk redden op onverhard. De SUV’s waren toen nog echte werkpaarden met ladderchassis en een tussenbak. De Jeep Grand Cherokee, Range Rover en Mercedes-Benz G-Klasse (en zelfs de M-Klasse!) waren volgens dit principe gebouwd. De eerste auto die in het premium segment alles anders deed was de BMW X5. Wél het stoere SUV-uiterlijk, maar niet de nadelen op het gebied van verfijning, comfort en rijeigenschappen op de weg. De X5 was revolutionair.
Volwaardige SUV
Nu kunnen we rationele antwoorden geven op waarom men een SUV wil. Dan kom je erachter dat men dus eigenlijk géén SUV wenst. De Audi Allroad bood namelijk 80% van de voordelen van SUV met 10% van de nadelen. Toch zag men dit niet als een volwaardig alternatief voor een auto als de BMW X5. Een SUV is de emotie van een lomp grote bak. Veel meters staal, veel lappen leer en een onverstoorbare rijsensatie. Dát is de ware charme van een SUV, niet dat het praktisch is.
Allroad quattro
De Audi Allroad was te subtiel voor die mensen. Ook was de Allroad gebaseert op de Audi A6, een Audi die al een tijdje meeging. Kortom, tijd voor iets nieuwers, groters en imponerenders. De markt voor grote SUV’s zonder ladderchassis was vrij nieuw, dus moederbedrijf Volkswagen wilde inzetten op meerdere segmenten in een marktsegment.
PL71 Platform
Het PL71-platform was de basis voor al deze verschillende smaakjes. De Porsche was sportief en prestigieus. De Touareg was er van sober en doelmatig (R5 TDI) tot extreem krachtig en weldadig. De Audi Q7 moest daarin zijn plaats zoeken. Het was ook meteen duidelijk waar de Q7 kon scoren: zeven zitplaatsen. De Cayenne, ML, Touareg en X5 waren allemaal vijfzitters.De Volvo XC90 bewees dat de SUV ook kon dienen als vervanging voor een MPV of Minivan.
Het PL71 platform was al een paar jaar oud voordat de Q7 erop gebouwd werd. Sterker nog, de hoofdontwerper van de Audi Q7, Satashi Wada, kon zelfs zijn concept car erop bouwen. Concept auto’s zijn er altijd in verschillende stadia. Het is altijd een beetje gokken hoeveel dat model gaat weghebben van de auto die daadwerkelijk in productie gaat. De Audi Q7 begon zijn carrière als Audi Pikes Peak quattro Concept.
Audi Pikes Peak quattro Concept
Audi wist dat de doelgroep de klanten in de Verenigde Staten waren. Vandaar de vernoeming naar de meest legendarische heuvelklim. Pikes Peak International Hill Climb is een evenement waar Audi met de Ur-quattro indruk heeft gemaakt. De Pikes Peak quattro werd geïntroduceerd op de North American International Auto Show (NAIAS) in Detroit in 2003. Audi was tot op dat moment nog een bijzonder gaaf merk met een niet al te extroverte styling.
De Audi Pikes Peak quattro is ontworpen door Satoshi Wada. Nu denken we bij designers aan mooi of lelijk, maar vergeten we vaak de instructie die een designteam en hoofddesigner krijgt van het het management. Wada zat nog niet lang bij Audi. Zijn eerste project was de Audi Avantissimo, wat in essentie een Audi A8 Avant was en nog altijd de coolste auto die helaas nooit in productie is gegaan. De Pikes Peak was zijn tweede project.
Tot dan was Audi altijd een relatief ingetogen merk. Heel erg leuk voor een bepaalde klantengroep, maar een duidelijke vormtaal was echt geen overbodige luxe om door te kunnen groeien. Met name in Amerikaanse en Aziatische markten mag, nee moet, je laten zien met een dure auto dat het goed met je gaat. De Pikes Peak was voorzien van een direct ingespoten V8 met dubbele turbo, goed voor 500 pk en 630 Nm.
De concept car was bewust gebouwd op een bestaand platform. Als het pers en (kopend) publiek laaiend enthousiast is, wil je niet nog eerst vijf jaar moeten testen en ontwikkelen. Satoshi Wada kreeg het druk. Want hij was op dat moment bezig met de laatste hand te leggen op de Audi A6 en kon meteen door met de productieversie van de Pikes Peak.
Start Q7 geschiedenis
Het productiemodel van de Pikes Peak week eigenlijk nauwelijks af van de concept auto. Natuurlijk, een hoop chroom en opvallende details kwamen te vervallen. Maar de vorm en verhoudingen bleven gelijk. De naam werd omgedoopt naar Q7 en daar begint dit model zijn geschiedenis. Een naam waar Audi nog wat problemen mee zou krijgen. Vanuit het oogpunt was het logisch. Naast de A-modellen een Q-model voor een SUV variant, met het cijfer om aan te geven waar de auto in de range staat. De Q kwam uiteraard van quattro. Helaas had Infiniti een hele hoop patenten op Q-met-een-nummer erachter.
De Q7 maakte zijn debuut op de IAA in Frankfurt in 2005. De Q7 was naar Audi begrippen gigantisch. De totale lengte was 5,09 meter. Ongeveer hetzelfde als een (korte) Audi A8. Maar het waren met name de breedte (1,95 meter!) en hoogte (1,73 meter) die de Q7 een monsterlijke uitstraling bezorgde. Ondanks dat de Q7 ook op het PL71-platform stond, had de Q7 een langere wielbasis van iets meer dan 3 meter. De Audi Q7 werd gebouwd in dezelfde fabriek als de Volkswagen Touareg en Porsche Cayenne, namelijk in de Slowaakse hoofdstad Bratislava.
Q7 Motoren
Aanvankelijk was de Audi Q7 leverbaar met twee motoren: eentje op benzine en een diesel. De benzine had een 4.2 liter grote V8 FSI motor met 350 pk en 440 Nm. Deze motor was in Europa leverbaar, maar voornamelijk interessant voor markten waarbij de benzineprijs laag was, zoals de VS. Voor de Europeanen was de 3.0 TDI veel interessanter, met 233 pk en 450 Nm. Met een gemiddeld verbruik van 1 op 9 (volgens opgave).
In 2007 kwamen er een benzine-motor en diesel bij. De 3.6 FSI was 280 pk en 360 Nm sterke VR6 motor die in een Passat of Superb goede diensten kon verrichten, maar behoorlijk veel moeite had met de zware Q7. De motor koppelde voornamelijk een bizar verbruik aan matige prestaties. Wel bijzonder: de 3.6 FSI is ook geleverd met een handgeschakelde versnellingsbak. Maar de meest ideale motor was de 4.2 TDI. Een achtcilinder biturbo diesel met 326 pk en maar liefst 760. Die Newtonmeters stonden al vanaf 1.800 toeren paraat. Het blok sleurde er constant aan. In vergelijking met de benzine was de diesel sneller en zuiniger. Alhoewel beide begrippen bij een zo’n zware SUV heel erg relatief zijn.
Q7 S-Line
Ook nieuw voor 2007 was het S-Line pakket. Dit was een relatief nieuw begrip bij Audi. Voorheen was het mogelijk om als accessoire dikkere S-Line bumpers en velgen te bestellen, maar bijna niemand deed dat vanwege de kosten. Daarom werd ervoor gekozen om net als het M Pakket bij BMW een pakket aan te bieden dat de auto sportiever maakt met dikkere bumpers, skirts, grotere lichtmalen velgen, sportonderstel, sportstuurwiel en sportstoelen. De S-Line liep overigens geen streep harder dan versie zonder S-Line. Het was zuiver een cosmetische upgrade.
V12 TDI
De ultieme Q7 kwam in 2008. Er waren links en rechts al hele dikke SUV’s, denk aan de Cayenne Turbo, Range Rover Sport Supercharged en Mercedes-Benz ML63 AMG. Audi pakte het overigens wel compleet anders aan, want er werd voor een dikke diesel gekozen. Ze konden de 4.2 TDI iets opwaarderen, voorzien van dikke wielen, mooie badges en klaar was Konrad. Maar nee, in 2008 was alles overdreven. C-Klasses kon je krijgen met 6.2 motoren, de M5 had een V10 en zelfs een relatief eenvoudige Audi S4 had ook een V8. De Q7 kreeg een heuse twaalfcilinder.
Uiteindelijk was het allemaal, net als de Q7, iets wat tussen de oren zit. Of je nu acht of twaalf paarden voor je kar hebt lopen, je gaat toch met gemak vooruit. Het is het gevoel van macht. Dat je de beschikking hebt over al die cilinders, cc’s, kleppen, turbo’s en nokkenassen die zorgen voor de extreme waarden. Het is een cliché, maar de Q7 was een horloge waarmee je 200 meter diep kon duiken. Je komt daar nooit, je hebt er niets te zoeken, maar het feit dat de techniek er klaar voor is, was de reden van bestaan voor de Audi Q7 V12 TDI.
Audi quattro GmbH
Ondanks dat er nooit en ‘SQ7’ of ‘RS Q7’ is geweest van deze generatie, is de Q7 V12 wel degelijk een product van Quattro GmbH, dat de RS-modellen maakt. De motor moest een link zijn naar de R10 TDI Le Mans racer, die ook een V12 TDI motor onder de kap had. De motoren hadden niets met elkaar te maken overigens. Qua power hoefde je overigens geen zorgen te maken. De Q7 V12 TDI leverde een maximum vermogen van 500 pk en maar liefst 1.000 Nm.
De Q7 V12 woog meer dan 2.600 kilogram, maar wist desondanks in 5,5 seconden naar de 100 km/u te sprinten. De topsnelheid was begrensd op 250 km/u. Uiteraard was de Q7 V12 TDI voorzien van een dikker uiterlijk, 20” velgen (groter was mogelijk uiteraard) en een riantere standaarduitrusting. De grille met verticale spijlen was uniek voor de V12. Verbruik? 1 op 8,8 gemiddeld. Prijs? Dik 210.000 euro. De Q7 V12 had eigenlijk de cijfers van twee normale auto’s bij elkaar opgeteld.
Eerste facelift
In 2009 werd de Q7 voorzien van een facelift. Een vrij geslaagde facelift. Het front werd strakker. De lampenwinkel voor en achter werd voorzien van LED’s. Rond deze periode kon Audi zijn slogan veranderen naar ‘Voorsprong door gebruik van LED’s’. Het leverde niet alleen meer zicht op, maar Audi’s werden er ook zichtbaarder van. Voor de meest uiteenlopende auto’s kon je de ‘LED-strip’ imitaties lampjes bestellen. De voorbumper en achterbumper werden gewijzigd en er was keuze uit nieuwe kleuren en velgen. In het interieur waren er nieuwe stoelen en een nieuwe generatie (de derde) van het MMI-systeem.
Ironischer was de komst van een Q7 3.0 TDI Clean Diesel. Deze werd ook op de Amerikaanse markt leverbaar. Volkswagen en Audi waren van 2010 tot 2015 met een enorme campagne bezig om Amerikanen in een ‘Clean Diesel TDI’ te krijgen. Zo uitgebreid is in Europa was de keuze niet, maar bijna elk model had de optie voor één dieselmotor.
Tweede facelift
Eind 2011 werd de Q7 nogmaals voorzien van een facelift, alhoewel modelupdate de lading beter dekt. Waar de Porsche Cayenne en Volkswagen Touareg werden vervangen door een nieuwe generatie op het gemodificeerde PL72 platform, moest de Q7 het nog even uitzingen op het oudere PL71 platform. De Q7 V12 TDI, Q7 3.6 FSI en 4.2 FSI kwamen te vervallen.
In plaats daarvan was er keuze uit twee 3.0 TFSI motoren: een zescilinder benzinemotor met mechanische compressor met een ‘3.0 TFSI ’ badge achterop. Er was keuze uit eentje met 272 pk of een met 333 pk. In vergelijking met de 4.2 waren de zescilinders zuiniger en prettiger in de omgang dankzij het koppel wat sneller vrijkwam in de toerenrange. Nog een groot voordeel was de toepassing van een achttraps automaat van ZF. De 3.0 TDI leverde nu 204 pk of 245 stuks. De 4.2 TDI ws nu goed voor maar liefst 340 pk.
Einde productie Q7
Uiteindelijk moest de Audi Q7 het uitzingen tot 2015. De Q7 heeft in zijn hele historie voor Audi veel betekent. Het merk kon in de hogere regionen van de markt actief zijn. Ten opzichte van een Mercedes ML, BMW X5 of Range Rover deed de Q7 het helemaal niet onaardig. Integendeel. Ook was het de Audi die protserigheid salonfähig maakte bij Audi. Als laatste diende het lijnenspel van Satoshi Wada voor een blauwdruk van kleinere SUV in de ‘Q’-range van Audi. Toch was de Audi Q7 geen daverend succes. Je zou denken dat de auto wel in de smaak lag bij de Amerikanen, maar niet te slijten was aan de Europese markt. Het was echter precies andersom. In Europa vonden de 3.0 TDI’s gretig aftrek. Ultieme passagiersvrachtwagens Europa mee te doorkruisen.
In de VS sloeg de eerste generatie Q7 minder aan. Op zich logisch, want in de VS was Audi destijds een hip en cool merk. Modellen als de A3 Sportback, S4 en A5 Coupé spraken de jonge, succesvolle Amerikaan aan. BMW en Mercedes was oude luxe waarmee je was opgegroeid, Audi was eveneens Duits en Premium, maar veel frisser en strakker. Een grote SUV paste niet bij dat beeld. Juist zo’n type auto was iets waarvoor je naar de BMW en Mercedes-Benz dealer ging.
Opvolger
De Q7 (4L) historie stop hier niet, want dit type werd opgevolgd door de nieuwe Q7 (4M). Een auto waarbij Audi zijn uitgebroken designkeutel in had getrokken. De opvolger werd geboren in een nieuwe tijd. Eentje van duurzaamheid, dieselgate, maatschappelijk verantwoord ondernemen en tarwegrassappen. Vandaar dat Audi het op safe speelde qua design. In technisch opzicht werd de nieuwe Q7 efficiënter dan ooit. Ironisch genoeg is het juist deze generatie die in de VS veel beter verkoopt dan in Europa.
rachid zegt
Graag eentje met een V12.
Homer55 zegt
Een verhoogde lompe station.
vaakbenjetebang zegt
Een obsceen lelijke auto, die ook nog eens niet bijzonder fijn reed vergeleken met een A6 Avant. Geen idee wat mensen er toe bracht om er eentje te kopen. Gelukkig zie je ze al merkbaar minder dan een paar jaar geleden.
rossi46audi zegt
@vaakbenjetebang: Tja, vaak ben je te bang
bierbuik zegt
Blijf het een cool ding vinden, vooral die v12 TDI’s! Lijkt me gaaf om een keer voor een jaar te rijden, meeste afschrijving hebben ze wel gehad lijkt me
volvo480gtt zegt
Vriend van mij zijn ouders hadden een Q7 V12 TDI. Wat een bizar apparaat. Als je het gaspedaal vloerde voelde je de auto eerst achter in z’n veren drukken voor hij vooruit schoot. Die van hun liep ook 287km/h. Met gemak. Volle bepakking, 4 man en plankgas op de autobahn richting wintersport bestemming.
287km/h, >3.000kg… je zal het maar achterin krijgen met een ongelukje.
dwfc zegt
Weer goed artikel Willeme. Je mag voor me de frequentie verhogen naar 2 artikels per week hoor !
emping zegt
-edit: dank u, is inmiddels gefixt-
Loek zegt
Als ik het verhaal zo hoor, vraag ik me af wat er was gebeurd als de Allroad-versie was uitgesteld en vanaf de A6 (C6) pas op de markt was gekomen in 2004. Verouderd is het dan in elk geval niet, en ik weet nog dat de tweede generatie Allroad best een dingetje was. Helemaal dankzij het toen nog vrij unieke terrain response-systeem.
Zo’n opgehoogde Avant is ook gewoon veel beter dan een SUV in mijn optiek. Maar inderdaad, als je met je Allroad naast een X5 komt te staan, heeft hij/zij de langste.
En ja! De Avantissimo is geweldig. Wat een kitsch, maar wat een genialiteit tegelijkertijd. De Pikes Peak Concept, samen met de Nuvolari en Le Mans Concept (2003) ken ik nog uit Gran Turismo 4. Toen de Q7, A5 en R8 nog net niet de markt op kwamen, had PD gewoon de drie conceptversies van die auto’s erin gezet. Overigens vind ik de Q7 gaver dan de Pikes Peak Concept, maar die grote chromen velgen en dat gigantische panoramadak hadden het productiestadium wel mogen halen.
olivier420 zegt
Wat was de periode 2006-2008 eigenlijk in dat opzicht mooi hè. Het kon niet op.
sabrerator zegt
Destijds heb ik regelmatig in een Q7 gereden voor mijn werk. Meestal 3.0 TDi’s.
Moest destijds VW’s en Audi’s in opdracht van de importeur als mysteryshopper naar dealers brengen. En dat was regelmatig een Q7.
Ik moet zeggen dat ik er niet van onder de indruk was. Een A6 vond ik veel fijner, de Q7 vond ik maar een lomp hobbelpaard.
Als ik aan het einde van de dag weer in mijn supercomfortabele Citroën C5 stapte begreep ik werkelijk niet waarom mensen zo veel geld voor zo’n oncomfortabel protsding betaalden.
jpsienen zegt
@sabrerator: Blegh een mysteryshopper ??
sabrerator zegt
@jpsienen:
Dat is al jaren geleden. Maar best interessant. Was overigens een opdracht vanuit de fabriek, en werd (en misschien nog steeds wel) uitgevoerd in heel Europa om dealers te controleren. Vraag een VW/ Audi dealer naar het begrip LIS-test en ze weten meteen waar het over gaat.
potver7 zegt
De X5 revolutionair? De Toyota RAV4 was er ruimschoots eerder, ook een SUV zonder ladder chassis, waarbij vierwielaandrijving bovendien een optie was. Dát was pas revolutionair! En die eerste RAV4 toonde bovendien aan dat een SUV heus geen grote lompe schuit hoeft te zijn. Ja de X5 was de eerste Europese ‘premium’ SUV, maar kwam er alleen maar door vrijwel gegarandeerd verkoopsucces in de States.
eaudi zegt
Heb destijds een maandje of wat in een Q7 V8 benzine gereden, omdat mijn eigen auto in de garage was door een motorprobleem. Het enige dat ik me echt van die Q7 kan herinneren zijn het geluid en het verbruik. Dat was namelijk gigantisch, ruim onder de 1:5. Gelukkig ging er bijna 100 liter in. De airmiles heb ik nog niet allemaal op…
wetdualclutch zegt
Mooi stuk weer Willem! Klein verbeterpuntje: deze generatie is (behalve de V12 TDI), altijd met AisinWarner automaten uitgerust (op die paar handbakken na dan). De zestraps is de TR-60SN (09D), de achttraps de TR-80SD (0C8). De V12 TDI had een unieke ZF transmissie, de 6HP32X (0BQ).
mark383 zegt
Toen deze net op de markt kwam, kreeg hij hier als bijnaam ‘de Walvis’. Wat een lomp groot apparaat, zeker in die tijd toen de mega SUVs je nog niet om de oren vlogen.
Is de Q7 ook niet het model geweest waarop de (gigantische) monogrill werd geïntroduceerd? Had van mij niet gehoeven, hoewel wel handig met plankton verzamelen… ;)
rrk147 zegt
@mark383: De grote grill is geïntroduceerd op de A8 W12, was een paar weken geleden toevallig een artikel over: iets te grote grillen voorop auto’s
karaya zegt
Audi reed bij mijn weten met Sport quattro’s op de Pikes Peak, niet met de ur-quattro.
jack_abarth zegt
Leuk stuk om te lezen, maar waarom toch altijd weer dat achterlijke GmbH vermelden bij Quattro?!
Het bied geen meerwaarde en waarom vermeld je het dan ook niet bij bijvoorbeeld andere merken?
SimonMc zegt
@jack_abarth: Het biedT wel een meerwaarde, omdat je zo duidelijker het verschil ziet tussen het bedrijf quattro ( dat altijd met een kleine q is overigens) en het quattro-systeem.
pier zegt
Zo lelijk als die blauwe is onder het S-line verhaal, zo mooi is dan weer de witte in het V12 tdi gedeelte. Verder heb ik er niks mee, doe maar een A6 allroad.
rrk147 zegt
Fijn leesvoer altijd op zondagmorgen! Deze Q7 vind ik verder niet zo interessant, buiten de V12 uitvoering. Ik zou wel willen weten hoeveel die motor heeft gekost aan ontwikkeling, en hoeveel dat heeft opgeleverd. Lijkt mij best lastig, zo’s grote motor (en koeling enz) en dan in een SUV proppen. Hij is maar relatief kort in productie geweest, in (zoals in eerder comments al is aangegeven) een tijd dat het achteraf niet op kon qua cilinders en vermogen. Nu qua vermogen wellicht ook niet, maar wordt dat toch ander gerealiseerd.
stationcar zegt
@potver7
Je kan de Rav4 helemaal niet vergelijken met de X5, en je kan hem al helemaal geen grote SUV noemen, hij was er zelfs als drie deurs. Hij was bovendien in de markt gezet als echte terreinwagen en niet als een SUV.
monsieurleloure zegt
Die ledjes in de koplampen, het lijken goedkope lichtslangen uit de Actiongrabbelton.
Die zou ik gelijk vervangen voor de oudere type koplampen.
Zo ’n V12 tdi is gaaf, alleen als je hem nieuw had gekocht en direct na de garantieperiode weer van de hand had gedaan..
571ay zegt
Heerlijke auto, eigenlijk mijn favoriet. Kenmerkende auto voor de jaren 2005, lekker groot en “dik”, toen hoefde je je nog niet te schamen als je zo’n bak reed, nu is dat anders. Vandaar dat de nieuwe generatie Q7 niets voorstelt. Kunnen we a.u.b. terug naar de jaren 2005?!