De Verlosser, maar dan in bloedmooie vorm.
Bij sommige automerken stelt de badge meer voor dan het merk erachter. In dit geval, maar ook in andere gevallen, is Aston Martin misschien wel het beste voorbeeld. Het merk floreerde in de jaren ’50 en ’60. Aston Martin stond synoniem voor charismatische, stijlvolle en Britse Gran Turismo’s. Geen raceauto’s voor op de weg, maar absoluut sportiever en wendbaarder dan een Bentley. Dat, terwijl je qua aanzien er niet veel voor onder hoeft te doen. Waar veel nieuwe merken enorm veel moeite hebben om hun badge aanzien te geven, is dat bij Aston Martin geen enkel probleem. Iedereen weet waar het voor staat, niet in de minst plaats geholpen door Brits geheim agent James Bond.
In de jaren ’70 kreeg Aston Martin iets meer spieren. De styling van de auto’s werd aanmerkelijk stoerder en er werd gebruik gemaakt van de Tadek Marek V8. Het waren bijna verfijnde, stijlvolle muscle cars. Zowel qua karakter als qua styling. In de jaren ’80 schipperde Aston Martin een beetje. De verkopen vielen enorm terug, evenals uiteraard de productiecijfers. Er gebeurde onder leiding van Victor Gauntlett genoeg spannende dingen bij het merk, maar commercieel was het geen groot succes. De tijden van kleine fabrikant spelen was toch echt wel voorbij.
In 1987 zag Ford het wel zitten om het eens zo roemruchte merk over te nemen. Op dat moment had Aston Martin diverse modellen in de aanbieding, zoals de V8, V8 Vantage en V8 Zagato, die technisch gezien behoorlijk veel overeenkomsten kennen. Ook leverde Aston Martin de Lagonda sedan, een exclusieve sportsedan avant la lettre. Het waren zeer aristocratische auto’s, echter was Aston Martin veel te afhankelijk van de economie. Als deze iets aantrok, trokken de verkopen aan. Zat de economie in een dipje, dan gebeurde er gewoon niets bij Aston Martin.
Aston Martin had een model nodig dat veel minder afhankelijk was van de economie. Ook vond Ford dat het wel ‘iets Britser’ mocht dan de V8-lijn. De ontwikkeling van de opvolger van de V8 was net afgerond. De Aston Martin Virage ging uiteraard in productie. Het was niet de mooiste auto van het moment. Zeker met de koplampen van een Audi 100 en achterlichten van een Volkswagen Scirocco worstelde de auto enigszins met zijn prijskaartje. Ford had dus enkele taken toen ze in Newport Pagnell (de thuisbasis van Aston Martin destijds) aankwamen. Zorgen dat de Virage werd verbeterd en werken aan een instapmodel, dat was het doel voor Aston Martin.
Uiteraard was er niet heel veel geld beschikbaar. Ford was wel goed, maar niet gek. Er moest snel een nieuwe auto bijkomen waar geld mee verdiend kon worden. Bij Jaguar waren er prototypes van XJ41 en XJ42-projecten, een beoogd opvolger van de XJ-S of juist een maatje eronder. Dat was precies het maatje wat Ford voor ogen had. Het project werd overgedragen aan de heren van Aston Martin. Omdat Aston Martin veel te klein was om de ontwikkeling geheel op zich te nemen, werd de hulp van Tom Walkinshaw Racing (TWR) ingeroepen. De naam van het project: NPX (Newport Pagnell eXperimental). De auto was een allegaartje van onderdelen. De motor en veel onderdelen van het chassis kwamen bij Jaguar vandaan. TWR zorgde er wel voor dat het een homogeen geheel werd. Ja, de achteras was van een XJ-S (toen al niet de modernste auto), maar er waren voldoende modificaties gepleegd om de auto een eigen karakter te geven.
Hetzelfde gold voor de motor. De 3.2 liter zes-in-lijn had Jaguar-roots, maar was dermate gemodificeerd dat je kunt spreken van een eigen motor. De zescilinder werd voorzien van een mechanische compressor, waardoor het prestatiepotentieel passend was bij de auto: 340 pk en 500 Nm waren destijds uitstekende waarden voor een dergelijke GT. Er waren twee transmissies mogelijk, een viertraps automaat en handgeschakelde vijfbak. Het was Ian Callum die zich bezig moest houden met het exterieur design. Natuurlijk is het een cliché om te zeggen dat ‘dit zijn meesterwerk’ was, maar het is gewoon zo. Er is geen storende lijn te vinden. De auto was op en top een Britse GT, maar nu veel slanker, ranker en gracieuzer.
Aan het interieur kun je perfect zien of je te maken hebt met een rijke fabrikant of eentje die om geld verlegen zit. Bij de DB7 wist Aston Martin dat heel goed te maskeren. Het ontwerp en de uitstraling van het dashboard waren ongekend. Zeker in vergelijking met de interieur uit de jaren ’80 was het een enorme vooruitgang. Dat wil niet zeggen dat het perfect was. Onder de voorstoelen van de DB7 zat bijvoorbeeld nogal wat belangrijke elektronica, waardoor de voorstoel vrij hoog stond.
In combinatie met de lage daklijn zorgde dat voor een ‘knusse’ zitpositie, zeker voor grotere personen. Ook was het een feest der herkenning qua knopjes, die uit allerlei mindere auto’s kwamen. Denk aan Peugeot knopjes en Ford schakelaars. Volgens Aston Martin was dat geen probleem. Journalisten zitten in allerlei auto’s, Aston Martin rijders herkennen de knopjes en schakelaars niet, simpelweg omdat ze nooit in de auto’s hebben gezeten. Laatste item van een bekende auto zijn natuurlijk de achterlichten, die komen eigenlijk van de Mazda 323F, alhoewel het geenszins storend is bij de DB7.
TWR, Ian Callum en de techneuten van Aston Martin hadden de DB7 af aan het einde van 1992. Op de Salon van Genève in 1993 beleefde de auto zijn werelddebuut. Leuk feitje: niet alleen Ian Callum en zijn project stonden in de schijnwerpers, ook zijn broer Moray Callum had een prachtige auto ontworpen, in de vorm van de Lagonda Concept Car. Zowel Ian Callum (Jaguar Land Rover) als Moray Callum zijn nog steeds actief in de autobranche.
De Aston Martin DB7 werd gebouwd in een nieuwe fabriek in Bloxham. De ‘fabriek’ in Newport Pagnell was niet geschikt voor massaproductie. De handgebouwde Virage werd gefacelift en omgedoopt tot V8, V8 Vantage en V8 Volante. De auto had nu nieuwe koplampen en achterlichten en een gestroomlijnder uiterlijk. Qua prestaties was de instapper vergelijkbaar met de DB7, maar de DB7 was veel moderner, goedkoper en laten we eerlijk zijn: fraaier. Eveneens zijn de velgen strakker. Aanvankelijk waren er twee velgontwerpen mogelijk, eentje met heel erg veel spaken en een heel ‘dichte’ velg. Ondanks de compleet verschillende look waren dit exact dezelfde wielen. Er kon gekozen worden voor en grote wieldop die de velgen bedekte of een kleinere naafdop. Destijds viel de kleine dop veel meer in de smaak, tegenwoordig zijn verzamelaars op zoek naar die grote doppen.
Over fraaier gesproken, aan het begin van 1996 kwam er een tweede DB7 variant bij, in de vorm van de DB7 Volante. De auto was voorzien van een achterbankje, maar deze was alleen geschikt voor kleine mensen met geamputeerde benen. Als de voorstoel wat naar voren gezet werd, kon het gebruikt worden als noodzitje. In 9 van de 10 gevallen was het handige opbergruimte voor de dagelijkse boodschappen. Ook in de Volante had de eigenaar de beschikking over een 3.2 zes-in-lijn met Eaton supercharger en was er een keuze uit een automaat en handbak.
De Aston Martin DB7 met zescilinder bleef in productie tot 2001. De later aangekondigde twaalfcilinder (waarover binnenkort meer) zou tot 2003 in productie blijven. Uiteindelijk werden er meer dan 7.000 Aston Martin DB7’s gebouwd. Natuurlijk, dat klinkt niet als een hele hoop, maar voor een merk dat in de jaren ’80 nog geregeld ‘tientallen’ auto’s per jaar verkocht, was het een uitstekende score.
De DB7 is niet alleen in commercieel opzicht een belangrijke auto geweest voor Aston Martin. De auto was in meerdere opzichten enorm belangrijk. Natuurlijk waren die handgebouwde Astons erg cool, maar daar kun je geen bedrijf op runnen. De DB7 sloeg een nieuwe weg in voor Aston Martin. Dankzij die DB7 en diens design had Aston Martin zijn mojo weer gevonden. De basis mag dan een ratjetoe zijn van onderdelen, het design stond (en staat) als een huis. De Vanquish, DB9, V8 Vantage en afgeleiden konden eenvoudig tappen uit het designvaatje dat Callum gevuld had.
Natuurlijk blijft het een schande dat de DB7 niet als Bond-auto werd gebruikt, dankzij vriendjespolitiek (BMW baas Reitzle was bevriend met de Bond producers) reed Pierce Brosnan niet in een Aston Martin DB7, maar een viercilinder BMW Z3. Aan de andere kant is het juist goed geweest dat de DB7 het zonder Bond-film moest doen. Sterker nog, de DB7 had het eigenlijk niet nodig. In een paar jaar tijd transformeerde Aston Martin van vergane glorie, een merk dat auto’s bouwde in een veredelde schuur, tot fabrikant van uitstekende GT’s. In die tijd realiseerden wij het ons niet direct, maar uiteindelijk zijn Ford en Ian Callum verantwoordelijk voor het feit dat de meest stijlvolle GT’s nog altijd uit het Verenigd Koninkrijk komen.
e36thuglife zegt
Wielbasis is te kort voor z’n lengte.
vtie zegt
Een auto waarmee je altijd en overal mee kan aankomen. Zowel bij de schoonouders als de bij de supercarclub van de nieuwe rijken. Overal de zelfde reactie. Aston, coolfactor: Sub Zero.
renegade zegt
@vtie: Mwah. Die vlieger gaat inderdaad voor de meeste AM’s wel op, maar een Lagonda of Vantage van de vroege ‘90er jaren vind ik op z’n zachtst gezegd above zero.
Shenkie zegt
@renegade: zo’n handgebouwde Vantage (V600) is juist extreem cool m.i! En zelfs een 2017 Vanquish haalde het nog niet eens qua vermogen daarbij..
Een brute muscle car maar met toch een laagje beschaving.. heerlijk
mats106rallye zegt
Mooi artikel van een prachtig merk!
JamesBond007 zegt
Altijd jammer dat zo’n interieur gauw verouderd, de auto zelf is nog zo fraai
kennone zegt
@jamesbond007: op de Mondeo achterlichten na dan
vaakbenjetebang zegt
@kennone: Het staat godbetert in het artikel…
Loek zegt
@kennone: 323F*
Artikel wel lezen he ;)
seicilindri zegt
@kennone: Wat maakt dat nou uit. Elke Lambo, Iso, etc uit de jaren 60/70 moet het met Fiat , Alfa of elders geende achterlichten doen en Ferrari heeft niet veel meer dan aanhangerlichten. Desalniettemin wil ik best een Miura, die 124 cpe lampen staan nog steeds prima.
Pallas zegt
Mooie buitenspiegels…
posthumus zegt
@pallas: jazeker, geleend van de Virage… en de XJ220, en de McLaren F1, diverse TVR’s… Het is de meest Britse buitenspiegel die ze ooit hebben ontworpen in Frankrijk :)
V8Vantage zegt
@posthumus: nee die komen van Citroën vandaan…
f31bmw320d zegt
@vantagev8: sarcasm is a bitch ….
V8Vantage zegt
@f31bmw320d: haha ja klopt. Zeker om 1::24 (voor mij dan)
punt666 zegt
@pallas: citroen CX!
vaakbenjetebang zegt
Gek genoeg vind ik het ontwerp eigenlijk niet zo heel mooi oud worden. Op foto’s gaat het nog wel, maar als ik er eentje in het echt zie vind ik hem op de een of andere manier gedateerd overkomen. Of het hem nou in de wat ‘ovale’ vormen zit, in de wielen, in de relatief grote overhangen, of in de ‘parts bin’-dingetjes, het is allemaal nèt niet lekker opgedroogd wat mij betreft. En de combinatie van die zaken nog minder.
skinnybmw zegt
@vaakbenjetebang: Helemaal mee eens, vind het op de 1 of andere manier niet de mooiste Aston. Komt misschien ook door Jaguar, hij leek er toch wel iets te veel op (XK8). Een prachtige auto, maar niet echt bijzonder.
tortuga zegt
@vaakbenjetebang: die grote gele pinkers achteraan
verplicht zegt
Mooi stuk weer!
Waarom hebben dit soort merken (AM, Noble) vaak verlichting van andere auto’s? Kost het zo veel om een lamp te ontwikkelen?
Robert zegt
@verplicht: als je van één model niet meer dan een paar honderd tot hooguit een paar duizend auto’s verkoopt, dan zijn dit inderdaad relatief dure zaken om te laten produceren.
sudbina zegt
@verplicht: Ja. Dat kost inderdaad veel geld.
KEV9 zegt
Waarom niets over de zeldzaam slechte bouwkwaliteit van deze auto.
alcantara zegt
@soulmaster: Is toch niet zeldzaam voor een Engelse auto?
Pallas zegt
@soulmaster: Alle slechte exemplaren zijn al van de weg, dus niet meer van toepassing. Dergelijke wagens kan je niet op een knaak rijden
wahltiroler zegt
Sterk stukje weer Willeme?
De DB7 en DB9 blijven voor mij een der mooiste Auto’s ooit….
Die eeuwig ekegantie
wahltiroler zegt
@wahltiroler: oeps per ongelijk op plaats reactie gedrukt
bedoelde die eeuwige elegantie is goddelijk?
reactief zegt
Het is geen lelijke auto. Het grootste nadeel is echter dat de Jaguar een stuk mooier is.
https://parkers-images.bauersecure.com/pagefiles/189176/static-exterior/051007_026.jpg
supercarboy zegt
Mooi hoor
phaeton zegt
Ach, één of twee films erna reed hij met diezelfde V12 in een Vanquish. Mooie auto’s, de DB7 is veel meer understated en juist dat is het mooie.
frank2b zegt
Mooie special over een pracht van een wagen. Deze wagens zijn nu betaalbaar – in aanschaf dan – dat kan over een klein decennium wel eens anders zijn ….
Grappig die achterlichten. Ik heb zo’n 323F gehad idd … :) De binnenkant is wel een overdaad aan Mondeo ……
menaz zegt
Deze of een XK8. Lastig.
crashingduke zegt
@menaz: De DB7 is mooier, maar de XK8 is vele maler goedkoper in onderhoud.
stationcar zegt
@menaz:
Met alle respect, dit is dus wel een paar klassen hoger en derhalve niet helemaal vergelijkbaar. Daarnaast is die Jaguar onwijs lelijk qua proporties, neem bijvoorbeeld de achterkant, die zit zo hoog boven de grond dat het lachwekkend is, je kijkt zo naar de bodemplaat. Eerlijk gezegd is de DB7 stukken en stukken knapper!!
E34M5Touring zegt
We hebben onze nu 2j. 2001 DB7 Vantage Volante V12. Met handbak. Beul van een auto. Motor is echt heel gaaf. Klinkt super, zeker door de aftermarket pijpen. Heel veel lol mee. Jammer dat ie wat krap is vanbinnen. Verder echt heel veel fun.
E34M5Touring zegt
@e34m5touring: https://www.autojunk.nl/2017/10/aston-martin-db7-vantage-volante-206137
Dit is onze
mats106rallye zegt
@e34m5touring: gaaf! Mooi bakkie
stephane8200 zegt
@e34m5touring: gaaf!
bentley1969 zegt
Voor mij zijn alle AM’s voor de DB7 werkelijk helemaal OK…
…en alle AM’s na deze DB7 zijn… compleet ruk!
dare2think zegt
Men vergete niet de deurhendels! Rechtstreeks uit een MX5. Blijkbaar waren die stijlvol genoeg geacht om hierin te mogen..
ghost zegt
Heerlijke wagen!
hotze zegt
Denk met weemoed terug aan de fraaie rol die de V8 vervulde in meesterwerk The Living Daylights met de memorabele quote van Timothy Dalton “I had a few optional extras installed” nadat hij een raketlanceerder heeft geactiveerd. Inderdaad musclecar alure. Jammer toch dat de DB7 de rol van de BMW-meuk niet mocht vervullen.
carmasterr zegt
@willeme De koplampen van de Virage komen van de 200, niet de 100. Het verschil is dat de 200 de knipperlichten in de bumper heeft in plaats van ernaast, waardoor de koplampen groter gemaakt konden worden.
niex zegt
Ik vond die Muscle car gone elegant design pre Callum juist zo gaaf. Mss omdat t daarna te lang hetzelfde bleef.
jeroenwz zegt
Mooi artikel weer!
Even een paar kleine aanvullingen.
(1) “Er gebeurde onder leiding van Victor Gauntlett genoeg spannende dingen bij het merk, maar commercieel was het geen groot succes. De tijden van kleine fabrikant spelen was toch echt wel voorbij.” => Dat is helemaal waar, maar dankzij Victor Gauntlett was Aston Martin er nog wel in 1987. Hij heeft, eerst samen met een goede vriend, en later alleen, Aston Martin gered, eind jaren ’70. Na David Brown zijn er veel eigenaren geweest, maar Gauntlett was wel degene die het merk in een redelijk veilige haven loodste en het merk goed wist te verkopen aan Ford.
(2) Het feit dat James Bond een BMW Z3 reed en niet in een Aston Martin zette veel kwaad bloed in de UK. In zijn dagen als columnist van CAR, vond een zekere James May zelfs dat James Bond dan maar moest gaan hemelen…