De Skoda Superb Sleeper Edition omarmt precies wat je wil van een rappe Skoda. Het is namelijk niet voor het eerst dat het Tsjechische merk met een leuke en ietwat ingetogen estate op de proppen komt.
Afgelopen week kregen we tof nieuws binnen van Skoda. Het blijft namelijk een leuk recept, de sleeper. Van buiten niks aan af te zien, maar mechanisch een bloedsnelle auto. Het is vaak gebaseerd op het idee dat je een auto rijdt voor jezelf en niet voor wat andere mensen ervan denken. Skoda omarmde de term sleeper met de Superb Sleeper Edition. Het is een project van de Engelse tak van Skoda om de derde generatie Superb uit te zwaaien, met een dik opgevoerde motor in een standaard carrosserie.
Snelle Skoda Stationwagons
Het leek ons daarom tijd om eens in de wereld van de heerlijk allitererende snelle Skoda stationwagons te duiken. Skoda-estates zijn namelijk altijd goede allrounders en dat geldt ook voor de sportieve versies. En toch hebben die altijd een beetje in het ietwat vage hoekje gezeten, een sportieve Skoda is namelijk een contradictio in terminis. VAG kocht juist zowel SEAT als Skoda op zodat die eerste ietwat sportief kan worden (een soort Spaanse Alfa Romeo) en die laatste juist lekker nuchter en praktisch kan worden. Dat maakt een snelle Skoda wellicht juist onverwacht leuk en daardoor een frisse wind. Hoog tijd om eens te kijken wat Skoda allemaal in hun arsenaal had tussen 2002 en nu, gesorteerd als tijdlijn per model.
Skoda Fabia Combi Paris Concept (6Y)
2002
Grappig genoeg begon het namelijk allemaal bij de Skoda Fabia. In 2002 fantaseerde Skoda Design voor de Autosalon van Parijs namelijk over een soort topversie van de eerste Skoda Fabia Combi (6Y). Qua bodykit, spoilerwerk en velgen zat het wel snor met deze blauwe compacte sportwagon. Qua motor was Skoda er wat stil over. Zou dit een soort Fabia RS worden, dan zou de 1.9 TDI uit de hatchback er wellicht in komen te liggen. Overigens is de Combi als sportversie niet zo ver gezocht als je denkt. Eén van @willeme’s favoriete feitjes is dat de Combi door zijn druppelvormige achterkant een hogere topsnelheid heeft dan de hatchback. dus dan zou je lekker over de Autobahn kunnen banjeren. We weten het allemaal niet, want de Fabia Paris bleef bij een concept.
Skoda Fabia Combi RS (5J)
2010
Toch kwam er uiteindelijk een snelle Fabia Combi vanaf de facelift van de tweede generatie. De Fabia leent immers altijd veel van de broers van andere merken, de SEAT Ibiza en Volkswagen Polo. In het geval van de tweede generatie Fabia (5J) kon Skoda dus de aandrijflijn van de Polo GTI (6R) lenen. Dat betekent net als de Polo een 180 pk sterke 1.4 TSI die enkel gekoppeld werd aan de DSG voor de Fabia RS, maar in tegenstelling tot broers Polo GTI en SEAT Ibiza Cupra stak Skoda de motor ook in de Fabia Combi. Best een geinig idee, zo’n kleine estate met pittige motor. Helaas geen daverend succes en de enige snelle Fabia stationwagon die je ooit hebt kunnen bemachtigen.
Skoda Octavia Combi RS (1U)
2002
Je zou zeggen dat de saga van snelle Skoda stationwagons begint bij de Octavia, dat was immers de eerste compleet nieuwe auto toen VAG het merk overnam. De Octavia kwam echter pas na de eerste facelift als (v)RS. We willen gelijk even de wereld uithelpen: vRS was de naam die Skoda gaf aan hun snelle wagons in het Verenigd Koninkrijk omdat Ford moeilijk deed over de naam RS. In de rest van de wereld was het RS, dus dat houden we aan voor dit artikel. Anyway, de pre-facelift van de ‘1U’ had wel de 1.8 20V Turbo, maar met 150 pk. Pas vanaf de facelift werd deze opgevoerd naar 180 pk met een sportieve bodykit. En zo startte het RS-label dat de Octavia altijd met zich meenam om de Tsjechische Golf GTI te worden. Met als USP dat de GTI er in Europa nooit als stationwagon was.
Skoda Octavia Combi RS (1Z)
2007
En zo is de toon gezet. Bij de tweede generatie Skoda Octavia maakte de RS vrij snel na de introductie deel uit van het standaardassortiment. De auto deelt zoals gezegd veel met de Golf GTI en dus mocht je vanaf de tweede generatie (1Z) genieten van de welbekende ‘EA113’ 2.0 viercilinder turbo met 200 pk, en natuurlijk het debuut van de alom bekende DSG-automaat met dubbele koppeling. Dat maakt van de Octavia RS een tof totaalpakket: je moet de Golf hebben voor het pure gevoel, maar als allrounder die een flinke berg bagage opslokt is de Octavia een leuke optie.
Skoda Octavia Combi RS TDI (1Z)
2008
Wat wil je idealiter in een nuchtere, zuinige gezinswagen anno 2008? Een diesel natuurlijk. Een Skoda Octavia TDI is echter wel een hele ‘stoffige’ auto. Die koop je met je verstand, niet met je hart. Net als bij de Golf GT Sport TDI besloot Skoda om de sportiviteit van RS te combineren met de zuinigheid van diesel. De 2.0 TDI werd opgevoerd naar 170 pk en een niet gekke 350 Nm, wat het voor een diesel best een geweldenaar maakte. Het enige nadeel van de RS TDI is dat het eigenlijk nét niet zo lekker sportief is als een benzine-RS en nét niet zo lekker zuinig en comfortabel als een TDI. Een compromis, dus. Als je het echter doet om de dikkere stance, sportstoelen en bodykit die bij een RS horen, begrijpen we het wel.
Skoda Octavia Combi RS/TDI (5E)
2013
En zo evolueerde de snelle Skoda stationwagon op basis van de Octavia mee met de generaties van de middenklasser. De derde Octavia werd ook gelijk beschikbaar als RS en dit keer met de geüpdatete 2.0 TSI met 220 pk, uiteraard weer net als de Golf GTI (VII). Volkswagen had inmiddels ook het recept de GT Sport TDI omgetoverd tot de wat eenvoudiger geheten ‘GTD’ en die versie kwam ook naar de Octavia met de tweede RS TDI. Deze genoot ook van een kleine motorupgrade naar 184 pk en 380 Nm en wederom is hij visueel vrijwel identiek aan de benzine-RS.
Skoda Octavia Combi RS 230 (5E)
2016
In 2016 kreeg de Skoda Octavia Combi RS een kleine update. Er veranderde vrijwel niks, maar je kreeg zo maar ineens 10 extra pk om uit te komen op 230 stuks. Niet geheel verrassend: de EA888-motorfamilie van Volkswagen werd des tijds flink opgevoerd voor de R-modellen van VW, dus je wist dat er altijd meer kon komen.
Skoda Octavia Combi RS 245 (5E)
2017
Want jawel: bij de facelift van de derde Octavia met de controversiële koplampen, kwam er een nóg hetere Combi RS, met de toevoeging van ‘245’. Drie keer raden hoe veel pk die had. Voor de beeldvorming: de voorwielaangedreven Skoda Octavia RS werd zo wel steeds een beetje sneller. Het begon bij 7,1 seconden naar de 100 voor de 220 pk-versie, dat werd 7,0 bij de 230 en ten tijde van de 245 kon Skoda het laten zakken naar 6,7 seconden. Overigens was de facelift ook waar Skoda gedag zei tegen de RS TDI.
Skoda Octavia Combi RS (NX)
2021
De vierde en tot nog toe huidige generatie van de snelle Skoda stationwagon in de vorm van de Octavia is waar het merk een beetje voorzichtig werd. Eigenlijk elk VAG-merk. De RS werd in Duitsland en andere Europese markten aangeboden met het geüpdatete uiterlijk en interieur, maar exact dezelfde 245 pk sterke 2.0 TSI die ook exact in 6,7 seconden naar 100 sprint. Geen ruimte dus voor extra upgrades ten opzichte van de vorige generatie. En da’s de rest van Europa. In Nederland werd de geheel nieuwe Octavia RS niet eens aangeboden.
Skoda Octavia Combi iV RS (NX)
2021
Er kwam wel een vervangend product. Op papier een beter recept zelfs. Skoda bracht namelijk plug-in power naar de Octavia RS in Nederland als de Octavia iV RS. De normale Octavia iV kreeg de ‘oude’ aandrijflijn van de Golf VII GTE, waar de 1.4 TSI met elektropower 204 pk ontving. De iV RS kreeg de aandrijflijn van de Golf VIII GTE: dezelfde 1.4 TSI, maar dan met sterkere elektromotoren voor een totaalplaatje van 245 pk. Precies even veel als de 2.0 TSI RS voor de rest van Europa dus. Maar dan zuiniger vanwege zijn hybridesysteem, met de optie voor elektrisch rijden. Helaas kostte die accu wel de nodige sportiviteit: naast rijgedrag kostte het ook een flinke som op de sprint, die daalde naar 7,3 seconden en was ineens lager dan de originele derde generatie Octavia met 220 pk. Een leuk idee, maar de uitvoering kon beter. Een ietwat bitterzoet einde in de Octavia-saga. Wederom snappen we het wel als je het voor de uitvoering doet: de subtiele sportieve touches van het RS-model kan de Octavia altijd goed hebben.
Skoda Superb Combi 3.6 V6 4×4 (3T)
2010
De grotere broer van de Octavia, de Superb, kwam pas vanaf de tweede generatie als Combi. Deze was gebaseerd op de Passat (B6) en kwam uit in 2010, het ietwat gekke transitiejaar van de Passat B6 naar B7. Dat betekende dat Skoda de vernieuwde techniek van de nieuwste Passat al naar de Superb kon brengen, maar dan wel met de welbekende motor van de ‘oude’ Passat B6. Ja, toen kon dat nog: een Superb met dezelfde 3.6 V6, de welbekende ‘VR6’, uit de Passat R36, enkel gekoppeld aan een DSG en vierwielaandrijving. Overigens moet je niet de denkfout maken dat dit daarom een Superb R36 is, want de Superb 3.6 was een broer van de Passat B7 met diezelfde motor. Het vermogen werd teruggebracht naar 260 pk en alles wat een R36 een sportief kanon maakte qua chassis ontbrak. Maar hey, een dikke V6 in een Superb: wie wil dat nou niet? Omdat het officieel geen RS was, kon je hem zelfs krijgen als luxueuze ‘Laurin & Klement’.
Skoda Superb Combi Sleeper Edition (3U)
2024
Dat brengt ons weer terug in het heden en de Skoda Superb Combi Sleeper Edition. De dikste en snelste auto uit deze lijst en misschien wel de meest asociaal dikke Skoda ooit gebouwd door het merk zelf. En dat zonder het uit te stralen: enkel aan de verlaging en remmerij verraadt het uiterlijk van deze Superb Laurin & Klement wat Skoda UK aan de aandrijflijn heeft gedaan. De 2.0 TSI is namelijk opgevoerd naar 477 pk en 661 Nm! Naast een nieuwe intercooler en inlaatsysteem, dus het zooitje blijft in theorie heel. De Sleeper Edition is ook nog eens gebaseerd op de AWD-versie van de Superb, maar Skoda maakt dan weer niet bekend wat het doet op de sprint. Wij kunnen een gokje wagen: hij is bloedverziekend snel.
‘BONUS’: Skoda Superb RS?
2025?
De twee dikste Skoda’s qua brute kracht of motor zijn dus Superbs, maar het valt wellicht op dat geen van beide in combinatie gaat met het RS-label. Al is het zo dat de Superb het lang moest doen zonder sportieve pretenties. Pas vanaf de faceliftversie van de derde Superb kreeg deze een ‘sportieve’ versie die Sportline genoemd werd, geen RS. Nou was dit ook een optiekpakket, geen motorupgrade.
Er is een kleine kans op verandering. De CEO van Skoda zei tijdens de introductie van de huidige Superb (3Y) dat ‘de deur voor een RS-versie open staat’. Of het ooit tractie gaat krijgen en in welke vorm blijft dan gissen. De makkelijke manier is natuurlijk de iV-aandrijflijn uit de Octavia RS gebruiken, met die 245 pk. We kunnen het ons eigenlijk niet voorstellen dat Skoda een naar huidige maatstaven forse 2.0 TSI erin lepelt. Al zou dat natuurlijk zeker geen probleem zijn. De deur voor een snelle Skoda stationwagon op basis van de Superb blijft dus vooralsnog op een kiertje.
werf76 zegt
Zo’n laatste type SuperB met een 280pk motor en Laurin & Klement is een aantrekkelijke auto hoor.
Ralph zegt
Eens. Heb al jaren een 280 stage 1 op de oprit staan. L&K station. Heerlijke sleeper.
tjorque zegt
Die eerste Octavia TS met 20-klepper, lijkt mij qua motorgeluid de interessantste. Want vijf-cilinder.
Toen wij onze 8-weg met “controversiële koplampen” kochten, hadden we keuze tussen de 150pk versie (met de kleur die zowat elke Octavia in Europa heeft, quartz grijs), en een scout 1.8 met 180pk. Een RS was helaas niet direct leverbaar.
De 150pk had een trekhaak af fabriek, de scout niet. Daarom ben ik voor de nuchtere keuze gegaan. Maar ergens knaagt dat toch nog wel een beetje.
Zo’n scout of een rs maakt het familie hok toch net dat streepje specialer.
Loek zegt
@tjorque: dan moet ik je helaas teleurstellen: ook al waren 20 kleppen meer dan gebruikelijk (en inderdaad normaler op vijfcilinders): de 1.8 20V is een viercilinder. Vijf kleppen per cilinder dus. Ik kan me even niet meer herinneren wat voor voordelen het in theorie had maar ik weet nog wel dat die voordelen verwaarloosbaar waren ten opzichte van de gebruikelijke vier kleppen en de volgende generatie EA113 dus ‘gewoon’ weer een zestienklepper was.
tjorque zegt
@loek oei, dan ben ik de dingen door elkaar aan het gooien, wellicht ben ik dan aan de fiat 2.0 20v aan het denken.
Jammer, want een vijfcilinder vind ik wel een leuk roffeltje. (Ik heb net met de VW California 2,5 TDI met vijfpitter gereden :) )
Meer dan vier kleppen lijkt me met een turbomotor niet zinvol.
Bij een atmosferisch blok is er nog wel iets voor te zeggen. Yamaha heeft zelfs ooit 7 kleppen in een kop gepropt.
Meer kleppen is meer complexiteit en da’s altijd meer gedoe dan wat het waard is voor “gewoon” gebruik.
sanderz28 zegt
Hier staat een 1z rs voor de deur, geen station maar wel een heerlijke auto. Ruim van binnen wel minder sportief dan een Golf GTi.
Ralph zegt
Voor mijn Superb 280 heb ik 10 jaar in een 1z gereden. Blauwe station. Erg leuke auto. Stukje sportiever dan de Superb. Wel spijkerhard achterin.
alper zegt
Skoda Superb RS (2025)met de 2.5 cilinder blok zou fantastisch zijn. Na de Cupra waarom niet?
Otua zegt
Zonde dat Skoda niet zo’n “cool” imago heeft, zeker de nieuwere Octavia en Superb stations zien er serieus knap uit