We knallen met een MINI Clubman JCW naar Noord-Italië.
Bij Autoblog schromen we er niet van om een flink ritje te maken en deze dan met jullie te delen. Uiteraard plannen we de monsterritten van te voren. Wet moeten toch eventjes vragen aan onze hoofdredacteur.
In deze roadtrip-rubriek willen we de nadruk leggen op bereikbare en toffe routes. Dus een tripje die je met een redelijk beperkt budget en tijd gewoon kunt uitvoeren. Jij leest Autoblog, dus ook jij wil eigenlijk iets meer genieten dan de 70 km aan snelweg die je elke dag met 90 km/u neemt, als je mazzel hebt.
De vorige keer gingen we met de BMW 128ti naar de Nord-Eiffel. Voor vandaag staat Süd-Tirol op de planning. Het idee kwam van mijn vader, die wilde namelijk even langs een paar wijnhuizen. Vervolgens keken we naar leuke wegen in de buurt, en die zijn er!
De auto in kwestie: Mini Clubman JCW
Dan is het natuurlijk de vraag: met welke auto gaan we dan? Het moest namelijk een auto zijn waar ik lange tijd mee kon rijden en veel spullen me kon nemen. Toen we de trip planden, had ik nog de BMW 325d (is inmiddels verkocht) en de Audi A6 (staat nu te koop). Ik had dus geen auto nodig. Maar ja, de situatie veranderde en mijn eigen Mini stond bij de garage. Dus wat dan? Gelukkig was Wouter daar om mij uit de brand te helpen en regelde een auto met voldoende power (het is immers Wouter) en voldoende ruimte: een spiksplinternieuwe Mini Clubman JCW.
De Mini Clubman gaat binnenkort uit productie en we vonden het gepast om afscheid te nemen van deze bijzondere auto. En een bijzondere auto, dat is het. Het is niet zomaar een lange Mini Cooper S JCW. De wielbasis van de driedeurs is 2,50 meter en bij de vijfdeurs is dat 2,57 meter. De Clubman heeft een wielbasis van 2,67 meter. Ook qua spoorbreedte en uiteraard in de breedte is de Clubman veel groter dan de hatchbacks. Dit is een C-segment auto, de driedeurs en vijfdeurs zijn een B-segment auto. Dat klopt ook wel, want qua afmetingen zijn de Clubman en BMW 1 Serie bijzonder aan elkaar gewaagd. Beide staan namelijk op hetzelfde UKL-platform.
Niet de enige nieuwe auto
We rijden weg om 12:00. Naast het feit dat de MINI gloednieuw is dat niet de enige nieuwe auto. Mijn vader heeft net zijn nieuwe Mercedes-Benz CLA250e AMG Line in ontvangst kunnen nemen. Beide auto’s zijn dus uitgerust met voldoende vermogen om te boenderen over de Autobahn, maar nog compact en licht voldoende om leuk te zijn in de bergen. Althans, daar gaan we dus achterkomen.
Vanwege het advies van Waze en de vele wegopbrekingen kozen we voor de overgang bij Venlo en dan de A61. Die snelweg heeft een paar voordelen en een groot nadeel. Over het algemeen zijn er weinig files en Baustellen. Je kan dus vrij eenvoudig doorrijden. Het nadeel: je moet eerst naar Venlo rijden. Oh, en je mag niet harder dan 120 km/u. Perfect als je met de camper, vrachtwagen of caravan bent. Als je wekelijks naar Zuid-Duitsland moet, dan is het prima hoor. Maar als je een keer lol wil hebben in het autorijden: laat de 61 voor wat is. Het is een beetje als een salade eten bij de McDonald’s, ja, het is verstandiger, maar niet de reden waarom je er in eerste instantie naar toe ging.
Trage autobahn
Het was wel een goed moment om de MINI te leren kennen. Toevallig heeft mijn tante ook een Clubman, getunede zwarte Cooper S All4, dus ik was er al een beetje mee bekend. Ondanks dat het JCW gedeelte niet klinkt als een enorme upgrade, is dat het wel. Het interieur is bijzonder keurig voor elkaar. Het is een iets oudere auto, dus er is geen nadruk op schermen. Waarschijnlijk gaat dat ook veel beter oud worden. Wat in positieve zin opvalt is de kwaliteit en afwerking. Het leer voelt goed aan, de materialen zijn bijna allemaal hoogwaardig en ook lekker: alle features en uitrusting zit erop.
In principe is de Clubman JCW een heel erg makkelijke auto om te rijden. Je zet de automaat in D en rijdt gewoon weg. Het is wel eventjes kalibreren: dankzij de bijzondere vormgeving is de auto zeer onoverzichtelijk. Een ander dingetje: de spiegels zijn lekker funky, maar iets te klein. Elke keer als je iets anders gaat zitten, moet je alle spiegels opnieuw daarop instellen. Zeker als je wat langer in een auto zit, ga je af en toe ‘verzitten’, en dan moet je alles erop aanpassen. Gelukkig rijd het redelijk door op de Autobahn. Het tweede gedeelte van de Autobahn is al wat beter, maar nog niet denderend. Het begint avond te worden, maar nog wel vrij druk. Leuk: er zijn nu wat onbegrensde stukken, waar we nog niet echt gebruik van hebben gemaakt.
Fernpass naar Sterzing
Ook heel erg leuk is het dorpje Eppingen waar we stoppen voor een schnitzel. Een lekker ouderwets stadje waar we even eten om de files te ontwijken. Die zijn er gelukkig ook niet meer. Via Stuttgart, Ulm, Algau rijden we de grens over. Bij Kreuz Elchingen de A7 op richting Oostenrijk, op naar de Fernpass. Bij Nassereith gaan we richting Inssbruck. Dat is een driebaans weg met haarspeldbochten.
Dan kunnen we nu even kennis maken met het bochtengedrag van de Mini Clubman JCW. Dat is niet verkeerd. De Mini stuurt gewillig in en heeft meer dan voldoende power om iedereen te verrassen. Het probleem is wel een beetje het turbogat de de doseerbaarheid, in combinatie met de software. Soms moet je echt een paar seconden op het pedaal staan voordat er een voorwaartse beweging is waar te nemen. Zeker als je niet constant volgas gaat, maar wel veel afwisselt tussen remmen en gasgeven, merk je dat de software er telkens achteraan hinkt.
Grip
Met name het gaspedaal en de transmissie. De besturing is voor zijn soort niet verkeerd, maar had uiteraard meer communicatie kunnen bieden. Wel is de besturing vrij direct en precies. Wel leuk is het uitaccelereren uit langzame bochten. De reactie is wat langzaam, maar als ‘ie gaat, knalt de JCW echt uit de bocht. Na de pas pakken we de snelweg naar Vipiteno a.k.a. Sterzing. We zijn aangekomen in Noord-Italië. We hebben Hotel Brenner gekozen, niet vanwege de sfeer, maar vooral vanwege de ligging: recht naast de snelweg. Perfect om Noord-Italië in te rijden.
Dit is misschien wel het mooiste stukje land van de hele wereld. Dit is het paradijs, eigenlijk. Noord-Italië combineert namelijk alles wat je wil. Alles is zo schoon en verzorgd als in Zwitserland. De mensen zijn er zo vriendelijke als Oostenrijkers en alles smaakt zoals ze dat alleen in Italië kunnen laten smaken. Het is het gebeid waar de Gunther Steiner vandaan komt. Die naam klinkt Duits, maar hij is dus Italiaans.
Haas
Daarmee is het bruggetje met het eerst wijnhuis gemaakt, want gewoon namelijk naar Franz Haas. Ja, het team van Haas stond voor ons klaar, maar niet voor nieuwe banden en kleine afstelling aan de voorvleugel. Nee, we proeven enkele wijnen om die mee terug te nemen naar Nederland. Let op: als je je stationwagon aflaadt met dozen wijn, kun je niet via Zwitserland rijden (mocht je dat van plan zijn). En ja: alle geproefde wijn is keurig uitgespuugd.
Dan rijden we door naar het tweede wijnhuis, Cantina Terlan in Terlana. Uiteraard niet per ongeluk uitgekozen, maar ook vanwege de leuke wegen. Autorijden is hier zoveel leuker dan in Nederland. Iedereen heeft een hoger tempo en doet wat je verwacht. Jij als toerist moet eigenlijk gewoon mee doen. Af en toe lijken de locals de maximumsnelheid aan te zien voor een minimumsnelheid. Tijd voor lunch en het tweede wijnhuis. Aangezien de CLA vol zit, kan de Mini afgeladen worden met enkele doosjes. Ik kan het a la Tetris zo indelen dat alles helemaal vaststaat. Handig, want er komt nu een leuke route aan.
Mini Clubman JCW op de bergwegen
We gaan namelijk van Terlana naar Sterzing, de Timmelsjochpass was helaas nog afgesloten. Daarom pakken we de Jausenpass (Passo Giovo). Nu kunnen we eindelijk de Mini gebruiken waarvoor deze bedoeld is. Aangezien het nu nog licht is, is het iets prettiger rijden.Boven op de berg – met sneeuw! – pakken we een kop koffie. Nu pakken we het laatste stuk naar Innsbruck, alwaar we in het altijd sfeervolle Ibis-hotel verblijven.
Qua wegligging vallen er een paar dingen op aan de Mini. Het is geen kart en komt er ook niet bij in de buurt. Je voelt echt dat je met flink wat massa onderweg bent. Dat wil niet zeggen dat de auto geen goede wegligging heeft. Dat is namelijk wel het geval. De auto heeft enorm veel grip aan de voorkant. Dus als je een bocht flink instuurt, heb je bijna altijd nogf de mogelijkheid om verder in te sturen, nog vóórdat onderstuur zijn intrede doet. Als je te hard gaat, voel je een grens van onderstuur aankomen, maar dat is heel erg beheersbaar. Je lift het gas een beetje en je kan bijna direct insturen.
Kluts
Het gewicht valt eigenlijk best mee als je gaat boenderen. Nee, er zijn drie dingen die beter moeten bij een volgende generatie. De besturing is niet alleen gespeend van informatie, maar is af en toe de kluts kwijt. Alsof er even wat olie door de stuurpomp heen moet. Ergerlijker is de transmissie. Het is onbegrijpelijk dat MINI deze auto niet aanbiedt met een handbak. Dat zou veel beter passen. De automaat is een unit van Aisin en hij doet zijn werk tot 60-70% goed. Ga je er echt voor zitten en zelf schakelen met de flippers, raakt de software in de war met wat ‘ie moet doen.
Het meest hinderlijk is het gaspedaal. Dat is echt een onding. In de sportstand reageert ‘ie veel te heftig (10% intrappen is 90% power lijkt het wel). Maar niet altijd. Soms moet de auto echt even 2 – 3 seconden nadenken voordat ‘ie doorheeft wat je wil. Dit is een later type met OPF en daarop aangepaste software. De techniek zal allemaal prima zijn, maar de ingrepen die van de milieupolitie moesten gooien roet in het eten. Goed om te weten: er zal vast een tuner zijn die de software van de bak en het gaspedaal kan optimaliseren.
Mini Clubman JCW wel iets harder en stragger
Qua motor zit er veel reserve in, maar 306 pk en 450 Nm is echt meer dan genoeg voor het totaalpakket.Het onderstel is in principe uitstekend, maar meer ‘Mini Cooper S’ dan ‘Mini JCW’. Van mij mag de demping iets geraffineerder en de vering iets straffer. Het is een mooie combinatie tussen sportief en comfort, maar er zit meer in. Er is niet veel rol, complimenten! Ook een compliment waard is het sperdifferentieel. Ondanks de AWD, heeft de Clubman een sper op de vooras. Mede daardoor sleurt ‘ie met gemak uit bochten.
De transmissie is op zich goed hoor, zeker voor zijn soort. Het is een C-segmentauto. Nadeel: het is ook een auto van 70 mille en dan schiet ‘ie net te kort. Zeker als je er wat meer voor gaat zitten, kan de bak het niet bijbenen. Je kan zelf schakelen, maar dan merk je dat de bak telkens eventjes moet nadenken. Wat te doen? Nou, je rijdt ‘m niet als een Mini, maar als een Audi. Dat betekent vloeiende lijnen rijden, vertrouwen op de grip en gebruik maken van het acceleratievermogen.
Het leuke is, ondanks dat ik me Paddy Hopkirk voelde, dat ik nauwelijks boven de toegestane snelheid ben uitgekomen. Het probleem met het turbogat is nog niet helemaal verdwenen, maar omdat je meer zicht hebt, anticipeer je erop door simpelweg vroeger gas te geven omdat je weet dat de boost even moet opbouwen. Eenmaal op stoom is de B48-motor een monster. Het ding zet écht stappen.
Over München
Voor de terugweg konden we een paar dingen doen. Weer via Stuttgart en bij Karlsruhe weer de 61 pakken, Maar ja, het moet wel een leuk artikel opleveren. Speciaal voor jullie lieve lezers zijn we over München gegaan. Dat is niet altijd een snellere route, maar het is sowieso een leukere. De motor was nu genoeg ingereden. Het warm rijden moest nog wel eventjes gebeuren, maar daarvoor konden we goed de snelweg van Innsbruck naar de grens gebruiken.
Bij Kufstein de grens over naar Rosenheim (A93) en dan de 8 naar München. Bij München neem je de A99 (ring via de Oostelijke zijde) en dan de A9 op. Dat is grotendeels 3 banen aan onbeperkte Autobahn. Nu is het tijdstip wel van belang. Op zaterdag ochtend was het prima toeven. Wil je écht doorrijden, vertrek dan voor 06:00 uur uit Oostenrijk, maar dit ging helemaal prima. De Mini Clubman JCW is warm en heeft er overduidelijk zin in.
Mini Clubman JCW is écht heel erg snel
De auto is niet vlot of pittig, maar echt snel. Gek genoeg niet alleen qua acceleratie, maar de tussenacceleraties zijn indrukwekkend. Sterker nog, het snelheidspotentieel komt ondergetekende een beetje bekend voor. De Mini Clubman JCW is namelijk exact even snel als mijn oude 325d! Van 100 naar 200 km/u is in beide gevallen in 14 seconden gedaan. De manier waarop is wel anders. De Mini heeft veel versnellingen gebruikt ze ook zorgvuldig. De hoeveelheid koppel (450 Nm) na elke schakelbeurt voel je erin knallen. Wel een verschil naar de oude BMW diesel is de snelheid boven de 200 km/u. De Mini gaat sneller naar de 250 km/u, 200 naar 250 duurt ongeveer 20 seconden tegen 25 voor mijn 325d.
Wat wel een bijzonder fenomeen is, iedereen ziet een Mini, dus je wordt in het verkeer niet serieus genomen en op de Autobahn al helemaal niet. Hoe stoer ze de Clubman hebben geconfigureerd, het is een guitige auto voor velen. Natuurlijk weet men dat een Mini snel kan zijn, maar niet zó snel. Iedereen gooit zijn auto voor die voor jou en niemand gaat aan de kant als je aan komt denderen. Voor een Mercedes CLA doet men dat wel. Bijzonder.
Uit de kunst
De wegligging op hoge snelheid is meer dan uit de kunst te noemen. In Italië vond ik persoonlijk dat de nadruk teveel lag op competent zijn dan écht fun. Maar op de Autobahn ben je juist blij met de afstelling. De Mini laat zich eenvoudig plaatsen. De zware besturing is prettig, wegens de minimale feedback is het wel prettig dat je moet werken voor een beetje beweging. In sommige auto’s is de besturing zo licht dat je onbedoeld iets te veel instuurt en je bezig bent je eigen actie te corrigeren.
Lange tijden 200 km/u+ is geen enkel probleem, alhoewel we wel moeten aantonen dat het verbruik navenant is. 300 pk is 300 pk en als je die 300 pk aanspreekt, heeft de motor simpelweg veel brandstof nodig. Gemiddeld hebben we, eh, 1 op 8,5 gereden. En ja, dat is ook met lange stukken rustig rijden. Nu moeten we erbij aantekenen dat we waar mogelijk goed door hebben gereden. In Nederland kun je prima 1 op 12 rijden met de Mini Clubman JCW als je gewoon rijdt en 1 op 14 als je ervoor gaat zitten.
Mini Clubman JCW op de A3
Het laatste stuk Duitsland is meteen het mooiste, de laatste 60 kilometer van de A3 is een oude bekende. Tijd om de Mini nog eenmaal de sporen te geven. De CLA is aanvankelijk ietsje sneller weg, de turbo van de Mini moet eventjes diep inademen. Omdat we er vaak komen, ken ik de A3 op mijn duimpje. De hobbel bij de brug bij Hünxe is normaal gesproken een ruggenbreker, maar niet in de Mini. Het absorptievermogen is prima. Ook de hobbel bij Parkplatz Wispelt pakt ‘ie prima.
Een speciale vermelding voor de remmen. Die zijn echt heel erg goed en bijna overbemeten. De schijven zijn flink, evenals de zuigers met vier klauwen. In veel auto’s is flink afremmen op hele hoge snelheden gelijk aan maximaal remmen. En dat doe je twee, drie keer en dan voel je de remwerking afnemen. Met de Mini is dat niet het geval. Als je flink moet afremmen kan dat bijna constant. En dan heeft ‘ie ook nog over. Handig als je flink moet afremmen en die Nederlander in zijn Touran met dakkoffer op de linkerbaan. Echt indrukwekkend voor een auto van 50 mille.
Gelijk met de concurrentie
Het probleem is dat de Mini geen 50 mille kost. Dat was destijds de vanafprijs, maar vanwege een enorme inflatie, chiptekorten, geopolitieke onrust en nieuwe betegeling van de badkamer van de verkoper kost de Clubman JCW 72.000 euro. Daarvan is ongeveer 30 mille voor de staatskas. Nu is het wel zo dat de concurrenten min of meer gelijk geprijsd zijn. Een Audi S3 Sportback is 75 mille en een Mercedes-A35 AMG kost 85 mille. Die auto’s rijden niet wezenlijk beter of slechter.
En zo komen we tot de conclusie. Ja, je kan in 2,5 dagen naar Italië op en neer en ja, dan moet je heel erg veel autorijden. Het is wel leuk om te ervaren hoe snel je vanuit in Nederland in een compleet andere omgeving zit. Noord-Italië is echt nog een gebied waar men autorijden met een hoofdletter schrijft. Niet alleen rijden er veel meer leuke auto’s rond dan in Nederland, de omstandigheden zijn ook veel beter. Alle wegen waren goed van kwaliteit en de vele hairpins en bochtige bergwegen uitermate vermakelijk. Het leukste is dat je in 2,5 dag een leven kunt leiden waarbij je constant met een grijns achter stuur zit, zonder dat je ook maar een keer de wet hebt overtreden.
Heel erg goed, maar een heter JCW-sausje is welkom
En dan de Mini: wat moet er beter bij een eventuele volgende generatie? Nou, we zijn al lang blij dat er een komt. Het is namelijk een praktische variant zonder dat het een crossover is! Voor hen is er de Mini Countryman (of elke andere auto ter wereld). De Clubman is echt een prima alternatief voor een hatchback uit het C-segment. Het enige dat ze bij Mini wel mogen doen is een iets steviger JCW-sausje qua onderstel en met name qua bediening. Qua snelheid zit het echt wel goed.
De auto is namelijk bloedsnel en capabel, maar dat zijn meer auto’s tegenwoordig. Een iets harder onderstel en en iets betere calibratie van de bedieningsinstrumenten zijn eigenlijk de enige echte aandachtspunten. Als Mini die aanpast, heb je de perfecte auto voor je partner (die een Mini wil) en voor jou, die een leuke rijdersauto wil. De Mini is het beide, en als je een paar dozen wijn uit Italië wil ophalen, draait ‘ie daar zijn hand niet voor om. Sterker nog, het is een specialiteit die ze zijn vergeten te vermelden in de folder.
hotze zegt
Dit is weer een fijn stukje Willem!
Als ik je commentaar lees schreeuwt deze Mini idd om een handbak en om een onderstel a la Eibach Pro Street, waar je zelf ook ervaring mee hebt. Dat Eibach onderstel graag onder elke auto, of zoiets met vaste hoogte zou ook prima zijn.
Ben zelf gisteren de 61 afgedaald tot Ludwigshafen. Wat mij betreft toch te veel baustellen. Waarom maken ze niet eerst een stukje af en dan door naar het volgende punt? Misschien is het onderdeel van een soort werkverschaffing daar.
Op naar Zwitserland, de Italiaanse meren en dan op naar Ancona. Door Emilia-Romagna, met enige vrees voor hoe het er daar uitziet.
Meest bijzondere auto gisteren: 2x ingehaald door een NL knalroze GT3 RS, niet mijn smaak (dat roze en die spoiler), maar het klonk wel lekker bruut.
bunnylebowski zegt
Mashall van Auwdi naar een ster ?
Leuk artikel weer. Meer van dit. Zou mooi zijn als de hele redactie zijn vakantie road-trip neerpent.
Of lezers een keer wat laten pennen
Johanneke zegt
Ik vind 1 op 8.5 niet zo gek als je geregeld 300pk aan gaat spreken! Had erger verwacht hoor.
Wat heeft die auto van je pa gedaan dan, de fabrieksopgave is nl 1 op 100 😉
ukbob zegt
Leuk artikel!
Maar uhm, komt er nog wel een opvolger van deze Clubman..?
Als ik de berichten over nieuwe Mini modellen lees lijkt deze namelijk niet terig te keren. Erg jammer! We hebben t vorige model thuis (een gewone Cooper maar wel zowat full options, rijdt erg leuk) en eind volgend jaar als de Lease afloopt van mijn werk daily zag ik een clubman ook wel zitten. Fingers crossed dan maar.
connexie zegt
Mooie trip. Kleine misser over de Fernpass nemen: daar hoort een stop in bij Wurscht und Durscht. Daar miet stoppen voor een snack is onverklaarbaar ;))
PunicaOase zegt
Herkenbaar: auto moet echt even op gang komen, maar dan gaat ie ook als een dolle Jack Russel.. Persoonlijk vind ik de pre-facelift modellen leuker, vanwege gebrek aan filters hebben die lekkere knallen uit de uitlaat :-)
Johanneke zegt
Oh man dat is zo pijnlijk om te horen altijd. Doe mij die maar niet.
kniesoor zegt
Wetende, dat er met twee oto’s gereden is, ben ik heel benieuwd hoe de rekensom eruit ziet voor de wijn. De inkoopprijs per fles zal lager zijn als je ze zelf bij de producent/bottelaar afhaalt dan ze bij de slijter/grootgrutter koopt. Maar is dat prijsverschil – zelfs als je behoorlijk wat dozen tegelijk meeneemt – groot genoeg om de kosten voor brandstof, hotels e.d. goed te maken ?
Jagris zegt
Je krijgt daarbij wel een leuke mini vakantie. Dan mag het ook wel iets duurder zijn.
kniesoor zegt
Da’s waar. Maar toch . . .
rollingstoned zegt
“Noord-Italië is echt nog een gebied waar men autorijden met een hoofdletter schrijft. Niet alleen rijden er veel meer leuke auto’s rond dan in Nederland, de omstandigheden zijn ook veel beter. Alle wegen waren goed van kwaliteit en de vele hairpins en bochtige bergwegen uitermate vermakelijk.”
La dolce vita ;-)
Leuk verslag weer @willeme, las weer lekker weg.
Richmond zegt
Ik ga van de zomer vanuit Tilburg naar Milaan, Verona, Venetie en wil op de terugweg nog ergens in Zwitserland stoppen. Ik zou graag via de pas gaan, maar dat vindt het gezin niet fijn. Dus dat wordt de tunnel pakken.
aangezien we maar 1,5 week gaan heb ik niet de luxe om de reis er naar toe en terugreis teveel te verlengen met leukere doch langzamere routes. Maar als er tips zijn hoor ik het graag,
On topic: Leuk om te lezen, als Mini fan kan ik nog steeds niet wennen aan de F serie van Mini. Heeft voor mij persoonlijk qua uiterlijk, interieur en prijs niks meer met MIni te maken. Ze zijn kwalitatief enorm veel beter dan de R serie, maar die waren toch meer Mini. En ook qua rijden zou ik liever in de R rijden dan in de F, maar wel met de stoelen van de F.
louisvdd76 zegt
Zet de Recaro CS of de stoelen uit een GP2 in een R-serie. Problem solved 😉
cossiekiller zegt
Weer een mooi stukje Willem!
Het doet me weer kriebelen naar iets snel…