Werkelijk alles heeft Mercedes-Benz uit de kast gehaald om zijn autosporthistorie te laten zien op de Techno Classica. De grootste klassiekerbeurs van Europa opent vandaag weer zijn deuren in het Duitse Essen.
Zoals altijd heeft Mercedes de meest verzorgde hal met dit jaar als thema ‘120 jaar autosport’. In een mooie showcase is het overzicht te zien van de allereerste Grand Prix wagen tot aan de nieuwste Formule 1 bolide en alles daar tussenin. Ook de DTM en Le Mans auto’s kregen een plekje in dit historische panorama.
Racen bestond in de beginjaren van de autosport vooral uit recordritten tussen steden en dorpen in het zonnige zuiden van Frankrijk. Voor dat doel bouwde de toenmalige firma Benz vanaf 1900 speciale race-auto’s. De Mercedes Simplex uit 1902 die op de Techno Classica staat, markeert de periode waarin Mercedes oppermachtig was in de recordjacht. De Simplex haalde 40 pk uit een 6,5 liter viercilinder en haalde een topsnelheid van 112 km/u. Zo kort na de uitvinding van de auto überhaupt waren dat ongekende prestaties.
Ook in Duitsland vonden recordritten plaats over lange afstanden tussen de grote steden, aangemoedigd door Prinz Heinrich von Preussen, de autogekke broer van de Duitse keizer. Die wilde met de competitie de ontwikkeling en het gebruik van de auto stimuleren. Daartoe ontwikkelde Mercedes een model dat de bijnaam ‘Prinz Heinrich Spezialtourenwagen’ kreeg. De wagen voltooide in 1908 een rit van ruim 2.000 kilometer van Berlijn via Boedapest en Wenen naar München. Ook in 1909 en 1910 organiseerde de prins recordproeven die naar hem genoemd werden.
Intussen was ook het direct tegen elkaar racen op circuits in opkomst. Destijds waren de circuits gewoon afgesloten trajecten van wegen tussen steden van soms tientallen kilometers, meestal onverhard. Eigenlijk ademt het circuit van Le Mans tegenwoordig nog steeds die sfeer. Voor deze Grand Prix-wedstrijden had Mercedes auto’s zoals de Grand Prix Rennwagen uit 1914 die op de Techno Classica staat. Deze heeft een 4,5 liter viercilinder met 106 pk en 180 km/u topsnelheid. Mercedes won dat jaar de GP van Frankrijk en haalde ook de plaatsen 2 en 3.
De ruime aandacht voor technische ontwikkeling en de geweldige prestaties die de Duitsers wisten te bereiken culmineerden in de fameuze Silberpfeile. Het model W25 uit 1934 legde de basis voor dit roemruchte tijdperk. De W25 had een achtcilinder lijnmotor die in de loop van zijn carrière groeide van 3,4 naar 4,7 liter. Het vermogen bedroeg dankzij een compressor 354 tot 494 pk. Mannen als Manfred von Brauchitsch en Rudolf Caracciola joegen de wagen tot een topsnelheid van rond de 300 km/u.
De competitie met de racewagens van concurrent Auto Union en gewijzigde reglementen leidden in 1939 tot de W154. Die had een V12 met twee compressoren en 465 pk en wist daarmee ook de 300 km/u te bereiken. Het jaar 1939 was tevens het einde van het tijdperk van de Silberpfeile.
In de jaren vijftig waagde Mercedes zich weer op het toneel van de internationale autosport. Bij aanvang van het Grand Prix seizoen 1954 staat Mercedes aan de start met de W196, voorzien van 2,5 liter direct ingespoten achtcilinder in lijn met 256 pk. Omdat het circuit van Reims in Frankrijk een echte hogesnelheidsbaan is, ontwikkelde Mercedes voor de seizoensopener een gestroomlijnde variant, de W196 R Stromlinien-rennwagen, die meer dan 300 km/u haalde. Deze werd later ook in Monza ingezet. Voor de andere wedstrijden krijgt de auto een carrosserie met vrijstaande wielen. Beide auto’s staan in de expositie op de Techno Classica. Vooral de Stromlinien-auto oogt nu nog steeds zeer indrukwekkend.
Helaas nam Mercedes na het seizoen 1955 alweer afscheid van de internationale autosport vanwege het dramatische ongeluk van Pierre Levegh op Le Mans. Die zwarte bladzijde overschaduwde het jaar 1955, maar toch kon Mercedes terugkijken op een jaar waarin het had gedomineerd in zowel de Grand Prix als de lange-afstands sportwagenraces.
Pas decennia later zou Mercedes zich weer aan sport-prototypes wagen in de internationale GT-racerij en op Le Mans. Maar ook toen werd Le Mans geen succes, ondanks dominantie in de overige GT-races buiten het grote 24-uurs weekend. Daarover meer in een volgend artikel.
Met dank aan Robert van den Oever en Maarten van der Pas voor deze gastbijdrage!
BJ zegt
Leuk, gaaf hoor! Maar ziet er uit alsof je dit weekend niet naar Mercedes Museum in Stuttgart hoeft… ;-)
bofkont zegt
@BJ: Vorig jaar geweest, echt grandioos mooi daar :)
Net als Porsche.
Dit jaar naar Munchen Bmw :)
BJ zegt
@bofkont: zeker mooi! Je moet zeker ook naar BMW gaan, maar persoonlijk vind ik die minder dan Mercedes en Porsche. Have fun!
desjonnies zegt
Schitterende collectie race wagens, schitterende geschiedenis en schitterende verhalen !
norge zegt
Ik zie een paar auto’s die nog persoonlijk door Adolf goedgekeurd zijn.
Rob zegt
Wat ik me eigenlijk afvraag, zijn er moderne interpretaties van bijvoorbeeld zo’n W25 Silver Arrow? Want dat lijkt mij wel wat eigenlijk.
Zelfde looks, maar dan met moderne techniek en hulpmiddeltjes, zodat ook mietjes als ik er in kunnen rijden. Soort trackday speeltje alla Caterham dus, maar dan met jaren 30 looks ;-)
toyotafortuner zegt
Zeer interessant dit! Mooie wagens en verhaal!
ghost zegt
Ben benieuwd, ik ga dit zaterdag in levende lijve aanschouwen. Ik zal wat foto’s op autojunk droppen.
raceboy23 zegt
Ik ben er vandaag geweest! Het was geweldig!!