Er draait nu een nieuwe, spannende autofilm in de bioscoop: Le Mans 66.
Dit is een gastbijdrage van Robert van den Oever en Maarten van der Pas
Het ontstaan van de Ford GT40 is één van de mooiste en meest legendarische verhalen in de auto(sport)geschiedenis. Getergd door een botte afwijzing van Enzo Ferrari zint Henry Ford II op wraak: zijn rivaal verslaan in de roemruchte 24 Uren van Le Mans. Daar is nu de film Le Mans 66 over gemaakt.
Le Mans 66 is een mooi vormgegeven en solide film waarin regisseur James Mangold spannende, zeer realistische racescènes laat zien met karaktervolle hoofdpersonen als Carroll Shelby (Matt Damon), Ken Miles (Christian Bale), Henry Ford II (Tracy Letts) en Enzo Ferrari (Remo Girone). Hun toewijding en drive om te willen winnen en hun onderlinge botsingen en wrijvingen maken de film tot een compleet verhaal. De film doet recht aan hoe het er echt aan toe gaat in de racewereld en is daarom een aanrader voor auto- en raceliefhebbers.
Spoiler alert: ondanks dat de geschiedenis bij menig autoliefhebber bekend is, bevat deze recensie spoilers.
Wraak
Het begint met wrok. Begin jaren zestig van de vorige eeuw is Ford in Amerika voorbijgestreefd door General Motors als grootste autofabrikant. Ford is saai, vindt marketingdirecteur Lee Iacocca. “James Bond rijdt geen Ford”, houdt hij Henry Ford II, op dat moment directeur van Ford Motor Company, voor. Iacocca vindt dat Ford moet gaan racen om aantrekkelijk te worden voor jonge autokopers. En nou heeft hij gehoord dat Ferrari in geldnood zit en dat Enzo Ferrari zijn fabriek wil verkopen. Een mooie kans om de ultieme sportwagenbouwer over te nemen. Iacocca krijgt Henry Ford zover dat hij een bod doet.
Bijna is de overname van Ferrari door Ford rond, maar als Enzo Ferrari hoort dat hij wel de baas van het raceteam blijft maar niet het allerlaatste woord heeft blaast hij de deal toch nog af. De Ford-delegatie in zijn kantoor in Modena blijft verbouwereerd achter. Als afscheid schoffeert Il Commendatore de Ford-mannen. Ze maken lelijke auto’s in lelijke fabrieken, vindt hij. En hij bijt Ford toe: ‘Jij bent niet Henry Ford. Jij bent Henry Ford de tweede.’ Prompt wordt Ferrari ingelijfd door Fiat en voelt Ford zich door de Italianen gebruikt om de verkoopprijs op te kunnen drijven.
Henry Ford is razend op Ferrari. De botte afwijzing was de druppel. Het tergt hem tot in het diepst van zijn ziel en hij wil maar één ding: wraak. Hij wil de Italianen verslaan op het asfalt waar ze al jaren triomferen. Ford sommeert om onmiddellijk een sportwagen te ontwikkelen die Ferrari kan verslaan in de legendarische 24 Uur van Le Mans. Dat lijkt een onmogelijke opgave. Het steigerende paard is heer en meester in de langeafstandsrace. Het komt vijf opeenvolgende jaren van 1960 tot en met 1965 als eerste over de finish met auto’s als de Ferrari 250 en 330.
Ford wil alles doen om zijn doel te verwezenlijken. Het maakt niet uit wat het kost, zegt hij. Maar waar te beginnen? Ford heeft helemaal geen ervaring met racen. Wie kan die opdracht aan? In 1959 won de Amerikaan Carroll Shelby de 24 Uur van Le Mans in een Aston Martin DBR1/300. Hij is de man die we moeten hebben, denken ze bij Ford. Shelby krijgt de opdracht een race-Ford te ontwerpen. Hij werkt daarbij onder meer samen met de ervaren coureur Ken Miles. Ford pompt miljoenen dollars in het project. De heren krijgen 90 dagen de tijd.
Eerste pogingen
In de beginjaren van de Ford GT40 volgt de film overigens niet helemaal de geschiedenis. Ford komt niet meteen bij Shelby terecht. Eerst gaat het samenwerken met het Britse Lola en wordt een auto gebouwd op basis van de Lola Mk 6. Als dat geen succes blijkt komt Shelby in het vizier.
In 1964 waagt Ford zich voor het eerst in Le Mans. Maar alle drie de Ford GT40’s Mk 1 met een 4,2 liter V8 vallen uit door problemen met de versnellingsbak of brand. Ferrari wordt met de 275 P eerste, tweede en derde en – pikant detail – een Shelby Daytona Cobra Coupe van de hand van Shelby gaat als vierde over de finish. Deze race komt in de film niet terug.
Eén jaar later staat Ford weer aan de start met de GT40X 7,0 liter V8. Maar ook dat jaar vallen de auto’s uit met een kapotte koppeling, koppakking of versnellingsbak. Ferrari wint weer met de 250 LM en wordt ook tweede en derde.
Ford verbiedt Shelby om Miles vanwege zijn onaangepastheid als coureur mee naar Frankrijk te nemen. Dat leidt tot een veelzeggende scène. Sleutelend aan een auto in de werkplaats van Shelby luistert Miles naar een radioverslag van de race. Op basis van het commentaar kan de ervaren coureur die veel testwerk met de GT40 heeft gedaan bijna voorspellen wanneer de auto’s gaan uitvallen.
Misse geslaagd
Met de ervaringen uit de voorgaande jaren gaat Ford in 1966 opnieuw de strijd met Ferrari aan. Shelby heeft dit keer afgedwongen dat Miles wel mee gaat. Als Ford wil winnen dan moet Miles achter het stuur.
Onder het toeziend oog van Henry Ford II rijdt Ford GT40 Mk II 7,0 liter V8 naar alle drie de podiumplaatsen. De finish is nog wel een dingetje. Het lijkt Leo Beebe, baas van Ford’s race-afdeling, een goed idee als de auto’s in formatie zij-aan-zij over de finish rijden. Dat levert mooie foto’s op. Maar Miles ligt op dat moment ver voor. Er volgen teamorders dat Miles moet inhouden en de andere auto’s moet laten bijkomen. De 3 GT40’s finishen tegelijk, maar dan blijkt dat Miles niet de winnaar is. De andere GT40 met Bruce McLaren en Chris Amon achter het stuur startte een paar meter achter de auto van Miles en Denny Hulme. Die heeft dus in 24 uur een grotere afstand afgelegd en wordt door de race-organisatie tot winnaar uitgeroepen.
Mannetjes
Wat het verhaal van de Ford GT40 ook boeiend maakt zijn de hoofdpersonen. Het zijn niet de gemakkelijkste figuren. Carroll Shelby is het type all American guy, kauwgom kauwend en met cowboyhoed. Ken Miles is een fenomenale coureur die de auto kan lezen en er ook mee kan schrijven, maar is ook temperamentvol en bot. Enzo Ferrari behoeft geen toelichting, hij wordt niet voor niets ‘Il Commendatore’ genoemd. En Henry Ford II, bijnaam ‘Deuce’ (‘Twee’) zat als autotycoon decennia aan het stuur van de Ford Motor Company. Daarnaast zijn er nog de gedreven Lee Iacocca (John Berntal) die Ford graag op de racekaart wil zetten en de gladde Leo Beebe (Josh Lucas) die zichzelf wil profileren als baas van Ford’s race-afdeling.
Le Mans 66 gaat niet aan de karakters voorbij. Dat maakt de film tot meer dan een racefilm. Je ziet de personages botsen met elkaar, overtuigd als ze zijn van zichzelf. Shelby met Miles maar ook Shelby en Miles met de Ford-directie. En in de Ford-directie liggen Iaccoca en Beebee elkaar niet altijd. Het is bureaucratie en bedrijfspolitiek versus vrije racegeesten. Maar met hun toewijding, inventiviteit en doorzettingsvermogen lukt het deze heren wel om een winnende auto te maken.
Een even mooie als ontroerende scène is in dit opzicht als Shelby Henry Ford meeneemt in een ritje met een GT40. Shelby demonstreert de snelheid en wegligging van het racemonster en de Ford-directeur barst uit angst en overweldiging in huilen uit.
Zo realistisch mogelijk
De racescènes in Le Mans 66 zijn fenomenaal. En denk niet dat het uit de computer komt. In een tijd dat films en special effect steeds vaker met hulp van computer-generated imagery (CGI) worden gemaakt, wilde regisseur Mangold dat zijn acteurs zoveel mogelijk met echte auto’s op echte circuits reden. Hij wilde de coureurs, de auto’s, de motoren, het gevaar en het lef om met snelheden van meer dan 250 kilometer per uur te racen zo realistisch mogelijk weergeven.
De kijker moet van Mangold voelen wat de coureur voelt. Daarin is hij geslaagd. Je hoort de motoren brullen en gieren en de auto’s kraken en schudden. Wat is het spannend om ’s nachts in het stikdonker met mist en regen over het circuit te jakkeren. En wat is het heftig als de auto voor je met hoge snelheid de hooibalen in duikt, de baan weer op stuitert en de brokstukken in het rond vliegen.
Een racefilm kan niet zonder close-ups van toerentellers die in het rood gaan, handen aan de versnellingspook en pedalen die worden ingetrapt. Die beelden zitten er in Le Mans 66, maar Mangold neemt de kijker ook mee in en naast de auto en vlak boven het asfalt waardoor je de snelheid en strijd bijna aan den lijve meemaakt. Er is volop gefilmd met camera’s op auto’s en met trackingauto’s. Racefilms als Grand Prix (1966) en Steve McQueen’s Le Mans (1971) dienden als inspiratiebron voor hoe races in die tijd werden gefilmd.
Originele auto’s en replica’s Het opnemen van de racescènes was één van de grootste uitdagingen voor de film. Om te beginnen het circuit in Le Mans. Dat zag in de jaren zestig heel anders uit dan nu. Het was minder een racecircuit en meer een aaneenschakeling van landwegen. De start en finish werden voor de film nagebouwd op een vliegveld in Californië. In Amerika werden ook locaties gevonden die leken op bekende secties van het Circuit de la Sarthe zoals Tertre Rouge, Mulsanne en de Dunlop-brug. De decorbouwers baseerden zich op meer dan 300 foto’s in archieven.
De auto’s die in de film zijn gebruikt zijn deels origineel en deels replica. Er rijdt een originele Daytona Coupe mee en de Automobile Club de l’Ouest in Frankrijk leende enkele auto’s uit zijn museum waaronder een Ford GT40 Mk I en een zeer zeldzame CD SP66 Peugeot. Diverse Porsche Speedsters en Chevrolet Corvettes werden nagebouwd door een gespecialiseerd bedrijf.
Het gebruik van replica’s had een praktische reden. De auto’s die in 1966 aan de start verschenen in Le Mans en de race voltooiden zijn nu waardevolle museumstukken of bevinden zich in privéverzamelingen en zijn miljoenen euro’s waard. Ze zijn te kostbaar om in scènes in te zetten waarin op het scherpst van de snede wordt gereden.
Andere locaties die zijn gereconstrueerd zijn het Ford-hoofdkwartier in Dearborn en de werkplaats van Shelby in Venice en later in een hangar op Los Angeles International Airport. Om de Ford-fabriek met productielijn zo realistisch mogelijk te laten zijn werd er niet gekozen voor dummy-auto’s, maar werden via autosites twintig tweedehands Ford Falcons uit die tijd gekocht. Die zijn in verschillende stadia van productie op de lopende band te zien. Ook de bekende ingang van de Ferrari-fabriek in Modena en de werkkamer van Enzo Ferrari werden nagebouwd.
Twee titels
Opvallend is dat de titel van deze film Ford versus Ferrari is, maar in Europa wordt hij in de bioscoop vertoond als Le Mans 66. De verschillende titels geven de film een andere lading. Vanuit Amerikaans perspectief is het natuurlijk het Amerikaanse Ford dat het iconische Ferrari verslaat. In Europa wordt de nadruk gelegd op de 24 Uurs-race in 1966. Dat zal kijkers minder zeggen. De originele titel had in Europa ook gekund.
Le Mans 66 werkt het klassieke thema mens versus machine, mens versus mens en mens versus zichzelf mooi uit. Het doel van Ford om te zegevieren in de 24 Uur van Le Mans is meer dan geslaagd. Ford is tot op de dag van vandaag nog steeds het enige Amerikaanse automerk dat deze legendarische 24 Uurs-race heeft gewonnen.
Met dank aan Robert van den Oever en Maarten van der Pas
majortom zegt
Eh, spoiler alert was wel goed geweest denk ik..
spacemoon24 zegt
@majortom: Ja dat ja, ik ben halverwege maar gestopt. Natuurlijk kennen we allemaal de geschiedenis maar het zou leuk zijn om nog niet te weten wat wel en niet in de film naar voren komt.
viezefreddyw zegt
Voor het eerst sinds zeer lange tijd dat ik echt uitkijk naar een nieuwe autofilm. Ik ben erg benieuwd naar deze.
MrSkyline zegt
Nu heb ik de film nog niet gezien en schijnt het best een prima film te zijn. Maar foutjes die een kennis van mij opvielen waren dat de autos onrealistisch hard en stabiel door de bocht gingen in de stortregen en het met blote handen vervangen van remschijven die 15 seconden eerder nog roodgloeiend waren bij het binnenrijden van de pits was ook erg merkwaardig.
Volvo_440_turbo zegt
@mrskyline: Esp was niet nodig, toen konden mannen nog écht sturen en met eelten op hun handen waren hete remschijven ook een makkie joh!
Dutchdriftking zegt
Staat op het lijstje. Ik hoop dat het net zo’n mooie film als Rush is!
Volvo_440_turbo zegt
Ben benieuwd of Ferrari blij gaat zijn met deze film om hieraan herinnerd te worden? Ik hou er ook niet van als men mindere periodes uit mijn verleden oprakelt.
karaya zegt
@volvo_440_turbo: Gezien het budget zou het gek zijn als Ford niet had gewonnen. Las laatst dat het naar hedendaags geld dik 300 miljoen zou zijn geweest.
Goliath wint van David. (David won overigens 9 keer)
davelepeef zegt
@Volvo_440_turbo: nouja, als dat film-waardig is moet je het misschien toch ’s overwegen. Vraag je of Christian Bale een keertje tijd heeft?
alino zegt
@Volvo_440_turbo: bwa. Persoonlijk vind ik Ferrari er beter uitkomen dan Ford (niet Shelby). Ja ze hebben niet gewonnen, maar men laat toch mooi zien welk merk het racen en auto’s in het hart heeft en welk merk meedoet om meer auto’s te kunnen verkopen en niets geeft om de race zelf.
Over een mindere periode gesproken, denk ik overigens dat Ferrari meer wakker zal liggen van afgelopen F1 race in Brazilië.
ericd zegt
Het werd weer eens tijd voor een lekkere race film. Er zijn een hoop slechte gemaakt. Le Mans met Steve McQueen denk ik de laatste fatsoenlijke. Bij mijn weten is Ferrari’s 250 LM de laatste overwinning geweest voor het merk in de hoogste klasse.
ericc zegt
Mooi verhaal en leuk geschreven. Zo’n stukjes geschiedenis mag meer komen.
ericd zegt
Overigens heeft menige Corvette wel in lagere race klasses gewonnen over de decennia…. daggik.
alassad zegt
@ericd: @ericc: hoe krijgen jullie het voor elkaar…
cossiekiller zegt
Leuk weetje; De Replica’s kwamen allemaal van Hillbank. Die zijn de grootste verdeler van Superformance Cobra’s en GT40’s. Voor de film zijn ze ook allemaal zo getrouwheidsmogelijk nagemaakt om in het jaren ’60 plaatje te passen, zoals banden enzo.
davelepeef zegt
@cossiekiller: de superformance GT40’s zijn toch niet exact dezelfde maatvoering, dacht ik?
cossiekiller zegt
@davelepeef: Bijna exact hetzelfde. Ze hebben ook een MK1 (o.a.1964) en een MK2 ( o.a. 1967,die heeft veel meer luchtgaten en een dikkere motor). Als je er gewoon bestelt, kan je wel opteren voor airco, injectiesysteem voor een lager verbruik en meer power, …
subzero079 zegt
Deze film gister gezien. Tuurlijk een beetje op z’h Hollywoods geromantiseerd, maar desondanks een absolute aanrader.
polpol33 zegt
Ook ik heb m gisteren gezien. Een vermakelijke film maar… wel heel Amerikaans. Alles is te dik aangezet; karakters, accenten van de Engelsen, de slechte managers.
Leuke film met mooie beelden gebracht in een Marvel superhelden vorm.
hdboef zegt
Toevallig ook gisteren geweest. Echt een aanrader. Gewoon gaan kijken in 4DX. De trilling die de stoel doorgeeft maakt het helemaal af
ghost zegt
Mooiste stukje van de hele film vond ik wanneer Shelby een moertje bij Ferrari in de pitstraat laat vallen en die Italianen beginnen te bakkeleien over dat moertje…??
Davidov zegt
Vorige week in IMAX gezien, was geweldig ♥