Een zeldzaam exemplaar als deze wil iedereen hebben.
Tegenwoordig zullen Formule 1-fans hem vooral kennen als een van de meest bekende stemmen uit de sport, maar zo is de beste man zijn carrière absoluut niet begonnen. Sterker nog, de inmiddels 59-jarige Martin Brundle moest aanvankelijk helemaal niets hebben van zijn commentatorenrol naast de legendarische Murray Walker. Het zat hem namelijk nog ernstig dwars dat hij geen stoeltje voor het seizoen van 1997 had weten te vinden. Zijn loopbaan in de Formule 1 leek daarmee aan een einde te zijn gekomen.
Doodzonde, eigenlijk, want Martin Brundle was zeker geen koekenbakker achter het stuur van een Formule 1-auto. De Brit kwam via een merkwaardige route in de hoogste klasse van de autosport terecht en mocht zijn stuurmanskunsten in 1984 bewijzen bij Tyrrell. Ondanks enkele relatief indrukwekkende wedstrijden werd het geen schitterend debuutjaar; halverwege het seizoen klapte hij tijdens een trainingsessie van de Grand Prix van Dallas, door sommigen beschreven als de “meest gestoorde Formule 1-race aller tijden”, keihard in de muur. Door het ongeluk brak hij zijn beide enkels en voeten. Hoewel Brundle herstelde, was hij voor de rest van zijn leven gehandicapt en kon hij niet remmen met zijn linkervoet.
Zijn handicap belette hem echter niet zijn carrière in de autosport voort te zetten. Tyrrell hield vertrouwen in zijn coureur en Brundle mocht nog twee seizoen in actie komen, alvorens hij in 1986 vertrok naar Zakspeed. In de jaren daarna werkte Brundle zijn weg door verschillende teams, maar op geen enkel moment kreeg hij kampioenschapsmateriaal in handen. Brundle’s beste eindklassering kwam in 1992, waar hij in de schaduw van Michael Schumacher bij Benetton tot een zesde positie kwam. De latere zevenvoudig wereldkampioen die in totaal 91 overwinning op zijn naam zou zetten, behaalde dat seizoen zijn allereerste Grand Prix zege op Spa-Francorchamps. Brundle kwam dat seizoen niet verder dan een handvol podia.
De man die in 1990 met Jaguar en Tom Wilkinshaw de 24 uur van Le Mans op zijn naam schreef, vertrok daarna naar Ligier en kwam een jaar later terecht bij McLaren als teamgenoot van Mika Hakkinen, alvorens hij weer bij het Franse team terugkeerde. In 1996 maakte hij de overstap naar Jordan en vormde hij samen met Rubens Barichello een rijdersduo.
Tijdens de allereerste Grand Prix van het seizoen, die voor het eerst werd gehouden in Albert Park, Melbourne, startte Brundle van de achterste rij. Direct wist hij een paar posities goed te maken. Lang kon hij niet van zijn puike start genieten, want geklungel bij het aanremmen van de derde bocht had als gevolg dat Brundle werd gelanceerd en over twee vloog, om vervolgens met grote snelheid door de zandbak stuiteren. In een poging van zijn auto een mobiele schans te maken had David Coulthard zijn stuur een ruk gegeven en daardoor vloog zijn McLaren van de rechter- naar de linkerkant van de baan. Brundle wist hem niet meer te ontwijken en afremmen was ook geen mogelijkheid. Door de nieuwe veiligheidsmaatregelen die dat seizoen waren ingevoerd had Brundle gelukkig geen schram. Hetzelfde kon niet gezegd worden over zijn auto: die was in tweeën gebroken.
Omdat de pijn uitbleef (adrenaline, bedankt!) vond de Brit het onnodig om een bezoek aan het ziekenhuis te brengen of zelfs even naar het medisch centrum op het circuit te gaan. Nee, in plaats daarvan baande hij zich een weg naar de pitstraat om aldaar plaats te nemen in zijn tweede auto – iets dat destijds nog was toegestaan. Bij de herstart zat Brundle achter het stuur van chassisnummer #3 van de Jordan 196. Zijn ietwat roekeloze actie was echter tevergeefs. Kort nadat de wedstrijd weer was begonnen, werd Brundle door Pedro Diniz (zijn vervanger bij Ligier) van de baan getikt en moest hij alsnog de strijd staken.
Ongeacht het uiteindelijk resultaat werd chassisnummer #3 de belichaming van Brundle’s bizarre stunt. Hierom is het buitengewoon gaaf dat juist deze auto binnenkort door RM Sotheby’s onder de hamer genomen zal worden in Parijs. Het is misschien niet de meest competitieve auto geweest dat jaar, Brundle zou er nog elfmaal mee in actie komen en in totaal drie zesde plaatsen scoren. Met een ander chassis presteerde hij het nog om als vierde en vijfde over de streep te komen. In de eindstand eindigde hij op de elfde positie.
Wellicht nog stoerder aan chassisnummer #3 is het feit dat het een van de weinige overgebleven Formule 1-auto’s is die nog altijd zijn bijbehorende Peugeot V10 heeft. De gillende drieliter tiencilinder is verbonden aan een semi-automatische versnellingsbak met zeven verzetten.
Het is vooralsnog niet bekend hoeveel het veilinghuis verwacht dat er voor de auto betaald zal worden. Uiteraard is het een kwestie van wat de gek ervoor bereid is te geven, maar daarbij is het extra lastig te zeggen omdat we hier te maken hebben met een zeldzaam exemplaar dat zijn motor wél heeft. Veelal worden dergelijke auto’s zonder werkende technische delen geveild. Wanneer ze de motor en versnellingsbak wel hebben, kan het wel eens een dure grap worden.
ghost zegt
Ben benieuwd of je dit überhaupt aan de praat krijgt, je moet wel goed weten wat je doet, het is immers geen huis, tuin en keuken techniek..
ghengiskhan zegt
@ghost: mwoah. Als je zoiets kunt betalen zit er vast nog wel iets in de portemonnee om een gespecialiseerd bedrijf daarvoor in te huren. Is niet de 1e F1 auto die in private handen is.
bischero zegt
@ghengiskhan: Frits van Eerd kan je wel wat nummers geven ?
Robert zegt
@ghost: ik denk sowieso dat je de motor eerst eens onderhanden moet nemen door een specialist én deze ook een flink eind moeten laten terugtunen, want die motoren werden destijds gebouwd met de gedachte dat -ie maar net iets meer dan één race hoefde mee te gaan.
Volvo_440_turbo zegt
@ghost: Ik was aan het denken met welk computerprogramma en of dit nog compatibel is met Windowsbucht en/of peer, of was het appel?
dondeboer zegt
@Volvo_440_turbo: ik gok MS DOS. Windows was toen pas bij versie 3.0 en daar kon je destijds niet zoveel mee, en Apple was toen nog vooral populair in de creatieve industrie.
dondeboer zegt
@Volvo_440_turbo: wacht, ik lees je vraag niet goed. Ik denk dat je dit niet op een moderne laptop aan de gang krijgt. McLaren gebruikt voor het onderhoud van de F1 nog steeds een laptop uit de tijd van die auto omdat ze de software niet kunnen draaien op moderne machines. Ook zit er op de beste machines geen serieele poort meer.
dondeboer zegt
@dondeboer: beste =meeste
Robert zegt
@dondeboer: Google maar eens naar “usb naar serieel” en voor minder dan een tientje kun jij een adapter in huis hebben. Heel veel industriële (meet)apparatuur werkt nog met een RS232 interface, dus zo’n poort is voor velen nog steeds onmisbaar.
dondeboer zegt
@RRRobert: was ook meer een afterthought. Het belangrijkste probleem zal de software wel zijn.
kaeser zegt
Geweldige tijd voor de F1. Schitterende auto’s met bijbehorend geluid.
verplicht zegt
Wat een geweldig mooie auto! De Jordans van die tijd waren qua looks echte toppers. De livery van Benson & Hedges, de cleane lijnen, werkelijk prachtig.
Mooi geschreven trouwens! Vooral het stuk dat de auto door midden brak. Was letterlijk het eerste waar ik aan dacht toen ik de foto zag.
Gulli zegt
@verplicht: ja die gele liveries waren gaaf idd. Ik heb toen lang getwijfeld of het nou maïskolven, slangen of hornets waren ?
verplicht zegt
@gulli: @gulli: Eerst de slang, toen de Buzzing Hornets ?
http://www.f1colours.com/articles/livery-histories-2-jordan/
Gulli zegt
Gewoon online een BMW versnellingsbak kopen. Goeie kans dat je een F1 bak thuisgestuurd krijgt ?
kunstomdathetmoet zegt
@verplicht: daar sluit ik me helemaal bij aan. Dank @ikschrijfookoverautos voor de heerlijke foto’s en tekst.
isleofman zegt
Leuk stuk! Wat een rijke historie heeft de F1 toch. Als ik dhr brundle was, had ik deze auto toch wel heel graag willen hebben….
sander1980 zegt
Die sidepods ? Zo gaaf!!!
galgootje zegt
@ikschrijfookoverautos: erg fijn leesvoer! Complimenten!! :-)
cossiekiller zegt
Een LS swapje, wat lichtjes en een roadtrip door Europa ermee!