Sommige auto’s krijgen niet de eer die ze toekomen. Vandaag zetten we dat gedeeltelijk recht.
Als we denken aan een Japanse rally-homologatiespecial zijn er twee auto’s die direct boven komen sijpelen bij de gemiddelde autoliefhebber. De Mitsubishi Lancer Evolution en Subaru Impreza WRX. Bij de Subaru is het misschien nog wel een maatje erger dan bij de Evo. De gemiddelde oudtante weet niet het verschil tussen een Mercedes C30 of Volvo C30, maar een Subaru is “zo’n blauw ding met gouden wielen, bobbel op de motorkap en zo’n groot ding (spoiler, red.) achterop.”
U ziet, ondanks dat er maar 17 mensen naar het WRC kijken is deelname wel succesvol. Zeker in de jaren 80 en 90. Het hielp merken als Audi, Lancia, Peugeot en bovengenoemde merken van hun brave imago af te komen. Maar als er één merk een waanzinnig braaf en burgerlijk imago had, was het wel Toyota.
Het is niet dat Toyota niet probeerde om van dat imago af te komen. Sterker nog, het merk heeft een van de mooiste klassiekers aller tijden gebouwd, namelijk de Toyota 2000GT. Het enige verschil is dat wij er nú naar kijken als een bijzondere auto. Destijds was het een soort te heet gewassen Japanse E-Type Jag. Het echte mainstream succes van ‘de spannende’ Toyota kwam met de Toyota Celica.
De Toyota Celica kwam in 1970 op de markt. De eerste generatie was nauw verwant met de Toyota Carina. Inderdaad, rare namen zoeken die Japanners ook uit. De eerste generatie Celica (A20) was een achterwielaangedreven 2-deurs coupé. Zeker in Celica 1600GT (TA22) uitvoering is het een van de meest tot de verbeelding sprekende betaalbare Japanse sportcoupé’s. Men was nog druk bezig met het uitwerken van hun eigen ‘design-identiteit’ en de Celica was een auto die bewees dat Toyota niet alleen de ratio kan aanspreken, maar ook de emotie.
In 1977 was het tijd voor een tweede generatie. Deze auto werd niet ontworpen in Japan, maar in een heuse studio in California. Net als vele andere klassegenoten werd de Celica luxer, groter en helaas ook zwaarder. Nog steeds had de auto achterwielaandrijving. De motoren waren enkel viercilinders. Kleine toelichting: ja, er zijn zescilinder Celica’s. Echter deze werden ‘Celica Supra’ genoemd. Dit model zou uitgroeien tot de Toyota Supra zoals wij deze allemaal kennen. De 2e generatie Celica is een vrij onbekende auto. Dat komt mede door de korte tijd dat dit model in productie was. Dat wil niet zeggen dat er weinig exemplaren van zijn gebouwd. Sterker nog, er zijn 79 verschillende (!) uitvoeringen leverbaar wereldwijd.
De derde generatie Celica verblijdde de wereld in 1981. Wederom geheel in lijn met de concurrentie had de auto teveel rijstzoutjes gegeten. Met name de uitvoeringen bestemd voor de VS waren wat zwaarlijvig en een tikkeltje traag. Het vinnige karakter van de TA22 was een beetje verloren gegaan. Gelukkig kreeg de rest van de wereld assertiever ingestelde Celica’s. Kers op de taart was de GT-T. Deze had een 1.8 liter turbo viercilinder onder de kap. Niet echt bijzonder, maar elke cilinder was gezegend met twee bougies, een heuse Twin Spark dus.
Toyota’s eerste stapjes op het gebied van WRC begon met een doorontwikkeling van deze auto. De Celica TwinCam Turbo Group B rally auto was een heus monster. Met een grotere turbo op de 4T-GTE kon deze motor nu in eens 300 tot 320 pk leveren. Competitief was deze auto niet, want Audi zorgde ervoor dat alle andere merken terug naar de tekentafel moesten. Rally rijden met de Celica TwinCam Turbo Group B was als een mes meenemen naar een pistolengevecht.
Toyota moest om meerdere redenen de Celica opnieuw uitvinden. Ook de straatversie moest aangepakt worden. Niet dat de Celica een slechte auto was, maar het vinnige, kwikzilverige karakter moest weer terug komen. Mede daarom werd de 4e generatie Celica gebouwd op het platform van de Corona. Dit hield in dat de Celica van nu af aan een voorwielaangedreven auto zou zijn. Met de rallysport in het achterhoofd was dat op zich geen verkeerd idee. Met een as naar achteren was AWD eenvoudig te realiseren. De motor lag nu overdwars. Wederom waren er louter viercilinders leverbaar.
Naar goed gebruik waren er vele verschillende uitvoeringen van de Celica. Het topmodel was de GT-Four. Deze kreeg een 3S-GTE motor in het vooronder. Een tweeliter viercilinder turbo, ontworpen met competitiedoeleinden in het achterhoofd. In de straatuitvoering leverde dat zo’n 185 pk bij 6.000 tpm op en een koppel van 255 Nm bij 3.600 tpm (alle getallen kunnen licht afwijken per markt). Dat betekende dat de iets meer dan 1.400 Kg zware auto in zo’n 8 seconden naar de 100 kon sprinten en doorstoomde tot 220 km/u.
Met zulke prestaties kon de Celica GT-Four zich uitstekend meten met de Audi quattro. Niet alleen op de straat, maar ook op het strijdtoneel toonde Toyota zich een waardige tegenstander. Al bij de eerste rally behaalde de GT-Four de 6e plaats. De eerste winst zou enkele jaren later volgen. De ST165 was slechts een voorbode van wat zou komen.
Wie denkt dat Japanners geen mooie auto’s kunnen ontwerpen, moet even een goede blik werpen op de Toyota Celica die in 1989 werd voorgesteld. De nieuwe Celica was rond, sexy en had klapkoplampen. Ook nu kwam er weer een GT-Four uitvoering. Wat heet: er kwamen er meerdere en ze waren heftiger, sterker en sneller. In basis zijn ze alle ST185 varianten gelijk, maar de één is net wat begeerlijker dan de andere.
Toyota Celica GT-Four (JDM)
Uiteraard was de keuze in Japan wat groter dan in Europa of Amerika. In Japan kon je namelijk kiezen voor een zogenaamde ‘Narrow Body’. Dit was de sleeper onder de GT-Four’s. In 1991 kwam de facelift van de Celica waarbij deze optie kwam te vervallen.
Een andere optie was de GT-Four A. Dit was de versie zoals wij hem kenden, dus met de brede heupen. De Japanse motoren waren iets sterker dan de Europese en Amerikaanse: 225 pk bij 6.000 toeren en 304 Nm bij 3.200 toeren.
Celica GT-Four (EU en US)
In principe is de benaming GT-Four alleen van toepassing op de Japanse modellen. In Europa had de auto de weinig spannende naam 2.0 16v GT Turbo. Wow. In Amerika had Toyota al een 4wd systeem, Alltrac genaamd. Dus in de VS werd deze auto Celica Turbo Alltrac genoemd. Alle Europese en Amerikaanse modellen waren widebody’s. Wel hadden deze uitvoeringen minder vermogen, alhoewel je je nog zeker niet hoefde te schamen. We hebben het nog over 1990. Alles met meer dan 200 pk was zeer de moeite waard.
GT-Four RC (Carlos Sainz Edition)
De absolute topper onder de GT-Four’s was de GT-Four RC. Dit was het specifieke model voor homologatie doeleinden voor de Group-A rallyklasse. De andere benaming voor de ‘RC’ was Celica Turbo AWD Carlos Sainz Edition. Inderdaad, El matador, de vader van Carlos Sainz Junior was naamgever van deze speciale uitvoering. Waar kon je de RC/Carlos Sainz aan herkennen? Simpel: de motorkap. De gewone GT-Four had een air-to-air intercooler, deze heeft een water-to-air intercooler. De gewone heeft dus een luchthapper á la Subaru Impreza, de RC/Carlos Sainz had er eentje die leek op die van een Lancer Evolution. De luchthapper was dusdanig ontworpen om zoveel mogelijk hete lucht kwijt te kunnen raken, niet om koude lucht binnen te halen. De koude lucht kwam mede door de grotere openingen in de bumpers binnen. Verder was de 3S-GTE motor feller afgesteld. In Europa kreeg je 225 pk, in Japan zelfs 235. In totaal zijn er 5.000 van gebouwd.
De ST185 generatie van de Celica GT-Four zal de geschiedenis in gaan als één van de meest succesvolle rally-auto’s aller tijden. De eerste rijderstitel werd al in 1990 binnen gehaald door Carlos Sainz. Dat was nog in de tijd dat de Lancia Delta Integrale zorgde voor de constructeurstitels (6 jaar achtereen, 1987 tot 1992). In 1992 won Carlos Sainz nogmaals de rijderstitel in de GT-Four, Juha Kankunnen won hem in 1993 en Didier Auriol in 1994. Die laatste twee jaar won TTE (Toyota Team Europe) ook de constructeurstitel. Met alleen het benoemen van de overwinningen zijn we er nog niet. Want kijk er eens naar. Zeker met de legendarische Castrol livery moet dit wel één van de mooiste én meest legendarische rallyauto’s aller tijden zijn.
Het ging allemaal fout met de ST205. Was de ST185 een bijzonder elegante coupé, de opvolger was ehh, interessant. Maar niet per se mooi. Waarschijnlijk dacht Toyota dat ook, want de nieuwe stond al in de showroom terwijl er nog een behoorlijke tijd met de vorige meegedaan werd aan het WRC. Aan de andere kant, het is niet zo dat de andere deelnemers pareltjes voor het netvlies waren. Een rally-auto moet indrukwekkend zijn en daar slaagde de ST205 bijzonder goed in.
De motor was nog altijd hetzelfde, alleen nu met weer een beetje extra vermogen. Dat kwam mede door de 48mm grote turbo. Het vermogen was bij de EU modellen 245 pk. In Japan, dankzij een hogere compressieverhouding, kreeg de gelukkige GT-Four eigenaren maar liefst 255 pk.
Dat getal vertelt maar het halve verhaal, want dankzij de Supra mocht de Celica niet teveel vermogen hebben. Waar de straatversies van de Subaru en Mitsubishi rally-specials 280 pk onder de kap hadden, had de Celica op papier aanzienlijk minder. De 3S-GTE motor van de derde generatie liet zich overigens uitstekend tunen. Inlaat, uitlaat, ECU-afstemming en iets hogere turbodruk leverden flink resultaat op: 350 pk was geen probleem.
De auto zelf kon dat uitstekend aan. Op de vooras had de auto in een open differentieel, er tussenin een ‘viscous’ diff en achteraan een torsendiff. Dit resulteerde in een uitermate controleerbare, zij het ietwat onderstuurde auto. Om dat tegen te gaan kreeg de Celica GT-Four een superstrut voorwielophanging. Deze dubbele ophanging voor kon zich ‘zetten’ in bochten om onderstuur tegen te gaan. Hierdoor kon je zo makkelijk hard bochten in, door en uit waardoor het vermogen van 245 pk een beetje weinig leek.
In de rallysport was deze Celica generatie aanzienlijk minder succesvol. Aanvankelijk leek het een topper te worden. De Tour de Corse in 1995 werd gewonnen. Echter, tijdens de Rally van Spanje in 1995 werd TTE betrapt op het gebruik van sjoemel-restrictors. FIA president en beroeps-schuinsmarcheerder Max Mosley sprak van de meest verfijnde valsspelerij in de historie van de autosport. Overigens was de opvolger van de Celica GT-Four, de Corolla WRC, technisch gezien gewoon een Celica ST205.
Na jaren van absentie is Toyota gelukkig weer terug in het WRC. Bij de eerste rally van 2017, die van Monte Carlo, behaalde Jari-Matti Lattvala een tweede plaats met de Yaris. Nu is daar al een erg leuke straatversie van, maar laten we hopen dat ze met een echte GT-Four uitvoering komen. Nu Mitsubishi de Lancer Evo naar de eeuwige jachtvelden heeft gestuurd en de WRX STI de weg volkomen kwijt lijkt te zijn, is er weer behoefte aan een Japanse rally-homologatiespecial.
JanJansen zegt
Bij project Blinky bouwen ze de aandrijflijn van deze auto in een mini,
doen ze echt heel netjes met fantastisch droge humor:
https://youtu.be/mB4NXA_vNWs
lincoln zegt
@janjansen:
Pfffff .. verslavend leuke meuk ..
Van de talloze super getalenteerde monteur/kneiers zeker 1 van de betere ..
dwersbongel zegt
@janjansen: kan niet wachten op de volgende video!
dondeboer zegt
@janjansen: Can’t be done.
desjonnies zegt
@willeme ’t is een Impreza WRC, Willeme
willeme zegt
@desjonnies: Maar de straatuitvoering, de homologatiespecials, heten naar mijn weten WRX (Spec C of Type RA), toch?
desjonnies zegt
@willeme:
Ja, de straatversie is een WRX die omgebouwd werd tot WRC bij Prodrive.
sracert zegt
Mooie Wagen die Sainz editie. rest vond ik nogal moi, moi
dieselkameel zegt
De rally auto van Carlos Saints staat volgensmij bij een liefhebber hier ergens in Twente, heb hem voor bij zien komen bij passie voor auto’s
Supra1981 zegt
@dieselkameel: bij Louwman in Raamsdonksveer staat er ook nog een. Gezien tijdens een autodag. Naast een Corolla en andere Celica’s
Corrado16v zegt
Top stuk weer! Is de rede dat je de 7e generatie niet mee hebt genomen is omdat deze geen rally-activiteiten meer heeft meegemaakt ? (Toch?)
maferick74 zegt
Ja dus mijn corolla uit 99 is helemaal niet suf, heeft een prachtige rallyhistory. Met zijn debiele kikkerogen ( karakteristiek)
lincoln zegt
@maferick74:
Was wel de inspiratie voor Bentley toen ze de Mullsanne ontwierpen ..
Tonnie zegt
@maferick74: die corolla rally is een van m’n favorietjes! Net zoals vrijwel alle rally auto’s uit die tijd. Suf gespeeld met v-rally op de playstation!
lincoln zegt
Toyota is duidelijk niet de allergrootste autobouwer ter wereld geworden door zich bezig te houden met verplassen ..
Verkoop records zijn ze beter in iig ..
pinut187 zegt
@lincoln: gelukkig doet Lincoln het stukken beter..
mastemaker zegt
Bedankt voor dit fantastisch geschreven stukje historie!
On topic: tijd lang een licht blauwe Celica uit ’94 gehad, Canadese uitvoering met 18 inch Avensis meerspaaks velgen eronder. Als iemand deze ooit ziet omgeving Gelderland, wil iemand deze svp spotten voor mij? Kenteken RL-SG-..
gertjan2012 zegt
Ik ben hier vast niet de enige die bij de artikel foto direct moest denken aan de jaren 90 arcade kasten van “Sega Rally” ? https://r.mprd.se/MAME/cabinets/srallyc.png
dwersbongel zegt
Zo’n ST185 moet wel in Gt trim staan om hem mooi te kunnen noemen. Vond die daarna (st205?) altijd wel op een Supra lijken.
whoppie zegt
Graag meer van dit soort artikelen. Leuke info en leest heerlijk weg.
celicatwincam zegt
Heerlijk stuk weer @willeme net als je stuk van van de week met mijn persoonlijke favoriet de mr2 sw20 :) celica t16 met 3s-ge (2.0, 140 pk) heb ik jaren plezier van gehad voor mijn huidige mr2 turbo, met het 225 pk japansr blok zoals dat ook in de gt four geleverd is. Keep them coming!
rd1991 zegt
Een van m’n beste maten rijd de ST205 Castrol die ook op Autojunk te zien is. Gekieteld, custom rolkooi en nog wat meer aanpassingen maken het een echt speciale auto. Zijn broer had er ook een, een WRC ST205, maar die auto heeft recent helaas het leven gelaten. Het aantal camera’s en opgestoken duimpjes die je onderweg krijgt, vooral van de 40+ers is ongekend.
celicasteve zegt
@rd1991: a, de Tabberneetje haha
celicasteve zegt
@celicasteve: achter Tabberneetje moest nog een S
rd1991 zegt
@celicasteve: jij mag niet meer raden :p
biohazardracer zegt
Als we denken aan een Japanse rally-homologatiespecial zijn er twee auto’s die direct boven komen sijpelen bij de gemiddelde autoliefhebber. De eerste 2 die bij opkwamen waren de celica en de corolla.
Supra1981 zegt
Ooit eigenaar geweest van een zwarte en rode ST185. Heerlijke auto’s om in te rijden en je had veel bekijks dankzij het uiterlijk. Leuke eerste auto om mee te beginnen.
Ooit op het punt gestaan om een Amerikaanse Celica op de veiling te kopen in Barneveld, maar dat ging helaas niet door.
Breinstein zegt
Ik blijf, in tegenstelling tot @willeme, de ST205 veruit de fraaiste vinden. Wat een sexy apparaat, staat toch wel op mijn wishlist.
mrrallycross zegt
Mooi stukje geschiedenis. Meer van dit
choi zegt
De ST205 vind ik nog steeds een hele prachtige auto. De modellen daarvoor kunnen me geen van allen bekoren.
autospotterkerkrade zegt
Interessant
toyotafortuner zegt
Heerlijk informatief stukkie!
Zelf vind ik de ST205 wel mooi hoor. Ik vind álle Celica’s mooi, behalve de ST165, ST185 en de ZZT230 (de laatste Celica dus)
pinut187 zegt
@toyotafortuner: dus je vind bijna 30% niet mooi..
fanboy zegt
Zeer goed stuk!
Ik had zelf de ST202. Dus helaas geen turbo en geen 4wd. Maar wel de superstrut ophanging met visco sperdiff, en 175pk. Dat ding echt hard de bocht door, en je kon merkbaar vroeg op het gas, wat normaal gesproken niet kon in een voorwielaandrijver.
G-Ammo zegt
Toyota heeft zoveel spannende auto’s gebouwd, maar gewoon meer dan de helft nooit in Europa verkrijgbaar. Puur vanwege al onze achterlijke regels en kosten.
Bart_V zegt
Leuk verhaal. Mijn favoriet is wel de ST205 alleen op veel modellen zit de lelijke grote (en kenmerkende) spoiler op. Zoals die van een goede vriend van me vind ik hem mooier: https://youtu.be/RlSJuQcbTFM
Verder wel eervolle vermelding van de Corolla WRC. Zo heb ik zelf ook dit model Corolla met dezelfde motor als de ST205 GT4 met superstrut maar helaas (nog?) geen awd