Gezellig, het is weer kerstmis. Traditioneel doen we dan iets met kalkoen. Vandaag is het een hele grote, op een motorkap geplakt.
Welbeschouwd is het natuurlijk een heuse firebird en deze vuurvogel siert het gelijknamige model van Pontiac. De Firebird was altijd nauw verwant aan de Chevrolet Camaro en ook dit model van de tweede generatie leek weer sterk op de Chevy-variant. Deze modelserie liep van 1970 tot 1981, aanvankelijk met wisselend succes. Dit nieuwe design was minder bedoeld als muscle car, maar veel meer geënt op een Italiaanse lijnvoering. Daar moesten ze in ‘Murica even aan wennen: de verkopen halveerden het eerste jaar ten opzichte van zijn voorganger. Zelfs het topmodel, de Trans Am Ram Air Ⅳ, trok nog weinig american muscle liefhebbers over de showroomdrempel met zijn 6.6 liter grote V8 met 370 PK. Slechts 88 stuks werden er verkocht van deze brutale dikkerd. De schrik zat er blijkbaar goed in.
There’s no substitute for cubic inches, een waarheid als een koe, en indachtig deze aloude wijsheid monteerde men in Ohio vanaf 1971 een liefst 7.5 liter metende V8 voorin de vuurvogel. Vanwege lokale wetgeving op onder andere milieugebied (er is weinig écht nieuws onder de zon) werd het vermogen wel teruggeschroefd tot 335 PK. De Formula 400 en Trans Am uitvoeringen kregen bovendien een nogal uit de kluiten gewassen spoiler achterop. Verwachtingsvol keken de Pontiac dealers vervolgens naar de showroomdeur, in de hoop dat-ie alsmaar open zou zwaaien, maar nog steeds rinkelde het belletje maar sporadisch. Ook in 1972 hoefden de scharnieren niet extra ingevet te worden, de verkoopaantallen van deze aantrekkelijke coupé lieten nauwelijks een stijgende lijn zien. De benzineprijzen wel.
Dat betekende het einde van de muscle car, motorinhoud en -prestaties waren niet langer het belangrijkste verkoopargument in de USA. Iedereen liep daar eerst een beetje verdwaasd van rond maar Pontiac ging meteen voortvarend te werk. Het interieur van de Firebird werd flink herzien en er werd nu ook een 4.1 liter zescilinder in lijn met 150 PK aangeboden. De dikke 7.5 liter V8 bleef nog wel leverbaar, maar deze befaamde Super Duty 455 werd afgeknepen tot 290 PK. En deze trend zette door totdat deze mastodont in 1976 definitief werd geschrapt. Tegen die tijd leverde de eens zo machtige achtcilinder nog maar zo’n 200 PK. Voorheen had zijn startmotor dat al beschikbaar. Dat intussen de Firebird bovendien flink zwaarder was geworden door verplicht zwaardere bumpers en andere veiligheidseisen maakte hem ook niet bepaald sneller. Behalve als hij over de toonbank ging.
Want de facelift van 1974 viel in goede aarde. Vooral het front werd herzien tijdens die opfrisbeurt en deze “shovel nose” trok veel meer klanten over de streep. De motorkeuze was groot, het aantal PK’s per blok steeds beperkter: de zescilinder bleef steken op 100 stuks, de kleinste V8 van 5.7 liter had er 55 meer, de 6.6 liter achtcilinders hoestten maximaal 225 PK op en de 7.5 liter big bastards zetten hoogstens 250 PK op de achterwielen. De Super Duty V8 werd vooralsnog ongemoeid gelaten en leverde dezelfde 290 PK. Nog wel.
In 1977 kwam Pontiac wederom met een substantiële facelift. Een kleine twee jaar ervoor was de Firebird al voorzien van een grotere achterruit en wat kleinere wijzigingen als verplaatste richtingaanwijzers en extra lampen in de grill, maar nu werd het gehele front herzien en deden 4 vierkante koplampen hun intrede in de wat gladdere neuspartij. In die neus was de PK-inflatie nu eindelijk een halt toegeroepen, nadat de Super Duty V8 in 1976 op zijn knieën gedwongen was en nog slechts die armetierige 200 PK de wereld in rochelde. Paardenkrachten mochten voortaan weer en dat werd gevierd met een nieuwe serie motoren. De 6.6 liter RPO W72 achtcilinder leverde nu 220 stuks, voor degenen met gewetensbezwaren was er ook een muesli-editie met een 3.8 liter zescilinder die 145 PK voortbracht. In het topjaar 1979 werden er vier keer zoveel Firebirds verkocht als in zijn magere jaren. De vuurvogel was populair, ook geholpen door het feit dat een Firebird Trans Am zo’n prominente rol had in Smokey and the Bandit. In de geraffineerde combinatie van zwart met goud, waardoor die reusachtige vuurvogel op de motorkap ook zo chique uitkwam.
Voor modeljaar 1980 vinden de laatste wijzigingen plaats. Het front wordt vrijwel grill-loos en vooral wat vierkanter, want de eighties komen eraan. Onder de ellenlange motorkap vindt een grote opruiming plaats. Er zijn nog maar twee achtcilinders leverbaar: een 5.0 liter versie met 150 PK en een 4.9 liter turboversie die 210 PK produceert. De laatste zat niet al te discreet verpakt in de geweldige Trans Am Turbo. Die zag er ontzettend wild uit, zeker als Indy 500 Pace Car replica. Daar werden er 5700 van geproduceerd en deze uitvoering had alle opties die leverbaar waren op een Firebird standaard aan boord, inclusief gelimiteerd slip differentieel en Performance Handling Package. Hij was uitsluitend leverbaar in Cameo White met grijze accenten en de witte, dichte “Turbo”velgen. Het zag er geweldig uit en je had ook tijd genoeg om er naar te kijken, want het duurde ruim 8 seconden voor hij 100 km/u bereikte. En als-ie uiteindelijk aan de horizon verdween deed de Bird dat met hooguit 187 km/u.
Geeft allemaal niets, het is een prachtig icoon uit zijn tijd. Jarenlang kocht je deze Ameri-Manta voor een habbekrats, niemand moest er iets van hebben. Ik wel, wat mij betreft is dit weer zo’n guilty pleasure. De prijzen zitten sterk in de lift tegenwoordig, smetteloze exemplaren van deze generatie Firebird kunnen zomaar een kleine € 40.000 opbrengen. Maar wat mij betreft dan wel graag zonder die kalkoen, “the screaming chicken”, op de motorkap. Ik kan vandaag sowieso geen gevogelte meer zien, even uitbuiken. Burps.
norge zegt
Zonder face lift graag…
87sandyd zegt
@norge: dat is vaak toch….?
dsdh zegt
Voorheen de startmotor haha prachtig
E34M5Touring zegt
Een vriendin van me in de States heeft 2 weken geleden een 1st gen Firebird gekocht. Helemaal origineel, niet in al te beste staat. Gaat ze nu helemaal opknappen. Leuk model en zeker als Formula 400. Toch ben ik meer een Camaro guy.
E34M5Touring zegt
@E34M5Touring: Ik bedoelde met 1st gen het jaren 70 model. Niet de eerste Firebird.
888natan zegt
1st gen would be awesome! Jeugdsentiment
lincoln zegt
@robusa had hier in NL ook zo een ding ..
Maar dan de allerdikste bullnose helemaal vol peekaa torque anabole testosteron ..
Pontiac gebruikte (net als de GM zusters Olds Buick en Cadillac ) eigen motoren uit eigen fabrieken ..
Waren in die periode onbeschoft rijk ..
RobUSA zegt
@lincoln: Hi bro ! Ja hij staat ook deze pagina rechts, die zwarte in het midden machtig mooi nog steeds,helaas verkocht. Zelfs hier zie je ze niet veel meer.
RobUSA zegt
@RobUSA: Larssb had beter de foto’s van die van mij kunnen plaatsen in de gallery want de 74 ers zijn echt niet om aan te gluren 70-73 en 77-81 zijn IMO veel leuker.
O plaat zegt
Is wel altijd een droom wagen van mij geweest. Het model met de vierkante lichten in zwart met de gouden vogel en velgen. Zo als de Bandit. Wel met een vervang motor want die originele dicht geknepen is niets waard. Zelf opdrijven werkt niet want je heb zo veel stukken nodig dat een crate engine goedkoper word
Dutchdriftking zegt
@shiva: gelukkig is een crate engine voor de gemiddelde redneck geen enkel probleem.
Dutchdriftking zegt
Jammer dat door de olie crisis de vermogens zo enorm geknepen werden. Mooi zijn ze wel.
toyotafortuner zegt
Prachtig artikel over een prachtige wagen!
Vreemd genoeg vind ik dat de 74er facelift-neus beter staat op de Firebird beter dan op de Camaro.
Doe mij er maar eentje een beetje als op de topicfoto. Hoeft niet per se een Turbo Transam te zijn. Zolang t maar een frisse kleur heeft, een t-top is en een V8 heeft.
stephanotis zegt
Een guilty pleasure in de categorie Bonnie St. Claire, die ooit het vriendinnetje was van Johnny Bakker, zanger van de Kicks en de ontwerper van de vogel.
thebestcarsnederland zegt
Doe mij maar een 1973 Trans Am, de rest vind ik niet veel
dwersbongel zegt
Ik ben wel eens met iemand mee geweest die een witte had met zo’n shark nose (echte naam weet ik niet) paarse streep erover en een kleine kalkoen op de kap. Prachtige wagen met veel pk’s! Ding schoot echt goed weg. Rechtdoor uiteraard. Later ook nog een keer een ritje in zo’n Smokey en Bandit uitvoering. Dat was vooral erg cool :)
In katlijk zit american sportscars, die had er ook altijd mooie staan.
dwersbongel zegt
@dwersbongel: een witte zoals deze: http://www.americansportscars.nl/pagina's/trans%20am%20wit%2071.htm
GTI5 zegt
Smokey and the Bandit !!!!
truckertje zegt
Is t niet, “replacement for displacement” sorry voor m’n Engels ?
dondeboer zegt
@truckertje: Dat is de Engelse variant die de heren bij Bentley veel gebruikten. No substitute for cubic inches is op en top Amerikaans.
carfreakjim zegt
Mijn vader heeft er twee gehad eentje uit 79 en een uit 81, die van 81 had t-tops en een aftermarket uitlaat, dat ding maakte een enorme hoeveelheid kabaal. De 81er is na een roadtrip bij mijn oom in Noorwegen terecht gekomen en de 79er rijd hier ergens in Noord-Holland rond.
baasbas zegt
Vond dit wel een vermakelijk filmpje over de turbo chicken
toniominestrone zegt
Liever een Camaro Z28
jarnobakker zegt
Ik had er bijna 1 gehad.
Een formula 400 uit 1971 .
Helaas kon ik geen fatsoenlijke stalling krijgen…
phaeton zegt
Liever een ’65 Mustang
Rohrl-fan zegt
Knap artikel! :-) Altijd leuk om over zo’n klassiekers te lezen.
Nog een leuk weetje trouwens: Onder leiding van toen hoofd design bij GM Billy Mitchell is er ook een exemplaar gebouwd met een heuse Ferrari V12 onder de kap, namelijk de Pegasus.
Schijnt dat die wagen nog steeds bij GM in de garage staat…
marinepower zegt
Maat van mij had ook zo’n 400, heerlijk lomp ding. Rechtuit als een speer, en de bocht door als een VLCC.
rob5nismo zegt
Vorige week was er een mooie bij overhaulin
Mike Lavelli air brush gedaan met dat vuur
undifined1 zegt
Gelimiteerd slip differntieel is wel heel letterlijk vertaald. In het nederlands noemen we dat een sperdifferentieel. Maar geeft verder niks, leuk artikel!
redneckdarian zegt
Mijn broer had een firebird als eerste auto op zn 16e in America. Wit met goude strepen en velgen.
desjonnies zegt
‘De jongens’ reden ze en waren fan van dit model, de Voute mannen die leefden à la Jacobse en van Es
één Voute vriend Hanssie had er eentje als Camaro met een zes cilinder.
Ik stond naast hem voor het stoplicht met mijn Autobianchi A 112 en we gingen van kiet.
Tot ons beider verbazing, bleef ik met de Autobianchi langszij, je had echter een tunneltje in de Strevelsweg en een knik voor dat tunneltje.
(we praten Rotterdam zuid drie hoog achter hè)
Ik was verstandig en liftte met de A 112, de dikke Chevy en Hanssie hadden alle stuurmanskunst en geluk van de wereld nodig om ervoor te zorgen dat de tegeltjes op de tunnelwanden bleven zitten.
Stoere Hanssie was lijkbleek en niemand, maar dan ook niemand van de jongens deed ooit nog lacherig over mijnkleine Italiaanse koektrommeltje !
– Toevallig van de week nog expres door de straat gereden waar Hanssie ooit woonde toen ik in Rotterdam moest zijn en waar de lagere school was –