Snel. Wat is nu echt snel? Dames en heren: dít is snel.
De Lamborghini Murcielago 6.2 en de Pagani Zonda C12S 7.3. Dat is echt snel. Als je sneller dan dat wil gaan zal je je tot de betere nachtapotheker moeten wenden. Er is echter een andere manier. Dat is namelijk de Mitsubishi Lancer Evolution VIII GSR MR FQ-400. Die auto is namelijk sneller dan bovengenoemde auto’s. En dat is serieus snel.
Voordat we deze praktische supersporter behandelen, is het zaak even te kijken naar de basis van de auto, de Lancer Evolution VIII. Voor de simpele voorbijganger is de achtste iteratie van de Lancer Evo de zoveelste bespoilerde Ricer, maar de VIII is wel degelijk een significant hoofdstuk in de Evolution dynastie.
In januari 2003 werd de Lancer Evolution VIII geïntroduceerd. Net als zijn voorganger (en opvolger) stond deze Lancer op het CT9A platform. Dit betekent dat het technisch gezien niet eens Mitsubishi Lancer is, maar een Mitsubishi Cedia. Dit is een typische C-segment sedan. Met een lengte van 4,49 relatief lang, maar met 1,77 vrij smal en 1,45 ook nog eens vrij hoog. Resultaat: een vrij onhandig, niet sexy dan wel boxy design. Geef je ogen maar eens goed de kost en blijf hier langer dan 10 minuten naar kijken:
Mocht je niet in slaap gevallen zijn: de Evolution series zijn eigenlijk op zich zelf staande modellen. Deze delen eigenlijk helemaal niets met hun basismodellen. Het onderstel is compleet anders, voor de aandrijving is de motor vervangen door een atoombom en op het dak na zijn alle plaatdelen opgepompt.
De Lancer Evolution is er al sedert 1992. Mitsubishi kiest voor de Lancer omdat de Galant VR4 eigenlijk te groot word om mee te doen aan het WRC. De Lancer is lichter, wendbaarder en kleiner. De motor van de Galant VR4 is wel uitstekend, dus deze gebruikt Mitsubishi ook in de Lancer. In de jaren 90 blijft de Lancer Evo een ware homologatiespecial. Ondanks dat er veel exemplaren gemaakt worden, blijven de meeste in het thuisland Japan. Een kleine restpartij vindt zijn weg naar Australië, Nieuw-Zeeland en Groot-Brittannië. Een handjevol weet Europa te bereiken. Vanaf de Evolution V worden er ook exemplaren met het stuur aan de goede kant gemaakt.
Dit zijn de hoogtijdagen. Met Tommi Makinen aan het stuur wint Mitsubishi 4 maal het WRC. De Japanse automaker is dermate blij met de goedlachse Fin dat hij een speciale uitvoering toebedeeld krijgt, de Lancer Evo VI Tommi Makinen Edition. Op het moment dat deze in de dealers staat, is de opvolger al klaar. Naar het blijkt zou het nieuwe chassis niet het gewenste resultaat opleveren.
Die lijn zet zich ook voort met de VIII. Mitsubishi denkt een gat in de reglementen gevonden te hebben. Dat uit zich in een zeer herkenbaar zijprofiel. De kenmerkende achterspoiler is 15cm naar voren geplaatst. Veel levert het hen niet op. Dit was het begin van het Sebastian Loeb tijdperk. Deze man heeft het WRC gedomineerd zoals Michael Schumacher of Valentino Rossi de Moto GP. Nadeeltje: Loeb rijdt voor Citroen…
Ondertussen is er iets kenmerkends gebeurt. De Lancer Evolution is een begrip geworden. Waren de eerste drie generaties volstrekt onbekend voor iedereen (op de hardcore-rally liefhebber na), de tweede drie generaties konden al op meer herkenning rekenen. Reden voor Mitsubishi om extra groot uit te pakken. Dat gebeurde met de Lancer Evolution VIII. De eerste echte Lancer Evolution die wereldwijd verkocht werd.
Dat klinkt minder bijzonder dan dat het is. Een fabrikant namelijk te voldoen aan allerlei diverse eisen. In Azië, Amerika en Europa is de regelgeving op het gebied van veiligheid en emissies totaal verschillend. Voordat we naar het hoofdonderwerp gaan, nemen we de verschillende typen Lancer Evolution VIII met je door. Omdat het zaterdag is en omdat het kan.
Lancer Evolution VIII RS
Om even heel kort te gaan: WRC auto’s lijken in niets op straatauto’s. Ja, ze zijn street legal, maar de technologie op die auto’s gaat veel verder dan dat het op het eerste gezicht lijkt te zijn. Echter, de WRC is de topklasse van de rallysport, er zijn ook andere gradaties. Eén daarvan is de Group-N rallyklasse. Deze serie is bedoeld voor auto’s die zo goed als standaard zijn. Het beste uitgangspunt voor deze rallyklasse was de Mitsubishi Lancer Evolution VIII RS.
De RS had geen zesbak, maar nog de (ijzersterke) oude vijfbak met extra korte overbrengingen. De RS moest ook het AYC systeem ontberen. In plaats daarvan heeft de RS mechanisch differentieel achter en een helisch sper aan de voorkant. Het interieur was ook veel kaler, geen elektrische spiegels en ramen. De spiegels en deurgrepen waren niet eens in gespoten. In Japan kon je de RS alleen krijgen in Scotia White. De Japanse uitvoering had 14” stalen velgjes met kleine bandejes erom heen. De filosofie was simpel: iedereen zou het toch gaan aanpassen naar eigen wens (en de regels van de betreffende rallyklasse). Dus voor had je nog twee enigszins sportieve stoelen, achterin had je een stoffen bank uit de 1.3 basis uitvoering.
Er was ook een Amerikaanse RS, die behoorlijk afweek van de andere RS modellen. Dit waren meer uitgeklede GSR modellen. Sommige hadden nog wel AYC bijvoorbeeld. Allemaal hadden ze sportstoelen, lichtmetalen velgen en in kleur gespoten spiegels en deurhendels. Alleen een achterspoiler ontbrak.
Lancer Evolution VIII GSR
Dit was het belangrijkste type voor Mitsubishi. Hier werden ook de meeste van verkocht. Dit namelijk het model dat wereldwijd bij de dealers stond te schitteren. Ten opzichte van de VII was de VIII aanmerkelijk luxer en aangenamer, alhoewel dat uiteraard zeer relatief is. Het blijft een Japanse rally-special. Standaard kreeg de GSR 17” grote zespaaks Enkei velgen geleverd. De remmen kwamen bij de Italiaanse firma Brembo vandaan en de dempers bij Duitse toko Bilstein. Topspul dus. Dit was de Evo zoals de meeste hem willen, lekker compleet. Dus met airconditioning en Recaro’s die in leder en alcantara waren afgewerkt.
Technisch gezien waren de GSR modellen ook zeer competent. Uiteraard huisde hier een 280 pk sterke 4G63 viercilinder onder de kap. Deze dreef, computer gestuurd, alle vier de wielen aan. De auto hield in de gaten welke wielen het meeste grip nodig hadden en stuurde vliegenslvug het vermogen naar die wielen. Alle Evo’s hebben 280 pk, op de Japanse varianten na. Die zijn ietsjes krachtiger, alhoewel de meeste aanpassingen softwarematig zijn. De Evo VIII GSR was voorzien van AYC (Active Yaw Control). Dit systeem herkent wanneer de bestuurder enorm sterk instuurt en versterkt actief dat effect. Je kunt stellen dat onderstuur op deze manier onmogelijk is. AYC doet dit niet door het binnenste wiel af te remmen, maar juist de buitenste méér vermogen te geven. Dit systeem vreet banden, geen remmen.
Lancer Evolution VIII GSR MR
De MR modellen waren voor een groot gedeelte gelijk aan het model waarvan ze zijn afgeleid. Het zijn meer de details. Het dak is nu van aluminium en de dempers zijn iets herzien. Het onafgeveerd gewicht was wat lager door eveneens 17” grote BBS velgen. Verder kon je een MR herkennen aan de nieuwe kleur Graphite Grey en de zwarte spoiler. Ook waren de achterlichten iets anders (minder glimmend). Dit type werd vanaf 2004 geleverd (maar niet in Europa).
Lancer Evolution VIII RS MR
In principe dezelfde kleine wijzigingen, maar dan op het analoge RS model. Net als bij de gewone RS zijn de meeste gebruikt als basisplatform. Dat kan voor een tuningsobject zijn of voor een Group N rally auto. Ook voor de Rallycross was het een graag geziene gast: 600 pk was met gemak uit de 4G63-viercilinder te halen. Omdat alles ontbrak was het gewicht met 1.310 Kg lekker laag.
Lancer Evolution VIII SSL
Deze word (gelukkig) veelal vergeten. Waarschijnlijk mede dankzij het succes van de automobiele documentaires van The Fast & The Furious namen de Japanse ricers toe in populariteit. De SSL was voorzien van schuif/kantel dak, dikke Infinity subwoofer in de kofferbak en volledig lederen bekleding. Volgens de eveneens populair in Amerika zijnde quizshow Jeopardy: “Three things that don NOT belong in a Lancer Evolution…”
Lancer Evolution VIII 260
Dit is de Europese versie. Om aan de strenge eisen te voldoen werd het 4G63 blok voorzien van astmatische eigenschappen. Via de computer werd lucht en brandstof dermate arm gemengd dat de ontsteking minder effect had. Nog altijd was het geen langzame auto. 265 pk 6.500 tpm was nog altijd geen kattenpis (hetzelfde als de Euro-spec versie van aartsrivaal Impreza STI) en 355 Nm (bij 3.500 toeren) was nog altijd enorm veel. De sprint van 0-100 km.u duurde 6,1 seconden en voluit kon je 245 km/u halen. Het voordeel van terug getunede Japanse competitieblokken is dat ze met een open uitlaat, luchtfilter en andere chip lopen zoals ze horen te lopen: 325 pk was geen enkel probleem.
Lancer Evolution VIII GSR FQ300 / FQ330
Naast US, Euro en JDM specificatie Evo’s was er nog een serie Evo’s. Dat waren namelijk de UK spec Evo’s. Eigenlijk is de UK serie te danken aan één persoon, namelijk Lance Bradley. Mitsubishi UK had meneer Bradley al langer op de korrel en wilde hem graag als Director of Sales hebben. Geen enkel probleem. Naast een redelijke salariseis was een echte harde eis een auto van de zaak, en niet zomaar eentje. Bradley wilde namelijk een Mitsubishi Lancer Evolution V GSR. Het nadeel was: Mitsubishi UK had deze auto niet in het leveringsprogramma. Ze wilden Bradley graag hebben dus werd de auto opgenomen in de Engelse Mitsubishi prijslijst.
Aangezien de Japanse auto’s al het stuur aan de goede kant hadden was dit nog niet zo’n probleem. Nog een voordeel was dat de snelle Impreza’s ook niet in de UK leverbaar waren. Dus wilde je een snelle 4WD-turbo-rally-special dan kocht je een Impreza GT Turbo. Wilde je een écht snelle 4WD-turbo-rally-special dan kocht je een Mitsubishi Lancer Evolution. Als dat niet snel genoeg was kwam Mitsubishi een helpende hand bieden. Van de V en VI maakte de speciale UK Ralliart (Mitsubishi’s huistuner) divisie al diverse bijzonder rappe Evo’s: de Lancer Evolution VI RS Sprint en Zero Fighter waren uitermate gevaarlijk snelle auto’s.
Vanaf de Evo VII lanceerde Mitsubishi UK een nieuw label, de FQ-series. De F staat voor, ehh, flipping (…) en de Q voor Quick. Is weer eens anders dan het eeuwige GT of RS. De eerste was de Lancer Evolution VII GSR FQ-300. Het vermogen raadt je nooit. Inderdaad: 308 pk. Standaard had deze auto 276 pk, maar de auto kreeg een chip herschreven voor de UK, inclusief een open filter en voila: meer dan 300 pk. Binnen korte tijd werd het de populairste model uit de range. Je had relatief gezien alle luxe en comfort, terwijl de prestaties enorm waren. Op het circuit kon je je makkelijk meten met een E46 M3. Op B-weggetjes en elk wegdek met neerslag declasseerde je de marktleidende trots uit München.
Bij de achtste generatie Evolution mpakte de importeur extra groot uit. Het begon wederom met de FQ-300. Deze had in dit geval 305 pk. Daar hoefde ze niets aan te doen, want in de meest basale afstalling werd dat vermogen gehaald, ondanks dat de fabriek over 276 pk sprak. Een stapje hoger was de FQ-330. Ondanks de naam had deze een vermogen van zo’n 330-340 pk. Die 4G63 motoren waren lomp en zwaar, maar man wat een vermogen kon je eruit trekken. Maar voor Bradley zijn huzarenstukje werden werkelijk alle registers losgetrokken.
De basis was nog altijd dezelfde 4G63 uit de FQ320. Het blok werd echter compleet onder handen genomen door maar liefst vier instanties: Ralliart, Owen Developments, Flow Race Engines en en Rampage tuning. Allemaal bedrijven met veel ervaring op het gebied van Evo’s. Samen veranderden zijn de inlaat, uitlaat, intercooler, injectoren, MOTEC ECU: alles werd anders, beter, groter en sneller. Pièce de résistance is de enorme Garett turbolader. Het blok leverde nu 411 pk bij 6.400 tpm en 481 Nm bij 5.500 tpm. Van nul naar 160 duurde nog geen 9 seconden. Nul naar 100? 3,5 seconden, dank u wel.
Allemaal leuk, die superlatieven voor een Japans gebakje. Maar hoe reed zo’n FQ-400 nu eigenlijk? Daar zijn twee antwoorden op: heel erg goed en heel erg slecht. We beginnen met het slechte. Als je in een FQ-400 stapt is het gewoon een Lancer. Ondanks dat je er meer dan 40.000 pond voor moest betalen was de luxe ver te zoeken. Je zat op fijne Recaro’s en de ramen kon je elektrisch bedienen. Maar de aftermarket Alpine-radio kwam goedkoop over.
Dan startte je de motor om alleen maar een luide, nee, irritante brom uit de uitlaat te horen. Not impressed. Dan wil je weg rijden, maar je hebt problemen met de koppeling. Deze is namelijk loodzwaar en gespeend van alle gevoel. De bak zelf was ook hakerig. Dan reed je (eindelijk) schokkerig weg om er achter te komen dat de FQ-400 het woord dociel niet kent. Druk op het gaspedaal en er gebeurde niet zo veel. Ja, die die brom uit de uitlaat werd luider en irritanter, maar accelereren deed je nauwelijks.
De wegligging dan? Was dat dan wel goed? Mwah. De FQ-400 had een compleet aangepast onderstel, waarbij de dempers voor de gelegenheid waren vervaardigd van graniet. Ook de kneiterharde en korte veren hielpen niet mee. De FQ-400 stuiterde op het asfalt. Kortom, deze auto was een complete ramp.
Je zou de FQ-400 bijna dierlijke eigenschappen kunnen aanrekenen. Want met deze auto moest je leren leven. Deed je dat correct, dan kwam de FQ-400 tot leven. En de FQ-400 zorgde voor jou. En hoe! Met een FQ-400 aan je zijde was je onoverwinnelijk. Alsof je gaat stappen met Rico Verhoeven. In je achterhoofd weet je gewoon dat het wel goed gaat komen.
Eenmaal warm gereden kon je volgas met de FQ-400. Dat is de enige goede stand van het gaspedaal in deze auto. Volgas werkte de dubbelplaats koppeling veel beter. Deze moest je niet met beleid intrappen, neen: lompe kracht. Het zelfde gold voor de transmissie. Ook hier moest je met wat kracht de pook verzetten. Het was opmerkelijk wat er gebeurde als je dergelijke strapatsen uithaalde met de auto: de FQ400 kwam in zijn element. Als je de toeren boven de 4.000 toeren hield bleef je beschikking houden over volle boost en dus 350 tot 400 pk!
Rijdend als een idioot werden de banden ook warmer. Ook hier kon je de roadlegal semi-slicks niet genoeg mishandelen. Hoe warmer ze werden, hoe meer grip en precisie ze boden. Zelfs in het stuurwiel kreeg je vlezige feedback. Je was full in control over 400 hele grote paarden. Topsnelheid? Je liep bij 280 km/u in de zesde versnelling in de begrenzer. Sneller hoef je niet te gaan op een bospad, toch?
De FQ400 deed het allemaal voor je. Het enige was dat je wel een beetje goed voor hem zorgde. Dus dat betekende dat je minimaal benzine van octaangetal 98 moest tanken. En vaak ook, zo ongeveer een liter per drie kilometer. De FQ-400 was niet alleen zo snel als een Murcielago, het verbruik was even desastreus. Zoals vermeld moest de FQ-400 even ingereden worden. Ook na het sporten moest je de techniek even de kans geven om af te koelen. Niet alleen de motor, maar ook de bak en differentiëlen hadden er baat bij. Deze moest je ook geregeld ook laten checken door de dealer. Om de 7.500 km moest je de FQ-400 naar de dealer brengen voor een beurtje. Dan werden alle toleranties even gecontroleerd. Over het algemeen stond de FQ-400 te boek als behoorlijk betrouwbaar.
De FQ-400 zal niet de wereld in gaan als de mooiste auto ter wereld. Ook niet als mooist klinkende. Het was ook geen verfijnde auto. Maar had je de auto op zijn sweet spot, dan kende deze geen gelijke. Een leeggewicht van 1430 Kg, 411 pk op vier wielen via mechanische diffs, foolproof weggedrag en een hyperalert onderstel zorgde er voor dat je bijna iedereen in het stof liet bijten. De FQ-400 auto was zéér snel. Of quick, zoals de Engelsen zouden zeggen. Flippin’ Quick. Sneller dan een Lamborghini Murcielago 6.2 en Pagani Zonda C12S 7.3. Weet je meteen waar die FQ écht voor staat…
rednasnamsob zegt
FQ. F**king Quick
gneve zegt
Na het lezen van dit juweeltje, kan ik blindelings gokken dat ie door willeme is geschreven ;-)
por100 zegt
@gneve: ik heb voor de zekerheid nog even terug gescrolld naar boven, maar dat was dus geen verrassing. Mooi geschreven weer @willeme
@redactie: misschien een idee om eens een mc-testje te maken op basis van de stukjes van willeme? Kunnen we -competitie dieren zoals we die zijn- ff kijken wie er het meest van heeft opgestoken…
galant zegt
@gneve: Nou, inderdaad. Met de schrijfstijl van @willeme krijg je iedereen warm voor deze auto. Man man… in één keer het hele stuk gelezen. En wat een bak en wat een stuk. Goed bezig Willem!
Toch jammer dat ze in Japan hebben besloten om de Galant niet naar Europa te brengen.
desjonnies zegt
Wederom weer een fantastisch stuk wat alleen maar van @Willeme hand kan zijn, de technische beschrijvingen en constante veranderingen die de Japanners doorvoeren op dit soort productie – rallywagens, zijn bijkans niet bij te houden voor de gewone sterveling.
Dit omdat de Japanner NOOIT zal ophouden met perfectioneren en verbeteren.
De Tommi Hakkinen uitvoering van de Lancer vind ik zelf de meest fantastische, kan niet uitleggen waarom; hoeft ook niet.
Deez’ en de Impreza zijn eigenlijk het aller – aller beste en meest betrouwbare wat er ooit is geproduceerd aan street-legal rlalywagens.
En ik heb er in heel wat mogen rijden en nog wat in mijn bezit gehad. De Delta Integrale mag absoluut honderd keer beter smoelen, maar de zit en het rijden vind ikzelf heel wat minder dan de Impreza die ik nu heb.
En gaat er iets Delta Integrales stuk benje de Sjaak, bij deze Jappen is het volkser, gewoner, dit is niet zo hoog van de toren maar meer de working class hero.
Ja de interieurs zijn even gezellig als de gemiddelde koelkast enja het dashboard van de Integrale is honderd keer sexier met zijn 2398 Veglia metertjes, allemaal veel aantrekkelijker.
Alleen zijn die metertjes voor de Jappen niet nodig.
Ze doen het gewoon.
En je kunt ze ongenadig op hun sodemieter geven, maar rijd ze serieus goed warm koop minimaal 98RON benzine en laat de Turbo’s na het blaffen afkoelen door een minuutje stationair toerental.
I luv’em
p.s. Dat ik des Impreza’s ben geworden is louter toeval toen ik ooit meeging zo een hok op te halen in Engeland ; was dat toen een Lancer EVO geweest, had die er nu in mijn garage gestaan.
Zeker weten.
galant zegt
@desjonnies: Mika Häkkinen (F1) of Tommi Mäkinen (Rally), maar buiten dit kleinigheidje ben ik het roerend met je eens ;-)
postzegel zegt
Flippin’ Bonkers, Raven Mad.
fijnkonijn zegt
@postzegel: Raving mad ;-)
viezefreddyw zegt
Wat een geweldig stuk tekst over een legendarische auto. Ik kon me helemaal niet voorstellen hoe het is om er in te rijden, maar door dit stukje tekst heb ik er een goed beeld bij gekregen.
Ik heb een zwak voor de Lancer EVO, absoluut. Meer dan voor de Impreza. Het is ook zo’n typische auto die ik ooit eens zou willen. Alleen daar zijn er nog zo’n honderd van.. Het leven is te kort.
kle500 zegt
@viezefreddyw: inderdaad erg levendig geschreven, oprechte vraag, heeft de schrijver daadwerkelijk in deze fq400 (of een vande andere evoVIII’s gereden?
spykerboy zegt
@viezefreddyw: rijdt goed kan ik je vertellen! Lekker scherp en met veel beleving. Het is echt een rijders auto?? Mocht je interesse hebben, mijn evo 8 staat tekoop met nl platen uiteraard) nee helaas geen FQ-400)
jochempie zegt
Doet u mij maar zo’n lekker brede Evo IX Wagon!!
stephane8200 zegt
@jochempie: een bekende van me deed wat tuning in Duitsland. Had ook een R35 GT-R naast een Evo stationwagon. Ben er een keer in meegereden en het is een hele snelle boodschappenauto :)
dwersbongel zegt
Hele middag weer naar uitgekeken en je stelt (weer) niet teleur Willem!
Ik zou zo niet kunnen kiezen tussen de Lancer en een Impreza. Beide zullen fantastisch zijn. Ik heb zelf een Lancer Wagon gehad met zo’n zelfde interieur… maar ik was er erg blij mee. De 2.0 was in normale omstandigheden voldoende en het stuurde gewoon erg goed!
mstiic zegt
Droom auto van mijn jeugd!!
lekbak zegt
Jeetje ik krijg spontaan zin om er eentje te halen. Goed stuk over een geweldige wagen.
spykerboy zegt
@lekbak: ik heb er 1 die weg mag hoor ? je zegt het maar ?
duderuud zegt
Het is jammer dat de Evo niet meer geleverd wordt en dat de Impreza door zijn belachelijke uitstoot onbetaalbaar is geworden. En dan te bedenken dat de eerste GTT nog geen 50.000 gulden kostte. Ook grappig, de 555 editie die erna kwam koste…f55.555,55 haha!
Nu kost de Impreza gewoon €90.000!
kennone zegt
@duderuud: 2e hands kan het goedkoop. Heb een paar jaar terug een EVO III voor het lachwekkende 3000,- gekocht. Echter gaf de Turbo al snel de geest en hij lust wel wat olie. Maar buiten dat had ik er veel lol aan. Auto liep toen op 1,5 bar (+/-350 pk?) en trok alles er uit wat ik onder weg tegen kwam. Zelfs de 997 Carrera 4s van mijn buurman lied ik achter me. Daarna de auto voor bijna 3 dubbele kunnen verkopen.
robert110 zegt
Gewoon mijn soort sport auto. Niets voorzichtig en verfijning. Gewoon warm rijden en trappen met die handel.
woodward zegt
Waarom is het zo dat de UK altijd speciale edities krijgt? Renault, Evo’s etc.
OT: briljante wagens!
Rob zegt
@woodward:
Omdat zij dol op dat soort spul zijn en dat niet alleen roepen, maar ook daadwerkelijk kopen.
kle500 zegt
@Rob: en kunnen kopen.. weet niet hoe het het meest recent is, brexit and all, maar als ik een tijdje geleden naar de occasionmarkt keek was alles echt spotgoedkoop! Terugrekenend zal dat dan ook wel voor nwe autos gelden. Verzekeringen daarintegen..
geelbarrel zegt
@woodward: krijgen…not! Zelf gedaan. Vaak ontwikkelen/verbouwen importeurs modellen die zijn afgestemd op hun markt. Goed ondernemerschap dus. Natuurlijk verviel de standaard garantie af fabriek, maar in basis waren de auto’s bullit-proof. Dus geen probleem als importeur zelf de garantie te regelen. Om het grappenmakers niet al te makkelijk te maken was de FQ400 uitgerust met een datalogging systeem.
Even een anekdote hierover toen ik nog regelmatig met CCC in contact was: er kwam een melding binnen bij de centrale van de mobiliteitsgarantie van Mitsubishi. Een FQ400 met gebroken aandrijfas. In garantietijd. Vervelend. Ergens in Northampshire op een parkeerplaats. Ter plaatse stonk het nogal naar rubber. Iets verderop een boel herrie. SANTAPOD! Uit de datalogger was duidelijk op te maken dat de laatste kilometers niet echt openbare weg gebruik waren…. Busted…..!
sportevo zegt
Test van Topgear:
https://youtu.be/Ees2aZcDUn8
https://youtu.be/VVt1IjIdLxY
sportevo zegt
@sportevo: de auto is dus niet op alle fronten uitmuntend.
pinut187 zegt
Heerlijk geschreven stuk tekst met een goed vleugje humor over een legende van een wagen, waarvoor hulde. Ik zie alleen op de foto van de Amerikaanse RS toch dat de deurhendels ongespoten zijn.
toyotafortuner zegt
Wat een heerlijk, gek en over the top apparaat zeg! Typisch Japan. Hebben
rob5nismo zegt
Lekker leesvoer op de zaterdagavond
bofkont zegt
Zo goed is die opgevoerde lancer FQ-400 kwa wegligging, teveel vermogen.
https://www.youtube.com/watch?v=cv1l-oY3h5c
bofkont zegt
Valt nogal tegen dus hoe goed deze wagen is.
willeme zegt
@bofkont: Waarschijnlijk heb je het verkeerde filmpje er bij geplaatst. Want dit valt niet tegen! Noble M400 is een briljante sportwagen c.q. racewagen voor de straat met meer vermogen, meer koppel en (veel) minder gewicht. En dan die waanzinnige wegligging van die Noble. Zwaar onderschatte auto’s. Gaaf filmpje.
bofkont zegt
@willeme: Noble m400 heeft een gelijk vermogen , is idd een geniale auto, dat in tegenstelling tot die lompe fq400.
willeme zegt
@bofkont: Nee. Het is niet gelijk. (en de vergelijking dus ook niet).
Een Noble M400 heeft 425 pk en 530 Nm. Maar de grootste winst haalt hij met het gewicht: 1060 Kg is bijna 400 Kg minder dan de Lancer. Dus echt een andere orde. Afijn, maakt verder niet zo veel uit. Op een B-weg rijdt je zo’n Noble helemaal zoek met een Evo, en daar ging het in dit geval om ;-).
bofkont zegt
@willeme: je bent idd goed wakker ;) de Noble is idd stukken lichter en ja op een zandpad is diezelfde Noble geheel kansloos , B weg niet lijkt me.
willeme zegt
@bofkont: ik denk dat het niet eens heel spannend zal zijn. Evo’s worden nog wel eens onderschat. Op een snaarstrak circuit kan een Noble zijn vermogen goed kwijt, maar op een B-weggetje moet je heel voorzichtig te werk gaan. Zo’n Evo kun je mishandelen wat he wilt, de auto geeft geen krimp. Korte bochten, hobbels, gaten, verschillende soorten asfalt: een Evo kan dan, door het enorme absorbtievermogen al zijn vermogen kwijt. Maar die Noble is een gaaf ding, misschien leuk voor een artikel in de toekomst ;-).
bofkont zegt
@willeme: Hmm ja dat zou idd heel goed kunnen, ik heb helaas nooit een Noble mogen rijden wel meerdere Evo ‘ s in het verleden 6/7/8, zijn snelle rakkers maar ze fien mij niet zoveel, ik stel meer prijs op verfijning en een mooi interieur en afwerking.
willeme zegt
@bofkont: als dat je ding is, kan ik je die Noble afraden ;)
bofkont zegt
@willeme: Haha ja dat weet ik wel zeker, een onvervalste hardcore sportwagen, niets voor mij, ik mijn Z4 al spartaans genoeg.
alfadrifter zegt
Mijn printer heeft nog een kortere naam
r3fl3x zegt
Wederom, fenomenaal leesvoer
geelbarrel zegt
@r3fl3x: juist, lekker geschreven. Kudos!
rulefollower zegt
-edit: dank u, is inmiddels gefixt-
janmetdelangeachternaam zegt
Voel me wel enigszins oud als dit een klassieker wordt genoemd
geelbarrel zegt
@janmetdelangeachternaam: kennelijk alles langer dan reguliere looptijd van een leasebak is al klassiek…..
evo4g63t zegt
Leuk geschreven stuk, maar aan de motor van de FQ400 is veel meer gedaan dan genoemde punten en die maakten de FQ400 juist zo uniek. Zo zaten er gesmede Omega zuigers in, waren de gesmede drijfstangen/ koppakking/ kop- draaiwerkbouten en injectoren van HKS en zorgde een Zytec brandstofpomp voor het benodigde sap. De koppeling was een enkelplaat geveerde 6 pucks van gesinterd materiaal, gemaakt door Alcon.
De remmen waren Alcon monobloc remtangen met 6 zuigers en 343 mm remschijven op de vooras en 300mm op de achteras. De schokdempers en veren waren afkomstig van Bilstein en Eibach en zijn verre van hard. Deze zijn hetzelfde op de bij ons in NL geleverde Evo 9…
Overigens zijn de differentielen standaard GSR, dus niet puur mechanisch als de RS.
Gelukkig kan er tegenwoordig met minder grote, dus dure, ingrepen hetzelfde koppel en vermogen worden gehaald en blijft de rijdbaarheid vele malen beter.
Vaak lees ik dat mensen niet kunnen kiezen tussen een Evo en STI. Het enigste om erachter te komen is door ermee te gaan rijden, want ze hebben een kompleet ander karakter. Van een Evo hou je, of je haat m…
spykerboy zegt
@evo4g63t: laatste stuk zeer waar, voor mij was de keuze altijd al de evo, vind hem mooier om te zien, en klinkt beter (vind een subaru altijd een erg sjonnie geluid hebben), na in beiden gereden te hebben was de keuze helemaal definitief, heb een 8 gekocht en ook nooit meer gedacht om ooit een suby te kopen ofzo
racerx zegt
Complimenten voor een erg leuk artikel! Ik kan me die TopGear aflevering nog herinneren: Lambo Murcie (makkelijk) bijhouden op het circuit, maar een ‘sprintje’ in de hoogste versnelling verliezen van een Fiat Stilo door het enorme turbogat. Waanzinnige auto die FQ 400!
cossiekiller zegt
Van de Evo 10 is er zelfs een fq440 versie voor de Uk gemaakt. Nog een stukje zeldzamer!
87sandyd zegt
Toen ik klaar was met lezen, was het al zondag. Maar het was het waard @willeme
davido89 zegt
dit is er eentje toch? zo’n fq400 en nog opgevoerd ook
http://www.pistonheads.com/classifieds/used-cars/mitsubishi/evo-vii–ix/rare-mitsubishi-lancer-evo-8-mr-fq-400-huge-spec-600bhp-upgrade-2-3-stroker/2963727
Prijs valt mij eigenlijk wel mee, had verwacht dat dit ook wel een investeringsmodelletje ging worden
evo4g63t zegt
@davido89:
De Evo 8 FQ400 is geen gewild model. Iedereen prefereert een FQ uit de 300 serie die vele malen bruikbaarder is en op de openbare weg even snel is. Met wat kleine aanpassingen is bijna zelfde vermogen mogelijk.