Zojuist bereikte ons het trieste nieuws dat F1 legende Frank Williams vandaag helaas is overleden.
Sir Francis Owen Garbett Williams, ‘Frank’ voor vrienden, is vandaag op 79-jarige leeftijd overleden. Frank was een ijzervreter pur sang, benzinehoofd in hart en nieren en oprichter van het fameuze F1 team dat nog altijd zijn naam draagt. Afgelopen vrijdag werd de sinds een ongeluk in 1986 aan een rolstoel gekluisterde legende opgenomen in het ziekenhuis.
Typerend voor zijn tanigheid en vechtlust, was Frank de oudste nog levende persoon op aarde met het type verlamming dat hij sinds dat vermaledijde ongeluk 35 jaar geleden meemaakte. Doch de tijd wacht op niemand. Frank is naar verluidt vredig heengegaan. Resteert ons mede-benzinehoofden om zijn professionele leven op de circuits te herinneren en te vieren.
Van armoedzaaier tot de koning van de F1: de eerste stappen
Tegenwoordig is het F1 Team van Williams, waar Frank officieel tot en met 2020 de teambaas van was (hoewel dochter Claire de operationele kant van die rol sinds 2013 invulde), helaas een van de mindere teams op de grid. Echte kenners van de sport, weten dat het derde oudste team van de sport ooit ongekende gloriedagen heeft beleefd. Voordat het echter zover was, moest de latere Sir Frank de nodige lastige jaren overleven.
Als fan van auto’s en vooral autosport, begon Frank zijn leven in de racerij als monteur en als coureur. Al snel had hij echter de ambitie om een eigen raceteam te hebben. Daarom gebruikte hij geld wat hij verdiende met zijn day job om Frank Williams Racing Cars op te richten in 1966. Met dit team kwam hij uit in de Formule 2 en Formule 3, alvorens in 1969 de sprong te wagen naar de F1, met als coureur Piers Courage en een chassis gekocht van Brabham. Twee tweede plaatsen waren geen slecht resultaat voor de eerste pogingen om het te maken in de koningsklasse.
Piers Courage
Doch moeilijkere tijden zouden volgen. In 1970 deed Frank een deal met DeTomaso. Wederom was Courage zijn man achter het stuur. Maar helaas sloeg tragedie toe. Courage overleed dat jaar na een ongeluk op Zandvoort, wat een persoonlijk verlies was voor de beginnend teambaas.
DeTomaso trok zich na deze klap terug en de problemen die zoveel F1 teams over de jaren hebben gekend, bleven daarna ook Williams niet bespaard. Sponsors die afhaken, auto’s die niet snel genoeg zijn, geld dat opdroogt, het is het bekende verhaal. Kenmerkend aan Frank Williams was echter: hij bleef er altijd voor vechten. Wel volgde er na een mislukt verhaal met Iso-Marlboro even een zijstap.
Zoals de legende gaat deed Frank medio jaren ’70 zijn belletjes uit het telefoonhok buiten zijn kantoor, omdat er zo weinig geld was dat zijn eigen lijn was afgesloten. Dat kon zo niet doorgaan, dus deed Williams zijn team over aan de markante Canadese miljonair Walter Wolff. Aanvankelijk bleef hij betrokken bij het team, maar Franks ambitie lag niet bij het worden van een werknemer voor het team van iemand anders. Hij wilde nog steeds zijn eigen team runnen.
Van armoedzaaier tot de koning van de F1: Williams Grand Prix Engineering
Na even herbronnen en nieuwe plannen maken, was het dan ook al snel weer raak. Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. Samen met techneut en nieuwe partner Patrick Head, richtte Williams in 1977 Williams Grand Prix Engineering op. Een voormalig warenhuis voor tapijten in Didcot deed dienst als fabriek en hoofdkantoor.
Vanuit zijn eerdere ervaringen wist Frank nu wat er nodig was om een succesvol F1 team te runnen. Dat was namelijk, naast goede techneuten en coureurs, ook vooral het platte slijk der aarde. De armoedzaaier van weleer slaagde erin om opeens een superdeal binnen te slepen. Hij haalde namelijk de Saoedische luchtvaartmaatschappij binnen als sponsor.
Al vrij snel leidde dat tot groot succes. Reeds in 1979 won Williams de eerste F1 race, met achter het stuur oude rot Clay Regazzoni. Als je diep in Franks hart had gekeken, had hij wellicht toegegeven dat hij liever Alan Jones had zien winnen. Jonesy was namelijk een beetje de favoriete coureur van Frank. De Australiër ging die race ook aan de leiding, maar viel uit met problemen. Gelukkig haalde Clay de buit alsnog binnen.
Het Williams-team was nu iets om rekening mee te houden. Niemand lachte Frank nog uit. Zeker niet toen het vroege succes in 1980 uitgebouwd werd tot de eerste titels in de sport. Jones won het kampioenschap, Williams Grand Prix Engineering de titel bij de constructeurs.
Succes vasthouden
Succes behalen is echter een ding, succes vasthouden is een heel ander ding. Toch slaagde Williams daar lange tijd ‘best behoorlijk’ in. Sterker nog, van 1980 tot de laatste titels in 1997 won het team in totaal zestien kampioenschappen. Negen keer werd de constructeurstitel gewonnen en zeven keer won een coureur in een Williams het rijderskampioenschap. Daaronder zaten illustere namen als Keke Rosberg, Nelson Piquet, Nigel Mansell, Alain Prost, Damon Hill en niemand minder dan Jacques Villeneuve.
Wat deze periode van ongekend succes zowel extra knap maakt, als een zwart randje geeft, is dat Frank er middenin een dwarslaesie opliep. Dit na een ongeluk in een huurauto na een test op Paul Ricard. Williams was op weg naar het vliegveld van Nice en zat zelf achter het stuur, toen naar verluidt de remmen van zijn Ford Sierra dienst weigerden. Peter Windsor, die destijds voor Williams werkte om sponsors aan te trekken en nu F1 journalist is, zat ook in de auto. Hij kwam er gelukkig vanaf met lichte verwondingen.
Frank Williams had ontegenzeggelijk respect voor zijn coureurs. Maar hij kon er ook erg hard voor zijn. In 1992, 1993 en 1996 liet Williams telkens de coureurs die in die jaren kampioen voor hem werden onder lichte dwang het pand verlaten. Dat wil zeggen, Mansell en Prost trokken hun eigen conclusies nadat Williams nieuwe snelle coureurs aantrok. Hill werd onceremonieel vervangen door Heinz-Harald Frentzen.
Wellicht lag dit aan zijn vroege ervaring met Piers Courage. Het maakte het voor hem moeilijker zich te hechten aan iemand die wellicht opeens zou wegvallen. Zeker omdat dat laatste kon gebeuren in een van zijn eigen auto’s, zoals Williams nog een keer zou overkomen met Ayrton Senna in 1994.
Verval en verkoop van het team
Na 1997 droogde voor Williams het grote succes langzaam maar zeker op. Het is een herinnering dat zelfs de grootste teams hiermee te maken kunnen krijgen in de keiharde wereld van de F1. Voor Frank zal het niet nieuw geweest zijn. Topdesigner Adrian Newey stapte over naar McLaren en vrijwel direct werd de auto slechter. Uiteindelijk verlies je dan ook sponsors.
Na een aantal magere jaren, leek Williams het tij toch weer te kunnen keren. BMW kwam het team versterken als motorenpartner. Het was echter een dubbelzijdig zwaard. BMW maakte de sterkste V10 en nieuwe sponsoren stapten samen met het merk in. Maar het frustreerde de Beierse motorenfabrikant dat hun briljant klinkende krachtbron vooral op hoge snelheidscircuits naar zeges reed. Voor de Duitsers was dat bewijs dat hun superieure motor in de steek gelaten werd door de auto die eromheen zat. In de strijd om kampioenschappen was BMW.Williams namelijk kansloos tegen Ferrari.
BMW vertrok daarom om BMW Sauber te vormen. Williams bleef achter zonder steun van een fabriek en moest het aanvankelijk doen met klantenmotoren van Cosworth, net als in de begindagen. Later werden er klantenmotoren betrokken bij Toyota, Renault en uiteindelijk Mercedes.
Ondanks enkele oplevingen nadien, zoals de zege van Maldonado bij de Grand Prix van Spanje in 2012 en enkele podia in het begin van het nieuwe turbotijdperk, moeten we achteraf concluderen dat dit vertrek van BMW het begin van het einde was voor de familie Williams aan het roer van het gelijknamige team. Na jaren van sappelen, werd het team in 2020 verkocht aan Dorilton. BMW zelf werd er overigens ook niet heel veel beter van. Zij vertrokken na enkele aardige jaren met Sauber, die zeker niet meer succes opleverden dan ze met Williams hadden gehad, weer uit de sport.
Toekomst
Aan de ene kant moet het pijnlijk geweest zijn voor Frank om in zijn laatste jaren het verval van zijn team te zien. Maar aan de andere kant wist hij ook als geen ander hoe die dingen konden gaan in de F1. De nieuwe eigenaars van het team hebben aangegeven in principe vast te willen houden aan de naam Williams. Zo zullen Frank en wat hij heeft gedaan voor de sport niet snel vergeten worden. Daarbij hebben we gelukkig ook de foto’s en de verhalen nog. En de documentaire natuurlijk, mocht je die nog niet gezien hebben. Rust in vrede, Frank Williams.
nicolasr zegt
Mooi stuk Jaap!
Robert zegt
Een mooi in memoriam voor een markant man.
vaakbenjetebang zegt
Frank Williams, een man waar je niets anders dan heel veel respect voor kunt hebben. Een Formule 1-team opbouwen is al niet niks, laat staan er een sportief succes van maken. Daar maak je niet altijd vrienden mee, maar zonder gebroken ei geen omelet. Wellicht is hij langer dominant gebleven binnen zijn eigen team dan goed was, maar hij heeft ook veel hoogtepunten bereikt. Eén van de echte, echte persoonlijkheden die de sport door de jaren heen rijk is geweest. Rust zacht.
Onder zijn leiding is ook één van de meest aansprekende F1-auto’s aller tijden gebouwd: de FW14B. Een technologische mijlpaal van epische proporties, mijlenver vooruit op al het andere op de grid destijds, en dan ook nog eens prachtig om te zien. Die auto, dit team en de bijbehorende uitgesproken persoonlijkheden inclusief Frank waren voor mij een grote reden om de F1 destijds als knulletje actief te gaan volgen.
p993 zegt
Zeker, dat mag ook gezegd worden!
camber24 zegt
Prachtig gedaan, @jaapiyo
Mooi portret, RIP
toniominestrone zegt
Coureurs waren ondergeschikt aan het teambelang, daar weet Damon Hill alles van, vroeg een salarisverhoging na het behalen van zijn wereldkampioenschap en werd subiet de laan uitgestuurd waarna zijn carrière als een nachtkaars uitging.
sportabgasanlage zegt
Damon Hill ja, de zuurste en meest chauvinistische der Britse wereldkampioenen. Hij is nog een grotere Max-hater dan herr Toto.
Respect voor zijn kampioenschap maar als mens vind ik hem een eikel.
toniominestrone zegt
@sportabgasanlage: Zie het een los van het ander, ik ben ook geen fan van Max maar ben ik dan ook een eikel?
sportabgasanlage zegt
@toniominestrone Dat ligt eraan. Als je, net als Damon, alles wat Max doet bij voorbaat negatief uitlegt, en alles wat Lewis doet goedpraat en de hemel inprijst, zonder enige kritische blik, dan vind ik je een eikel ja.
Damon is zeg maar de Engelse Tom Coronel.
driftwood zegt
@sportabgasanlage: Als dat het criterium is zijn er ook heel veel Nederlandse eikels die alles wat Lewis doet bij voorbaat negatief uitleggen en alles wat Max doet goedpraten en de hemel inprijzen zonder kritische blik.
naturalpower zegt
Frank Williams leefde voor de sport en die sport heeft hem nog 35 jaar in leven gehouden. RIP, Frank.
mark997gt3 zegt
Vrij onverwacht voor mij. Weet niet of hij al lang ziek was. Maar ruim 40 jaar in een rolstoel is natuurlijk een enorme aanslag op het lichaam. Een legende! In zijn hoogtij dagen keek ik al elke race!
HZW zegt
Ja, de FW14B was magistraal, wat was dat een mooi stukje techniek voor die tijd.
jamannetje zegt
Zo snel na de verkoop van zijn team geeft het gevoel dat hij vooral is gestorven aan een gebroken hart.
sportabgasanlage zegt
Tja, het ging wel eindelijk wat beter bij Williams. Waar ze de laatste jaren steevast onderaan bungelden, is die positie inmiddels overgenomen door Haas. Williams is ondertussen echt een ander (en ook iets beter) team geworden.
osmo zegt
RIP Sir Frank :'(
Alfarobert zegt
Frank Williams en Formule 1 = 1 woord.Je kunt het haast niet zonder elkaar bedenken.R.I.P Sir Frank.
Calimero zegt
Williams, Frank Williams. Ik heb er alleen maar respect voor.
Het was ook door de geel blauwe Camel Williams ( waarvan ik nog steeds een schaalmodel in de huiskamer heb staan met “Red 5” ) waardoor ik de F1 tot op de dag van vandaag ben blijven volgen.Zowel in mooie als minder mooie tijden.