Auto’s zijn soms net als goede wijn: de hebben de tijd nodig om te rijpen.
1998 is was een uiterst memorabel jaar voor de automobiel in Europa. Het was het jaar dat de verkopen van de beeldschone en fantastisch sturende Alfa 156 op gang kwamen, en en passant ook nog de (toen nog) prestigieuze titel Auto van het Jaar 1998 in de wacht sleepte. Volkswagen kwam met de Golf IV en Mercedes lanceerde een geheel nieuwe telg in het C-segment: de A-klasse. Porsche kieperde wat ouderwetse merkwaarden overboord en kwam met de eerste écht vernieuwende 911 sinds de 964: de watergekoelde 996. Maserati introduceerde de drop dead gorgeous 3200GT en Jaguar pareerde door een compressor op de XK8 te schroeven.
Maar het waren niet alleen dure coupe’s, er kwam ook een sloot aan meer betaalbare tweedeurs pareltjes: de Mercedes-Benz CLK, Peugeot 406 Coupe, Lancia Kappa Coupe en niet te vergeten de Volvo C70. Honda was zo vriendelijk om de Integra Type-R (DC2) eindelijk ook in Europa te leveren (met Acura neus) en bracht ook maar meteen een nieuwe opvolger voor het grotere broertje, de Prelude (de laatste, zou blijken). Een ding was duidelijk: SUV’s waren bijna nergens te bekennen, laat staan crossovers… Kleine en betaalbare coupé’s waren gewoon helemaal in, wat een tijden
Maar de auto die insloeg als een bom, was een extrovert meesterwerkje van het toen nog zeer introverte Audi. Het merk met de vier ringen was in de jaren 90 maar bezig met één missie: definitief aansluiting vinden met BMW en Mercedes. Dat begon in 1994 met de geheel aluminium A8, gevolgd door de prima A6 en het merk was met de A3 de eerste fabrikant met een échte premium C-segmenter (de E36 compact is een beetje een raar verhaal). De TDI-motoren waren voor die tijd behoorlijk vlot (vergeet niet dat diesels toen nog echt langzaam waren) en de Tiptronic automaat was zowaar te doen.
Kers op de taart was de Audi TT. Het model werd als concept car getoond in 1995.De pers en het publiek waren er lyrisch over. Daarbij was het ook wel duidelijk dat dit net als de Quattro Spyder en Avus Quattro een vingeroefening was om te laten zien waartoe Audi tot in staat zou kunnen zijn. Niets was minder waar: de conceptauto werd bijna ongewijzigd in productie genomen. Er kwam een derde zijruitje, en, eh, dat was het. Niet alleen het design was overweldigend, ook het interieur was zeer origineel en verzorgd. Mede door de bouwkwaliteit, maar ook door de details. Het thema was: zes inbusboutjes. En dat werd overal doorgezet, met als mooiste voorbeeld de bediening voor de stoelverwarming, deze was in zes standen te zetten, en per standje brandde er een lampje op.
Echter, qua rijden was er wel het een en ander op aan te merken. Om de TT een beetje spannend te houden, werd de achterkant wat los afgesteld. Dat werkte voor de 205 GTI en Clio Williams, dus waarom niet voor de TT? Op snelheden tot zo’n 100 km/u was het ook een feestje. Natuurlijk, de besturing was net zo vaag als Jan-Peter Balkenende bij het vragenuurtje, maar de remmen waren puik. Het onderstel was stevig, maar comfortabel genoeg voor langere ritten. Maar op hogere snelheden was Audi’s kleine coupe wel heel erg ‘vrij’. Dit resulteerde in een serie ongelukken waar bestuurders van hun kersverse TT al oversturend tegen van alles aan crashten. Het sterkste verhaal is nog altijd van twee TT’s die elkaar oversturend ontmoeten en botsen. Of het waar is, waarschijnlijk niet, maar de pers smulde ervan.
Audi greep in installeerde het laatste ESP-systeem van Bosch en monteerde een achterspoiler voortaan op alle TT’s. Eigenaren die er al eentje hadden kregen ook het ESP, en konden kiezen of ze wel of niet de enigszins ontsierende spoiler wilde hebben. Dit had zijn effect, maar het castreerde de auto wel van zijn karakter. De TT (aankoopadvies) was nu een soort Golf Coupe geworden, wat het strikt genomen eigenlijk ook is. De motoren van 180 en 225 pk waren uitstekend: krachtig, koppelrijk en nog relatief zuinig. Het geluid was een wat luide brom, niet echt inspirerend. De TT verkocht er niet minder om. Audi had een gigantische markt ontdekt: die van de modebewuste persoon die niet zo veel om autorijden geeft. Eigenlijk exact het tegenovergestelde van de eerder genoemde Honda Integra Type-R.
De TT kreeg een open variant, de Roadster, die op zijn beurt ook een kopie was de concept versie. Zelfs de Nimbus-grijze lak, aluminium rolbeugels én de handschoen-lederen veters haalden het productiestadium. In 225 pk quattro-trim was het zeker een snel sportwagentje, maar in vergelijking met de Honda S2000 of Porsche Boxster was het niet echt een dynamisch wonder. En dat is altijd een beetje blijven hangen bij de TT: leuk concept, geweldig design, maar niet voor de enthousiaste bestuurder. In 2003 kwam Audi dan eindelijk met een nieuwe versie op de proppen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat er een TT-S zou komen met een nog potentere 1.8T en zelfs een facelift lag in de planning. Sterker nog, in 2001 stonden beide projecten al klaar om gelanceerd te worden, maar Audi besloot niet aan het design te tornen en wilde de 1.8T niet te veel stressen. De plannen werden dus gewijzigd.
In 2003 kwam dan de Audi die de TT-S had kunnen (of moeten) zijn, de TT 3.2 Quattro. Omdat de TT op het onderstel van de Golf/A3/Toledo/Octavia stond, waren de zescilinders van Audi niet te plaatsen. De A4, A6 en A8 hadden de motor in lengte voor de vooras liggen, met ‘échte’ quattro (torsen diff) terwijl de motor bij de TT overdwars lag, met 4-Motion vierwielaandrijving (Haldex koppeling). Tegenwoordig is de techniek al veel verder, maar bij de TT quattro voelde je de Haldex nog werken. Bij hard accelereren had je eventjes slip op de voorwielen en dan kwamen de achterwielen erbij. Gelukkig waren ze bij Volkswagen bezig met hun ultieme Golf IV, de R32, met een compacte VR6 motor van 3.2 liter. Deze werd ook in de TT geleverd, maar dan met een paar paarden extra waardoor het resultaat uitkwam op 250 pk en 320 Nm. Vierwielaandrijving was standaard, evenals een handgeschakelde zesbak. Maar als optie kon je kiezen voor de DSG bak. Jazeker, de Audi TT was eerste auto die je kon bestellen met een automaat met dubbele koppeling.
Deze auto werd al een stuk beter ontvangen. De DSG was een top-transmissie en zou snel bijna alle sequentiële enkel-koppelings transmissie overbodig maken. Daarbij klonk de V6 uitstekend en waren de prestaties niet onaardig. Echter, er waren twee nadelen. Dankzij de V6 en de automaat werd de TT behoorlijk zwaar. Tweede nadeel: trekkracht. Niet dat de VR6 te kort kwam, maar je moest wel telkens hoog in de toeren klimmen. De 1.8T was vele malen effectiever. De TT 3.2 quattro was een verbetering, maar nog niet de rijdersauto die eigenlijk al met de introductie beloofd werd. Dus werd er een belletje gepleegd naar ‘quattro’, tegenwoordig Audi Sport genaamd. Audi quattro GmbH staat bekend om de ‘RS’ modellen van Audi, evenals de R8. Maar voor de ultieme TT werd ook de hulp van de performance divisie uit Neckarsulm ingeroepen. Het doel: een rijders-TT ontwikkelen, zonder de dagelijkse bruikbaarheid compleet overboord te gooien. Het resultaat was de TT quattro Sport.
Deze werd in 2005 getoond en geleverd. De motor kreeg er een paar paarden bij, waardoor het totaal op 240 terecht kwam. Niet een simpel chipje, maar twee grotere intercoolers en een licht gewijzigde KKK K-04 Turbo. Deze werd gekoppeld via een dual-mass vliegwiel aan enkel een handgeschakelde zesbak. Daarnaast ging het gewicht omlaag met maar liefst 75 kg. Dit werd bereikt door de achterbank te verwijderen, evenals de climate control. Ook de hoedenplank en reservewiel werden weggelaten. De accu verhuisde naar de achterkant voor een iets betere gewichtsverdeling. Het interieur zag er wederom indrukwekkend uit: twee grote Recaro-kuipen, waarvan de achterkant in carrosseriekleur gespoten. Verder was het allemaal vrij basic, zoals het hoort in een rijdersauto. Evenals de leren en vooral alcantara afwerking. Stuurwiel, handrem en pookknop zijn in het zachte materiaal gewikkeld. Een plakaatje op het handschoenenkastje geeft aan dat je in iets bijzonders rijdt.
De TT quattro Sport kreeg een 20 mm verlaagd S-Line onderstel, evenals speciale 15-spaaks 18″ Speedline Corse velgen. Verder is de TT quattro Sport te herkennen aan de rode remklauwen en de bodykit van de 3.2. Maar het meest in het oog springend is toch wel dat het dak in Phantom-zwart is gespoten. De TT Quattro Sport was leverbaar in rood, zilver, blauw en zwart. Bij de laatste kleur is het dus wat lastiger te herkennen. Er zijn overigens ook V6’en met zwart dak: in de US werd vlak voordat TT MkII kwam een special edition uitgebracht die ook deze feature hadden.
Qua prestaties ging de TT er ietsjes op vooruit: eindelijk ging de TT sneller dan 6 seconden naar de 100 km/u (5,9 seconden) en was de topsnelheid begrensd op 250 km/u. Een echte hardcore sportwagen was het echter niet, maar deze TT is dé versie die je moet hebben. Om twee redenen: het is veruit de leukste TT om te rijden (de kont komt zelfs weer een beetje los!) en er zijn er weinig van gebouwd, slechts 1165 stuks. Om het nog erger te maken, daarvan ging het gros naar de overkant van de Noordzee: 800 exemplaren hebben het stuur aan de verkeerde kant zitten. Dat maakt de zoektocht er niet makkelijker op. Maar als je er eentje kan vinden heb je wel een leuke klassieker voor de toekomst. Niet alleen om te zien is het de gaafste TT, maar dus ook om van A naar B te gaan. Zoals het eigenlijk ook bedoeld was.
flatsix010 zegt
Nog nooit gezien/van gehoord. Wederom een heerlijk artikel!
stephane8200 zegt
“En dat werd overal doorgezet, met als mooiste voorbeeld de bediening voor de stoelverwarming, deze was in zes standen te zetten, en per standje brandde er een lampje op.”
Dat je daarna een half uur bezig was de knop terug uit het dashboard te vissen is slechts een kleinigheid op het gebied van bouwkwaliteit. Dit is niet een voorbeeld daarvan.
De Quattro Sport kende ik wel. Destijds las ik SportAuto best veel en die is daarin voorbij gekomen.
wimof zegt
@stephane8200: Bij mijn zeer accuraat weten moest je gewoon ,simpelweg op de schakelaar duwen en kwam hij zeer statisch naar buiten, misschien nooit gezien bij de 2 andere rijders.
stephane8200 zegt
@wimof: door dat duwen, waardoor de draaiknop naar buiten kwam, verdween hij in het dashboard. Bij mij althans. Heb een 225pk quattro S-line gehad.
wimof zegt
@stephane8200: ik was al 10 tallen jaren dealer op dat ogenblik.
De voorstelling van de TT was toch wel iets speciaal.
Het blijft een speciaal product, het werd met de hand in mekaar gezet in kleine units waar men bvb een bepaald gedeelte van het chassis werd samengesteld.
Alleen de boog werd/ wordt lasergelast.
En ik maar foto’s nemen, opgewonden als ne kleine gast, en de begeleiders die daarom bijna gek werden.
stephane8200 zegt
@wimof: het zag er goed uit, maar reed redelijk en de bouwkwaliteit van interieur en motor was niet overtuigend.
Ik vind het nog steeds wel een mooie auto maar het is net als een mooie vrouw met een lelijke stem en de intelligentie van een pinda: daar ben je ook zo op uitgekeken.
wimof zegt
@stephane8200: Zoals op de meeste Franse wagens.
Alhoewel we hebben onze handen wel volgehad met die TT’s.
stephane8200 zegt
@wimof: tegenwoordig zijn er weinig mooie Franse wagens meer, behalve de Alpine A110 wellicht. Maar handen vol met gebreken dan toch ook?
rufctr01 zegt
@stephane8200: nooit ellende of gebreken met een Franse auto gehad.
De Duitse merken willen hier nogal eens bij de dealer staan.
m54b30 zegt
@wimof: Problemen bedoel je?? in welke zin?
De 1.8 20vt motor is aardig hufter proof dacht ik, zelf een S3 8L quatro gehad met dezelfde motor.
wimof zegt
@m54b30: Die opmerking over problemen komt niet van mij.
Wat ik wel bedoelde over de Franse wagens is dat het design zo speciaal (kan zijn) en dat men er snel is op uitgekeken.
m54b30 zegt
@stephane8200: interieur is juist wel erg goed van deze auto,goed afgewerkt.
Jochempie zegt
Absoluut niet vergeten, hoor. Ik zag er een jaar of twee geleden nog eentje staan in Amersfoort.
eefie zegt
Een leuk artikel!
rd1991 zegt
1998 was ook het jaar waarin Fiat met zijn Coupé 20v turbo Limited Edition op de proppen kwam. Mijn insziens veel gaver, wánt.. ik heb er een. Qua snelheid waardig aan de 1.8T 225 of 3.2 V6.
MaartenD zegt
@rd1991: mooie auto die fiat. Jammer dat je ze amper nog ziet
wimof zegt
@maarten020: Vermoedelijk weggeroest in tegenstelling tot de roestvrije tt’s.
MaartenD zegt
@wimof: dat vrees ik ook ja
m54b30 zegt
@rd1991: Qua snelheid Waardig? mijn hemeltje, de 20 20v turbo maakt compleet gehakt van de 225 turbo en de 3.2 V6 van Audi.
dubcars zegt
De eerste auto met automaat met dubbele koppeling? Dat was die R32 (Mk. IV) toch?
moveyourmind zegt
Best een leuk ding zo’n TT en voor een habbekrats heb je er één voor de deur staan.
Al zou ik zelf doorsparen voor een Nissan 350Z of 370Z. Zelfde idee, maar een stuk fraaier uitgevoerd en rijeigenschappen die op een hoger niveau liggen.
stephane8200 zegt
@moveyourmind: goed idee! Vooral ook omdat ik hetzelfde idee heb ;)
wimof zegt
@moveyourmind: We hadden het nog gisteren over horloges.
lekkaah zegt
Vrees dat Audi ‘has peaked’. Gut gespielt aber verloren.
blo3to3t zegt
Ik mis de le mans uitvoering… Zelf een paar jaar mee gereden.
RubenS zegt
@blo3to3t: Nice! zo eentje heb ik ook, welke kleur had je?
Tom-RS6 zegt
@RubenS: ik heb ook een TT Le Mans ik Heb de kleur sprintblauw
peke zegt
Zeker innovatief design en vind het nog steeds een goede frisse verschijning.
Feit is (en dat is niet zomaar de pers napraten) dat het met wat hogere snelheid of sneller rijgedrag dramatisch rijdt.
Ik verkocht destijds mijn 180pk met de spreekwoordelijke staart tussen de benen om een z3 (115pk slechts!!) te kopen waar ik veeeel meer lol van heb gehad: terwijl die echt veel meer verouderd is.
Maar vooral het interieur van de tt kan nog best wel heel leuk mee:)
peke zegt
@peke: ps: leuk artikel!
polpol33 zegt
@peke: mee eens.
Mijn toenmalige vriendin had een 180pk. Ritjes naar Oostenrijk en zuid Frankrijk mee gemaakt. Ik vond het vooral saai. Langdurig hoge snelheden ging prima maar emotieloos.
Het uiterlijk vond ik wel aardig
audipolarblue zegt
Vanavond allemaal mobile.de openen en zoeken maaarrr
connielingus zegt
-EDIT: Niet op de man spelen. Laatste waarschuwing.-
connielingus zegt
-EDIT: Bedankt voor de bevestiging. Het account is bij deze verwijderd.-
connielingus zegt
Vreemde titel. Hoezo vergeten? Een Renault 11, die is vergeten. Gelukkig….
cossiekiller zegt
Een Audi met overstuur. Wat een zotte tijden moeten dat toch geweest zijn!
Senne zegt
@cossiekiller: Vandaar dat er zoveel gecrasht zijn, niemand snapte wat er gebeurde toen het zover was.
wimof zegt
@senne: Mijn eerste klanten waren vooreerst klanten die gevallen waren voor looks en nooit met een achterwielaandrijving hadden gereden.
m54b30 zegt
@wimof: Maar het is ook geen achterwiel aandrijver, vooral voor wiel, en zo nodig naar achter bijgestuurd door de haldex.
wimof zegt
@cossiekiller: Indeed en schadeclaims, personen die beweerden dat ze geslipt waren op een viaduct, maar blijkbaar zat de velg rand vol gras na een iets te breed genomen bocht.
Ik herinner mij dit alsof het gisteren was.
hassani zegt
Ik kan aan de lengte van het artikel al merken dat Willeme het geschreven heeft
wimof zegt
@hassani: Ere wie ere toekomen.
Tom-RS6 zegt
Leuk artikel! Maar wat ik mis
Is de le Mans uitvoering in het verhaal ik heb zelf een TT le mans uitvoering
blo3to3t zegt
@maupi93: yup, die heb ik ook gereden, een 225pk cabrio ( gechipped naar 250)
Tom-RS6 zegt
@blo3to3t: dat is nice!? mijn TT is sprintblauw en nog in concourstaat
boris9397 zegt
@willeme kleine correctie: “Het thema was: zes inbusboutjes.” Ik tel er overal acht.
smartman053 zegt
alleen de 225pk versie “gewone 1.8 “ gereden. maar check deze, echt ? nooit geweten…
https://m.mobile.de/fahrzeuge/details.html?id=223424365&utm_source=com.apple.UIKit.activity.CopyToPasteboard&utm_medium=ios
drdre1 zegt
@smartman053: okay, ik ben nooit een TT fan geweest, maar ik vind eigenlijk dat ze vanaf het begin er zo uit hadden moeten zien.
omarrs6 zegt
Jammer dat de TT van Wouter nog steeds zoek is
Boomer zegt
Altijd leuk gevonden een TT had er een paar jaar geleden een 2nd gen willen kopen, nooit van gekomen. Nu ik laatst een leuke auto voor mijn vrouw zocht moesten we helaas concluderen dat de achterbank zo ontzettend onbruikbaar was voor iedereen groter dan 95 cm en met benen (je hebt meer ruimte in een 911) dat we uiteindelijk voor de scirocco gekozen hebben. Die rijdt ook nog eens beter en is vele malen bruikbaarder, maar toch net iets minder spannend vorm gegeven.
HZW zegt
De mooiste TT versie die toen gemaakt is, maar nooit in productie genomen was een gele TT 2.7T B5 RS met de complete Audi RS4 V6 Bi-turbo quattro aandrijflijn er in met 380-400 pk.
marinepower zegt
Over die versie zonder achterbank: raar eigenlijk dat dit type auto’s überhaupt over een achterbank beschikken. Voegt gewicht toe, neemt ruimte in, en er kan alleen een huisdier plaats nemen.
Dutchdriftking zegt
Dankzij een eerder artikel van @willeme ken ik de wagen al. Droomwagen. Of een compressor op de 3.2. Dan ben je ook het koppel probleem kwijt en heb je wél porno geluid! Overigens gaat de VR6 daar wel enorm van zuipen dus zorg er voor dat het niet je dagelijkse vervoer is.
noosaheads zegt
When it was 1998..it was a very good year..
marc94 zegt
Als je wil lachen moet je er met 4 man in gaan zitten. Leuke tijd gehad met dat ding. Had de 225 quatro met abt tune. 250 pk ofzo.
kalopedi zegt
De spiegels op de qS zijn ook phantom black en de uitlaten zijn uitgevoerd in zwart; de wielen hebben een ‘staggered setup’, waarbij de achtervelgen een halve inch breder zijn, terwijl de bandenmaat rondom gelijk is (235/40 ZR18). In plaats van de achterbank is er extra bagageruimte en een strut bar met bagagenet. Heb er sinds vorig jaar zelf een, met climate control, wat hier in de ‘Mediterranean’ onontbeerlijk is en het is een goede ‘daily driver’.
HZW zegt
De onbekende Porsche-killer: Audi TT 2.7T RS
Door Spillies op 31 oktober 2013 22:06
Al is deze conceptcar nooit in productie gegaan, toch is het zeker de moeite om er hier eens over te berichten. Dankzij Fourtitude.com krijgt dit onbekende prototype de aandacht die hij in 2001 nooit gekregen heeft.
Dit jaar viert quattro GmbH zijn 30-jarige jubileum, waarvoor het een tentoonstelling houdt in het Audi Forum te Neckarsulm die begin deze maand geopend werd.
Hoofdzakelijk staat het er vol van de RS-badge dragende nieuwe Audi modellen of de motorsport bolides, maar verder stond er ook een eerder bescheiden Imola gele TT van de eerste generatie.
Op het eerste zicht niets op aan te merken buiten de ducktail spoiler op de koffer, maar schijn bedriegt, deze TT was het prototype voor een eventuele TT RS Mk1.
Onder de motorkap ligt niet minder dan de 2.7T V6 vanuit de eerste generatie RS4 (B5).
Deze V6 turbo hoeft geen inleiding bij de Audi liefhebbers, was eerst verkrijgbaar in de B5 S4 en de eerste A6 Allroad, later door Cosworth getuned voor de RS4 B5.
Maar nu zitten die liefhebber ook te denken, alle motoren werden toch dwars gemonteerd in de TT, terwijl de RS4 motor in de lengterichting lag?
Inderdaad, dus wat u hier ziet is eigenlijk totaal geen TT, het is een RS4 chassis met versnellingsbak en brandstoftank die 17cm werd verkleind waar bovenop de TT carrosserie geplaatst werd.
Niet voor de hand liggend, maar een knap staaltje ingenieurswerk!
De logica achter dit project hoeft u trouwens niet te ver te zoeken, volgens Stephan Reil (quattro GmbH’s Technical Director, nvdr.) werd dit project simpelweg gestart omdat Audi vond dat er nood was aan een sportwagen op de markt die naast de RS4 B5 te verkrijgen was.
Er was in 2001 nog geen R8 uiteraard.
Dit prototype werd voor een jaar en een half gebruikt wat resulteerde in 20.000km op de klok.
Stephan Reil beweert trouwens dat deze TT sneller was als de 911 van die tijd.
Helaas kwam deze pre-TT RS niet tot productie, zoals de Sport Quattro concept van enkele jaren geleden zag zo’n magnifieke 4WD coupé het daglicht niet.
Het eerder arbeidsintensief bouwproces van deze TT lag waarschijnlijk aan de oorzaak van deze beslissing.
De snelste TT van de eerste generatie bleef daardoor de TT Sport en de huidige TT RS heeft trouwens minder pk’s dan deze Audi TT 2.7T RS.
Hier nog de technische data om af te sluiten:
– Motor: V6 DOHC twin turbo met 5 kleppen per cilinder
– kW/pk: 280kW, 380pk @ 6,100 tpm
– Kopppel: 440 Nm @ 2,500 tpm
– Versnellingsbak: manuele 6 versnellingsbak met quattro permanente vierwielaandrijving
– Velgen/banden: 8.5 J x 18, 9- spoke design met 255/35 ZR 18 banden
– 0-100km/h: 4.8 seconden
– Topsnelheid: rond 295 km/h
– Gewicht (leeg): 1.580kg
– Productiejaar: 2001
– Productieaantal: 1
(Fotocredit: Gunter Stachon Photography)
HZW zegt
http://www.quattroworld.com/wp-content/uploads/2014/08/IMG_7936.jpg
http://www.quattroworld.com/wp-content/uploads/2014/08/IMG_7947.jpg
http://www.quattroworld.com/wp-content/uploads/2014/08/IMG_7948.jpg
http://www.quattroworld.com/wp-content/uploads/2014/08/IMG_7950.jpg
Thomas20vt zegt
De TT is ook leverbaar geweest met een 1.8T 150pk, 163pk en nog een 190pk versie.
Thomas20vt zegt
@thomas20vt: Helemaar vergeten… Wederom weer een leuk stukje leesvoer :)
Bartholomeo zegt
Vergeet dat bruine interieur met die dikke veter-stiksels niet ! http://i.imgur.com/2p63N.png
Thomas20vt zegt
@Bartholomeo: baseball :) Erg dik inderdaad.
rufctr01 zegt
Wederom een leuk verhaal!
m54b30 zegt
Verhaal is niet volledig missen nogal wat uitvoeringen, zoals idd de Le mans en de limeted edition.
carspotter058nl zegt
Zo één stond ook bij Leeuwarden Bourguignon. En ik heb er eens in gezeten?