Nee, het was niet Ben Pon.
We stoffen de geschiedenisboeken af en nemen je mee naar de laatste jaren van de 19de eeuw, toen de eerste Nederlanders de peerden in de stal parkeerden en overstapten op ‘rijtuigen, die niet getrokken worden door paarden’. Schokkend genoeg blijkt juist in bolsjewieks Nijmegen een groot deel van de prille historie van de automobiel in Nederland te liggen.
Het is namelijk in het rooie nest dat in 1888 voor het eerst de Noviomagum rondtuft, een op stoom rijdende contraptie. De naam was gelijk aan de Latijnse naam voor Nijmegen. Echter, pas acht jaar later wordt officieel de eerste automobilist van Nederland geregistreerd. Adolphe Zimmerman, hoffotograaf van beroep, rijdt op dinsdag 19 mei 1896 van Arnhem naar Utrecht in zijn splinternieuwe Benz.
Niet veel later volgde de held van dit verhaal, M.W. Aertnijs, het voorbeeld van Adolphe. De Nijmegenaar wordt volgens de overlevering de tweede of de derde geregistreerde autobezitter van Nederland. In het boek ‘Hoe de auto in ons land kwam’ uit 1948 beschrijft hij zijn eerste ontmoeting met een auto die zijn leven zou veranderen. In 1897 zat de beste man op een terrasje in Parijs, zoals men pleegt te doen. Van het één kwam het ander en plots stond hij oog in oog met een Benz Motorwagen. De eigenaar van de auto, toevallig ook de eerste autodealer van Parijs, was zo vriendelijk om Aertnijs een proefrit te laten maken.
De proefrit was kennelijk zo indrukwekkend dat de man uit Nimma zich zo snel mogelijk naar het Duitse Mannheim bewoog om Carl Benz te ontmoeten. Uiteraard tikte hij daar een Benz op de kop. In zijn eigen woorden uit ‘pecuniaire overwegingen’ (iets met Ekkermannen waarschijnlijk) werd het de destijds goedkoopste Benz, de Velocipede. Zeg maar een A-Klasse avant-la-lettre.
Toch was Aertnijs daarmee het mannetje in zijn woonplaats en zijn enthousiasme voor de auto groeide alleen maar. Nog in hetzelfde jaar dat hij de auto kocht, werd hij officieel importeur van het merk Benz in Nederland. Vele bronnen zeggen dat hij daarmee officieel de eerste auto-importeur van Nederland is. Anderen benoemen Aertnijs als ‘één van de eerste’ auto-importeurs. Zeker is dat op de site van Mercedes-Benz Nederland valt te lezen dat een zekere Willem Remmers uit Amsterdam vanaf 1896 al auto’s van het merk Daimler verkocht, dat was echter via zijn bedrijf (de fa. Willem Remmers & Co.) voor stationaire en scheepsmotoren. Over de classificatie ‘officieel importeur’ valt uiteraard te twisten, maar over het algemeen wordt Aertnijs wel gezien als de eerste. In het jaar 1900 had hij reeds meer dan honderd Benzen verkocht in Nederland, wellicht mede dankzij deze pakkende advertentie.
Het belang van de importeur voor de Nederlandse autowereld was echter nog groter dan de platte commercie die het importeren van auto’s uiteindelijk is. Op 2 april 1898 werd namelijk de Nederlandsche Automobiel Club (N.A.C.) opgericht in Hotel Keizer Karel te Nijmegen. Aertnijs was de eerste secretaris. Op 3 juli 1898 werden vervolgens de statuten van de club vastgelegd tijdens de tweede vergadering van de N.A.C. in het Haagsche Koffiehuis te Utrecht. Op de website van de sinds 1913 koninklijk geworden KNAC is een passage te lezen uit het verslag van de vergadering:
“Allereerst werd door de voorlopig voorzitter dank gezegd aan de heeren voor de moeite die men zich getroost had hierheen te komen. Besloten werd nog als leden oprichters te erkennen alle leden die zich vóór het einde der loopende maand zouden aanmelden. Tevens werd op schriftelijk voorstel van den Heer Th. Dentz het Eere voorzitterschap opgedragen aan den Heer B. van Zuylen van Nijevelt te Parijs (voorzitter van de Automobiel Club de France). Den Secretaris werd opgedragen de noodige stappen te doen tot vervaardiging van nette Club-insignes. De concept Statuten werden na eenige wijzigingen goedgekeurd en er werd besloten deze ter Koninklijke Goedkeuring te onderwerpen.”
Aan Aertnijs werd dus de zware opgave toevertrouwd om nette Club-insignes te vervaardigen. Dat deed de man met verve, want de KNAC bestaat tot op de dag van vandaag. Ook voor ons autoliefhebbers is dat een goede zaak, want via de KNAF (KNAC Nationale Autosport Federatie) draagt de KNAC bijvoorbeeld zorg voor goede Junkyard Races. Tevens komt Max Verstappen in aanmerking voor de titel sportman van het jaar, omdat de KNAF aangesloten is bij het NOC-NSF. Als hij de titel wint heeft hij dat dus onder andere te danken aan M.W Aertnijs, uit Nimma.
carrlo zegt
Wij Nederlanders hebben zo toch nog een grote bijdrage aan de hedendaagse auto!
vonklausenburg zegt
Nimma ❤
JanJansen zegt
Ook in deze advertentie wordt al gesjoemeld met de topsnelheid.
De Velocipede had een 1L 1.5 pk motor en later een 3 pk motor waarmee een topsnelheid van 19 km/h behaald kon worden.
Edge zegt
@janjansen: Niks aan gelogen, hoor. Cauberg in Valkenburg af en met wind mee haal je die 30 wel ;)
lekbak zegt
@janjansen: er staat dat bovenstaand rijtuigje een snelheid van 30 kilometer per uur kan halen. Er staat ook dat er verschillende formaten te krijgen zijn. Er staat niet dat dit de velocipede is, dat was immers de goedkoopste destijds en die zet je uiteraard niet op je advertentie.
patrick zegt
Als ze deze advertentie nou even op Facebook plaatsen koop ik hem gelijk voor 1300,- guldens en ik maak het per internet bankieren over! M.v.g. De digitale toekomst.
Svenska_Aeroplan_AB zegt
Prach-tig geschreven @jaapiyo! Mooi verhaal en heerlijk opgepent… Met als absoluut hoogtepunt en daarmee woord van de dag: contraptie!
JanJansen zegt
@svenska_aeroplan_ab: “pecuniaire overwegingen” vond ik ook erg geestig
alassad zegt
Mooi verhaal, leuk ook om dat oud-nederlands te lezen!
dare2think zegt
Volgens mij ben ik op mijn oude fiets nog veiliger op 30 km/h dan op dit ding.
pinut187 zegt
Interresant stuk geschiedenis, mooi artikel.
Alfarobert zegt
Altijd mooi om te lezen die oude schrijfsteil. Wat waren wij Nederlanders toen beleefd.
elemento zegt
Zeker leuk historie en tekst.. weer wat geleerd
raoufff zegt
Mooi artikel! Een groot contrast met de hedendaagse werkelijkheid waar importeurs gewoon bloedhonden zijn en direct je dealerschap afpakken als de kleur tegels in de showroom iets lichter of donkerder zijn dan de eisen die zij stellen.