Ze zien er bijzonder snel uit, maar stiekem zijn dit de uitvoeringen die niet vooruit te branden zijn. Relatief gezien, dan.
Afgelopen week werd de prijs bekend van de nieuwe Supra, die Toyota aan zijn lineup toevoegt. Het gaat om de Supra met een 2.0 turbomotor. Voor sommigen was het hek van de dam. Een ‘kleine’ motor met minder vermogen in een Supra! Dat is toch schandalig! De Toyota Supra was de supercar-killer (met een paar mods van Vin Diesel), die hebben geen instappers of ‘langzame’ uitvoeringen. Toch?
Nou, eh. Jawel. Sterker nog, Toyota doet het op dit moment met de Japanse Supra. Daar is namelijk nog een variant. Jazeker, als jij alleen de looks wilt hebben, kun je kiezen voor de Supra SZ. Deze heeft de 2.0 van BMW onder de kap, maar dan de versie met 197 pk. Zeg maar de ‘20i’ specificatie, terwijl onze 2.0 liter de ‘30i’-specificatie is. Niet alleen heeft die SZ-uitvoering minder vermogen, maar ook de kleinere wieltjes en minder uitrusting. Ook is er nauwelijks keuze: er zijn drie non-metallic kleuren (wit, zwart en rood) en je zit op stof.
Dit is niet nieuw. Japanse autofabrikanten hebben er een handje van om enorm veel verschillende versies van een auto te maken. Ook bij de supersportwagens waren er een hoop smaakjes, uitvoeringen en specificaties. Uiteraard nemen we de meest interessante met je door.
Toyota Supra (A80)
De Toyota Supra was zeker niet altijd een kanon. Sterker nog, een groot gedeelte van de verkochte exemplaren zijn een zogenaamde ‘SZ’. Deze moesten een hele hoop hardware ontberen ten opzichte van de ‘3.0i Twin Turbo’ die we kregen. Voor de goede orde, de Europese en Amerikaanse Supra Twin Turbo lijkt het meeste op de Japanse ‘Supra RZ’. De Supra SZ had een 2JZ-GE motor zonder turbo’s, goed voor 225 pk bij 6.000 toeren en 284 Nm bij 4.800 toeren.
Maar daar houdt het niet op, want ook de aankleding was anders. Zo had de Supra SZ standaard geen Bilstein dempers, sperdifferentieel, achterspoiler en ‘G-sensor’ en stond ‘ie op 16” wieltjes. Wel kon je de SZ bestellen als ‘Aerotop’. Let op: die hadden altijd een automaat. De gewone SZ had een handgeschakelde vijfbak. Mocht je item als de Bilsteins, handbak en spoiler wel wensen, ga dan voor de SZ-R, die had de Supra ‘RZ’ uitrusting, maar de 225 pk motor.
Nissan Skyline (R34)
De Nissan Skyline GT-R kennen we natuurlijk als Godzilla, de vernietiger van al het andere met vier wielen. De basis van de Skyline is echter een stuk eenvoudiger. Heel kort door de. bocht: het is gewoon ‘een snelle Skyline’. Nu gebied de eerlijkheid te zeggen dat de R32, R33 en R34 GT-R versies meer overeenkomsten hebben dan hun mindere goden. Kijken we naar de laatste generatie, dan kwam je met de Skyline GT-V al heel erg in de buurt. Dit was een Japanse BMW 325Ci: een zes-in-lijn, atmosferisch, achterwielaandrijving. Maar je kreeg ook betere remmen, sperdifferienteel en 17” velgen. Onder de motorkap vinden we de RB25DE Neo motor, een zespitter met 200 pk en 255 Nm.
Overigens kon je al (veel) lager instappen, er was namelijk ook een Skyline GT. Een sportief aangeklede Skyline met een 2.0 zes-in-lijn, die 155 pk en 186 Nm leverde. Maar laat je niet in de luren leggen als het gaat om Turbo-modellen, want een Skyline R34 met 280 pk is niet per definitie een GT-R. De GT Turbo leverde namelijk precies 280 pk uit de RB25DET motor, een 2.5 zescilinder met een enkele turbo. Voor sommige tuners geniet deze Skyline de voorkeur van wegen zijn simpelere layout.
Honda NSX (NA1)
De Honda NSX was een ware supercar toen deze net uitkwam. De NSX kon zich met gemak meten met auto’s als de Ferrari 348tb en Porsche 993. Er was geen NSX met 2 liter motor. Toch is de ene NSX de andere niet. Net als bij de Porsches van Casper en Wouter wil je met een NSX zo puur mogelijk gaan: dus een coupé met een handbak. De NSX werd namelijk later beschikbaar met een Targadak en automaat.
Nu is dat normaal gesproken niet zo’n probleem, maar wel bij de NSX. De automaat had namelijk slechts vier verzetten én een geknepen motor. Nog een probleem was de NSX zelf. Deze werd namelijk gedurende carrière wat luxer en zwaarder. Met de facelift in 1997 kreeg de NSX een 3.2 motor met meer vermogen en koppel. Japanse puristen konden kiezen voor een zesbak en zelfs extra sportieve (Type S) en extra lichte varianten (Type S Zero). Maar er waren ook veel pensionado’s die juist een open dak (zwaarder, minder stijf) wensten en een automaat. Die automaat was niet alleen zwaarder, maar had ook na de facelift slechts 256 pk en vier verzetten.
Mitsubishi 3000GT (Z15A)
De Mitsubishi 3000GT valt veelal naast de boot als het gaat om Japanse sportwagens. Dat heeft met een paar dingen te maken. In technisch opzicht is het grote, zware en logge Eclipse: motor overdwars en voorwielaandrijving. De snellere uitvoeringen hebben AWD en een turbo. In Europa had de 3000GT altijd een Getrag zesbak en 3.0 Twin Turbo motor met 300 pk. In Japan heette de 3000GT geen 3000GT, maar werd deze GTO genoemd. Daar kon je ook de 3000GT SR krijgen. Dan had je dezelfde motor, zonder de turbo’s. Maximaal zo’n 220 pk. Vierwielaandrijving en een luxe uitrusting had je dan weer wel.
In de Verenigde Staten ging men een stapje verder om de auto aan de straatstenen kwijt te raken. Dat deed men in de vorm van de 3000GT SL. Dan had je de 3.0 liter motor met geen vierentwintig kleppen, maar slechts twaalf stuks. Het vermogen daalde naar 165 pk. Ook had je alleen de beschikking over aandrijving op de voorwielen. Als klap op de voorpijl was veel sportieve hardware ook verdwenen. Aan de buitenkant kon je het overigens niet zien.
Mazda RX-7 (FD)
Bij de Mazda RX-7 is alles natuurlijk helemaal anders. De auto was alleen leverbaar met de 13B motor. Een tweeschijf rotatiemotor met seriële twin turbo. Bijzondere techniek om van te watertanden. Dus er bestaat niet zoiets als een echt trage RX-7. De RX-7’s met het minste vermogen zijn de Europese modellen, die amper 240 pk hebben. Deze zijn in Europa verreweg het duurst.
In Japan had je een hele grote variëteit aan modellen. Met een Type R, Type RS of Type RZ zit je altijd goed, de Type RB is altijd kaal uitgevoerd en desgewenst leverbaar met automatische versnellingsbak. Kijk uit met de Touring X, deze waren luxe, zwaar en ook voorzien van een ouderwetse viertraps automaat. Na 1998 kregen de leuke RX-7’s pas de maximale 280 paarden, de RB bleef steken op 265 stuks. Aan het einde van de rit waren er enkele ‘Spirit R’-modellen. Ook hier moet je uitkijken. De Spirit R Type A is voor de enthousiasteling. De Spirit R Type B is hetzelfde, maar heeft een achterbankje. Het meest zeldzaam zijn de Spirit R Type C modellen, maar deze hebben niet alleen een achterbank, maar ook een automaat. De motor levert dan geen 280 pk, maar 255 stuks.
Subaru Impreza Coupe (GC)
Natuurlijk weten we dat bij zowel de Mitsubishi Lancer Evolution als de Subaru Impreza WRX STI er modellen zijn die aangedreven worden door eenvoudige motoren met amper 100 pk en voorzien zijn van 13” wieldoppen. De Lancer laten we daarom even buiten beschouwing en kijken we naar de Impreza Coupé. Deze is de basis geweest voor de WRC rallyauto, de 22B STi, de WRX STI Type R en de P1, bijvoorbeeld. Nu hebben we de Coupe1 variant in Europa nooit mogen verwelkomen, maar in Japan kon je ‘m wel krijgen. Ook in heel eenvoudige uitvoeringen, zoals de Impreza Retna. Supersimpel, maar omdat Subaru nu eenmaal Subaru is, kreeg je wel een spoiler.
Soms zijn we jaloers op de VS als je kijkt naar de auto’s, maar er zijn zoveel gave auto’s die ze daar nooit hebben gekregen en ook niet zullen krijgen. Daar gaan we binnenkort eens dieper op in. Voor nu een doekje voor het bloeden voor de Amerikanen: de Impreza RS Coupé. Dit was helemaal geen verkeerd auto. De 2.5 boxermotor kwam rechtstreeks uit de Legacy en was goed voor 165 atmosferische paarden, waarmee de RS Coupé tussen de ‘gewone’ 2.0 en ‘onze’ GT Turbo in zat qua performance. Qua uiterlijk was het wel een winnaar, want je kreeg de dikke voorbumper, forse sideskirts en enorme spoiler. Cool.
Nissan Fairlady (Z32)
Nissan had gewoon twee sportieve topmodellen in de range in de jaren ’90. De al genoemde Nissan Skyline GT-R en natuurlijk de 300ZX. Toch waren het compleet andere auto’s. De 300ZX was de stijlvolle en comfortabelere GT. De Skyline GT-R was een technologisch hoogstaande topsporter. In Nederland is de 300ZX leverbaar geweest tot 1996, maar in Japan ging men er nog even mee door. Ook een verschil met de EU-modellen en de JDM versies zijn de uitvoeringen. Ten eerste de naam. De auto heet in Europa en in de VS ‘300ZX’, in Japan heet de auto ‘Fairlady Z’. De 300ZX met handbak en Twin Turbo’s was de snelste, maar je kon ook kiezen voor een trage automaat met vier versnellingen en een motor zonder dubbele turbo.
Als je een ‘echte’ 300ZX hebt uit Europa of de VS, dan zit je altijd goed. Die zijn nooit geleverd met atmosferische motor. In Japan echter wel. Het zal geen verbazing wekken dat er een enorme hoop varianten waren. Ook na 1996, toen de Fairlady Z alleen in Japan geleverd werd, waren er deze uitvoeringen. Kijk uit voor de Version R en Version S modellen. Dit klinkt ‘snel’ en de Version R ziet er met zijn BBS velgen, dikke bodykit, achterspoiler en recaro’s ook erg snel uit, maar werd ook geleverd met viertraps automaat en slechts 230 pk.
Meer lezen: dit zijn 13 briljante analoge straatracers.
grasvreter zegt
Die Mitsubishi GTO SR wel eens per ongeluk gekocht in Gran Turismo 2. En ik maar niet snappen dat ik het ding niet richting de 1000pk kreeg. Wist niet dat er een nog tragere versie was.
pier zegt
Ik blijf een zwak hebben voor zo’n 300ZX, liefst in yellow pearl glow. Smullen.
gumz zegt
@pier: Is ook echt mooi oud geworden!
cossiekiller zegt
Ik ook. Met de Strosek wide bodykit erop. Zelden mooiere tuning gezien.
fanboy zegt
Ja zo veranderen ze van potentiele supercar killers naar luxe GTs. Het zijn meestal niet echt lichte auto’s, maar in die tijd was 200pk ook geen straf.
Het lijkt me wel wat zo’n oude Supra, cabrio, 6 in lijn, geen spoiler. Ook geen Ferrari’s pesten :P
monsieurleloure zegt
Ik heb twee keer een 2jz blok gehad in verschillende modellen GS300 .
Eentje in 1993 model met 4 traps automaat ,daar kwam dat blok niet echt tot zijn recht, je miste echt een versnelling tot de 100km/u .
Daarna eentje in een GS300 uit 1998 met 5 traps automaat dat ging al een stuk beter.
Waren zeker niet de sterkste en snelste atmosferische 3 liter 6 cilinder , maar het liep zo zijdezacht en het leef maar gaan.
Zeker de eerste is echt gebruikt, die gebruikte ik als bedrijfsauto in de bouw en daar zat regelmatig een tandemasser achter. Het vervelende was wel dat ie maar 1200kg geremd mocht trekken.
Het leuke was dat in die tijd een Jeeop Grand Cherokee 4.0 er naast had uit 1993 en die mocht volgens mij 3500 kg trekken, maar die werd al levensgevaarlijk met 1500kg.
Tunnel naar beneden begon ie al te slingeren en de remmen leken wel zo groot als cd’tjes en zo remde het ook. Met de Lexus was het geen probleem.
Al met al goede herinneringen aan de 2 jz , heb nu een 1g-fe ook al zo’n atmosferisch toerenmonstertje, dat rijdt gewoon het lekkerste. Mooie gelijkmatige vermogensopbouw en niet zo’n zenuwachtig turboblok.
viezefreddyw zegt
Echt een zeer leuk en leerzaam artikel. Japanse sportauto’s waren zo leuk in die tijd. Alleen zo jammer dat dit artikel in de app nog steeds niet zichtbaar is. Hoe kan dat eigenlijk? Dik een uur geleden gepubliceerd en op de app niet te zien.
caspart zegt
Mijn eerste auto was een Impreza 2.5 ??. Genoeg power en wat een lol van gehad, wat een feest in der jaren.. zwijmel
lefty00 zegt
Mooi artikel!
dare2think zegt
Ik heb een keer in een MX-5 gezeten met een 4-traps automaat. Dat is zoiets als mayonaise op een pannenkoek. In alle opzichten niet kloppend.
crashingduke zegt
@dare2think: hahaha, mijn moeder heeft een MX-5 automaat en inderdaad, de versnellingsbak verpest de auto. Niet dat het haar wat kan schelen.
galgootje zegt
@willeme: fijn artikel weer!!! Kleine autocorrectie typo: gedrag ipv getrag 6 bak bij de 3000 GTO. PS: leer de nieuwe jongens eens een lesje zinsopbouw en kommagebruik… ;-)
Dizono zegt
De AE85 mag hier ook wel bij. Iedereen kent de ‘Initial D’ AE86, maar die auto was er ook in een simpeler uitvoering, met 1.5je met slechts 83 pk en de redline al bij 6000tpm. Geen LSD, geen schijven achter, basic interieur. Ergo: deze wil je niet.
https://www.super-hobby.com/zdjecia/5/2/0/26510_rd.jpg
k2xan zegt
@Dizono: ah, de itsuki auto :)
Dutchdriftking zegt
Dit artikel geeft precies aan wat de “Autoscout ervaring” is na het lezen van een special van @willeme. Na alle gelikte persplaatjes, mooie verhalen over nóg mooiere uitvoeringen kan ik het nooit laten om altijd even te kijken wat zo’n model doet. Een goed geschreven artikel maakt je tenslotte hebberig.
Echter de modellen welke in mijn budget passen hebben altijd veel te veel gelopen, hebben de instap motor, een 3-traps automaat, stoffen bekleding, en ga zo maar door….. Toch ga ik weer verder dromen van een NSX met 280pk en targa. Wel een handgeschakelde gele graag.
hardleersbv zegt
Prelude 2.0i. Kansloos in vergelijking met de vtec. Slechts 133 pk, geen 4 wiel sturing. Alles wat de Prelude gaaf maakte ontbrak aan dat ding.
gregorius zegt
Top artikel jongens. Heerlijk leesvoer. Een soort van trip terug in de tijd. En natuurlijk zijn ze allemaal voorbij gekomen in de verschillende Gran Turismo versies; die auto’s zaten er volgens mij alleen maar tussen zodat ze konden zeggen dat ze 300 modellen hadden.
rd1991 zegt
Heerlijk leesvoer weer!