De vleugeldeuren herinnerden aan zijn illustere voorganger 300 SL ‘Gullwing’, maar voor de rest was alles anders.
De Mercedes C111 was dé blikvanger op de IAA in Frankfurt van 1969. Met zijn in het oog springende oranje metallic lak, de wigvorm en zijn spitse snuit had de C111 een zeer futuristische aanblik. Direct wapperden welgestelde beursbezoekers met blanco cheques om er een te bestellen. Echter, Mercedes toonde de C111 niet als productie-auto, maar als rijdend laboratorium. Na het eerste model volgden er meer, allemaal in karakteristiek oranje maar met verschillende motorconcepten.
Op klassiekerbeurs Techno Classica, die momenteel in het Duitse Essen plaatsvindt, toont Mercedes-Benz alle C111’s voor het eerst samen bij elkaar op de beursvloer. Tussen de tentoongestelde auto’s staat ook de allereerste vingeroefening die zou leiden tot de C111.
Want al in 1966 zag de designstudie SLX het licht. Mercedes-stilisten Giorgio Battistella en Paul Bracq tekenden een sportwagen met middenmotor en onderwierpen die aan testen in de windtunnel. Het resultaat is een gestroomlijnde sportwagen die de stijl van de jaren zestig ademt. Het silhouet heeft iets weg van de Ford GT40 en de Ferrari Dino.
Amper drie jaar later schetsen Bruno Sacco en Josef Gallitzendörfer de C111. Naast elkaar op de beursvloer oogt de C111 duidelijk strakker en moderner dan de vloeiende welvingen van de SLX: een nieuwe tijd breekt aan. Dat geldt niet alleen voor het uiterlijk, maar vooral ook onderhuids. De C111 heeft namelijk een 1,8 liter grote drieschijfs Wankelmotor van 280 pk die de auto in vijf seconden naar 100 km per uur katapulteert en doorgaat tot 260 km per uur. Echte sportwagenprestaties dus.
Dat de C111 een ontwikkelingsproject is, blijkt wel als Mercedes amper een halfjaar later, op de Autosalon van Geneve in 1970, een tweede C111 presenteert met een krachtigere vierschijfs Wankelmotor van 2,4 liter inhoud, goed voor 350 pk. De glasvezel carrosserie wordt op punten iets aangepast en de auto is volledig inzetbaar. Wederom krijgt Mercedes volop vraag van klanten, maar daar gaat het niet op in. Ook deze doorontwikkeling met de naam C111-II gaat niet in productie. Er worden zes exemplaren gebouwd voor shows en testwerk.
Mercedes stopt daarna met het werken aan de Wankelmotor, maar niet met het werk aan de C111-II. Een van de zes exemplaren wordt in 1976 omgebouwd en krijgt een dieselmotor aan boord, een 190 pk sterke vijfcilinder van drie liter. Daarmee wil Mercedes een record vestigen. Op de kombaan in het Italiaanse Nardo rijdt deze C111-II D zestien internationale snelheids- en afstandsrecords bij elkaar.
Mercedes heeft de smaak van records verbreken te pakken, want twee jaar later komt een hevig gemodificeerde C111-III naar Nardo. Alles is gedaan om de luchtweerstand zo laag mogelijk te krijgen. De wielbasis is langer en de carrosserie is volledig gladgestreken. De vijfcilinder is opgekrikt naar 230 pk en die brengt de auto naar een top van 327 km per uur.
Nog is het niet genoeg, want een jaar later is daar een nog extravaganter uitgedoste C111-IV waarin zijn oranje voorgangers bijna niet meer in te herkennen zijn. Een grote splitter vooraan en twee fikse staartvinnen moeten voor stabiliteit op zeer hoge snelheid zorgen. De diesel gaat eruit en daarvoor in de plaats komt een 4,8 liter benzine-V8 op basis van het blok uit de toenmalige S- en SL-klasse, maar dan voorzien van twee turbo’s. Het asfalt van Nardo wordt geteisterd door 500 pk die de wagen tot 404 kilometer per uur brengen en daarmee haalt Mercedes opnieuw de recordboeken.
De C111 vormt een niet te missen hoofdstuk in de historie van experimentele sportwagens van Mercedes. Leek de elegante SLX nog de voorbode van een aanstaand topmodel voor gefortuneerde liefhebbers van strak sturen, de innovatieve vondsten van de ingenieurs in Stuttgart maakten van zijn opvolgers in diverse oranje en zilveren C111-uitmonsteringen ambitieuze recordjagers in steeds extremere gedaantes. Niet voor klanten, maar om het eigen kunnen te tonen en een plek in de recordboeken te bemachtigen die kon afstralen op al die ‘gewone’ modellen uit de E- en S-klassen.
Met dank aan Robert van den Oever en Maarten van der Pas.
gebruikersnaam3 zegt
Prachtige auto’s. Mooi om ze bij elkaar te zien.
Robert zegt
Ik heb altijd gedacht dat Mercedes de ontwikkeling van de wankelmotoren had stopgezet vanwege de oliecrisis die de vroege jaren zeventig bezighield.
Het blijft in ieder geval jammer dat die C111 nooit het productiestadium heeft mogen bereiken.
Dutchdriftking zegt
Heel mooi! Ik meen er ook wel een beetje SL in te zien.
emping zegt
Mooi stukje historie bij elkaar.
mrgnex zegt
Een Mercedes supercar met een 4 rotor klinkt te episch voor woorden.
Alfarobert zegt
Als kind een model van gehad.Kon vanaf het stuur echt sturen als je de vleugeldeuren opende.Lampen deden het echt maar klapten niet meer open. Pa zou het repareren maar nooit gebeurd.
Breinstein zegt
De SLX was voor mij als Mercedes liefhebber (en redelijke kenner) compleet onbekend. Wat een gaaf design moet dat in die tijd geweest zijn. De C111-2 is natuurlijk veel over geschreven en bekend. Schitterend design en zonde dat hij nooit in productie genomen is. Al zorgt het wel voor de nodige magie rondom het model. In dit rijtje had de C112 overigens ool niet misstaan.
Breinstein zegt
@breinstein: Wat ik me overigens ook realiseer: volgens mij is de CLK-GTR de enige Mercedes met middenmotor ooit, die voor klanten daadwerkelijk te koop is geweest (zij het zeer beperkt).
gebruikersnaam3 zegt
@breinstein: de slr is ook een middemotor. Alleen ligt het blok voor de bestuurder. “When the engine is in front of the driver, but fully behind the front axle line, the layout is sometimes called a front mid-engine, rear drive, or FMR layout instead of the less-specific term front-engine; and can be considered a subset of the latter. In vehicle layout FMR is substantially the same as FR, but handling differs as a result of the difference in weight distribution.”
reggie-boy_rood zegt
@gebruikersnaam3: SLS en AMG GT ook
Teerdz zegt
Er staat daarnaast op een andere stand ook nog de productieversie te koop, een rode Islera met Mercedes-velgen eronder. Kostte slechts €285.000 haha. Heb er helaas geen foto’s van geschoten, maar was een mooie toevoeging geweest naar waar het heen is gegaan met het model.
v12powerr zegt
Ik zie wel een beetje slx in de nieuwe amg one, misschien wat ver gezocht maar toch
depsycholoog zegt
Ik ben er gisteren geweest. Ik ga denk ik nooit meer zo veel mooie auto’s bij elkaar zien. Heb wel spierpijn van het lopen. Er werd flink gekocht en verkocht daar trouwens. Wát een geld gaat daar in om die auto’s.
ghost zegt
Heerlijke wagen, tijdje terug een Imperator bij de Ring gezien! Zo gaaf!