Helaas, helaas: deze sportieve badges zijn er niet of nauwelijks meer.
De auto-industrie is in een rap tempo aan het veranderen. Overal zijn er nieuwe vormloze zetpillen en die vorm van elektrische medium crossovers die langzamer maar zeker domineren op de wegen. Sommige fabrikanten hebben zelfs meerdere crossovers in hetzelfde marktsegment!
Deze shift in interesse van de consument raakt ons liefhebbers heel erg hard. De traditionele middenklasse is aan het verdwijnen. Auto’s uit het A-, B-, C- en D-segment zien er tegenwoordig heel erg anders uit (dat zijn voornamelijk crossovers). Een sportieve variant hiervan is vrij lastig. Ook met een elektrische auto is een sportlabel nog best tricky. Volkswagen kreeg het dus niet voor elkaar met GTX-label.
De term GTX stamt uit een ver verleden en werd uit de mottenballen gehaald. In dit geval om te dienen voor snelle ID-modellen. Het pakte helaas anders uit. De consument ‘erkent’ het label niet, dus gaat Volkswagen zijn eigen GTI- en R-badges gebruiken. Logisch, dat zijn bijzonder sterke labels die je aan niemand hoeft uit te leggen. Afijn, hier zijn nog eens een paar leuke sportlabels die het ook niet hebben gehaald.
Opel
OPC
Je kan zeggen wat je wil, maar niet dat ze het niet groots hebben aangepakt bij Opel. In de jaren ’90 waren de GSI-modellen de toppers, maar aan het einde van het millennium pakten de Russelsheimers uit met het Opel Performance Center onder leiding van Volker Strycek, voormalig coureur die enkele jaren met de Omega in het DTM heeft gereden. Aanvankelijk begon men vrij behoudend met de Astra OPC in 1999, maar de Zafira OPC die daarna kwam was al hilarisch. In 2005 verschijnt de Astra OPC en die is met 240 pk en verregaande modificaties een stuk sneller en ruiger dan de Golf GTI. OPC heeft zijn niche snel gevonden, want ook de andere OPC-derivaten zijn voor de klasse vrij heftig met grote wielen, dikke bodykits, Ardenblauwe lak en sportieve interieurs.
Bijzonder is dat men dus MPV’s niet schuwt, want ook van de tweede Zafira OPC komt er een OPC. Er kwam zelfs een Meriva OPC! Wellicht dat de OPC-modellen voor veel consumenten simpelweg ietsje te extreem waren. De hatchbacks kon je alleen als driedeurs krijgen, bijvoorbeeld. De Insignia OPC was snel, maar ook vrij prijzig (en dorstig). Daarbij geeft de consument liever 70.000 euro uit aan een BMW 320i met M Sport-pakket, dan aan een bomvolle Insignia met 325 pk. In 2019 gaat de laatste Opel OPC uit productie, de Corsa. De OPC-Line modellen blijven nog tot 2022, maar gaan daarna er ook uit. Als ‘opvolger’ komt het GSi-label weer terug (bij de Insignia) en hebben we de lauwwarme GS en GSe-modellen. Maar dat zijn vooralsnog meer iets sportiever aangeklede modellen dan echt een sportieve badge.
Mazda
MPS / Mazdaspeed
Eigenlijk gaat het hier om meerdere badges, want we hebben ook Mazdaspeed. In sommige delen van de wereld heten Mazda MPS-modellen namelijk Mazdaspeed. Mazdaspeed bestaat al sinds 1967 onder de naam ‘Mazda Sports Corner’ (het sportieve hoekje van Mazda, leuk!) en is officieel niet van Mazda zelf, maar van een Mazda-dealer in Tokyo. Uiteraard werken ze wel goed samen. Aanvankelijk is Mazdaspeed echt voor de thuismarkt en maakt het upgrades en race-uitvoeringen van bestaande Mazda’s. In de jaren ’80 pakken ze groter uit met de prototype Le Mans racers. De naam Mazdaspeed gebruikt men sinds 1983. Mazdaspeed is dan een beetje gelijk aan Nismo: tuning, sportieve uitvoeringen en motorsport-activiteiten.
In 1999 neemt Mazda de boel voor 100% over, toevallig ook in de periode dat Mercedes-AMG inlijft. De eerste modellen komen alleen onder de Mazdaspeed-naam op de markt, zij het niet de onze. Denk aan de Mazdaspeed MX-5 en Familia. De eerste MPS is de 626, een heftig bevleugelde 626 die zo tussen het typisch Japanse jaren ’90 geweld lijkt te passen. In 2006 krijgen we dan eindelijk eerste MPS, op basis van de 6.
Deze auto is juist vrij ingetogen en bescheiden, waardoor eigenlijk niemand wat door heeft. In 2007 verschijnt de Mazda 3 MPS die opmerkelijk genoeg dezelfde motor onder de kap heeft, zij het met méér vermogen (en alleen voorwielaandrijving). De Mazda 3 MPS is een van de heftigste auto’s in zijn klasse qua snelheid, maar iedereen vergat ‘m te kopen. In 2013 verschijnt er een nieuwe Mazda 3, waar geen sportieve variant van verschijnt. Ook hebben we sindsdien niets meer vernomen van de toko uit Hiroshima.
Ford
RS (Rallye Sport)
Ooit was dit de heftigste badge die je je voor kon stellen. Een Ford RS is niet simpelweg een iets dikkere motor, spoiler en sportuitlaat. Nee, een RS-model is bijna zonder uitzondering een (zeer) heftig aangepast Ford. Met een Ford Sierra RS Cosworth was je ongeveer even snel als een BMW M3 en met een paar modificaties kon je een M5 je bevallige achterspoiler laten zien. Ford Team RS begint in 1967 als de sportafdeling voor Ford in Europa, in andere werelddelen zijn er andere divisies. De eerste modellen zijn overigens op basis van de Taunus, pas in de jaren ’70 is de Escort hun favoriete auto om aan te pakken. Ford boekt enorme succes op de rally-paden en racebanen van Europa.
In de jaren ’90 is het al ernstig stil als de Escort RS Cosworth van de markt verdwijnt, maar in 2002 slaat de afdeling sportief terug met de Focus RS. Ja, dit model is (veel) duurder dan een Golf GTI, maar ook veel specialer met onder andere Recaro-stoelen, OZ-velgen, Brembo-remmen en Quaife-sperdifferentieel. Ook de tweede generatie Focus RS met die geniale vijfcilinder is een feest en in 2015 zien we de laatste Ford Focus RS, die ineens vierwielaandrijving heeft (terwijl geen andere Focus dat heeft).
In 2018 verdwijnt het model en van de huidige generatie is er geen RS. Die gaat niet komen ook, want de Focus gaat er volgend jaar uit onder dat er een opvolger voor komt. Sad. Ford Team RS bestaat nog wel, maar naast de RS-modellen doen ze ook de ST-versies. Maar ja, een Puma ST met 1.0 driecilinder bromtol en automaat is heel wat anders dan een Focus RS…
Renault
Renault Sport
Nog voordat je in de pen klimt: de divisie die Renault Sport heette, heet tegenwoordig Alpine. Sterker nog, ze maken hun eigen sportwagen, de A110! Dus wat zeuren we nou? Dat gaan we je uitleggen. Renault Sport ontstaat op het moment dat Gordini en Alpine fuseren. Die werkten eerst los van elkaar, maar er zat wat overlap in hun activiteiten. In veel gevallen gaat het om motorsportactiviteiten, maar er is dus ook een straatdivisie. Halverwege de jaren ’90 doopt Renault Alpine om tot Renault Sport. Leuk visueel geintje: de Alpine A610 heeft exact dezelfde velgen als de Renault Sport Spider, hun ‘eerste’ eigen product.
We zetten dat ‘eigen’ tussen haakjes, want ook de Clio Williams is een Renault Sport-product. De naam RS kwam iets later: in 1998 zien we de RS-badge voor het eerst op de Clio staan en in 2004 op de Méganes. Deze uitvoeringen groeien uit tot ware publiekslievelingen. Zonder uitzondering zijn het namelijk heel erg vermakelijke auto’s waarbij de focus enorm op wegligging en beleving ligt. Dit is behoorlijk premium en prijzig om te doen. In 2023 ging de laatste Renault Sport uit productie en sindsdien is er geen nieuwe bijgekomen. Het was de bedoeling dat die modellen weer ‘Alpine’ gingen heten. Het probleem is, er zijn geen snelle Alpine-versies van de Clio en Mégane meer, helaas.
Fiat
HGT, Sporting
Snelle Fiats heten Abarth. Dat is lange tijd zo geweest. In de jaren ’90 was het label verwaterd tot leverancier van geinige sportpakketjes en aftermarket wielen. Je kon zelfs een stoere bodykit krijgen voor een Fiat Multipla! Nee, wilde je in deze periode iets spannends hebben, dan moest je bij Fiat een Sporting of HGT bestellen. De Sporting-modellen van Fiat hebben wél de sportieve aankleding, maar de standaard motor.
De Fiat Bravo HGT is gebaseerd op de sportievere driedeurs Bravo (Fiat maakt eind de jaren ’90 al flink onderscheid tussen drie- en vijfdeurs modellen). De motor was – heel bijzonder – geen viercilinder maar een vijfcilinder. Dat leverde niet zozeer meer vermogen op ten opzichte van de concurrentie, maar wel een unieke geluid en beleving. Ook verscheen er een Punto HGT, met een 1.8 viercilinder met variabele kleptiming. Helemaal aanslaan deden de HGT’s niet en Fiat koos ervoor ze heftiger te maken met Abarth spulletjes, waardoor de Punto HGT Abarth en Bravo HGT Abarth ontstonden.
Lexus
‘F’-modellen
OK, dit is een beetje een twijfelgeval, want natuurlijk bestaat deze afdeling nog. Ze doen alleen niet zo veel. We gaan je even uitleggen hoe dat zit. Het is namelijk wederom weer zo’n raar iets. Lexus introduceert een snelle sportieve badge: F. Van Fuji en de bijbehorende Fuji Raceway, niet geheel ontoevallig eigendom van moederbedrijf Toyota. Het is de bedoeling dat F de tegenhanger wordt van AMG, Audi Sport en BMW M. Iets dat maar ten dele lukt.
Uiteindelijk zijn er namelijk maar een handjevol F-modellen geweest, zoals de IS F, GS F en RC F. Verder niets. Er zijn nog wel F-Sport-modellen en er is ook een soort tussenmodel in de vorm van de Lexus IS500 F-Sport, maar dat is geen volbloed F. Het F-Sport pakket is het zelfde als een M Sport-pakket en de IS500 F-Sport is een beetje zoals een M340i. Ze hebben bij Lexus allerlei gradaties van het label zonder dat ze er daadwerkelijk invulling aan geven. Dat bestaat dus sowieso niet meer. Overigens sluiten we verder niets uit als het gaat om de toekomst en hopen we natuurlijk dat Lexus een keer groots uitpakt.
Peugeot
GTI, XSI, S16, T16, Mi16, Rallye, RC
Voor lange tijd was Peugeot koning als het ging om snelle versies van normale auto’s. Bijna zonder uitzondering waren ze heel erg veel lol. Het is wat dat betreft zonde dat ze bijna alles te grabbel hebben gegooid. Op dit moment hebben ze overigens nog één sportieve badge, die van Peugeot Sport Engineered, PSE. Dat is meteen een hele knappe, want dat is wel een auto waar een hoop aan versleuteld is om er iets bijzonders van te maken.
Het doet er alleen niets aan af dat Peugeot een hele hoop snelle varianten simpelweg niet meer in de aanbieding heeft. De Rallye’s waren kalere uitvoeringen van de 106, 205 en 306. Aanvankelijk was er iets van een overlap met de motorsport, maar dat verwaterde later. Het idee is natuurlijk magistraal: steelies, uni-lak, een dikke motor en verder vrij weinig.
Het GTI-label van Peugeot is zo mogelijk nog magistraler. Deze auto’s waren aanzienlijk luxer dan de Rallye’s en ietsje sneller. Op basis van de 106, 205, 206, 309 en 306 maakte Peugeot de grootst mogelijke pareltjes. Niet alleen waren ze heel erg snel en vermakelijk, maar ook breed inzetbaar. Perfecte allrounders.
Aan het begin van het nieuwe millennium lanceerde Peugeot het RC-label. Uiteraard met de gaafste concepts, waar bij de RC sportwagens een lust voor het oog waren. Aanvankelijk kregen we enkele RC-modellen op basis van de 206 en 207, helaas sloegen deze niet echt aan. De 208 GTI keerde weer terug, evenals de 308 GTI, maar tegenwoordig zijn er geen snelle Peugeots met sportieve badges, op de waanzinnig gave 508 PSE na, dus laten we dat Peugeot dat label meer aandacht gaat geven.
BONUS: Volkswagen RSI
Onder de bezielende leiding van Ferdinand Piëch zochten bijna alle VW-merken het hogerop. Skoda schudde het Oostblok-juk van zich af en werd een solide middenklasser, Seat het Spaanse Alfa, Audi ging achter BMW en Mercedes aan en Volkswagen moest zo ongeveer elk marktsegment beslaan. Af en toe waren er al modellen die boven de GTI stonden, maar men zag in dat er een speciale sportieve badge voor moest komen. Dat werd de RSI. Dat waren speciale modellen apart ontwikkeld en gebouwd door Volkswagen Individual.
De eerste geruchten betroffen een Volkswagen Lupo RSI (met 1.8 turbomotor) en een Golf RSI (met zescilinder). Beide modellen kwam niet, alhoewel we de bodykit van de Lupo RSI min of meer terugzagen op de Lupo GTI. De Golf RSI moest een soort Uber-Golf worden.
Wel kregen we de New Beetle RSI. Dit was een zeer heftige uitgedoste sportkever met een dikke 3.2 VR6 motor, schaalstoelen, OZ-velgen en de bodykit van de Beetle Cup-raceauto’s. Uiteindelijk tovert men het RSI-label om naar R. De Golf R32 is de eerste en laten volgen er snelle varianten op basis van de Polo, Passat, Arteon en zelfs de Touareg.
Tot zover deel 1 van de sportieve badges die er niet meer zijn, uiteraard volgt er een deel 2!
lincoln zegt
Sportpakketjuhhhh ..
Mooie handel hoor ..
Maar wat had je nou echt ??
Lekke knalpot .. extra in kleur meegespoten plastic .. chrome lettertjes op je kofferklep ..
En de illusie dat je heel goed was in autorijden ..
Aangewakkerd door Hollywood en Discovery Channel uiteraard ..
Johanneke zegt
Dit waren nog sportlabels die echt wat waard waren. Erg jammer dat ze niet meer bestaan. Tegenwoordig rij je in een seat met overal een FR badge en 2 enorme stortkokers van uitlaten in je ongespoten achterbumper, alleen zijn die uitlaten 2cm diep en dicht en is de motor gewoon een 1.0. Ik zou mij schamen, mar het verkoopt als een malle. Laatst zag ik ook iemand die ontzettend trots was dat ie een ST line had, en hij wist ook dat het enkel show was, maar alsnog vond ie het helemaal geweldig. Iedereen zijn ding eh, maar ik zie ze liever los in de tas hangen dan voor het oog 3x zo groot met een enorme push up bh.
maotje zegt
Mooi om te zien dat jouw reactie compleet tegenstrijdig is met de voorgaande reactie. Maar ik ben het wel met jou eens.
Allison Burgers zegt
Zoals AMG en ///M tegenwoordig dus.
Pleister op de wond: VAG stopt met de 1.0 in het C-segment.
William zegt
VW had ooit de GTD uitvoeringen voor snelle diesels. Alleen voor de Golf dacht ik, of misschien waren ze van plan het voor andere modellen ook te introduceren. Tot het diesel schandaal uitbrak. Geen idee of ze nog bestaan.
Dutchdriftking zegt
Goeie! zo’n golf 6 GTD blijft wijs.
Jeroen zegt
Hier rijdt een rode Insignia OPC in de buurt, wat een schitterende auto blijft dat toch.
kennone zegt
Vergeet ook de coolste baksteen Volvo R niet.
timmmehhhh zegt
Leuk artikel! Je zou er nostalgisch van worden.. Maar het is ook een tijd die geweest is, en in deze tijden van efficiency, milieu en auto’s die net zoveel emotie oproepen als de gemiddelde koelkast misschien wel iets wat niet meer terug gaat komen..
Wat gebeurt er op die headerfoto trouwens? Het lijkt een fabrieksplaatje van Opel maar ik zie volgens mij een Astra cabrio OPC, die is er nooit geweest toch?
Who_carez zegt
Klopt. Zowel de Astra g cabrio als de coupe waren er wel als turbo maar niet als OPC :)
kniesoor zegt
Toch kom je na wat zoekwerk op de interwebz wel degelijk een enkele ‘Astra G OPC cabrio 2.0’ tegen. Op buitenlandse platen. Is die versie misschien wel in andere landen dan Nederland geleverd ?
zwepp zegt
In dit rijtje past ook nog T-Sport van Toyota. De Celica en Corolla T-Sport waren echt leuke bommetjes. Niet de snelste in hun segment, maar wel goed gedoseerd en die motor maakte heerlijk toeren!
jippie zegt
Iedereen wil tegenwoordig een comfortabel hoog en vierkant hok dat liefst een beetje luxe en ook ontzettend veilig is. De meeste mensen zitten dus helemaal niet te wachten op een stug geveerde, sportieve en snelle auto. Zie daar het probleem van hot hatches (de sportieve labels).
MarcoM zegt
Eigenlijk een beetje kommer en kwel met de hedendaagse auto’s.