Onverwacht uit de hoek komen als mildhete hatchbacks: deze modellen kregen niet de faam die ze wellicht verdienden.
Elk type auto heeft voordelen. Of het nou krachtbeulen zijn met enorme pk-aantallen, praktische MPV’s of kleine hatchbacks: je koopt ze om een bepaalde reden. En die kleine hatchbacks zijn vaak verrassend leuk. Niet geheel toevallig dat bepaalde hete hatchbacks, des tijds bedoeld om voor een prikkie verkocht te kunnen worden, echt peperduur worden. Of in ieder geval zo duur dat het de simpele aard van die modellen compleet ondermijnt.
Mildhete hatchbacks
Wat moet je dan? Welnu, het recept van een hete hatchback is zo simpel dat het allemaal echt niet zo lastig hoeft te zijn. Je kan dus kiezen voor iets obscuurders. En nee, we gaan niet beweren dat een Renault Clio RS het niet verdient om geroemd te worden, maar je portemonnee kan helaas soms niet groot genoeg zijn.
Je kan dus een mildhete hatchback kopen. Dan betaal je minder voor een verrassend leuk recept. Welke auto’s moet je dan kopen? Dat zijn er heel wat, vandaag hebben we gepoogd om er een paar voor je op een rijtje te zetten. We vinden de term ‘hot hatch’ voor lang niet elke auto terecht, maar we pakken auto’s waar je op papier een leuk recept hebt.
Alfa Romeo Giulietta Quadrifoglio Verde (940)
Vergeten Alfa Romeo’s? Die bestaan eigenlijk niet. Toch hebben we het gevoel dat de sportversies van de Giulietta altijd een beetje onder de radar hebben gevlogen. Je had namelijk een heuse Quadrifoglio Verde-versie van de kleine Gjuul. En dat was niet misbruik van de badge, nee hoor. Het was de versie met de welbekende 1750 TBI en die kreeg 230 pk en sprint naar 100 in 6,8 seconden. Met een gewicht van net onder de 1.300 kg rijdt het ook niet verkeerd. De QV-versie overleefde de laatste facelift niet, maar de Veloce was hetzelfde recept. Alleen dan zonder klavertjevier op de flanken.
BMW i3s (I01)
De hele BMW i3 vinden wij een beetje ondergewaardeerd, helemaal @nicolasr. Ja, het had even tijd nodig, deze eerste elektrische poging van BMW en het blijft een wat gek futuristisch karretje. In zijn laatste iteratie was het echter allemaal niet zo gek en kwam zelfs de ‘sportversie’ genaamd i3s. Door zijn 38 kWh-accu was het gewicht een niet zo bizar hoge 1.240 kg en met 184 pk kon je daarmee in minder dan 7 seconden naar de 100 knallen. Om de i3s een hot hatch te noemen gaat ver, maar alle ingrediënten kloppen wel.
Citroën DS4 THP 200 Sport
Tussen de DS3, het debuut van het DS-label (waar een welbekende sportieve DS3 Racing van kwam) en de DS5, wat voor zijn tijd een best sierlijke eigenwijze Citroën was, vergeet je de DS4 altijd een beetje. Dat was een soort C4 die iets hoger op zijn poten stond, maar nog erg C4-achtig aan deed. Maar waar de C4 het moest doen met 155 pk in de sterkste versie, kwam er van de DS4 een ‘Sport’ met de THP 200. Dat was de beruchte Prince-motor van PSA/BMW, maar dan de versie die je ook kreeg in de RCZ, 208 GTi en 308 GTi. Dan kreeg je 200 pk en 275 Nm op een gewicht van 1.290 kg. Helaas was de DS4 met een sprint van 8,5 seconden geen strepentrekker, maar het was wel een toffe versie van een ietwat vergeten auto.
Infiniti Q30S 2.0t
Oh ja, die was er ook nog! Als je premium wilde rijden maar een Mercedes A-Klasse was veel te gewoontjes, kon je de Infiniti Q30 overwegen. De dikste versie daarvan heette Q30S en was eigenlijk wat je ook kreeg in een Mercedes A250. Het gaat dan om de Mercedes M270-viercilinder met 211 pk en 350 Nm. De Q30 is een zwaargewicht, maar dankzij AWD zit je dan toch op een sprinttijd van rond de 7 seconden. Helaas is dit alles geen USP, want de Q30 was duurder dan de A250. Een derivaat van de AMG A45 werd Infiniti bespaard.
Kia Pro_Cee’d 1.6 GT
De Kia Cee’d, waar de naam ongeveer zes keer zo funky was als de auto zelf (en het viel mee hoe funky de naam was), kreeg bij de eerste generatie al een driedeurs ‘coupéversie’ genaamd Pro_Cee’d. Dat klonk cool, maar nog cooler klinkt Pro_Cee’d GT. Die versie kwam in 2013 bij de tweede generatie en was eigenlijk Kia’s eerste serieuze poging voor het maken van een hete hatchback. De specs zijn niet denderend (204 pk, 265 Nm, 1.260 kg en 7,7 seconden naar de 100), maar ook niet verkeerd. En door zijn sportieve bumpers, spoiler en dubbele uitlaat oogt het in ieder geval spannend.
Nissan Pulsar DiG-T 190 GT
Hete hatchbacks zijn het domein van Honda, die er met hun Type R een beetje in doorslaan soms. Een auto die je niet zal verwachten als een rivaal daarvoor is de Nissan Pulsar. Ook al kreeg deze de naam van de blubberdikke Pulsar GTi-R, het was eigenlijk gewoon de Almera in een nieuw jasje. En een heerlijk volvette Nismo-versie durfde Nissan niet te maken.
Kon je de Pulsar sportief maken? Ja en nee. In Nederland kregen we bijvoorbeeld onderstaande N-Line met sportieve aspiraties. Die hij niet waar kon maken.
En toch is er een Nissan Pulsar die stiekem erg potente cijfers neerzet. De topversie genaamd DiG-T 190 GT. Dat klinkt niet sexy, maar die 190 staat wel voor het vermogen. En zo zwaar is een Pulsar nou ook weer niet, dus alsnog heb je het over een 190 pk sterke, voorwielaangedreven, handgeschakelde, in 7,5 seconden naar 100 sprintende hatchback. Niet gek, toch?
Opel Astra GSe 225
Ook al kregen ze in hun eigen tijd vaak de wind van voren, de OPC-modellen van Opel zijn geniaal. Opel wist precies het juiste ruige randje te geven aan een anders vrij saaie auto om er toch een leuke hot hatch van te maken. OPC is echter met pensioen en Opel valt terug op hun ‘GSI’-heritage. Vandaar dat er een nieuwe Astra GSI is! Tenminste, GSe. Het is een plug-in hybride. Op papier een hele potente, met 225 pk en 360 Nm. Toch wordt de Astra een beetje tegengehouden door zijn massa van 1.650 kg. Voelt het toch weer als een OPC.
Peugeot 307 GT 180 Féline
Peugeot-hatchbacks hebben ook maar weinig introductie nodig, maar in de jaren ’00 waren de sportieve aspiraties van het merk met de leeuw niet erg denderend. En da’s prima, maar de 308 GTi uit 2009 voelt toch een beetje als een smet op de GTI-naam. Dat deed de laatste iteratie van de 307 dan toch beter. Die heette geen GTI, maar ‘GT Féline’. Die oogde ook nog eens dikker dan een standaard 307, met een dakspoiler, iets anders getekende bumpers en grote velgen. De aandrijflijn was vlot, maar wederom niet denderend. Het ging om een turboloze 2.0 zestienklepper met 177 pk.
Renault Clio 2.0 16V
Ook Renault heeft een reputatie op het gebied van sportieve hatchbacks, maar eigenlijk is elke Clio of Mégane gewoon een prima sturende auto. Dus als je er een pittige motor in stopt, wordt ‘ie ook snel lekker pittig. In het geval van de Clio III uit 2005 stopte Renault net als in de RS-versies een 2.0 16V viercilinder voorin de Clio. Het ging om een M-motor (en dus niet de F-motor uit de Clio RS) maar wel eentje met 140 pk en 195 Nm. 8,5 seconden naar de 100 in een Clio, da’s lang niet gek. Helemaal nu de RS in de lift begint te zitten, best een tof alternatief.
Toyota Corolla T-Sport 1.8 VVT-i Compressor
Toyota Corolla, een woordencombinatie die ongeveer zo interessant is als verf zien opdrogen of het uitzicht op je balkon tijdens de mist. Toegegeven, dat soort auto’s moeten er zijn voor de mensen die niks met auto’s hebben en gewoon vervoer zoeken, maar dat recept sportief maken? Da’s lastig. Toyota deed het met de Corolla in de jaren ’00 middels de T-Sport. Dat was al een 192 pk sterke versie van de Corolla met de 1.8 VVT-i, wat dan weer leuk is. En dat recept werd nog eens opgevoerd in de versie met compressor, dan kreeg je -zoals de naam zegt- een mechanische compressor en 33 pk extra. 225 pk, compressor, redline van bijna 8.000 toeren, voorwielaandrijving, handbak, sprinttijd van 6,8 seconden? In een Corolla? Jazeker.
Volvo C30 T5 Polestar Limited Edition
En dan was er nog een toffe versie van de Volvo C30. En nee, helaas niet de C30 PCP (Polestar Concept Prototype), de 450 pk sterke versie van de T5 vijfcilinder. Die was een tandje te heftig.
Maar wist je dat de C30 Polestar wel in productie is gegaan? Het werd de C30 T5 Polestar Limited Edition. In productieversie bleef de Rebel Blue-lak, dikke bodykit en een dakspoiler. Alleen technisch was het niet de PCP. Maar eigenlijk was het recept los van dat gezien best wel fijn. De T5 bleef (dus de 2.5 liter vijfcilinder uit de Focus ST), maar dan met 250 pk en 370 Nm. Op de voorwielen, met handbak! Helaas bracht Volvo de C30 T5 Polestar enkel naar de VS in oplage van 250 stuks. Poepzeldzaam dus.
tenaci zegt
Ik weet nog goed dat in de jaren ‘00 mijn vader een Toyota Picnic had. Veel belegener kon je het niet krijgen natuurlijk. Hij moest op een gegeven moment voor een grote beurt naar de toenmalige Amersfoortse Toyota dealer Central Motors. Mijn pa was druk die dag en ik studeerde en was die dag thuis. Hij vroeg of ik de auto even wilde wegbrengen. Prima natuurlijk. Mijn vader had een leenauto bijgeboekt maar op dat moment waren alle leen-Yarissen al weg. Er was alleen nog de Corolla VVTI. De dealer had er duidelijk wat twijfels bij om die aan een snotneus van 20 mee te geven. En dat snapte ik wel….. Maar ik heb er wel lol van gehad. En later kreeg mijn vader via de dealer een snelheidsbekeuring op de Hoge Weg in Amersfoort. Die had ik dus al binnen een paar kilometer gescoord….
racerx zegt
Voor 300+pk in een Giulietta QV heb je een andere turbo nodig, niet enkel een simpele tune. Stage 1 houden ze het rond de 250-260pk wel voor gezien geloof ik. Indertijd was het een goede hot hatch, zeker als je een sperdiff aan voorzijde had (weet even niet of dat standaard was). Ik zou ‘m derhalve niet per sé als lauwwarm bestempelen, een Golf VI GTI had minder vermogen.
Leuk lijstje met auto’s die voor de gemiddelde rijder oprecht vermakelijk zijn en net een tandje specialer dan de meer gangbare versies .
Loek zegt
@racerx: ik ken iemand met een QV en die zei dat er niet zo veel spannends was gebeurd behalve een chipje en die draait nu rond de 300 pk. Of dat is overdreven of er is toch wel wat spannends gebeurd ;)
superfred zegt
Voor 300 pk bij een Giulietta QV krijg je een andere intake, andere downpipe met katvervanger, een versterkte koppeling en een software modificatie. Althans, bij Savali. Net iets meer werk dan alleen een chipje dus 😉
Snelle zegt
Eens, leuke lijst!
DeWitteCondor zegt
Dacht niet dat ik dat snel zou zeggen maar van dit lijstje vind ik de volvo de heetste, vooral in die kleur ook. De Toyota en de Opel hebben wel echt een hemeltergend saai design. Dan kun je er bij de Opel nog zo’n F1 style derde remlicht op plakken maar dat maakt het nog lachwekkender.
lightisride zegt
Met zo’n DS4 200 pk heb ik een hoop lol gehad. Kreeg je veel positieve aandacht mee. Ook een keer op de Ring van een verbaasde Porsche rijder, die vroeg hoe die getuned was. Niet, maar het was een beetje koud/vochtig en dan is zo’n auto al gauw sneller.
randy zegt
Hey, een vermelding van “mijn” DS4.
Met een stage 1 chippie is het een heel andere auto. Niemand verwacht dat deze auto vlot is.
Als die thp goed is onderhouden(noodzaak!)dan is het een vlotte en relatief zuinige auto. Uitrusting is ook echt top!
Olivier zegt
Er zijn ook niet gelimiteerde versies van de 2.5t te vinden in de C30, prima autootjes. Wel goed dorst ondanks dat het zo’n klein pakketje is