De vakkundige jury heeft het soms ook bij het goede eind, natuurlijk. Deze 11 voitures werden terecht Auto van het Jaar.
De salon van Genève staat te popelen om te beginnen. Tenzij je dit iets later leest, dan is de Salon van Genève al begonnen of al weer voorbij. Het maakt voor de strekking van dit artikel niet uit. Naast een hele hoop autonieuws is de Salon van Genève ook het evenement waar men – op de vooravond – de nieuwe Auto van het Jaar bekend maakt.
Deze titel is al jaren zeer onomstreden door de journalisten die er niet aan mee mogen doen. Het is een Nederlands initiatief (jazeker!) van Autovisie en elk jaar komt deze jury bijeen om de beste nieuwkomer aan te wijzen. En ondanks dat er tegenwoordig enorm veel awards zijn, is dit de enige die er écht toedoet (naast de Autoblog Auto van het Jaar).
Terechte winnaars Auto van het Jaar
Het levert niet altijd de gewenste winnaar op, overigens. Als een ware Captain Hindsight hebben we kunnen bepalen dat de jury geregeld er (flink) naast zat met hun keuzes. Nu is het wel zo dat achteraf bleek dat een auto intenst slecht in elkaar zat en precies een dag na de leaseperiode uit elkaar viel. In ons vorige artikel keken we naar de keren dat de winnaar onterecht was, maar in dit geval bekijken we het eens van een positieve kant en stippen we de 11 auto’s aan die volkomen terecht auto van het jaar zijn geworden.
Volkswagen Polo (Typ 6R)
2010
Kijk, in principe is dit waar de Auto van het Jaar-verkiezing omgaat. De beste auto op punten. En van 2010-2020 had Volkswagen een ijzersterke line-up qua modellen. Nu kiezen we voor de Polo, maar de Golf VII of Passat B8 hadden het ook kunnen zijn. De Volkswagen Polo was en is een ijzersterke aanbieding. Zo’n typische VW die nergens echte steken laat vallen. In Nederland zijn we iets afgestompt met de Bluemotion-truttenschudders, maar een nette 1.2 TSI Highline is anno 2024 nog altijd een puike B-segment hatchback.
In het jaar 2010 was de concurrentie ook niet enorm. De Toyota iQ beantwoorde vragen die niemand stelde (op Aston Martin na, wellicht) en de Opel Astra (derde) was keurig, maar ernstig obese. Dus in dat opzicht was het een meer dan goede ECOTY-winnaar.
Toyota Prius (NHW20)
2005
Eigenlijk had de eerste Prius moeten winnen. Die deed in 2001 mee, maar toen won de bloedmooie Alfa 147. Nu was er gelukkig een journalist die ons de vorige keer wees op het feit dat alleen die hybride aandrijving van de Prius goed was, de rest van de auto was een matig totaalpakket. In 2005 had Toyota meer ervaring met het hybride-concept en de ingenieurs en ontwerpers een veel groter budget om mee te werken. Het eindproduct was dan ook veel beter als totaalpakket. Sterker nog, de Hyundai Ioniq was eigenlijk een kopie van deze auto. Als men je kopieert, betekent het dat je het heel erg goed doet.
In relatieve zin was de Prius ook uitstekend, want de tegenstanders waren niet echt denderend. De Citroën C4 werd tweede! Je weet wel, dat ding met dat maffe stuurwiel en bijzonder anoniemen rijeigenschappen. De tweede generatie Focus was ook een kanshebber, maar werd derde. Die auto verzette ook niet echt bakens zoals de eerste dat deed. Dus de Prius is een terechte winnaar!
Opel Ampera
2012
Om geld te krijgen van de Amerikaanse overheid om te kunnen overleven, moest General Motors eindelijk milieuvriendelijke auto’s gaan ontwikkelen en verkopen. Ze hadden de kennis wel, maar er was nooit noodzaak. Het resultaat was de Opel Ampera en Chevrolet Volt. Deze eeneiige tweeling kwam al in 2012! Het waren echte plug-in hybrides waarmee je ook stukjes elektrisch kon rijden.
Deze tweeling moest ook wel winnen, want de concurrentie was dat jaar niet al te denderend. De Citigo, Mii, Up drie-eenheid werd tweede en had eventueel ook kunnen c.q. mogen winnen. Maar ja, daarmee kopieerde VW het idee van PSA/Toyota, terwijl de Volt een originele auto was.
Renault Mégane Scénic
1997
Deze auto moest natuurlijk winnen. Niemand wist dat ze een midi-MPV wilden hebben, maar toen Renault de Mégane Scénic lanceerde, wilde iedereen er eentje hebben. Alle andere fabrikanten volgen heel snel met een soortgelijk concept. Maar die auto’s bewezen (achteraf) dat het succes niet alleen kwam door het concept, maar ook door de uitvoering van Renault ervan. De losse stoelen, zachte velours bekleding, keurige prijsstelling, mogelijkheid voor twee glazen daken (joh) en comfortabele rijeigenschappen maakten het een winnaar. Niet alleen voor de jury, maar ook qua verkoopaantallen.
De concurrentie was in 1997 niet mis. Met name de Ford Ka was een geweldige nieuwkomer. Deze A-segment auto zag er namelijk zeer origineel uit en reed als een kart. Het was bijna een GTI, ondanks de stokoude Kent-viercilinder onder de motorkap die stamde uit de jaren ’60. Op nummer 3 stond de Volkswagen Passat B5, een uitstekende auto maar in geen enkel opzicht vernieuwend ofzo.
Kia EV6
2022
Sommige auto’s zijn gewoon een mijlpaal voor een fabrikant en de EV6 was dat voor Kia. We kunnen het niet anders zeggen. De auto bewijst hoe snel een fabrikant nieuwe technieken kan ontwikkelen en implementeren in serieproductieauto’s. De 800V-architectuur kenden we toen alleen uit de Porsche Taycan, maar de EV6 heeft het ook. Het design moet je ding zijn, maar het is absoluut een herkenbare auto. Het is tot slot ook nog eens een auto die als familieauto goed werk: lekker ruim.
De Kia EV6 was in vergelijking met de concurrentie echt een heel erg goed auto. Daarom won ‘ie van behoorlijk goede deelnemers. De EV6 won het nipt van de Mégane E-Tech. Die Renault is misschien de betere auto qua afwerking, materialen, design en ‘packaging’, maar de Kia is de betere elektrische auto. Een uitstekende range, korte laadtijden en uitstekende prestaties. Voor ons autoliefhebbers was er ook goed nieuws, want de EV6 stuurde bijzonder goed.
NSU Ro 80
1968
De huidige Audi A4 is een keurige, doch ernstig verouderde auto. Geen plug-in hybrides, geen voorstrevende aandrijflijnen en of andere concepten. Of bijzondere styling. Zijn voorganger, de NSU Ro 80 had dat allemaal wel. Nu moeten we erbij aantekenen dat de Ro 80 achteraf een tikketje onbetrouwbaar was en NSU geregeld die wankelmotoren moest vervangen onder garantie. De styling was voor eind jaren ’60 ongekend vooruitstrevend en kon 10-15 jaar later nog steeds prima mee. Dankzij de voorwielaandrijving was het in die periode ook een heel erg veilige, stabiele en ruime automobiel.
Kortom, een terechte winnaar. Zeker als we gaan kijken naar de concurrentie. De Fiat 125 werd tweede. Dat was een grote sedan zonder franje, wellicht dat die daarom nog lang door Polski-Fiat werd gemaakt voor de thuismarkt. De Simca 1100 was dan wel een briljante auto, maar niet zo vooruitstrevend als de NSU Ro 80.
Nissan Leaf
2011
De Nissan Leaf kon natuurlijk niet niet winnen. De jury moest meer en meer innovatie aanprijzen en dan kun je de eerste echt serieuze elektrische auto niet overslaan. Dat is jammer om er zo naar te kijken, want de Nissan Leaf was gewoon een uitstekende puike hatchback. Toevallig hadden we het gisteren nog eventjes over de Nissan Pulsar, maar dat was een matige aanbieding. Je kon wel zien dat al het ontwikkelingsbudget naar de Nissan Leaf ging. Het is ook duidelijk dat Nissan zich niet blindgestaard heeft op ALLEEN de accu en elektromotor.
In vergelijking met de concurrenten was de Leaf de gedoodverfde winnaar, maar om heel eerlijk te zijn werd het nog erg spannend. De Leaf won met 257 punten, maar daarachter zat de Alfa Romeo Giulietta met 248 punten. Als de Chianti Classico bij de ledenvergadering iets beter was gevallen, had die Giulietta dus kunnen winnen. Dat was een – voor zijn tijd – niet al te beste aanbieding. Mooi maar verouderd in alle opzichten. De Opel Meriva was overigens ook een paar jaar te laat op de markt. Dus de winnaar won terecht, maar ook vanwege een gebrek aan moderne tegenstrevers.
Mercedes-Benz 450 SE (W116)
1974
Eigenlijk moet de Mercedes-Benz S-Klasse elk jaar winnen. Niet alleen is Mercedes een kei in het ontwikkeling van nieuwe technieken, maar ook het implementeren ervan. Als het aankomt op bouwkwaliteit zou je zelfs kunnen stellen dat de 450 SE de beste auto ooit is van de verkiezing. Mercedes bouwde hier nog enkel en alleen auto’s die extreem goed waren.
Veel concurrentie had de S-klasse ook niet, eigenlijk. Op nummer twee prijkte een Fiat, de X1/9 van Bertone. Je weet wel, dat kleine sportwagentje. De Honda Civic was een van de eerste serieuze Japanse auto’s die onze markt konden gaan verstoren, maar gelukkig weren de juryleden voornamelijk onder de indruk van de kwaliteit van de 450 SE.
Fiat Panda (Tipo 169)
2004
Fiat heeft geregeld de ECOTY-troffee gewonnen en niet altijd terecht. De 128 in 1970 had niet gehoeven en de Uno in 1984 al helemaal niet. De tweede Fiat Panda is echter een meestwerk van de Italianen geweest. Een kleine vijfdeurs hatchback met verrassend veel ruimte. Ook kun je ‘m krijgen in diverse uitvoeringen, waaronder een 4×4 en 100hp. Belangrijker waren de goedkope uitvoeringen en het feit dat je altijd vijf deuren mee kreeg. De 1.3 diesel was een spaarwonder toen diesel nog kon. Je kon de auto echter erg luxe aankleden, als je dat wilde. Van alle markten thuis.
Er was niet enorm veel concurrentie, alhoewel de jury het uiteraard erg spannend maakte. Op nummer 2 stond namelijk de Mazda3. Niet dat daar iets mis mee was (dat extreme roesten kwam pas later), maar verder was ‘ie vrij gemiddeld. De Golf V was een enorme stap voorwaarts ten opzichte van de Golf IV, maar beter zijn dan je voorganger is niet direct een reden voor de jury.
Porsche 928
1978
Net als met bovenstaande Mercedes is het jammer dat ze dure auto’s niet meer meerekenen. Want in veel gevallen valt er echt wel wat voor te zeggen. De Porsche 928 stond namelijk bol van de innovatie. Een meesturende achteras, transaxle-layout, zonneschermen voor de passagiers achter en laten we de styling niet vergeten. Het was zeer onconventioneel, maar bleef vers tot 1995. Een unieke prestatie. Volkomen terecht dus dat de Porsche 928 Auto van het Jaar 1978 werd.
De overwinning van de 928 was vrij nipt, want de BMW 7 Serie (E23) deed namelijk ook mee. En ook die Duitser stond bol van de innovatie. De derde plaats was voor de Ford Granada, ook een topper. Desondanks terecht dat de 928 won.
Ford Focus (DBW)
1999
De Ford Focus is misschien wel de beste nieuwe auto ooit geïntroduceerd. Richard Perry-Jones stond aan het roer van het Focus-project. Werkelijk alles klopte aan deze auto. Natuurlijk, de Escort was een draak van een auto, maar de Focus had alles mee: ruim, compleet uitgerust, gunstig geprijsd, originele styling en verkrijgbaar in enorm veel uitvoeringen. Maar wat echt bijzonder was, waren de rijkwaliteiten. De Ford Focus was een enorm fijne auto, met een strakke wegligging zonder oncomfortabel te zijn. Het schakelen ging ook geweldig: strak, met veel gevoel en voldoende weerstand. En dat alles voor minder dan 30.000 gulden.
Het was voor de ECOTY-jury ook een uitgemaakte zaak. Zelden won een auto met zo’n voorsprong. Om een idee te krijgen, de Ford Focus kreeg 444 punten, de nummer 2 was de Opel Astra en die kreeg slechts 269 punten in totaal. De Peugeot 206 – ook een geweldige nieuwkomer – haalde slechts 248 puntjes.
Johanneke zegt
Focus MK1. Wat een auto was dat. Het is zo knap om een C segment wagen te bouwen die zo ontzettend goed is. Toen kocht je trouwens ook gewoon een model en had je keuze: sedan, hatch 3 deurs, hatch 5 deurs, of station. Enkel de MPV versie kreeg een andere naam. Waarom is dat tegenwoordig veel minder? Alles deel hetzelfde platform maar alles lijkt een eigen naam te moeten hebben.
Rokende Wielen zegt
Dat was inderdaad een puik karretje, ik heb een TDci met 115pk gehad. Superfijne auto
mashell zegt
Klopt. In vergelijk opzichte van de Golf IV (koning onderstuur) en de Astra B (treuriger dan de dodenmars) was de Focus 1 van een compleet andere orde.
Robert zegt
Het beste bewijs is, dat je er ook na bijna twintig jaar nadat ie weer werd opgevolgd door de tweede generatie, nog steeds een heleboel van ziet rond rijden. Dat gaat Ford met die eco-boost torretjes van nu niet voor elkaar krijgen.
danmar zegt
MPV… Je bedoelt de C-Max? Die was gebaseerd op de 2e generatie Focus en heette eerst Focus C-Max. Na de facelift werd dat alleen C-Max.
Johanneke zegt
Klopt niet wat je zegt denk ik. De focus c-max is er vanaf 2003, de focus mk2 vanaf 2005.
Overigens was ik wel vergeten dat het focus c-max was, ipv enkel c-max.
kniesoor zegt
Misschien dat de Ro80 qua aërodynamica vooruitstrevender was, maar verder had de Simca 1100 er natuurlijk met de titel vandoor moeten gaan : dwars geplaatste motor voor meer binnenruimte, voorwielaandrijving, zo ongeveer de eerste hatchbackcarrosserie en dat alles in een pakket, bereikbaar voor de massa. Een voorbeeld voor alles wat erna kwam (de Golf, latere Escorts en Kadetts, you name it).
DeWitteCondor zegt
Gaat wel wat ver om de EV6 een ruime auto te noemen, maar de trend is wel dat dit soort modellen dat al snel krijgen. De kofferruimte is verre van indrukwekkend als je het vergelijkt met een reguliere station en voor een gezin met kleine kinderen met wandelwagens enzo eigenlijk niet geschikt. Achterin is de hoofdruimte ook suboptimaal als je langer bent dan 1,80m. Het totaalplaatje is best ok dus ik snap de verkiezing wel, maar heb toch sterk het gevoel dat het succes gedreven is door de portomonnee. Ik vind m bovendien onooglijk.
Richmond zegt
welke portomonee?
arnault16 zegt
Je vergeet de Renault 16!
rollingstoned zegt
Ik mis de Lancia Delta (1980), de Alfa Romeo 156 (1998) en de Alfa Romeo 147 (2001).
Roadster1976 zegt
Polo is wel een beetje dubieus nu we weten hoe ze die uitstoot omlaag kregen wat mede het succes van de auto was…
doublechevron65 zegt
Maar de Focus kon de markt pas veroveren, nadat Ford een leuk bedrag had overgemaakt naar een goed doel. Want het magazine “Focus” was er al wat eerder.
basman147 zegt
Niks nieuws, Fiat had ook eerst een discussie met het WNF over het gebruik van de naam “Panda”, maar na een donatie door Fiat was dat zo opgelost.
alassad zegt
De Opel Ampera staat zowel in dit lijstje als in het lijstje van autos die m onterecht wonnen, met verschillende jaartallen nog wel… haha