Waarom ziet een bepaald persoon eruit zoals hij eruit ziet? Wie of wat bepaalt het familiegezicht, de identiteit? Er zijn meerdere manieren om jezelf vanuit een historie te ontwikkelen, net zoals je als zoon of dochter veel eigenschappen van je vader en moeder overneemt. Sommige dingen ontwikkel je door, en weer andere eigenschappen verwerp je. Hoeveel je jezelf ook ontwikkelt en verandert, je zal altijd herkenbaar blijven als zoon of dochter van je vader en moeder. Daar zorgt je DNA wel voor.
Het DNA bevat de code waarin al onze erfelijke eigenschappen (en afwijkingen!) zijn vastgelegd. Een stukje afgebakend DNA dat het recept bevat voor een eigenschap, noemen we een gen. Genen bepalen al onze erfelijke eigenschappen.
Als automerk ben je afhankelijk van je designers, constructeurs en marketeers die er wel of niet voor zorgen dat de juiste genen uit het merk-DNA worden behouden en doorgegeven.
In het begin van ieder merk is er meestal één man die een auto bouwt met een bepaald doel in gedachten wat vervolgens uitgroeit tot een automobiele familie bestaande uit een opa, een oma, kinderen en kleinkinderen en dat al vaak vele generaties lang.
Nu zijn er mijns inziens meerdere vormen van gen-overdracht mogelijk. Ik heb een onderverdeling gemaakt van vier varianten en die zal ik hier kort bespreken.
De eerste is het functionele gen.
Rolls Royce, Mercedes en Lancia hebben bijvoorbeeld een duidelijk eigen vormgegeven grille. Deze grille kreeg zijn vorm in de tijd dat de radiateur vaak het enige externe item was waar een automerk invloed op had.
Coachbuilders bouwden op een aangeleverd ‘rolling chassis’ een op maat gemaakte koets voor een klant. De radiateur was een gegeven, en daarmee altijd het eerste uitgangspunt van waaruit de coachbuilder van voor naar achter het lijnenspel opzette. De functie en de stand der techniek bepaalden de vorm van de radiateur en die bepaalde voor een groot deel weer de rest van de carrosserievorm.
Hetzelfde kan ook gezegd worden over de spatborden, lampen, luchtgaten en alle andere items die op of aan een auto zitten. Het gebruiksdoel bepaalt de vorm van de delen en de som der delen bepaalt het gezicht van het merk. Bij racewagens zie je vanzelfsprekend weer heel anders gevormde delen dan bij limousines.
Vaak verwordt een erfelijke eigenschap van het functionele gen al heel snel een styling-gen.
De driehoekige grille van Alfa Romeo is niet meer de hoofdgrille, want die zit nu voor het grootste deel onder in de bumper. Dit is nu nog slechts een stylingitem dat duidelijk maakt dat de 159 tot de Alfa-familie behoort.
Bij de Aston Martin DB3S racewagen is er , waarschijnlijk om aerodynamische redenen, een plooi in de motorkap gemaakt die twee hapjes uit de bovenste hoeken van de grille haalde. Deze twee hapjes worden door het styling-gen nog altijd toegepast op de huidige modellen, terwijl daar geen functie meer voor is.
TVR maakt nauwelijks gebruik van het styling-gen, maar bijna uitsluitend van het functionele gen. Geen enkel TVR model heeft dezelfde stylingitems als een ander model en toch is het familiegezicht zeer duidelijk aanwezig, omdat ze allemaal voor nagenoeg dezelfde functie ontworpen zijn.
Als derde is er het designers-gen.
Een designer (vroeger nog coachbuilder) ontwikkelt los van de automerken een eigen stijl. Pininfarina en Zagato hebben een sterk eigen karakter en een liefde voor een speciaal soort vormentaal. Zo kan het gebeuren dat op basis van één design meerdere op elkaar lijkende modellen voor verschillende merken ontwikkeld worden. Soms gaat een designer dan slechts in heel beperkte mate of helemaal niet uit van het bestaande merk-DNA. Kijk maar eens naar de Peugeot 404, de Lancia Flaminia en de Austin Camebridge.
Drie verschillende auto’s van drie verschillende merken met hetzelfde basisdesign.
Zagato heeft in het verleden enkele modelvarianten ontworpen op basis van de Aurelia en Fulvia waar de Lancia-identiteit nog nauwelijks in te herkennen was.
Het vierde gen (en dit vind ik een hele gevaarlijke…) is het opgelegde gen.
Hier worden items van andere disciplines geforceerd vermengd met de auto. Merken die zich genetisch laten manipuleren met dit opgelegde gen zijn onder andere Saab en Spyker. Om marketingtechnische redenen worden (te pas en te onpas) in het design en de uitrusting verwijzingen gedaan naar een vliegtuigverleden terwijl deze verwijzingen lang niet altijd iets functioneels toevoegen aan het concept. Hoewel het resultaat op zich indrukwekkend kan zijn (Alfa Romeo’s Bat Mobielen), zien we ook slappe “leen-“interpretaties zoals gekromde dashboardvormen en alternatieve “aeronautische” lichtkleuren in klokkenwinkels.
“Het dashboard is als een cockpit om de bestuurder heen ontworpen” zegt men dan in de brochure. Pfff, slechts een flauwe curve in het paneel… Spectaculair hoor! De vliegtuigindustrie heeft toch zeer zeker wel veel goede dingen aan de auto-industrie geleverd, maar daar ga ik in een latere column graag op in.
Kruisbestuiving met ‘vreemde’ genen kan best wel gezond zijn, maar alleen wanneer het beste uit twee werelden verenigd wordt. Technische ontwikkelingen als materiaalgebruik, constructietechnieken en nieuwe interface- en bedieningstechnieken uit één tak van industrie kunnen zeer bruikbaar zijn in een andere tak.
Zo heeft de Formule 1 veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de gewone straatauto’s, maar wanneer ze bij Ferrari koste wat kost een F1-neus in de Enzo gaan forceren gaan ze wat mij betreft te ver. Ook de Mercedes SLR heeft zo’n kegel met steunpootjes in de neus gepropt gekregen. Zo’n F1-neus voegt niets functioneels toe aan het concept en is in dit geval puur een marketingtool.
Een goede designer weet uit het merk-DNA de belangrijkste genen te filteren en deze op een toepasselijke manier in het design te verwerken. Daarbij is de grootste uitdaging een goede balans te vinden in het gebruik van de functionele en de styling-genen en te waken voor een overdaad aan opgelegde ‘vreemde’ genen. Daarbij is ook de Darwiniaanse theorie van toepassing: een DNA zal met zijn tijd mee moeten gaan.
In de komende columns zal ik wat dieper ingaan op de vier beschreven gen-typen door ze toe te passen op diverse automodellen. Kunnen jullie in de reacties aan de hand van plaatjes vertellen op welke manier en met welke genen de designers volgens jou geprobeerd hebben te werken met het design-DNA?
Geef daarbij voorbeelden voor alle 4 de bovenstaande categorieen waar het (in jouw ogen) WEL en NIET gelukt is.
Mochten jullie gaandeweg nog nieuwe gensoorten ontdekken waar ik zelf nog niet aan gedacht had, dan hoor ik dat graag!
Tom van Bergen zegt
Goed verhaal Michiel. In mijn ogen zou je het ook in andere vormen kunnen zien, waaronder evolutionair design, bv de Audi 80 waarin het basismodel concept hetzelfde blijft, alleen wordt de techniek en styling aangepast aan de trend van dat moment. Daarnaast heb je radicaal design. Hierbij blijft het doel van de auto hetzelfde, alleen wordt het design drastisch omgegooid, bv. bij van de Citroën DS, XM naar C6. Je hebt natuurlook ook nog Retro design waarbij zoveel mogelijk elementen van het originele model behouden worden, maar in een modern jasje. En een andere ontwikkeling is het vrouwelijker maken van auto’s, zoals de Ford Ka en de Volvo YCC, waarbij een concept aangepast wordt op meer “vrouwelijke” behoeftes. Je krijgt ook te maken met het mengen van stijlen én platvorms (crossovers).
Ondanks dit vind ik jou verhaal ook kloppen, en het is maar net in hoe je alles onderscheid. Ik heb zelf nog nooit een dergelijk lijstje gemaakt, heb net maar getypt wat in me op kwam. Op een gegeven moment heeft een merk een bepaald imago gekregen door eerdere modellen. Als de modellen opeens helemaal een ander gezicht krijgen is het imago van het merk verloren en kan het merk weer opnieuw een imago op gaan bouwen. Dit is een risico en daarom spelen veel merken op veilig door bepaalde elementen te behouden in hun ontwerpen. Tenminste in mijn opzicht.
Ga je trouwens ook naar het ATC-congres volgende week? ;-)
Klassiekerrally zegt
Michiel geeft ons vlak voor ’t weekend huiswerk! ;)
Klassiekerrally zegt
Ok Michiel, ik kan 1 voorbeeld bedenken van een geslaagde uitvoering van het (volgens mij) functionele gen:
De Lotus Elise, met name de eerste Serie.
De leus van Colin Chapman was ‘To add speed, add lightness’. En dat is volgens mij bij de Elise goed gelukt.
Geen dingen die je niet nodig hebt. Raam open? Draai maar aan ’t zwengeltje luilak! Stuurbekrachtiging? Overbodig door de ’toegevoegde lichtheid’. Benzineverslindende motor? Niks ervan. De Rover K-series levert prima prestaties doordat ‘ie geen dozijnen elektromotoren hoeft mee te zeulen.
Als me meer voorbeelden te binnen schieten, laat ik ’t uiteraard even weten.
Michiel_vd_Brink zegt
@Tom: Retrodesign is mijns inziens een bepaalde manier van gebruikmaking van de genen in het DNA.
Hier worden oude functionele genen omgezet in styling-genen.
Hoe meer je van deze styling-genen uit het verleden gebruik maakt, hoe meer retro een model eruit kan gaan zien.
De functionele genen kunnen in dit geval verloren gaan en zo ga je qua stijl al snel richting kitsch.
De VW Beetle is hier een goed voorbeeld van.
Als een designer bereid is het DNA meer te laten ontwikkelen naar moderne maatstaven, wordt het een eigentijdser model.
Dit kan door gebruikmaking van nieuwe functionele genen (nieuwe technieken) of nieuwe designer-genen.
Bij de Citroën C6 is volgens mij een smaakvolle mix gemaakt van alle soorten genen.
@Klassiekerrally: Lotus is inderdaad ook een goed voorbeeld!
Gebruikmakend van een zich continu ontwikkelend functioneel geen blijft Lotus modern en behoudt het toch een sterk familie-DNA.
Daarnaast ontwikkelt het merk zich met designer-genen en niet zozeer met styling-genen.
Donkervoort houdt zich weer erg sterk bezig met de oude functionele genen, zonder deze te laten ontwikkelen.
Door nauwelijks vernieuwde functionele genen toe te passen neigt Donkervoort naar retro of in ieder geval behoudend.
Een DNA zal met zijn tijd mee moeten gaan en hier ligt volgens mij het probleem voor Donkervoort.
Klassiekerrally zegt
Michiel, ik denk dat je gelijk hebt wat Donkervoort betreft. Ik heb een paar jaar geleden een studiemodel gezien dat nog steeds herkenbaar was als Donkervoort, maar die was naar mijn smaak veel te ‘dik’ geworden.
Morgan is er naar mijn mening wel in geslaagd een frisse wind door de vormgevingsafdeling te laten waaien, zonder de belangrijkste waarden verloren te laten gaan.
w0o0dy zegt
waarbij Donkervoort het niet zozeer behoudt omdat ze dat zo graag willen maar omdat ze de middelen niet hebben om voor een compleet nieuw model een Typegoedkeuring te krijgen….. Te ingrijpende wijzigingen zouden ervoor zorgen dat Donkervoort een nieuw type auto moet introduceren en de Europese richtlijnen verplichten de fabrikant dan om aan allerlei normen te voldoen…. dat is voor een klein bedrijf als Donkervoort, zonder enorm ontwikkelingsbudget gewoonweg niet haalbaar.
Michiel_vd_Brink zegt
@Woody: dat is grotendeels waar.
Het DNA kan om meerdere redenen de kans niet krijgen om zich te ontwikkelen, in dit geval geldgebrek, maar ook door de visie van één man.
Als je klein bent en te weinig geld hebt om functionele genen te ontwikkelen moet je slim zijn en gebruik maken van styling- en designer-genen.
Alleen past dit niet in de visie van Joop…
Hoe heeft volgens jullie Seat zich ontwikkeld?
Functionele genen komen in dit geval van Volkswagen…
Klassiekerrally zegt
Seat is volgens mij een goed voorbeeld van genetische manipulatie.
Ze hadden voor zover ik weet niet echt een eigen identiteit, bouwden Fiatjes onder licentie. VAG heeft besloten dat Seat de sportieve poot van het concern moest worden. Maar zonder goede ‘stamgenen’ is dat niet eenvoudig, dat blijkt…
Michiel_vd_Brink zegt
Niet helemaal… er is hier geen gebruik maakt van auto-vreemde genen.
Het karakter van Seat is weldegelijk gemanipuleerd, maar niet met items uit andere takken van industrie, zoals vliegtuigen, F1, e.d.
In dit geval is er een designer-gen geïmplementeerd met lijnen die een gevolg zijn van de visie van Walter da Silva.
Zonder eigen historie is het moeilijk om een eigen identiteit te ontwikkelen en dan wordt je als automodel door een designer eventjes verteld wie en wat je bent.
Klassiekerrally zegt
De moeilijkheid blijft om het publiek/de kopers er van te overtuigen dat door de manipulatie en implantatie van genen een goed product is ontstaan. Net als met voedsel eigenlijk.
Jurrian zegt
maar die genen zijn niet nodig voor goede verkopen, kijk maar naar toyota, die designed zijn auto’s stuk voor stuk en behalve enorme ingetogenheid hebben ze vrijwel geen verwijzingen naar elkaar. zoals de MR2
Michiel_vd_Brink zegt
@Klassiekerraly: JUIST!
Een vraag aan iedereen: hoe vinden jullie dat dit is gedaan met het nieuwe Bugatti?
Bugatti maakte van oorsprong bijna uitsluitend gebruik van functionele genen, met als enige styling-gen (of opgelegd gen) de grille in de vorm van een hoefijzer, omdat paarden Ettore’s grootste liefde waren.
Later maakte zoon Jean ook nog gebruik van designer-genen om het merk breder te ontwikkelen.
Welke genen zijn er bij de EB 16-4 Veyron gebruikt en op welke manier?
En vinden jullie dat Volkswagen er in is geslaagd een geloofwaardig DNA te ontwikkelen?
Jurrian zegt
met extreme excusiviteit wel iig
Klassiekerrally zegt
Bugatti doet me altijd een beetje aan Jurassic Park denken.
Er is bekend wat het DNA van Bugatti was. Daarmee is men aan de slag gegaan.
De uitkomst is een auto die qua eigenschappen best een Bugatti had kunnen zijn.
Maar Bugatti was al jarenlang uitgestorven. Als auto met vooruitstrevende techniek vind ik ‘m geloofwaardig, als Bugatti wat minder.
Bovendien hebben ze het design-gen heel sterk laten overheersen.
Tom van Bergen zegt
De Veyron past wel heel goed in de Bugatti geschiedenis; exclusief, geavanceerde technologie en enorm spraakmakend net als bijna alle vorige modellen. Het is nu al een legende! Volkswagen is er in mijn ogen alleen geweest om het idee te realiseren, maar de uiteindelijke Veyron is absoluut een echte Bugatti en niet iets wat je aan Volkswagen zou linken. Ondanks de invloed van Volkswagen hebben ze er toch voor gezorgd dat het geen Duitse auto is geworden met een sober karakter. Als mensen een Veyron zien zullen de meeste mensen wow zeggen i.p.v. hé dat is de Veyron die Volkswagen gebouwd heeft.
Michiel_vd_Brink zegt
Met welk soort genen en op welke manier heeft Volkswagen dit volgens jou bereikt?
Klassiekerrally zegt
Dat ben ik dan toch ook wel weer met je eens Tom. Het is inderdaad geen herkenbaar VAG-product. Ik heb alleen een beetje moeite met het reanimeren van ‘overleden’ automerken. Gevoelskwestie, vraag me niet ’t uit te leggen ;)
Tom van Bergen zegt
Bugatti heeft in de jaren 90 ook nog een auto gebouwd hoor, de EB. Dat is toch nog niet zo heel lang geleden. Wat ik wel zonde vind is dat ze een kleine Bugatti gaan bouwen om het geld terug te verdienen. Dit is geen Bugatti actie, maar een VAG actie. Vanuit Volkswagens oogpunt gezien ook wel weer logisch.
De Veyron gebruikt genen uit vorige modellen. Hij combineert de spectaculaire technologie die ook aanwezig was in oudere modellen, met stijl en exclusiviteit. Dit is voor mij het Bugattie gen. Stijl en exclusiviteit zijn zowieso met elkaar verbonden. Iets wat niet exclusief is al veel minder snel stijlvol als een heel exclusief product. Dankzij het budget van Volkswagen is de Veyron echt af en bezit hij alle voorgaande Bugatti genen: techniek, stijl en exclusiviteit.
Klassiekerrally zegt
De EB110 was ik niet vergeten hoor. Ook een fantastische auto in mijn ogen. Maar zouden de EB110 en Veyron -ondanks hun DNA- zonder de naam ‘Bugatti’ ook zo veel opzien gebaard hebben, of zo in het geheugen gegrift staan?
Ik vind dat toch een beetje misbruik maken van een overleden automerknaam…
Michiel: wat ging er verkeerd met het DNA van Jaguar? De XJ is een prachtauto, bomvol Jaguar DNA, maar toch ‘werkt’ het niet… Kunnen we hier een evolutietheorie op los laten?
Michiel_vd_Brink zegt
Bij Bugatti is er volgens mij toch best veel mis gegaan.
In de drang naar de snelste te zijn hebben ze één belangrijke eis van Ettore genegeerd en dat is wat later Colin Chapman ook altijd zei: “Add lightness”.
Ettore noemde Bentley’s bijvoorbeeld altijd vrachtwagens.
Er is door Volkswagen te veel van het styling-gen gebruik gemaakt en te weinig van het functionele gen.
Bugatti’s moeten in mijn ogen agiel en licht blijven en dat is de Veyron absoluut niet.
Door het bolle design oogt hij niet licht, terwijl de originele Bugatti’s altijd slanke wagens waren.
Als ik fantaseer hoe Bugatti zich doorontwikkeld zou hebben, dan was er volgens mij een kruising ontstaan van Lotus en Aston Martin, maar dan in de Franse stijl volgens Jean Bugatti.
Wat er verkeerd is met het DNA van Jaguar?
Dat is een hele interessante vraag, maar ik zou hem gelijk aan jullie willen stellen.
Wat is er volgens jullie verkeerd gegaan?
Tom van Bergen zegt
Daar heb je misschien gelijk in. De EB is naar mijn inzien minder Bugatti als de Veyron, simpelweg omdat de Veyron de originele ronde vormen in zich heeft, en hiervan is geen spoor te bekennen in de EB110.
Wat betreft de Jaguar XJ, hij past een beetje te goed bij de rest van de Jaguar serie. Hij valt niet meer op, ze lijken allemaal te veel op elkaar. Met de XK heeft Jaguar al wel een opvallende auto, maar die vind ik weer net iets minder Jaguar als de oude haha. Misschien omdat hij koplampen met een scherpe hoek heeft, ik weet het niet.
JLJ zegt
Het probleem bij de XJ is dat het styling-gen teveel overheerst: zoek de verschillen met de vorige versie!
Robin zegt
Ik weet niet, maar ik moest ineens denken aan een VW pheaton… waarschijnlijk omdat ik die stiekem erg mooi vind.
Hij ziet eruit als ieder vw, duidelijke gril etc. maar toch is het allemaal ook functioneel bedoelt, geen overbodige frutsels en alles is slim bedacht
Ook is hij gedeeltelijk opgelegt, omdat er door de baas van toen allerlei eisen aan zijn gesteld… of telt dat niet?
http://youtube.com/watch?v=cLJKvfNeSiw
westy B zegt
Heeft er iemand een Koreaans of Japans DNA gen gezien????
Het beruchte copygen…
Of het type nog niet besproken “laat ik eens gek doen” DNA wat Sangyong gebruikt.
Al het DNA van de bekende merken is ontstaan uit passie voor het bouwen en ontwikkelen van autos. Om het imago te bevestigen en te onderhouden wordt er altijd verder ontwikkeld op een bepaald designelement. Hierdoor kunnen de meeste autoliefhebbers in een oogopslag een merk herkennen.
Michiel_vd_Brink zegt
De Phaeton lijkt inderdaad gebouwd met het juiste VW-DNA, maar toch klopt er iets niet en slaat hij maar niet aan.
VW stapt hiermee in een totaal nieuw segment en het is blijkbaar erg lastig om hier een geloofwaardige identiteit in te bepalen.
Het is alsof een boerenzoon ineens in de grote stad carrière gaat maken als zakenman…
Men verwacht blijkbaar geen boeren slimheid en soberheid in een limo…
Het DNA zal zich hier nog moeten ontwikkelen en dat kan nog wel even duren…
Soms moet je niet te snel willen.
JLJ zegt
Dat de Phaeton niet aanslaat heeft niets te maken dat er iets niet klopt met het ontwerp-gen, maar met het beroemde imago-gen. ‘Waar rij jij in? Een Audi. Wow, en jij? Een VW. Ow.’. Het scheelt maar een letter, maar het telt wel!
Michiel_vd_Brink zegt
Hoe zou je een imago-gen dan omschrijven?
JLJ zegt
Het Imago-gen heeft niets te maken met de auto zelf, maar wat een bepaalde gorep mensen ervan vindt, zie de talloze discussies tussen bepaalde BMW, Audi, etc. rijders. Men wil niet in een bepaalde auto ‘gezien’ worden (vaak worden Koreaanse merken genoemd, maar ook Opel) hoe goed en mooi zo’n auto ook kan zijn. Je kunt het imago-gen denk het beste beschrijven als de buurman-factor. Ik heb er zelf geen last van, het kan me niets schelen hoe iemand anders erover denkt, ik kies een auto puur op basis van zijn eigenschappen.
Robin zegt
Het is een beetje van beide denk ik,… sowieso de naam, het buurman effect… maar mensen verwachten ook niet snel dat vw een erg goede auto neerzet, in een segment waar ze nooit in werken… ze maken nooit super luxe dure limo’s, ze maken voor de middenklasse…
Michiel_vd_Brink zegt
Ik denk dat je niet kan uitgaan van iets ongrijpbaars als een imago-gen.
Als het niets met de auto zelf te maken heeft, zit het ook niet in het DNA.
Met macht uitoefenen op alle genen bouw je aan een bepaald DNA, wat de identiteit vormt.
Door handig met het DNA te spelen heb je zelf voor een groot deel de uitstraling en het imago in de hand.
Een imago is daar een vervolg op, maar dat wordt vooral gevormd in de hoofden van het publiek.
Als VW al vanaf het begin limousines had gebouwd, was dat zeer zeker ook in de genen te zien geweest en werd het door het publiek als een geloofwaardig DNA beschouwd.
Nu doen ze bij VW ineens iets nieuws en moet men het nieuw ontwikkelde genenstelsel en DNA nog accepteren.
En dat is volgens mij imago: acceptatie en interpretatie van het DNA door buitenstaanders.
Michiel_vd_Brink zegt
Op internet vond ik zojuist de volgende passende omschrijvingen van identiteit (DNA) en imago.
Onder de identiteit van een merk wordt verstaan wat zij werkelijk is.
Daartoe behoren alle uiterlijke en innerlijke kenmerken (genen).
Veel merken zijn niet tevreden met hun identiteit en streven naar een andere, gewenste identiteit.
Dat doen ze door middel van een corporate identity-programma (genetische manipulatie mbv design, techniek, uitrusting, enz).
Het imago is het beeld dat van onze organisatie bij de buitenwacht bestaat. Dat wordt onder andere beïnvloed door het optreden en de presentatie van het merk.
Het beeld dat publieksgroepen van merken hebben wordt in hoge mate bepaald door emoties, meningen en indrukken.
Merken kunnen een gewenst imago nastreven, eveneens door middel van een corporate identity-programma.
Optimaal, maar nauwelijks bereikbaar is de situatie waarin identiteit en imago samenvallen.
Als designer kan ik me alleen maar bezighouden met de identiteit en daarom deze column over DNA.
Robin zegt
oke dus als ik het goed vertaal is identiteit de bestanddelen van de auto, de onderdelen en de vorm die zij hebben… of zit ik er dan naast
imago is het beeld dat mensen ervan hebben…
Michiel_vd_Brink zegt
Correct!
Ook horen de prestaties en de rijeigenschappen bij de identiteit.
Wat buitenstaanders er dan persoonlijk van vinden valt onder het imago.
Zijn er voorbeelden te noemen waar men duidelijk gebruik heeft gemaakt van oude genen waar het volgens jullie NIET goed is gegaan?
Denk bijvoorbeeld aan de vormen van de grille, spatborden, lampen, enz.
ZOEF zegt
Morgan. De Aero 8 heeft last van functionele genen die als design genen zijn gebruikt. Met de spatborden gaat het nog goed, maar de achterklep daarentegen…
heidekonijn zegt
De Veyron lijkt me een typisch Bugatti ontwerp: het mag dan niet behoren tot de meest elegante (zoals de Atlantic of de Ventoux) maar hoort eerder bij het experimentelere type zoals de ’tank’ wagens.
Jag heeft zijn sexyness moeten inkrimpen om duurdere broer Aston niet te overschaduwen, en om aan de ‘gemiddelde’ smaak van Amerikaanse focus-groups te voldoen. Tevens heeft men in de nieuwe XK de verchroomde ‘kiewen’ van die andere ‘premium’ Ford merken Lincoln en Range Rover meegegeven, waarschijnlijk om hier een soort gezamenlijke identiteit in te brengen.
Maar wat betreft het form-follows-function verhaal, kun je je natuurlijk ook afvragen *waarom* men destijds koos voor zulk een sierlijke scudetto bij de Alfa 8C in plaats van bijvoorbeeld een rond gat?
En van ronde gaten gesproken : mijn favoriete stuk auto-dna blijft functioneel… let op de wielen, bij de eerste moet je door de spaken kijken.
Klassiekerrally zegt
Zo, nog even de tijd gehad om na te denken…
Met het Jaguar XJ-DNA is het volgende mis: het is door de evolutie ingehaald.
Toen de XJ geïntroduceerd werd, was het een auto die -net als de E-type- prestaties bood die bij de concurrentie alleen voor een veel hoger bedrag te vinden waren. Dat wil zeggen als de concurrentie al mee kon komen.
Bovendien was de auto schitterend vormgegeven (de laatste Jag waar Sir William Lyons de hand in had IIRC).
Nog tot in de jaren ’80 waren er weinig auto’s die konden meekomen met een XJ 5.3 (ik spreek uit ervaring, pa kocht een 5.3 in ’77).
Maar net als in de natuur overleven alleen de sterksten. Of degenen die ’t hardst schreeuwen. Andere merken kwamen met zwaarder gemotoriseerde topmodellen (Mercedes met de SEL 6.3, 500 SEL, 560 SEL, BMW met de 745i met turbo, 750i) en zaagden stevig aan de stoelpoten van de XJ.
Waar andere merken dus vooruitsrevender en revolutionairder te werk gingen, evolueerde de XJ alleen maar zachtjes, uit angst om de bestaande klantenkring te verliezen. Dat daarmee het vooruitstrevende karakter verloren ging, merkte men helaas te laat. De ‘wow’-factor verdween. De XJ werd een ouwelullenbak.
Daar kan de prachtige alu-koets van de laatste incarnatie niet veel meer aan veranderen.
En wat de andere Jags betreft: de X-type barst van de Mondeo genen, de S type… tja, kweenie. Lijkt op z’n opa, maar dan niet op een positieve manier. Heeft te veel Amerikaanse genen gekregen. De E-type heeft z’n genen helaas ook nooit echt over kunnen brengen op ’t nageslacht.
Tijd voor een sterke hand die met een flinke dosis passie Jaguar weer uit de identiteitscrisis helpt.
Robin zegt
Over dat XJ verhaal ik weet niet, natuurlijk is de concurrentie beter geworden. Alleen hoe belangrijk is dat voor design… een xj is eigenlijk in elke uitvoering wel mooi geweest… het ontwerp heeft het tot een klassieker gemaakt, zelfs als je een nieuw model koopt. De nieuwste generatie lijkt nog steeds veel op de eerste generatie,… en dat is opzich een goedpunt als je een goed concept wil behouden… kijk naar porsche een 911 van nu lijkt nog op de eerste generatie… ook een succesvolle auto,… een mini, de nieuwe tt die iedereen zo cool vind.
Draai je het verhaal om en verander je goede dingen dan kan het vaak ook mis gaan, ik denk aan een ford mustang, alleen de eerste versie is gaaf wat volgde is toch echt niet goed uit de verf gekomen… hetzelfde voor bijvoorbeeld een golf gti…
Dus dat de concurrentie nu wat sterker is geworden maakt de xj niet tot een waardeloze auto. Hoe er over de jaren met zijn “identiteit” is omgegaan heeft er voor gezorgt dat het een auto met gevoel is geworden. Wat opzich een mooi iets is.
Klassiekerrally zegt
Ik heb ook niet gezegd dat de XJ een waardeloze auto is. Integendeel.
Maar we hebben het over DNA en genen en dan is het voor de hand liggend om de tegenvallende (of achterwege blijvende) successen te linken aan een evolutietheorie. En dat is wat ik gedaan heb.
Porsche heeft op technisch gebied niet stil gestaan en heeft tegen de stroming in het concept met de motor ‘op de verkeerde plaats’ tot een succes weten te smeden. Ze zijn ook wel op de bek gegaan: met de 928. Die zou de 911 gaan vervangen. Protest alom! Porsche zag in dat de klanten de 911 niet wilden ruilen voor een watergekoelde supersportwagen met de motor voorin.
Jaguar was van oorsprong een merk van vernieuwing, (r)evolutie. Dat is tot en met de introductie van de XJ goed gegaan. Daarna dachten ze op hun lauweren te kunnen gaan rusten. Daardoor pastte de Jag zich niet meer aan aan zijn veranderende leefomgeving en kreeg het zwaar voor z’n kiezen.
Robin zegt
als je zo beredeneerd, is een mercedes S klasse zeg maar een sterke in het evolutie verhaal. Hoewel dat op design gebied dan weer niet zo is.
Klassiekerrally zegt
De Merc S klasse is wel degelijk geëvolueerd, heeft zich aangepast aan de veranderende eisen van de consument. Soms werd ‘ie lomper, dan weer fraaier, maar ’t bleef wel altijd een S klasse met alle bijbehorende kenmerken.
Stel je voor dat Mercedes de S klasse uiterlijk nog steeds zo zou maken als in de jaren ’70. Dat zou toch niemand accepteren?
Misschien had Jaguar zich ook wat meer moeten focussen op vernieuwing, adaptie.
Ik ben benieuwd naar jouw reactie Michiel…
Klassiekerrally zegt
Aanvulling: dat de XJ uiterlijk nog steeds fraai is, geeft aan dat het model destijds al met kop en schouders boven de rest uitstak. Volgens mij hebben we hier te maken met de wet van de remmende voorsprong. Als je de concurrentie mijlenver achter je hebt, word je gemakzuchtig en word je tezijnertijd dus ingehaald.
Michiel_vd_Brink zegt
Ik ben het helemaal met je eens, Wim.
Bij het laatste model kreeg de XJ enkele waardevolle functionele genen geïnjecteerd, maar bleven de styling-genen nagenoeg onveranderd.
Als je nieuwe tecnieken toegepat, moet je dat natuurlijk wel aan het publiek laten zien middels een vernieuwd design.
Het Jaguar DNA ontwikkelt zich te traag en te éénzijdig en als je dan merkt dat de concurrentie wel effectief met zijn tijd meegaat heb je vanaf de introductie al een enorme achterstand.
Jaguar probeert dat nu met een inhaalslag op het gebied van design goed te maken, maar voorlopig is de achterstand gewoon te groot.
Hoe is dit verhaal nu toe te passen op de Maserati Quattroporte serie?
Robin zegt
Iedere quattroporte generatie wordt vervaardigd door een ander ontwerphuis toch?? Zo heeft iedere generatie een totaal ander gezicht?? En gaat wellicht automatisch met de tijd mee…??
Michiel_vd_Brink zegt
Dus de steeds vernieuwende designer-genen bepalen de ontwikkeling van het DNA?
Hoe werd er in de loop der jaren door de designers omgegaan met de oude functionele en styling-genen?
Robin zegt
In het geval van massarati keken de ontwerpers volgens mij naar de auto’s die het merk op dat moment produceerde en paste daar het ontwerp van hun quatroporte op aan, zodat ze niet een totaal afwijkende auto hadden en dus een duidelijke massarati look hielden.
De functionaliteit haalde ze uit het concept wat gevolgt moest worden… ze moesten een 4 deurs sportlimo ontwerpen…
Zoiets of loop ik nu totale onzin uit te kramen, ik zit zomaar te brainstormen hoor.
Michiel_vd_Brink zegt
Brainstorm maar lekker door hoor!
Opvallend is dat meerdere designers op basis van eenzelfde DNA totaal verschillende auto’s maken en toch zijn ze allemaal herkenbaar als echt Maserati’s.
Het vierdeurs sportlimo concept is niet typisch Maserati, maar de invulling van het concept is dat wel.
De grille is weer het beste voorbeeld van functionele genen toepassen als styling-genen.
Pininfarina heeft bij het laatste model veel inspiratie gehaald uit de oudere modellen van Maserati, waar Giugiaro weer een wat gewonere “modernere” rechthoekige grille toepaste.
Allebei ontwierpen ze eenzelfde soort auto en toch is het resultaat totaal anders geworden.
De kleinzoon lijkt in dit geval het meest op de overgrootvader en de vader lijkt het meest op opa.
Een duidelijke instandhouding van het DNA, maar toch een grote diversiteit in identiteit.
Hoe anders is dit gegaan bij Jaguar.
Hier werd mijns inziens teveel vastgehouden aan de oude styling-genen en zo evolueerde de uiterlijke identiteit zich niet snel genoeg.
Blijkbaar is zo af en toe een rebel in de familie nodig om te voorkomen dat de hele familie vastgeroest raakt en vastloopt in zijn eigen behoudendheid.
Klassiekerrally zegt
Porsche had de 928 nodig om te beseffen hoe belangrijk de 911 was…
Interessante topic, ik had nog nooit zo over design nagedacht.
Citrofiel zegt
Ik heb niets toe te voegen aan reacties, maar ik wil even zeggen dat je weer een mooie column hebt gemaakt, Michiel! :D
Michiel_vd_Brink zegt
Dank je, Citrofiel?
Misschien kan jij als Citroënkenner/liefhebber wel iets zinnigs zeggen over hoe jij vindt dat Citroën met hun DNA is omgegaan in geval van de C6?
JanTBMW zegt
Michiel: Net als Citrofiel heb ik niets toe te voegen aan de identiteits-, imago- e.d. discussie, maar wil ik wel even zeggen dat je een interresante column gemaakt hebt, en dat er een interresante discussie onstaan is. Van zulke columns kun je tenminste nog wat leren!
Michiel zegt
Zeker een leuke discussie.
Michiel, Deze discussie zouden we ook over Donkervoort apart kunnen voeren. Ideetje voor column? Je hebt een uitgesproken mening over Donkervoort en de richting die D moet ingaan is vaker besproken. Donkervoort komt nu niet verder dan het ‘bijplaken’ van elementen op het bestaande model. Beetje zoals Saab door de jaren heen deed met de 900 1e model. Conservatief en weinig creatief. Het uitdagende is: waar dan wel heen? en dat is bij Donkervoort niet eenvoudig.
Michiel zegt
Maar wat is de beste Gen? en bestaat die wel?
Is het uiteindelijk een kwestie van hoe met de DNA wordt omgegaan?
Een relevantere vraag: Wat is het duurzaamste uitgangspunt voor een merk?
Een vormtaal van een designer is voor een merk niet altijd goed, omdat het een te los verband heeft. Zagato en AM passen bij elkaar, maar zullen nooit echte familie worden. Hetzelfde geldt voor Ferrari en Pininfarina.
Het functionele Gen wordt vaak ingehaald door de tijd, de markt voor auto’s die zo ontworpen zijn, zijn vaak klein. Ferrari
Stijl elementen zijn goedkoop aan een model toe te voegen (PSA SUV) en daarmee erg gevaarlijk, want het is de gemakkelijkste keuze en je breekt je merk er vakkundig mee af. (Hoe heet die Alfa op Nissan.Datsun Cherry basis ook al weer?).
Identiteit wordt uiteindelijk het best bewaakt door lef, geld, talent en visie denk ik. Mercedes bijvoorbeeld heeft genoeg van dit alles op dit moment en is daarmee een mooi voorbeeld van consitentdesign. Ik vindt niet alles mooi. Maar Mercedes heeft meer lef dan ooit met z’n 4 deurs Coupe. Ze laten de visie ook evalueren en doen dat heel geleidelijk zonder dat bestaande modellen oubollig gaan lijken. Heel knap!
Wat is de vormtaal van Mercedes? technisch, modern, snel, dynamisch, luxe?