‘Blij dat ik volgende week weer van die ochtend dienst af ben.’ En hij gaapt. In stilte knikt z’n collega naar de loze opmerking. 4 uur is geen tijd om rond te rijden, maar zolang de rekeningen op de mat blijven vallen, moet de loonstrook dat ook. En dit is bij lange na niet de slechtste manier om je geld te verdienen.
[ Eerdere delen lezen? deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6 ]
Geroutineerd steekt hij de auto achteruit in de poort van het casino. De tassen in de poort zijn aan weerszijde geflankeerd door mannen in pak met de bijbehorende oortjes. Subtiliteit is overbodig. Het zijn Adrien en Eric, want Adrien en Eric staan hier al de hele week elke ochtend, en zoals altijd moeten ze hun identiteitsbewijzen door Gerard laten controleren voordat de deur van de auto open gaat.
Nog 5 stops te gaan en de werkdag, die eigenlijk een nacht is, is weer voorbij. Het grote geld wordt altijd pas richting het einde van de rit opgehaald. Veiliger op die manier. Zo zijn de grote bedragen het kortst onderweg. Dus rij je als veredelde koerier soms meerdere keren per dag hetzelfde stuk en wordt het uitzicht, net als de gespreksstof, snel minder.
‘Thomas, jij mag.’
De waardetransport auto verdwijnt voor ons de hoek om, een lange en rustige stad in een van de voorsteden van Parijs. Hoge hagen ontrekken het gescheurde asfalt van die straat aan het zicht van de omwonenden.
Thomas haalt z’n telefoon tevoorschijn en stuurt een smsje naar het voorgeprogrammeerde nummer. Meteen daarna trekt hij de accu uit de telefoon en gooit beide in een put naast de auto.
In de transportauto loopt op datzelfde moment een bus koolmonoxide leeg in het airco systeem, wat seconden later al voor knikkende hoofden zorgt bij de inzittenden. Het gaspedaal wordt dieper ingedrukt en de auto begint te slingeren, maar de bewusteloze bestuurder is al niet meer in staat te corrigeren.
Op het grote controlepaneel van het transportbedrijf verandert tussen alle groene lichtjes een lampje van kleur. Een geluidssignaal klinkt door de kleine verlaten ruimte. Verlaten door de persoon die toezicht hoort te houden, maar nu buiten een sigaret rookt.
De beeldschermen schakelen na een paar seconden automatisch naar het beeld van de betreffende transport auto en laten in ruizend zwart-wit een bemanning zien die buiten bewustzijn is.
De toezichthouder gooit z’n sigaret in de put, zodat de baas niet ziet dat hij heeft gerookt hij duwt met z’n schouder de deur van het gebouw weer open. Door de gang hoort hij het geluid van het alarm afgaan en hij schrikt. Terwijl hij z’n pas zo onopvallend mogelijk versnelt kijkt hij door de glazen deuren om te kijken of z’n collega’s er al zijn. Nog niemand, gelukkig.
Snel trekt hij de deur open en kijkt naar het knipperende rode lichtje in de zee van groen. Direct kijkt hij op naar het scherm, in het met een gasmasker bedekte gezicht van een brandweerman, vlak voordat deze de camera uitschakelt.
Met trillende hand grist hij de telefoon van het toestel en belt z’n baas.
Omwonenden zijn naar buiten gekomen om te kijken waar het kabaal vandaan kwam. Badjassen, slippers en kleine hondjes vullen het trottoir, op een veilige afstand van het spektakel. De transport auto die zich in een rij met geparkeerde auto’s heeft geboord ligt nu rokend op z’n zij in het midden van de straat.
Tussen hen en de transportauto staat een brandweer auto en een ambulance. Een paar uur geleden gestolen, maar dat weet niemand.
We hebben tien minuten voordat de echte overheidsinstanties zich melden. Met de hydraulische jaws of life uit de brandweerauto worden de deuren geopend en ontfermen Thomas, Jasper en ik ons over de inzittenden. David zoekt ondertussen door het laadruim naar de onderdelen op ons boodschappenlijstje. De lades van de kasten liggen verspreid door de ruimte wat het zoeken niet makkelijker maakt.
‘David, 2 minuten!’
We leggen de drie inzittenden in de ambulance. De polsen aan elkaar en aan de wand vast. Ik neem plaats achter het stuur terwijl Jasper zuurstofmaskers op doet bij de passagiers.
‘David moet opschieten!’ Grom ik naar hem terwijl ik luister naar de politieradio in de ambulance. ‘De politie is al onderweg.’
‘David!’
‘Houd je bek Thomas en help mee zoeken!’
Thomas kijkt even snel om zich heen en springt dan door de open deur naar binnen. ‘Wat zoeken we?’
Op dat moment springt David op en houdt een zwarte koffer omhoog. ‘Dit, kom en nu zo snel mogelijk weg.’ Hij stapt langs Thomas naar buiten.
‘Wacht even, zegt Thomas, ik heb een idee.’ Hij pakt een van de tassen en ritst hem open.
‘Nee Thomas, we komen niet voor het geld!’
‘Dat weet ik, maar op deze manier weet de politie dat niet.’ En hij gooit de open tas naar buiten. Briefgeld valt er uit en David ziet hoe de ogen van de omstanders wijd open gaan.
‘Thomas, schiet op, we moeten nu weg.’ Hij geeft de tas een schop en de inhoud vliegt naar de omstanders die zich na een tel bedenktijd bovenop het geld gooien.
Niemand heeft meer aandacht voor het ongeluk en Thomas en David springen achterin de ambulance. Lang leve de banlieues.
We rijden een kort stuk en zetten de ambulance dan geruisloos aan de kant. De eerste bewaker van het waardetransport begint alweer bij te komen.
Aan de overkant van de straat reageert een oude 3 serie op het indrukken van de knop op de sleutel en we duiken er in.
‘Iedereen compleet?’ Vraag ik als ik de auto start en alom wordt er geknikt. We werpen een laatste blik op de ambulance waar een van de bewakers door het raam naar ons kijkt. Ik werp een vernietigende blik op David. ‘We hadden niet moeten wachten David, nu kennen ze de auto!’
Hij kijkt koel naar de ambulance en houdt dan z’n vinger voor z’n mond. Stil. De bewaker in de ambulance lijkt te knikken, maar niemand weet het zeker. Dan kijkt hij naar mij. ‘Alex, je bent hier alleen om te rijden, als ik je mening wil zal ik er om vragen.’
Ik blijf hem agressief aankijken aankijken, in de verte trekt het geluid van politieauto’s aan. Thomas en Jasper kijken zenuwachtig naar ons. ‘Kom op, kunnen we nu gaan!?’
Ik blijf David aankijken, wachtend op een reden om hem in elkaar te kunnen slaan. Hij lijkt niet zenuwachtig. Langzaam trekt hij uit z’n broekrand een pistool en richt hem rustig over z’n benen heen naar mij. ‘Rijden, chauffeur.’
Thomas en Jasper kijken geschrokken van David naar mij. Ik werp een laatste blik op David en zet de auto dan in de versnelling. In de zijspiegel zie ik de blauwe zwaailichten het dauw van de ochtend verlichten.
Ik laat de koppeling opkomen en ik rij weg bij de ambulance. Ik rij dezelfde weg terug als die we met de ambulance gereden hebben om te zien of er al een zoektocht op touw is gezet. Als we langs de straat rijden zien we dat het daar nog steeds een chaos is. De straat is afgezet met lint, en niemand lijkt nog achterdochtig over de ambulance. Een politieagent kijkt me aan terwijl hij lint aan een lantaarnpaal knoopt. Hij knikt. Er is nog niemand aan het zoeken.
Even buiten Parijs komen we aan bij parkeerplaats aan de rand van de Seine waar we de ruiten van de auto inslaan en hem het water in duwen. We kijken hem na als hij een stuk meegevoerd wordt op de stroming en uiteindelijk onder water verdwijnt.
De zon spiekt net over de horizon als we ons omkeren naar ons nieuwe vervoer. David z’n nieuwe 5 serie, wij in een oude Volvo stationcar.
Met de koffer stevig in z’n hand pakt hij z’n telefoon uit z’n broekzak en loopt een eindje van ons weg. Even later komt hij terug. ‘Lucifer, zoals Alex hem noemt, heeft jullie geld. Bedankt voor jullie diensten.’
‘David.’ Roep ik hem na als hij wegloopt. Hij draait zich om en ik sla hem hard in z’n nieren. Hij zakt op z’n knieën, zwaar ademend, zonder een woord te zeggen. ‘Richt nog een keer een pistool op me en deze chauffeur rijdt je rechtstreeks naar de politie.’
dragspert zegt
Weer erg goed!
fedmas zegt
Nice :D
niic zegt
Luc Besson dit stukje opsturen en misschien gaat hij zich weer bezighouden met films over auto’s. ;)
Jokkebrok zegt
@niic: Goed plan!
spykerboy zegt
weer een nice stukje! keep ‘em coming!
technopatat zegt
Dit was een van de beste! werkelijk heel leuk geschreven! ik hoop dat er nog een nummers voor die 7 mogen komen :D!!
Cantago zegt
Beste stuk tot nu toe! Ik zat in ieder geval aan mijn buis gekluisterd;)
Hupke zegt
Weer een goed stuk. Ik ben benieuwd waar je gaat uitkomen. (denkt nu aan Ronin en andere gansterfilms met leuke wagens maar dan in boekvorm)
Ik wil wel graag ff muggenziften @lemster.
Koolmonoxide werkt niet zo snel tenzij de dosis heel hoog is.
Niet onrealistisch, het is kleur en reukloos dus je zou het niet merken als is de dosis enorm hoog. Maar dan kwamen de bewakers sowieso niet meer bij ook niet met zuurstofmaskers.
Koolzuurgas gewoon CO2 (of helium ofzo) zoals je uitademt zou het effect hebben dat je beschrijft. Het is geurloos kleurloos (niet smaakloos) en als het de zuurstof plots vervangt stik je maar dan merk je wel dat je aan het stikken bent (het is niet ogenblikkelijk), je krijgt hetzelfde gevoel alsof je je adem veel te lang inhoudt. Krijg je naderhand zuurstof/ frisse lucht is het probleem opgelost (tenzij je al dood bent natuurlijk).
Maar dit zijn natuurlijk maar details.
Gassen die de plaats van lucht in de cabine innemen doen je stikken en dat duurt toch wel een minuutje en gassen die je zoals in de film in slaap doen vallen zijn eigenlijk altijd dodelijk en ja dodelijke gassen de naam verklapt het al. (er is een reden waarom anesthesisten zo goed betaald worden en zo lang moeten studeren)
lemster zegt
@Hupke: Goed om te weten :) Ja ik kwam al wel wat dingen tegen dat het allemaal niet zo makkelijk was als ik in m’n hoofd had. Koolmonoxide kwam het dichtst bij wat ik wilde.
Tnx in ieder geval!
geengehoorisrechtdoor zegt
heerlijk verhaal, net zo spannend als een film op tv ;)
nillus zegt
goed beziggggggg vooral dat laatste stuk superrrrrrr!!!!!!
phantom zegt
Dat stukje met die waardetransport auto deed me aan een fragment uit de film “HEAT” denken…