‘Weet Thomas dat z’n broer terug komt?’ Zichtbaar geïrriteerd schuifelt Lucifer over het tapijt heen en weer.
[ Eerdere delen lezen? deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6, deel 7, deel 8, deel 9 ]
‘Volgens mij niet, meneer.’ Zegt Jasper, terwijl hij oogcontact probeert te vermijden.
Lucifer gaat voor hem staan en bukt voorover, een extra diepe buiging door z’n toch al kromme rug.
‘Jasper, als ik er achter komt dat je tegen me liegt dan vervallen alle privileges die je bij mij hebt, ik hoop dat je je dat beseft.’
Voorzichtig kijkt Jasper op. De ‘privileges’ zoals Lucifer ze noemt, betekenen in dit geval alleen maar dat hij niet aangegeven wordt. In feite heeft hij met elke klus z’n eigen kuil dieper gegraven. Toen hij de eerste klus aan nam deed hij het voor het geld, maar hoewel hij nu nog steeds betaald krijgt, is elke klus sindsdien om z’n vrijheid te houden.
Verdomme wat ben ik dom geweest om me zo makkelijk te laten pakken door deze oude man. Denkt hij voor de zoveelste keer bij zichzelf.
‘Ik ben me daarvan bewust, meneer.’
Lucifer briest even, strekt z’n rug en vervolgt dan z’n geschuifel. Gevuld met woede kijkt hij naar de schoenen van de bejaarde man die over het tapijt bewegen. Waarom zou hij nu niet z’n vrijheid pakken. Wie zou er wat achter zoeken als deze man een hartaanval krijgt. God, wie zou er wat achter zoeken als deze man gewoon verdween.
In z’n hoofd gaat hij langs de lijst met mensen die dat voor hem zouden kunnen regelen. Voordelen van een paar jaar in de gevangenis. Geen vrijmibo kan tippen aan de netwerkmogelijkheden van een gevangenis. Je zou er soms aan twijfelen of er niet een aantal tussen zit dat zich puur daarom weg laat stoppen.
‘Jasper,’ Zegt Lucifer, en Jasper schrikt op uit z’n gedachten. ‘Ik wil dat je uitvindt of Thomas met een plan loopt. Die man zit constant met dingen in z’n hoofd. Als je wat tegenkomt, dan bel je mij. Ik breng hem dan wel in het gareel.’
In z’n hoofd ziet Jasper deze sneue oude man op de grond liggen, stuiptrekkend, met schuim op z’n lippen. Maar voor nu glimlacht en knikt hij. ‘Ja, baas.’
‘Inderdaad, en vergeet dat niet.’ Snauwt Lucifer hem toe.
—
‘Ik ben op zoek naar Deiring.’
Van achter dikke glazen kijkt de dame met kort grijs haar naar me op. ‘Wat is uw belang?’
‘Familie.’ Ik glimlach vriendelijk, maar de pad blijft me argwanend aankijken.
‘Heeft u een identiteitsbewijs?’
‘Sorry,’ zeg ik terwijl ik m’n zakken af ga op zoek naar papieren. ‘Ik heb zo niets bij me.’
‘Geen rijbewijs?’
Ik schud m’n hoofd. ‘Nee, sorry.’
‘Dan kan ik niets voor u betekenen.’ En ze richt zich meteen weer op haar computer.
Verbouwereerd blijf ik even staan.
‘Maar mevrouw,’ Begin ik voorzichtig. Maar nog voordat ik de rest van de zin kan formuleren steekt ze haar vinger op om me tot stilte te wanen. Ze tilt de telefoon van de haak en draait een binnenlijn. Met haar ogen tot lachwekkende proporties vergroot door de bril luistert ze geconcentreerd naar de telefoon. Dan wordt er opgenomen. ‘Met Willemke,’ Zegt ze. En hoe kan het ook anders. ‘Ja van de balie. Zeg er staat hier een man die zonder identiteitsbewijs informatie wil opvragen. Zou u hem de uitgang willen wijzen.’
Wat, ik word er nu al uitgegooid? Die verdomde pad.
‘Er komt nu iemand aan die u verder zal helpen, meneer.’ Ze glimlacht gemaakt en ik glimlach gemaakt terug. Naar haar en naar de reflectie in de lens van de camera boven de balie. Dat ze een rijdende bus mag knuffelen.
‘Meneer?’ Ik hoor achter me de stem die me zou moeten imponeren. Gevolgd door een stevige hand op m’n schouder. ‘Kan ik u ergens mee helpen?’
Ik knik een laatste keer vriendelijk naar de verachtelijke vrouw achter de balie en draai me dan om, om in het gezicht van een echte soldaat te kijken. Kisten, groene broek, groen shirt en een barett. Ik heb de baretts nooit gesnapt. Wat is de functie van zo’n stuk stof op je hoofd? Het houdt niets warm en de wind lijkt er vrij spel op te hebben. Straalt niet echt gezag uit om zo’n brede man achter een mutsje aan te zien rennen.
‘Het is goed mogelijk dat u mij kan helpen, meneer.’ Ik steek m’n hand uit en hij kijkt er even twijfelend naar. Dan schud hij me de hand op een manier zoals alleen soldaten dat kunnen; Net harder dan comfortabel, met als enige doel om duidelijk te maken dat ik minder ben dan hij. ‘Robin van Laar.’
‘Thomas Deiring.’ Hij herkent de naam, ik zie het aan z’n wenkbrauwen.
‘Familie van Daniël?’
Ik grijns even naar de vrouw achter de balie. ‘Ja, dat is m’n broer, ik was even benieuwd wanneer het in de planning staat dat hij terugkomt. U kent hem?’
Hij knikt. ‘Ja, Daniël zat bij mij in de opleiding. Mijn peloton is eerder teruggekomen. Ik zal even voor je kijken wanneer zijn vlucht land.’ En hij gaat een deur door. Het is me duidelijk dat ik even moet wachten.
Even later komt Robin terug met een Post-it. ‘Normaal mag ik dit soort dingen niet doorgeven in verband met de veiligheid van de jongens, maar aangezien je de broer van Daniël bent geloof ik het wel.’
Ik schud hem nogmaals de hand en bedankt hem vriendelijk. De pad achter de balie moet het doen met een korte knik.
Terwijl ik terugloop naar de auto, de Post-it brandend in m’n broekzak, gaat de telefoon af. Ik schrik er van. Snel klap ik hem open en kijk even snel om me heen. ‘Met Alex.’
‘Alex, met Toni, heb je tijd om langs te komen?’
‘Ja, toevallig was ik al van plan vandaag langs te komen.’
‘Oh, waarom dat?’
‘Ik heb bewijs dat Thomas in ieder geval gedeeltelijk de waarheid sprak.’
Het knerpende geluid van de elektronische bel galmt door het appartement en doet Thomas opschrikken uit z’n werk waarbij hij z’n inmiddels warm geworden bekertje yoghurt omstoot. ‘Godver!’ Roept hij terwijl hij met z’n hand probeert het spul van z’n papieren af te schuiven. Opnieuw gaat de bel, dwingender. ‘Ja ja, ik kom er aan verdomme!’ Een korte afkeurende blik op het natte papier en hij gooit het bekertje met lepel en al in de vuilnisbak. Terwijl hij op blote voeten naar de deur stampt gaat de bel opnieuw. ‘Ja?!’ Roept hij in de hoorn van de intercom.
‘Jasper?’
‘Nee.’
‘Waar is hij?’
‘Weg, wie is dit?’
‘David.’
‘Oke, nou Jasper is er niet, ik zal doorgeven dat je langs bent geweest.’ En hij maakt aanstalten om de hoorn er weer op te gooien.
‘Dat maakt niet uit, ik kom voor jou.’
‘Waarom?’
‘Dat vertel ik je boven wel.’
Thomas kijkt terughoudend naar de knop die de deur open doet en dan weer even naar z’n papieren. In z’n hoofd gaat hij de redenen waarom David langskomt af. Plannen maken, nee dat doet hij zelf.
‘Thomas?’ Klinkt de stem van David.
‘Ja, ja oke toe maar dan.’ En hij drukt op de knop.
‘David.’ Knikt Thomas vanuit de deuropening op het moment dat het hoofd van David in het trapgat verschijnt.
‘Thomas.’
Nog voor David boven is heeft Thomas zich al omgedraaid en is de kamer in gelopen.
‘Wat kom je doen, David?’ Roept hij vanuit de keuken.
‘Praten.’ Zegt David terwijl hij de deur achter zich dichttrekt. ‘Koffie graag.’
Thomas zucht geïrriteerd, maar drukt toch op de knop van het koffiezet apparaat.
‘Waar is Jasper?’ Vraagt David opnieuw.
‘Geen idee, volgens mij naar de baas.’
‘Ah, naar opa.’
‘Als dat jouw idee van een grootvader is, dan heb jij een behoorlijk kapotte familie.’ Zegt Thomas met z’n hoofd in een van de kasten, op zoek naar een schone kop.
‘Dat heb ik.’ En daarmee is het duidelijk dat dit onderwerp afgerond is.
‘Wil het wat lukken met de plannen?’ Vraagt David als Thomas de koffie voor hem neerzet.
‘Het gaat.’
‘Ik kwam langs om te vragen of je misschien een boodschappenlijstje voor me hebt.’ Hij neemt een slok van z’n koffie, proeft dat Thomas te lui was om het filter te vervangen en zet het kopje terug.
‘We hebben freelancers nodig, en het gaat geen clean exit worden dit keer, dus niemand mag elkaar kennen.’
David knikt. ‘Nog speciale vereisten, of gewoon lichamen?’
Thomas verdwijnt naar z’n kamer en komt terug met het natte papier.
‘Dit heb ik nodig.’
David kijkt vragend naar het papier. ‘Een kraanmachinist?’
‘Ja, problemen mee?’
David kijkt met opgetrokken wenkbrauwen nog even naar het lijstje en staat dan op. ‘Prima, ik ga er mee bezig.’
rsben zegt
Weer eens nice geschreve, keep up the good work :D
Freewarefreak zegt
Ik zal van de week er eens voor gaan zitten Thijs.. ik ben nog bij deel 3. Moet dus even inhalen. Let you know! ;)
GijsSpierings zegt
Ja, goeie weer!
Jochen zegt
ik voel een leuke gebundelde uitgave aankomen richting de kerstperiode.
Goed werk weer.
Nijntje_ zegt
Netjes!
Cantago zegt
Leuk stuk weer! Ik hoop dat je niet op vakantie gaat? Anders moeten we te lang wachten, haha!
lemster zegt
@Cantago: Geen vakanties ;)
Hupke zegt
Goed bezig, het begint wel een beetje opletten te worden met al die namen waar toch telkens enkele dagen tussen zit.
Ik ben benieuwd naar wat de kraanmachinist moet doen. Klinkt spectaculair.
nillus zegt
hey thijs goed bezig weer
@ hupke
helemaal met je eens
@ jochen
ik houd me aanbevolen ;)