Check hier alles dat je moet weten over de Busso V6, een van de mooiste motoren ooit gemaakt.
Afgelopen week zagen we dat iemand een Fiat Multipla had voorzien van een andere motor, een zescilinder van Alfa Romeo. Normaal gesproken is een V6 niet echt de meest sexy motor. Veelal zijn ze ontworpen om in een voorwielaangedreven chassis te passen.
Ze zijn vooral compact en leveren redelijk wat power terwijl het verbruik nog enigszins christelijk is. Maar in veel gevallen is de traditionele V6 niet echt denderend, BEHALVE dan bij Alfa Romeo. De Busso is namelijk een magistrale motor.
Guiseppe Busso
Ja, echt. In Italië noemen ze het niet alleen de Busso V6, maar ‘De viool van Arese’. De Busso V6 heeft zijn naam te danken aan Giuseppe Busso. En aangezien we bijna elke week ‘Busso V6’ zeggen, is het even goed om te weten wie Giuseppe Busso is.
De beste man werd in op 27 januari 1913 geboren in Arese. Hij was al van jongs af bezeten door techniek en ging dus na zijn middelbare school naar de Polytechnische Universiteit van Turijn om daar Industrieel Design te studeren.
Na zijn studie ging hij in 1937 bij Fiat aan de slag om daar motoren voor de luchtvaart te ontwikkelen. Wat hij precies daar gedaan heeft, is niet helemaal duidelijk. Nu weten we dat de Italianen niet vies waren van Duitsers rond die periode en de enige vliegtuigen die de lucht ingingen in die periode, gingen niet naar vakantiebestemmingen.
In 1939 verkast Busso naar Alfa Romeo voor het ontwerpen en ontwikkelen van racemotoren. Dat doet hij tot 1946, waarna Giuseppe vertrekt naar Ferrari. Busso gaat aan de slag als technisch directeur en was de man die de leiding had over de Colombo V12. Jazeker, de meest legendarische motorenfamilie van Ferrari is het geesteskind van Giuseppe Busso.
Twee jaar later keert Busso terug op het Alfa Romeo-nest. Hij helpt mee met de ontwikkeling van enorm veel legendarische Alfa Romeo’s uit die tijd. De viercilinder dubbelnokkker (de ‘Nord’) is óók al een motor van de hand van Giuseppe Busso. We hebben dus nu al twee legendarische motoren-families van Busso zijn hand en dat is dan nog niet eens de Busso-motor.
Alfa Romeo 6 2.5 (119)
1979
Giuseppe Busso heeft zijn zescilinder motor al af in 1973. Helaas is dan nét de oliecrisis uitgebroken en is in Europa een zescilinder motor nogal overbodig. De motor wordt dus eventjes in een spreekwoordelijk vershoudzakje gedaan. Pas zes jaar later – in 1979 dus – komt de motor beschikbaar in de Alfa Romeo 6. Dat was een grote sedan die de wereld vergeten is. Terecht ook wel, want het was niet de beste auto in zijn klasse. De Busso motor heeft een slagvolume van 2,5 liter, carburateurs en een maximumvermogen van zo’n 155 pk.
De motor zet benzine om in warmte, redelijk wat vermogen en vooral een glorieus geluid. Ondanks dat de Alfa 6 een matige auto was, was de aandrijflijn briljant. Dit lelijke eendje had een geweldige soundtrack en uitstekende prestaties. Later kwam er ook een kleinere 2.0 V6 bij. Kijk uit dat je niet per ongeluk de diesel kiest, die heeft een vijfcilinder diesel van VM Motori onder de kap. In 1983 wordt de ‘6’ opgevolgd door de 90, een minimaal even matige auto die je wederom met die fabeltastische V6 kan krijgen.
Alfa Romeo GTV6 2.5 (116)
1980
In deze auto komt het allemaal samen. De Alfetta GTV was al een tijdje in productie, sinds 1974. Pas bij de tweede facelift (een heel ingrijpende) in 1980 krijgt de auto de Busso V6. Let op: er is een GTV 2.0, maar dat is een vierpitter. Ook leuk, maar je wil die GTV6 2.5.
AC 3000ME Mk2
1982
Dat de Busso een geweldige motor was, ging niet onopgemerkt voorbij aan andere merken. In dit geval was daar het kleine AC dat doorhad dat de motor compact en krachtig was, plus heerlijk exclusief klinkt. AC had tot nu toe een echte knaller en dat was de Ace (waar Shelby een Cobra van maakte). Sindsdien probeerde het merk ook andere modellen aan de range toe te voegen, zonder al te veel succes. Een van hun ideeën was de AC 3000 ME, een soort Lotus-concurrent.
Net als de Alfa Busso werd de auto al in 1973 voorgesteld, maar duurde het tot 1979 voordat deze in productie ging. Van de eerste serie werden er 76 gebouwd, allemaal met een Ford Essex V6-motor. Voor de MkII had AC de Busso motor in gedachten. De MkII was gewoon een van de 76 Mk1’s, maar dan met een Busso motor en wat andere aanpassingen. Uiteraard ging de toko failliet voordat het model het levenslicht zag.
Alfa Romeo SZ (162)
1989
De meest beroemde toepassing voor de twaallepper is de SZ. In de Alfa Romeo 75 is de motor al dé keuze voor de liefhebber. Natuurlijk, de BMW 325i met zes-in-lijn is een waardige concurrent, maar de Alfa 75 is mooier en rijdt zo mogelijk nog beter. De S.Z. is een variant van Zagato.
In feite is het een bijzondere body op het chassis van de 75. De motor is 3.0 groot en mede dankzij een hogere compressie goed voor 210 pk. Destijds een hoog specifiek vermogen voor een 3.0 motor zonder turbo met slechts 2 kleppen per cilinder. Er komt ook een cabrio-variant, de RZ, die je nog beter kunt horen.
Alfa Romeo 164 3.0 V6 (156)
1992 – 1999
De Alfa 166 was een belangrijke auto voor Alfa Romeo en de Busso motor. De motor was in eerste instantie ontwikkeld voor de toepassing voor auto’s met achterwielaandrijving.
Rond deze periode ging Alfa over op voorwielaandrijving, ook voor zijn vlaggenschap: de 164. Daardoor moesten de ingenieurs het een en ander aanpassen aan de motor, met name het luchtaanzuigtraject. Dat leverde pardoes de die schitterende verchroomde inlaatkelken op!
Fiat Croma 2.5 V6 (154)
1993 – 1996
Ja, de Busso-V6 is ook in een Fiat geleverd! Het is helaas niet de meest sexy Fiat aller tijden, namelijk de Croma. We gaan nu geen Bak & Braad-grappen maken, uiteraard. De Croma kreeg een zeer geslaagde facelift in 1991. Twee jaar daarna ontving de grote Italiaanse sedan eindelijk ook een zescilinder, in dit geval 2.5 liter groot. Het blok was de achtkleps variant, alsnog goed voor 162 pk. Bijzonder: je kon ‘m alleen met een handbak krijgen, een automaat was niet eens leverbaar. Na drie jaar ging de Croma V6 uit productie.
Alfa Romeo 155 V6 Ti DTM (167)
1992 – 1995
Voor de fan was het verschrikkelijk dat Alfa Romeo over gestapt was naar voorwielaandrijving. Maar het was niet alleen maar kommer en kwel. De 155 was namelijk wel een van de prettiger rijdende voorwielaandrijvers. Daarbij kon je de middenklasser krijgen met een Busso V6. De auto zag er verder geweldig uit en bood veel waar voor zijn geld.
Er was ook een DTM-variant. De motor van dit racemonster is ook écht een Busso, alleen niet exact dezelfde als in de 155. De boring was nóg groter en de slag juist iets kleiner. Perfect voor als je een hele hoop toeren wil maken.
Dat kon de motor, bij 11.900 toeren leverde het blok 420 pk. Het koppel is een lachwekkend lage en irrelevante 294 Nm. De auto won bijna alles wat er te winnen viel in het DTM. Let op: de varianten van na 1996 hadden een PRV-motor met meer vermogen, maar dat was dus geen Alfa Busso.
Gillet Vertigo Streif
2002 – 2009
In Nederland hebben we Donkervoort, in België hebben ze Gillet. Tony Gillet was een oud-coureur die in 1992 begon met zijn eigen sportwagenmerk: Gillet. Net als Donkervoort kiest Gillet aanvankelijk voor Ford-motoren.
Waar Joop Donkervoort met Audi een deal maakt om motoren te betrekken, doet Gillet dat met Alfa Romeo. De Gillet Vertigo is een lichte sportcoupé met een bijzonder talent voor accelereren dankzij het gewicht en de enorme grip op de achteras.
In 2002 verschijnt de Vertigo Streiff. Deze is vernoemd naar oud Formule 1-coureur Philippe Streiff. Hij raakte bij de GP van Brazilië in 1989 ernstig gewond, maar met aanpassingen kon Streiff rijden in een Gillet. De motor is de Busso V6 met in dit geval een slagvolume van 3.6 liter en een maximumvermogen van 360 pk! Op een gewicht van minder dan 1.000 kg komt je meer dan goed vooruit.
De auto blijkt ook een uitstekende raceauto te zijn, waarschijnlijk ken je ‘m nog van Gran Turismo.
Het Turbo tijdperk
Een leuk weetje is dat er ook turbo’s zijn toegepast op de Busso. Deze kon je ook in Nederland krijgen, maar ze waren niet heel erg populair. De motor kreeg de badge ‘2.0 V6 T.B. (Turbo Benzina)’. De motoreen waren bedoeld voor de Italiaanse markt, waar de auto’s minder zwaar belast werden als ze onder de 2.000 cc bleven.
De 2.0 V6 met turbo leverde 200 pk en 280 Nm. Dat koppel kwam eerder vrij dan bij de atmosferische 3.0, maar er was een beetje turbogat. Ook klonken de 2.0 motoren iets minder goed. De 2.0 V6 T.B. kom je tegen in de 164, 166, GTV en Spider.
Alfa Romeo GTV Cup (916C)
We kunnen de lijst wel vullen met GTV’s van deze 916-generatie. Er waren een behoorlijk aantal leverbaar voor deze spectaculair gestileerde coupé. Wat de Alfa Romeo GTV deed was heel erg bijzonder. Het lijnenspel was ongekend in de jaren ’90. De auto maakte bijna dezelfde impact als een Ferrari. Dankzij de Busso V6 klonk de auto niet als een Ferrari, maar wel heel erg bijzonder.
Speciale vermelding voor de besturing: die was heerlijk vlezig, erg vlot en precies. Daardoor was de auto ook nog eens een heel erg plezierige auto in de omgang. De ‘Cup’-uitvoering was een hoedtik naar de GTV Cup raceauto. Alfa bouwde 160 exemplaren voor de racerij, in feite waren het gestripte GTV’s met slicks, rolkooi en racekuipen. Er zijn 419 exemplaren gemaakt van de Cup.
Lancia Kappa Coupé (838)
1997-2000
Sommige auto’s zijn te bijzonder en obscuur om een klassieker te zijn, maar deze Lancia K Coupé maakt er kans op. Een handgemaakte koets van Maggiora met een 3.0 Busso V6. Kom op, veel beter gaat het niet worden. In deze auto liet de motor zich van zijn andere kant zien, want de K Coupé was een soort CLK-concurent, maar dan voor mensen die niet in verdovende middelen handelde. Dit was een aristocratische auto, niet eentje voor de snelle jongens. Zorg ervoor dat je de 3.0 zoekt, die 2.0 Turbo is namelijk een Fiat vijfcilinder, geen V6.
Lancia Thesis V6 (841)
2003 – 2009
Ook in de Lancia Thesis kon je een Busso krijgen. Sterker nog, er waren er meerdere! Aanvankelijk alleen de 3.0 V6 24v met 204 pk. Twee jaar later kwam daar de 3.2 bij, goed voor 240 pk.
Alfa Romeo 156 GTA Sportwagon
2002
Alfa Romeo en snelle stations is niet echt een combinatie die veel voorkomt, maar ze zijn er wel degelijk. De 156 GTA Sportwagon koon je het beste zien als een BMW 330i-concurrent met het temperament van een M3. De 156 met 2.5 V6 was al een schitterende uitziende, rijdende en klinkende auto, de GTA deed er een flinke schep bovenop. De BUsso V6 groeide van 2.5 naar 3.2 liter en leverde 250 pk.
Alfa Romeo 156 GTAm
2002
Alfa Romeo was lekker bezig ronde de milleniumwisseling. De 156 was een enorm succes en de GTA werd buiten het Verenigd Koninkrijk goed ontvangen. Het idee was om een model boven de 156 GTA te gaan leveren. Nu klinkt een voorwielaangedreven M3-concurrent erg ambitieus, maar waarom niet? De GTAm werd door N Technologies ontwikkeld, die ook de race-156’s maakten. De Busso V6 was 3,55 liter groot en leverde 300 pk op de arme voorwielen.
Autodelta 147 GTA 3.7
2004
Dat er behoorlijk wat rek in de motor zat, bewees Autodelta. Voor de duidelijkheid, in dit geval is Autodelta een Britse tuner die de naam had overgenomen van het briljante raceteam. Dat Alfa Romeo een 147 GTA bouwde was al bijzonder, maar bij Autodelta deden ze er nog een schep bovenop. De motor werd uitgeboord naar 3.7 liter om zo aan 300 heerlijke atmosferische paarden!
Einde Busso
Alfa Romeo kon de Busso-motor niet aanpassen aan de Euro 4-uitstootnormen. Daarom faseerde de Italianen uit. Latere Alfa-modellen als de 159, Brera en Spider hebben ook een 3.2 motor, maar dat is een compleet andere motor. In feite is dat een GM 3.2 blok met de kop van Alfa. Het management in Arese besloot dat het tijd was voor de Busso om met pensioen te gaan.
Daar kregen de heren van Cosworth lucht van. Die deden nog een verzoek om de rechten en licenties over te nemen om zelf de motor te gaan gebruiken. Bij Cosworth hadden ze namelijk wel benzine door de aderen stromen en de technologische knowhow in huis om de motor te laten voldoen aan de strenger worden emissie-eisen, mar moederbedrijf Fiat wilde dat niet.
In 2005 ging de motor uit productie. Alfa Romeo maakte echter een flinke voorraad voor enkele modellen die nog in productie waren. Pas in 2007 was Alfa Romeo door de voorraad heen. Enkele dagen nadat de laatste Busso werd afgeleverd, overleed Guiseppe Busso.
Alfa Romeo GT Limited Edition
2010
We weten het, het einde van de Busso is al behandeld. Waarom dan toch nog deze benoemen? Nou, dat gaan we je vertellen! De Alfa GT Limited Edition kwam in 2010 in beperkte oplage op de markt. Voor de Alfa GT was de 3.2 al sinds 2007 niet meer leverbaar, maar in 2010 keert ‘ie toch eventjes terug om het 100-jarige jubileum te vieren van Alfa Romeo.
De Italianen hebben kennelijk nog een lading motoren gevonden en zo het nuttige met het aangename gecombineerd. Ze zijn allemaal voorzien van een rijke uitrusting inclusief dat zachte MOMO-leder. Je kan kiezen uit vier kleuren (blauw, rood, wit en zwart). Alfa bouwt er 130 stuks van, daarvan gaan er 30 naar Zuid-Afrika en 100 naar Nieuw-Zeeland.
martingtv zegt
Ik mis de alfa 166. Jammer dat de alfa 75 alleen ter loops wordt genoemd.
oochiewally zegt
Fantastisch stuk van een prachtig blok Willem!
Heb zelf de 3.0L in de 166, deze mis ik nog.
De 164 is een compleet andere auto, deze deelt z’n platform met Fiat, Saab en Lancia.
mc96 zegt
He lekker weer zo op de zondag ochtend. Bedankt Willeme! Met die auto’s die voorbij komen ben ik opgegroeid! Wat was Alfa toch een mooi merk!
hans75 zegt
WAS? Alfa is nog steeds een mooi merk… nog steeds anders en onderscheidend en met meer karakter dan de rest.
rwdftw zegt
Probeer eens een Giulia. Ik mis de mijne nu nog steeds. Wat een geweldig apparaat!
Richmond zegt
Mooi artikel met vele mooie auto’s, maar het legt niet uit waarom de motor bijzonder was en waardoor het geluid zo mooi was.
Estate_of_mind zegt
Wow die 155 in DTM-uitvoering, dat is nog eens een stijlvolle racewagen.
rwdftw zegt
De 155 DTM was niet eens een Busso. Het DTM reglement stelde dat het blok gehomologeerd moest zijn, en bepaalde aspecten moesten hetzelfde zijn. De Busso was niet echt geschikt. Daarom is het onderblok van de 155 DTM racer eigenlijk een PRV V6. Peugeot-Renault-Volvo. Dezelfde als die in de DeLorean.
Voor geweldig beeld en geluid : https://www.youtube.com/watch?v=Sjhok50YhXQ
basman147 zegt
Dat was alleen het laatste jaar het geval. Eerste 2 jaar was het wel degelijk een 60 graden V6 gebaseerd op de Busso.
geelbarrel zegt
Inderdaad… Davide Cironi heeft daarover een geweldige docu gemaakt op Youtube. Fantastisch hoe hij in gesprek gaat met de engineers van weleer…
ghengiskhan zegt
Mooi stukje met wel een paar foutjes / omissies. Zoals: de motor van de DTM auto was géén Busso, maar afgeleid van het PRV-blok zoals dat bijvoorbeeld in de Volvo 760 en de Peugeot 604 lag. De blokhoek van dit blok is zelfs anders dan de Busso!
Het slechts terloops aanstippen van de 75 is natuurlijk schandalig (zeg een 75 3.0 eigenaar).
En op de een of andere manier klinken de transaxles (zoals die van mij) erg goed maar de voorwielaandrijvers klinken nog stukken beter! Erg bijzonder, maar dat is bij Italianen niet bijzonder.
SpiderIV zegt
Aardig wat ervaring met die fantastische motor en die late 3.2V6 in mijn 166 is toch wel de lekkerste.
driftwood zegt
Heerlijk leesvoer, dank Willeme! De Alfa’s, prachtig natuurlijk maar bij het zien van de AC werd ik toch ook blij. Trip down memory lane; als klein driftwoodje struinde ik door de autojaarboeken bij opa driftwood en vond de AC ME altijd fascinerend (hoewel de specifieke helemaal niet zo spannend waren)
Jan van der Graaf zegt
Ik verbaas mij wel over de genoemde achtkleppers. Twee cilinders zonder kleppen?
Overigens zijn V6 motoren ook vaak toegepast in de Formule 1 (en 2). En niet alleen in de turbo tijdperken.
okdoei zegt
1,5 klep per cilinder.
JelmerS zegt
Bijzonder dat de echt brede toepassing van deze motor pas na 25jaar echt op gang komt.
Waarom heeft Alfa naast de Nord en Busso motoren ook nog boxer motoren ontwikkelt?
pa045 zegt
Sud en Sprint waren initieel al voorwielaangedreven, compacte auto’s. Een Nord was al een hele grote motor. Een boxer is heel compact in de lengte en met een super laag zwaartepunt.
En wat kom je een lol hebben met de Sud, Sprint of 33!
alloallo zegt
De Lancia thema is ook nog met de 6 cylinder geleverd.
smokin zegt
Ik heb bijna een kwart miljoen kilometer in een GT3.2 gereden, heerlijk monstertje. Reed 1 op een emmer, maar vreselijk veel lol mee beleefd.
pa045 zegt
De Alfa 75 moet toch in het rijtje staan.
De Lancia Thema mag ook niet vergeten worden. De latere v6 was een Buso.
En de 90 matige auto noemen? Die auto was zijn tijd ver vooruit! Dat konden kopers, zeker uit noord Europa, niet waarderen.
En nog een kleine opmerking: het gaat hier om de Buso, maar een Lancia Kappa met 2.0 turbo is toch ook iets heel moois en bijzonder. Die moet je niet links laten liggen in je zoektocht naar een mooie K.
kniesoor zegt
Matig in de zin van roestgevoelig en met electronische gremlins – m.n. de 2,5 liter met z’n electronische dashboard en ‘Alfa Control’ – waren de 90’s zeker. Maar man, wat een onderstel en balans, ongekend voor het soort oto. Eén van de klaverbladen vanaf de A12 bij Zoetermeer met zo’n – excusez le mot – allejezusgang in een 2,5 liter 90 QO genomen, op een standaard onderstel met de standaard putdekselachtige alu’s eronder, bij de gedachte daaraan krijg ik nu nog een grijns op m’n murf, geweldig. Denk niet, dat er op dat moment een andere soortgelijke oto zo hard en in zo’n balans een lange doordraaier door te jagen was. Dus in die zin heb je gelijk, absolute topwagen. Maar ja, die roest hè . . .
pa045 zegt
Ach. Roesten deden alle auto’s toen. De één wat meer dan de ander, maar 10 jaar was toen serieus oud voor een auto. En die gremlins: andere merken hadden zulke technieken nog niet eens in hun reguliere productie auto’s zitten. Dus de tijd ver vooruit.
In basis was het de transaxle van de Alfetta. En dat onderstel was, net als de Buso en de Nord, legendarisch.
kniesoor zegt
Die andere merken wachtten nog even tot de techniek verder gerijpt was. Verstandig als je reputatie je lief is, denk ik. Zelfs als je een staatsbedrijf bent en de belastingbetaler de tekorten toch wel dekt.
alfa147ti zegt
Geweldig stuk om te lezen, jammer genoeg nooit in mijn leven een Alfa mogen rijden met deze motor.
SpiderIV zegt
Ze zijn nog te koop. Interesse in 166 V6 3.2 met 180.000km?
alfa147ti zegt
Ja prachtig vooral dat feest lift model, maar als ik iets zoek dan wordt het een 156 GTA sw
isleofman zegt
Prachtig artikel, maar vanaf voorwielaandrijving ben ik de liefde voor alfa verloren. Die 155 bijvoorbeeld
En de 164, echt waardeloos.
ttr6 zegt
Mijn stoommeter. Na net mijn Alfetta verkocht te hebben, liep ik stage bij een bedrijf waar de directeur in een GTV 6 reed. Toen voor het eerst de Busdo gehoord. Die zou en moest ik een keer hebben. Meer dan 10 jaar later, begin 90 jaren was ie er: de 75 America. Van mij allerlaatste centen als jonge huisvader Geweldig!
pignon zegt
Dat heb je goed gedaan. En gefeliciteerd met je vrouw dat ze hier ook in mee ging
ponnie zegt
Een van de meest overgewaardeerde V6 blokken, puur omdat hij in de 156 en dergelijke een spruitstuk had dat een beetje beter klonk dan dat van de concurrenten.
De dikste versie, die in de 155 dtm is niet eens een busso.
Paul58 zegt
De ‘dikste’ versie zit gewoon in de 156 gta. Parel van een motor. Veel verschillende auto’s gereden maar een busso v6 heeft iets magisch. De snerp in hoge toeren, heerlijk. In mijn optiek zelfs ondergewaardeerd. De snelste misschien in een 155 dtm
nofxke zegt
Achtklepper klopt toch niet helemaal voor een 6 cilinder…
12, 18, 24 of 30 ? (Of 14, 20, 26 of 32 als we de zonnekleppen meetellen)
santino zegt
Het is trouwens Giuseppe @willeme
Dutchdriftking zegt
Zo’n 146 3.7 staat nog wel altijd erg hoog op de wensenlijst. Helemaal met een compressor kit.
Hawkeye72 zegt
Eigenlijk is de Alfa6 een prachtige auto….
tweetyv6 zegt
M’n 916 Spider 3.0V6 12v heeft ‘m ook.
De 916 Spiders werden ook geleverd met de 3.0V6 24v en op z’n laatst ook nog met het 3.2 V6 24v blok
geelbarrel zegt
Als ik nog n keer in n gekke bui ben, bouw ik graag n Alfasud Sprint 6c replica, maar dan wel met de 3,7 liter 24v. Kaboem!
cossiekiller zegt
Heerlijk stukje Willem!
2 foutjes… Een 8 klepper zal wel 12-klepper zijn.
En AC had de Ace, niet de Cobra. Dat is wat die gekke Texaan ervan maakte ;-)