Nee, het kwam niet door de nieuwe Capri. Dat 2024 een feestjaar was voor Ford, komt omdat het merk honderd jaar in Nederland was.
Het eeuwfeest van Ford Nederland werd zo duizelingwekkend onspectaculair gevierd, dat het me eerlijk gezegd niet eens op was gevallen. Het bruisende feest bij de importeur in Amstelveen bestond uit het versturen van welgeteld één persbericht. Dat Ford Nederland een eeuw bestaat, viel me pas op toen mijn oog viel op een boek in mijn boekenkast met de fantasievolle titel Ford in Nederland 1924-1999. Als Ford 25 jaar geleden 75 jaar bestond, dan zal het nu wel 100 jaar bestaan, dacht ik. En tóen pas ging ik zoeken of ik misschien een persbericht had gemist. Of een nieuw boek. Of een uitnodiging voor een bruisend feest met Tino Martin of zo.
Eerlijk is eerlijk: het is ook een jubileum van niks. Ford was al veel eerder in Nederland. In de Staatscourant van 27 maart 1924 werd vermeld dat de Naamlooze Vennootschap “Ford’s Motor Compagnie voor Nederland” was opgericht, maar daarvoor waren er al heel wat andere importeurs geweest. Iedereen die een Ford verscheepte naar Nederland, noemde zich in die tijd importeur. Misschien is er zelfs al in 1903 of 1904 een dealer in Amsterdam geweest (die zich dus ook importeur noemde), maar dat is niet meer na te gaan: het staat ergens in een oud tijdschrift vermeld, maar controleren of het klopt kan niet meer.
In 1906 begon Klaas Baving uit Zwolle met het importeren van Fords. In 1907 wilde Henri Boissevain uit Amersfoort zijn geluk als importeur. Ook in 1909, 1912, nog eens 1912, 1913, 1915 en 1919 krijgt Ford een nieuwe importeur. In 1921 besluit Ford dat het anders moet: het merk neemt zelf de touwtjes in handen. De import voor Nederland komt in handen van Ford Motor Company of Belgium SA, de assemblagefabriek die het merk dan net opent in Antwerpen.
In 1924 werd er ook een kantoortje in Nederland opgericht. Het stelde eigenlijk niks voor: Ford Motor Company of Holland was gevestigd in een Rotterdams hotel. Het doel was uiteraard om auto’s te verkopen, maar ook om ze in Nederland te gaan assembleren.
De Nederlandse automarkt stelde al net zo weinig voor als dat Fordkantoortje in Rotterdam: in 1924 reden er in Nederland ongeveer 31.000 auto’s. Toch groeide het aantal snel, want dat aantal betekende dat het wagenpark in vijftien jaar vertwintigvoudigd was.
Ford timmerde ook lekker aan de weg: in 1928, vier jaar na de start, had het merk 12.336 auto’s verpatst. Daarmee was het pardoes de Nummer Eén in Nederland, vóór Chevrolet en Citroën, de nummers twee en drie.
Van die plek kan het merk nu alleen nog maar dromen: de laatste keer dat Ford überhaupt in de top tien stond, was in 2021. Het merk mag nu blij zijn als er meer dan vijftienduizend auto’s verkocht worden, terwijl dat er in de jaren tachtig vaak meer dan vijftigduizend waren. Tot en met 2013 verkocht Ford ieder jaar riant meer dan dertigduizend auto’s, maar sinds 2014 zijn het er gemiddeld iets meer dan twintigduizend. En dat aantal bleef in 2022 en 2023 ver uit zicht, evenals in 2024 waarschijnlijk — tenzij Ford op de laatste dag van het jaar nog meer dan zevenduizend auto’s op kenteken zet.
Maar laten we het verjaarspartijtje van Ford niet verpesten door te focussen (…) op de gekelderde verkoopcijfers. Door naar de hoogtepunten van honderd jaar Ford in Nederland!
Tulpen uit Amsterdam — en Mustangs
Ford begon in een hotel in Rotterdam, plus een paar loodsen aan de Keileweg (later vooral bekend als tippelzone). Een paar jaar later kocht Ford een terrein in het havengebied, waar een assemblagefabriek zou worden gebouwd. Op zaterdag 3 oktober 1930 zou Henry Ford de eerste steen leggen van de fabriek. Leuk weetje: hij verbleef in Hotel Weimar in Rotterdam, de plek waar het Nederlandse kantoor van Ford in de begintijd gevestigd was.
Eenmaal aangekomen bij fabrieksterrein, vroeg Ford aan de directeur van de Nederlandse vestiging ‘waar het water was’. Dat lag achthonderd meter verderop. “Geen water, geen fabriek,” zou Ford gezegd hebben; hij had verordonneerd dat alle Fordfabrieken aan het water moesten liggen, net als de River Rouge Plant in Dearborn (Michigan). Ford belooft terug te keren om de eerste steen te leggen als er een geschikte locatie is. Die wordt in Rotterdam niet gevonden.
Amsterdam biedt Ford een veel groter terrein aan, zestien hectare, dat direct aan het Noordzeekanaal ligt. Daar wordt uiteindelijk de NV Nederlandsche Ford Automobiel Fabriek gevestigd. De fabriek opende op 15 mei 1933. Ondanks zijn eerdere belofte was Henry Ford niet aanwezig: hij volstond met het sturen van een telegram. Ook later heeft hij de Amsterdamse fabriek nooit bezocht.
Foto’s: Ford & Nationaal Archief
In de jaren dertig werden vrijwel alle modellen van Ford er gebouwd, van klein tot groot. Het verkoopsucces van die tijd was de Ford Junior, maar ook de Lincoln Zephyr (met V12!) werd er vervaardigd. Vanaf de jaren zestig concentreerde de fabriek zich op twee modellen: de Cortina en de Mustang. Vanaf 1975 richtte de fabriek zich met name op bedrijfswagens en vrachtwagens. De Transcontinental, een zware vrachtwagen, werd niet het gehoopte succes, waardoor de fabriek verlies begon te lijden. Dat zorgde ervoor dat in november 1981 de deuren van de Amsterdamse fabriek sloten.
Ford in Madurodam
Waar een klein land klein in kan zijn: je hebt het in Nederland pas echt gemaakt als je het tot Madurodam schopt. En de Amsterdamse Fordfabriek, die stond uiteraard in de miniatuurstad, hier op een foto uit 1981.
De fabriek had overigens een eigen kombaan waarop auto’s getest konden worden. Toch zal de fabriek nooit zo legendarisch worden als bijvoorbeeld Lingotto. Als de fabriek gesloten wordt, neemt buurman OBA (Overslag Bedrijf Amsterdam) het terrein al snel over om er steenkool op te slaan.
Foto: Marcel Antonisse/Anefo (Nationaal Archief)
Het Koninklijk Huis reed Ford
Tegenwoordig rijdt de koning in een Audi, maar decennialang was het anders. Koningin Juliana liet zich rijden in een Ford Granada, koningin Beatrix eveneens — tot de Granada werd vervangen door de Scorpio. Maar er was meer dan dat. Het fraaist vinden we de Ford LTD Convertible uit 1972, die als paradewagen werd gebruikt maar ook door prins Bernhard werd gereden. Je kunt die auto tegenwoordig bekijken bij Paleis Het Loo.
Over de Scorpio is ook meer te zeggen dan je zou denken. Iedereen herinnert zich de laatste versie, de Scorpio met de kikkerogen: die was van zichzelf al niet knap, maar met verlengde carrosserie en verhoogd dak ging hij er niet bepaald op vooruit. De eerste Scorpio zag er veel beter uit, ook in koninklijke dienst. Zo’n verlengde, verhoogde Scorpio kon je ‘gewoon’ bestellen bij het Britse Coleman Milne, maar later werd de ombouw uitbesteed aan Nederlandse bedrijven. Terberg bouwde zelfs een verlengde Scorpio landaulette, dus met een linnen cabriodak voor het achterste dakdeel.
De koninklijke Ford-avonturen liepen ook weleens minder goed af: prins Bernhard raakt in november 1937 gewond als hij met zijn Ford in de buurt van Diemen met zijn Ford tegen een zandauto botst. Koningin Wilhelmina schrijft een boze brief aan de verantwoordelijke minister, maar die laat in een zeven kantjes tellende reactie weten dat Bernhard gewoon beter uit moet kijken. De koningin is niet overtuigd, temeer omdat er na het ongeluk wél een extra verkeersbord wordt geplaatst.
Het was niet het laatste koninklijke ongeluk in een Ford, want in 1988 jakkerde Willem-Alexander zijn Ford Sierra na een feestje een Leidse sloot in. Hij krijgt een boete van 300 gulden wegens onveilig rijgedrag. De schade aan de auto bedraagt 16 duizend euro, behoorlijk wat als je bedenkt dat de nieuwprijs van zijn Sierra ongeveer 36 duizend euro was.
Succes in de rally van Monte Carlo
Driemaal werd de legendarische Rallye Monte-Carlo gewonnen door een Nederlander. Voor Octane dook ik samen met Mattijs Diepraam ooit eens in die geschiedenis. We dronken thee bij de nazaten van de eerste twee Nederlandse winnaars. De eerste was J.J. Sprenger van Eijk, die de rally won met een Graham Paige (een vergeten Amerikaans merk dat onder meer met Rolls-Royce concurreerde). Omdat het zo lang geleden is, is de prestatie van Sprenger van Eijk wat vergeten, maar zijn naam is de allereerste op het Nationaal Autosport Monument in Zandvoort.
En de tweede Nederlandse winnaar? Die reed met een Ford! ‘Bud’ Bakker Schut schreef de rally in 1938 op zijn naam. Hij reed met een Ford V8. Ook de derde Nederlandse Monte-Carlo-winnaar, Maus Gatsonides, reed met een Ford, in zijn geval een Zephyr. De uitvinder van de Gatsometer won de rally in 1953.
Successen in de Nederlandse rallysport
Het Nederlands kampioenschap rally wordt georganiseerd sinds de jaren zestig. Sinds die tijd won Ford het meer dan eens. Gek genoeg niet met de eerste generatie van de Escort, die wereldwijd enorme successen behaalde. Ford moest geduld hebben tot 1983, toen Henk Vossen kampioen werd met zijn Escort RS 1800. Ook in 1986, 1987, 1988, 1990, 1992, 1993, 1994, 1995, 1996, 1998, 2008, 2009 en 2010 reed de Nederlands kampioen in een Ford.
En in 1997 een beetje, want kampioen Hans Stacey reed toen een deel van het seizoen in een Subaru Impreza 555 en een ander deel van het seizoen in een Escort Cosworth. Datzelfde gebeurde in 2022, toen Hans Weijs Jr. een deel van het seizoen met een Fiesta reed en een ander deel met de Skoda Fabia Rally2 Evo. De mooiste keer was wat ons betreft 1986: kampioen Stig Andervang reed toen met de buitenaardse RS200.
Een Escort voor Michel Vaillant
Wat goed genoeg is voor Michel Vaillant, is goed genoeg voor ons. En in 1980 koos Vaillant voor een Escort. Ford-dealers verspreidden het album onder hun klanten. Het was uiteraard stevig gesponsord door Ford. Misschien was Michel Vaillant dus wel de eerste influencer. Beat that, Enzo Knol!
Het album verscheen in het Frans, maar ook in het Nederlands. Inmiddels is het behoorlijk lastig te vinden.
Een miljoen glazen bier
Op 1 december 1970 werd bij Café Hoppe het miljoenste glas bier geschonken. Of het gaat om het miljoenste glas Amstel, het miljoenste biertje van dat jaar of iets anders is onbekend. Maar één ding is zeker: het is niet het miljoenste glas bier dat sinds de oprichting van het legendarische café werd geschonken.
Foto: Nationaal Archief
Hans van Mierlo legde in dit café namelijk de basis voor D66. En die keer dat prinses Beatrix met majoor Bosshardt de kroeg indook om daar de Strijdkreet te verkopen? Dat was in Hoppe. Ook Freddy Heineken Zelf kwam er graag. Als dat café iets te vieren heeft? Drank is er al, dus dat is niet bijzonder. Nee, Sinterklaas en een oude Ford, dat volstaat! Het kenteken van deze Ford bestaat overigens nog steeds.
Nederlanders in de Formule 1
Van de zestien Nederlanders die Formule 1 reden, reden er behoorlijk wat met een Ford — of op z’n minst een auto met een Ford-motor. De eerste was Gijs van Lennep, die in 1971 met een Surtees reed. Achter zich had hij de beroemde Ford Cosworth DFV 3.0 V8. Datzelfde gold toen hij in 1973 en 1974 voor Williams reed, net als toen hij in 1975 voor Ensign reed (waar hij Roelof Wunderink verving).
Ook Boy Hayje reed met diezelfde motor: in 1975 met de Penske PC3 van F&S Properties, in 1977 met de March van datzelfde team. Michael Bleekemolen reed in 1977 en 1978 eveneens voor F&S Properties, weer met de Ford V8. Jan Lammers? Eveneens. Ook Huub Rothengatter, die drie seizoenen Formule 1 reed, had eenmalig een Ford-motor achter zijn rug. En zeg je Huub Rothengatter, dan zeg je Jos Verstappen. Die reed ook in de helft van zijn F1-carrière met een Ford-motor.
Dus hup Ford, maak goede voornemens voor 2025 en doe weer eens wat groots. Je kunt echter beter dan een Capri-sticker op een opgewarmde Volkswagen plakken!
donvincenzo zegt
Ik dacht dat Jan Jongerius vanaf midden jaren 20 de (of: een) importeur was, gevestigd in Utrecht. Maar wellicht was hij alleen dealer.
tenaci zegt
Volgens mij had hij in Utrecht een assemblage fabriek voor Ford. Zijn villa staat nog in Utrecht en is net gerestaureerd. De gevel (en een klein deel) van de fabriek staat er nog steeds achter. Die villa in trouwens wel megalomaan. Met een trappenhuis wat zijn hele familie geschiedenis en zijn zakelijke successen toonde. Geen bescheiden man.
perry_snijders zegt
@donvincenzo Was een dealer met een eigen carrosseriebedrijf. Wel een van de grootste dealers van toen trouwens.
mashell zegt
Waarom staat er midden in een leuk verhaal over Ford in Nederland een alinea over een café?
perry_snijders zegt
@mashell Ik had dorst. (Oké, en ik vond het een lollige foto.)
O plaat zegt
Leuk artikel, jammer dat bedrijven dergelijke jubileums gewoon voorbij laten gaan.
Avidou zegt
Die huidige verkoopcijfers zijn wel erg triest zeg, voor toch wel een legendarisch merk..
Leuk geschreven artikel!
amphiby zegt
Willem Alwxander betaalde in 1988 gewoon al met Euro’s! 😱