Toyota Racing was een Formule 1-team dat van 2002 tot en met 2009 actief was.
Toyota was al decennialang actief in andere takken van de autosport, maar besloot rond de millenniumwisseling hun pijlen te richten op de koningsklasse. Ze verschenen in 2002 aan de start met Mika Salo en Allan McNish als coureurs.
Salo wist in de debuutrace van Toyota meteen een punt te pakken, maar dat was vooral geluk. Een flink deel van de concurrentie was namelijk uitgeschakeld door een grote crash. De rest van het jaar wist het team slechts één extra punt te behalen.
Voor 2003 werden Salo en McNish vervangen door Olivier Panis en Cristiano da Matta. Het seizoen verliep iets beter, met uiteindelijk zestien punten. Het team werd achtste in het kampioenschap. In 2004 werd Toyota wederom achtste, hoewel ze toen minder punten haalden.
In 2005 was er sprake van een significante verbetering. Het rijdersduo bestond dat jaar uit Jarno Trulli en Ralf Schumacher. Tijdens de tweede race dat jaar finishte Trulli tweede, wat het eerste podium was voor Toyota. Er volgden dat jaar nog vier podiums en het team eindige als vierde. Dit zou hun meest succesvolle jaar blijken te zijn.
Schumacher en Trulli werden aangehouden voor 2006 en 2007, maar de resultaten vielen weer terug. Voor het seizoen van 2008 verving Toyota Ralf Schumacher voor zijn landgenoot Timo Glock.
In 2008 en 2009 werden de prestaties weer beter. Toyota wist in twee seizoenen nog zeven keer op het podium te komen. Het team slaagde er echter maar niet in om een race te winnen, ondanks de enorme investeringen die Toyota in het Formule 1-project had gestoken.
In 2009 leed Toyota voor het eerst in hun bestaan verlies, dus besloten ze zich terug te trekken uit de Formule 1. Het Servische Stefan Grand Prix wilde verder met de motoren en chassis van Toyota, maar slaagde er niet in om in 2010 aan de start te mogen verschijnen. Toyota stopte ook als motorleverancier, nadat ze van 2005 tot en met 2009 motoren hadden geleverd aan Jordan/Midland en Williams.
Foto credit: Marc Evans