Renault F1 Team is een team dat verschillende periodes actief is geweest in de Formule 1 en tegenwoordig Alpine heet.
Eerste periode als fabrieksteam
Renault heeft een rijke geschiedenis in de Formule 1, die begon in 1977. Toen betraden ze de sport onder de noemer Équipe Renault Elf. In eerste instantie nemen ze maar met één auto deel, die bestuurd wordt door Jean-Pierre Jabouille. Het is een lastig begin, want de auto blinkt niet bepaald uit in betrouwbaarheid.
In 1979 krijgt Jean-Pierre Jabouille gezelschap van René Arnoux. Dat jaar boekt Jabouille de eerste overwinning voor Renault. Er is een duidelijke lijn zichtbaar, want het jaar daarop wordt Renault vierde in het kampioenschap.
In 1981 wordt Jabouille vervangen door Alain Prost. Die weet regelmatig het podium te halen. Renault eindigt in 1981 en 1982 als derde in het kampioenschap en in 1983 zelfs als tweede. Prost was daar echter niet tevreden mee en leverde publiekelijk kritiek op het team. Hij werd daarna ontslagen.
In 1984 en 1985 rijdt Renault met Patrick Tambay en Derek Warwick. Het team komt nog enkele keren op het podium, maar zakt terug naar het middenveld. Renault raakt intussen financieel in zwaar weer en besluit zich daarom na 1985 terug te trekken uit de Formule 1.
Succes als motorleverancier
Hoewel het fabrieksteam ophoudt te bestaan, blijft Renault nog wel actief in de Formule 1 als motorleverancier. Renault leverde al motoren aan Lotus en Ligier en blijft dat nog doen tot 1986. In de jaren ’90 leveren ze motoren aan Williams, Benetton en wederom Ligier. Dit zorgt voor grote successen: Williams pakt vier keer de constructeurstitel met de Renault-motoren en Benetton één keer.
Renault koopt Benetton
Pas in 2002 krijgt Renault weer een eigen fabrieksteam. Renault betaalt 120 miljoen dollar om Benetton over te nemen, aan wie ze sinds 1995 al motoren leverden. De coureurs, Jarno Trulli en Jenson Button worden ook overgenomen. In 2002 probeert Renault iets bijzonders: een V10 met een blokhoek van 111 graden. Hiermee hoopt men een lager zwaartepunt te realiseren en dus een betere wegligging. Helaas is de motor niet betrouwbaar genoeg, met een vierde plaats als resultaat.
Die behaalt men ook in 2003, maar dan met veel meer punten. Dat komt met name door de snellere auto en de nieuwe rijzende ster: Fernando Alonso. Hij behaalt diverse malen het podium en wint de GP van Hongarije. Het jaar erop wint Trulli de GP van Oostenrijk, Alonso staat vier maal op het podium. Het team wordt derde in 2004. Een titel zit er niet in. Van 2000 tot 2004 is Michael Schumacher bijzonder succesvol in de door Rory Byrne ontworpen Ferrari’s, waarbij Ross Brawn de technisch directeur is. Toevallig zijn dit allemaal oud Benetton-medewerkers.
Fernando Alonso
In 2005 breekt dan eindelijk een nieuwe periode aan. Na de reglementswijzigingen komt er een einde aan de Ferrari-hegemonie. Het is Alonso die met overmacht het wereldkampioenschap wint in de Renault. Als hij niet wint, eindigt hij vaak als tweede en de Spanjaard valt bijna niet uit. Dat gebeurt slechts een keertje. In 2006 doet Alonso het nog eens dunnetjes over. In beide gevallen is Renault ook kampioen voor de constructeurs. Renault kan de winnende formule echter niet vasthouden. Topcoureur Alonso verhuist naar McLaren Racing waar hij met debutant Lewis Hamilton om de wereldtitel strijdt. Uiteindelijk is dat jaar Kimi Räikkönen in de Ferrari nipt sneller, Renault speelt geen rol met Heikki Kovalainen en Giancarlo Fisichella.
In 2008 keert Alonso terug na een jaar. Hij voelde zich niet thuis bij McLaren, dat een duidelijke voorkeur had voor Hamilton. Nelson Piquet Jr. is de tweede coureur. Grote successen blijven uit, op twee overwinningen van Alonso na. Met name de GP van Singapore is memorabel, zij het om de verkeerde redenen. Renault was niet in staat de race te winnen. Nelson Piquet Jr. krijgt de opdracht om de RS28 in de muur te crashen en zo een safetycar situatie te creëren, net nadat Alonso verse banden heeft gehaald in de pits. Teambaas Flavio Briatore wordt geschorst voor het leven. In 2009 zakt het team nog verder, ondanks enkele puike prestaties van Fernando Alonso. De wel erg trage Piquet wordt vervangen door de jonge Romain Grosjean.
Renault Lotus GP
Renault doet zelf een stapje terug. De auto heet nog Renault en de logo’s staan er nog op, maar het is Genii Capital dat de scepter zwaait. In 2010 weet Robert Kubica enkele malen het podium te pakken. In 2011 koopt Lotus een aandeel van 25% in het team en wordt de naam vernaderd in Renault Lotus GP. Vitaly Petrov en Nick Heidfeld behalen dat jaar beide één podium. Heidfeld moet halverwege het seizoen plaats maken voor Bruno Senna, die niet sneller is dan de Duitser.
Voor Renault is het duidelijk dat ze beter nóg een stapje terug kunnen doen. In 2012 wordt het team omgedoopt tot Lotus F1, waarmee de naam Renault verdwijnt. Lotus F1 maakt nog wel gebruik van Renault-motoren. In 2012 en 2013 is het team succesvoller dan verwacht. Ze worden twee keer vierde in het kampioenschap.
Tweede comeback
In 2015 maakt Renault opeens weer een comeback. Ze nemen het team over van Genii Capital, maar blijven opereren vanuit Enstone. Het eerste jaar verloopt zeer moeizaam. Kevin Magnussen en Jolyon Palmer kunnen het verschil niet echt maken. Magnussen scoort de meeste punten van de acht in totaal. In 2017 verhuist Magnussen naar Haas en komt Nico Hülkenberg ervoor in de plaats. Palmer behaalt eenmaal een zesde plaats, maar Hülkenberg finisht zeer geregeld in de punten. Aan het einde van het seizoen vervangt Renault Palmer voor Carlos Sainz.
In 2018 maakt Renault dan eindelijk de stap naar voren. Zowel Hülkenberg als Sainz presteren zeer constant en rijden bijna elke race in de punten. Aan de andere kant lopen ze alsnog achter op Red Bull, een klantenteam van Renault. Die stijgende lijn van Renault F1 is voor Red Bull-coureur Daniel Ricciardo reden om de gevoelige overstap te maken naar het fabrieksteam. Vanuit Red Bull is er geregeld kritiek op de Renault-motoren.
In 2019 blijft men wel een beetje steken, Ricciardo en Hülkenberg pakken wederom veel punten, maar een podium of andere stunt zit er niet in. In 2020 is daar dan een beetje vooruitgang. De jonge Esteban Ocon neemt de plaats in van Hülkenberg. Daniel Ricciardo pakt twee derde plaatsen: in Hongarije en België. Ocon wordt zelfs tweede in de knotsgek verlopen GP van Sakhir.
In 2021 verdwijnt de naam Renault weer uit de Formule 1. Deze keer niet omdat Renault zich terugtrekt, maar omdat het team wordt omgedoopt tot Alpine F1 Team.
Foto credit: Artes Max