Bennetton was een Formule 1-team dat van 1986 tot en met 2001 actief was. Michael Schumacher werd twee keer wereldkampioen met dit team.
Toleman
Benetton komt voort uit het team van Toleman. De geschiedenis van het team begon dus in 1981 toen Ted Toleman zijn F1 team oprichtte: Toleman Motorsport. De familie Toleman was al sinds de jaren ’20 actief in de automobielbranche. In eerste instantie voor personenauto’s (Ford met name), maar vanaf de jaren ’70 focusten ze zich ook op die diverse vormen van motorsport. Ze begonnen op een vrij laag niveau, maar in enkele jaren schopten ze het tot Formule 2 en Formule 2000. Eind jaren trok Toleman Rory Byrne aan, die uit zou groeien tot een van de meest invloedrijke F1-designers. De auto’s van Toleman waren succesvol, wat smaakte naar meer.
De eerste twee F1-jaren waren vrij dramatisch. De Toleman TG181 was simpelweg niet snel genoeg. Kwalificeren lukte bijna niet. In 1982 ging het ietsje beter, maar strandden de auto’s veel te vaak met betrouwbaarheidsissues. In 1983 ging het op dramatische wijze verder, maar halverwege het seizoen ging het beter. De T183B was aanzienlijk sneller en het leverde met Derek Warwick aan het stuur eindelijk de nodige WK-punten op. In 1984 verving ene Ayrton Senna Warwick. Senna zorgde voor het beste Toleman-seizoen met een magistrale eerste plaats op Monaco. In 1985 kon Toleman niet doorpakken. Wegens problemen met de bandenleverancier kon men de eerste drie races niet starten. De rest van het seizoen verliep dramatisch. Gelukkig was er hoop: de Benetton Group (bekend van het kledingmerk) ging Toleman sponsoren.
Benetton
Benetton neemt Toleman na het seizoen in het geheel over en noemde het Benetton Formula. In eerste instantie blijft men in de Toleman-fabriek. Sterker nog, de Toleman T186 wordt simpelweg omgedoopt tot de Benetton B186. In het eerste jaar gaat het meteen erg goed. Benetton gebruikt de BMW-motor en is gelijk snel, met name met Gerhard Berger aan het stuurwiel. De jaren erna stapt men over naar Ford-motoren. Benetton is redelijk succesvol. In 1988 en 1990 zijn ze het derde team. Ze staan diverse malen op het podium en behalen af en toe overwinningen en pole positions.
Het belangrijkste wapenfeit is het binnenhalen van Michael Schumacher. De Duitser maakt bij de kwalificatie van de GP van België 1991 indruk door zich in zijn eerste race als vijfde te finishen in een Jordan. Hij wordt daarna meteen gestrikt door Benetton. Eddie Jordan probeert de move ongedaan te maken, maar de rechter is het niet met hem eens. In 1991 is Schumacher het beste aspect van Benetton, dat dan niet op volle sterkte is.
Hoogtijdagen
Vanaf 1992 gaat het de goede kant op voor het team. Ze zijn verhuist naar een grotere locatie in Enstone. Tom Walkinshaw Racing neemt een belang in het team en neemt Ross Brawn mee als manager. In 1992 en 1993 is Benetton het derde team. In 1994 wint Michael Schumacher zijn eerste wereldkampioenschap. In dat jaar is Jos Verstappen voor zes races zijn teamgenoot. De Nederlander maakt een goede indruk, maar debuteren bij een team dat de wereldkampioen levert is lastig. In 1995 stapt Benetton over van Ford- naar Renault-motoren. In dat jaar wint niet alleen Schumacher nogmaals het kampioenschap, maar pakt Benetton ook de constructeurstitel.
Daarna zijn de hoogtijdagen van Benetton alweer voorbij. Met oude rotten Gerhard Berger en Jean Alesi wordt in 1996 en 1997 nog de derde plaats behaalt. Van 1998 tot en met 2000 rijden Giancarlo Fisichella en Alexander Wurz keurig in de middenmoot. Af en te verassen ze, af en toe stellen ze teleur. Vaak rijden ze relatief kleurloos rond. Fisichella weet wel elk jaar minimaal één keer het podium te pakken.
Overname Renault
In 2002 betaalt Renault 120 miljoen dollar om Benetton over te nemen. Sinds 1995 rijdt het team al met Renault-motoren, dus ze kennen elkaar al een beetje. De coureurs, Jarno Trulli en Jenson Button, neemt men over. Het team gaat verder onder de naam Renault F1 en bestaat vandaag de dag nog steeds als Alpine F1 Team.
Foto credit: Peter Lakatosh