Nissan is een van de oudste en grootste Japanse merken. Nissan heeft ook decennialang auto’s onder de naam Datsun verkocht. Sinds 1999 vormt Nissan een alliantie met Renault, waar later ook Mitsubishi aan toegevoegd is.
Over de historie van Nissan kan dagen worden gesproken zonder in herhaling te vallen. Het merk zoals wij dat kennen, is een combinatie van drie merken: Datsun, Prince en Nissan. Het moederbedrijf van Datsun (Kashinsa Motor Car Works) wordt al in 1911 opgericht. De naam Datsun zou pas later gevoerd gaan worden. In eerste instantie op alleen een autotype, de DAT, waarbij die drie letters stonden voor de eerste letters van de achternamen van de oprichters. Datsun bouwde in de jaren ’20 kleine auto’s en vrachtwagens.
Opgericht door: Yoshisuke Aikawa
Opgericht in: 1928, Japan
Onderdeel van: Renault-Nissan-Mitsubishi-alliantie
Nissan kwam iets later. Het bedrijf Nihon Sangyo werd pas in 1928 opgericht. De naam Nissan is een samenvoeging van Nihon Sangyo, zoals het werd weergeven op de papieren op de financiële beurs in Tokyo. Nog voordat Nissan zich goed en wel kan richten op het bouwen van auto’s, verandert het bedrijf enkele keren van structuur. In principe houdt Nissan zich in eerste instantie alleen bezig met auto-onderdelen en nog een hele hoop andere activiteiten. Dat laatste is niet gek, de automarkt is nog in ontwikkeling op dat moment. Vrachtwagens worden verkocht, maar de markt voor personenauto’s staat nog in de spreekwoordelijke kinderschoenen.
Datsun is er iets eerder bij. Zij waren zo slim om de hulp van een buitenstaander in te roepen. De Amerikaan William Gorham was een consultant met zowel kennis van de industrie als van Japan. Het zou een gouden combinatie blijken. Nog altijd wordt Gorham gezien als een van de grondleggers van het merk Nissan zoals wij dat nu kunnen. De Amerikaan staat ook aan de wieg van enorme concerns als Hitachi en Canon. De eerste Datsun (de Model 16) is nog een typisch Japanse auto, want een in licentie gebouwde Austin 7.
De eerste auto’s van Nissan zijn vrij eenvoudig. Het is basaal transport. In de loop der jaren gaat Nissan telkens meer zijn eigen techniek gebruiken. In eerste instantie is het een doorontwikkeling van Austin-techniek, maar als snel (in de jaren ’60) kiest men ervoor om eigen motoren te ontwikkelen. Rond deze periode wordt ook er ook meer en meer geëxporteerd. De Datsun 510 is in de VS erg populair, wij in Nederland zijn verzot op de Cherry, Sunny en Bluebird.
Fairlady
Naast de huis-, tuin- en keukenmiddenklassers komt Datsun met een raszuivere sportwagen, de Fairlady. De eerste iteratie is een roadster die niet naar Nederland komt. De tweede serie wel. De auto heeft wat design-trekjes van een E-Type, maar dat is zeuren dat je vriendin te veel op een fotomodel lijkt. In het hogere segment heeft Nissan profijt van het feit dat ze Prince hebben overgenomen. Hierdoor heeft merk ineens luxere, krachtigere en duurdere auto’s in het gamma.
Jaren ’80: omvangrijk gamma
Net als andere Japanse merken in de jaren ’80 heeft Nissan een zeer omvangrijk modelgamma. Per werelddeel wordt bekeken welk model geleverd er gaat worden. De meeste modellen die wij in Nederland ontvangen zijn nogal braaf, iets wat we ook zien bij andere Japanse merken in deze periode. Onder de generieke styling gaat uiterst deugdelijke techniek schuil. In Nederland kunnen we kiezen uit modellen als de Sunny, Cherry, Stanza, Bluebird en Laurel. De Silvia en 280ZX verzorgen het sportieve aspect.
Speciale vermelding voor de Prairie: dat is de eerste compacte MPV, nog voordat de compacte MPV echt gemeengoed is. Net als de Honda Civic Shuttle is het een auto die zijn tijd iets te vooruit is en niet wordt begrepen. Naast de personenauto’s heeft Nissan ook enkele zware werkpaarden als de Terrano en Patrol. Dit zijn auto’s met een ladderchassis die ingezet kunnen worden voor het zwaardere werk (tot 3.500 kg mogen ze trekken) op onverhard. Bijzonder: in 1991 wordt de Nissan Micra de eerste Japanse auto die de Europese Auto van het Jaar-trofee binnen weet te halen.
Renault-Nissan-alliantie
In de jaren ’90 is het duidelijk dat het roer om moet bij Nissan. Op het gebied van styling is het merk te bedaagd en te weinig onderscheidend. Als het gaat om uitstekende platforms, rijke standaarduitrusting en puike motoren doet Nissan goed mee. De ontwikkelingskosten zijn echter te hoog: voor veel modellen wordt telkens een nieuw platform ontwikkeld. Ook heeft Nissan een groot aantal auto’s die wel erg dicht tegen elkaar aanschurken. Wat dat betreft is het een verademing dat Carlos Ghosn de alliantie met Renault inluidde.
Aan deze alliantie zit een Nederlands tintje. In 1999 werd de alliantie vormgegeven. Nissan kocht een hoop aandelen in Renault en vice versa. De alliantie is onderdeel van Renault-Nissan B.V. (ziedaar het Nederlandse tintje), die voor 50% van Nissan is en voor 50% van Renault. Daarmee voerde Nissan een andere strategie dan die van andere merken, die kozen voor overnemen of overgenomen worden.
Nissan Note
Dat resulteert in een paar bijzondere en achteraf gezien verstandige beslissingen. De Nissan Almera en Primera worden iets opgefleurd, maar in keiharde verkopen vertaalt zich dat nog niet. Nissan besluit, in Europa in elk geval, om de auto’s niet direct te voorzien van een opvolger. De Primera gaat er in 2007 uit (zonder opvolger waar dan ook) en de Almera krijgt weliswaar een opvolger (de Tiida), maar dat is een ander type C-segment hatchback. In plaats daarvan zet Nissan in op twee nieuwe rages. De eerste is de compacte MPV, die nog onder de Midi-MPV staat. De Nissan Note biedt een praktisch interieur en hoge instap, precies wat de kopers willen.
Nissan Qashqai
Voor vervanger van de Primera neemt Nissan een grotere gok, want de compacte cross-over is nog lang geen gemeengoed. Ja, er zijn auto’s als de Kia Sportage, Jeep Cherokee en Toyota RAV4, maar Nissan ziet ruimte voor een kleiner model met (nog) minder terreinwagen-eigenschappen. De Nissan Qashqai is een medium cross-over en blijkt een absolute hit. Niet alleen in Nederland. Je kunt de auto ook gewoon krijgen met een modale 1.6 motor en voorwielaandrijving, terwijl je in veel andere gevallen dan toch een 2.0 met vierwielaandrijving hebt. De Qashqai is op deze wijze niet zo gek zwaar in vergelijking met een traditionele cross-over. Met de Juke herhaalt Nissan het trucje, zij het in een lagere klasse en met knotsgekke styling.
Nissan 350Z en GT-R
Voor de petrolhead is er voldoende te beleven. In 2003 keert de 350Z weer terug naar zijn oude vorm. De 300ZX was te groot, luxe, zwaar en complex geworden. De 350Z zet dat recht met eenvoudigere techniek en een veel interessanter prijskaartje. Een andere legendarische terugkeer is die van de GT-R. De Skyline GT-R R34 ging in 2003 uit productie en kreeg aanvankelijk geen opvolger, maar in 2008 arriveert de R35.
Nissan elektrisch
De alliantie met Renault brengt zowel nadelen als voordelen. Veel modellen die voor de Europese markt zijn bedoeld, worden hier ook gebouwd. Nissan is er snel bij als het gaat om elektrische auto’s, de Leaf is meer dan volle generatie eerder op de markt dan de concurrentie. Een deel van de concurrentie wordt in huis genomen, op het moment dat Mitsubishi aan de Renault-Nissan-alliantie wordt toegevoegd.
Hoewel de Nissan Leaf in 2018 een opvolger krijgt, pakt Nissan niet direct door met elektrische auto’s. Pas in 2022 komt er een nieuw elektrisch model: de Ariya. Dit is een elektrische cross-over, die op het nieuwe CMF-EV-platform van Renault-Nissan staat. Intussen maakt Nissan voor de Qashqai en X-Trail gebruik van een bijzondere tussenvorm. Á la Mitsubishi Outlander zijn dit plug-in hybrides waarbij de elektromotor niet de wielen aandrijft, maar alleen als generator dienst doet.
