Weinig kleine merken hebben zo’n stempel gedrukt op de autohistorie als Porsche. De 911 is een van de meest iconische en succesvolle sportwagens aller tijden. Hoewel Porsche groot is geworden met sportwagens, bouwen ze tegenwoordig ook massaal SUV’s, sedans, liftbacks en stationwagens.
Porsche nieuws
-
Drie keer raden wie de eerste eigenaar was van deze witte 993
Lees meer -
Video: Alle technische details van de hybride Porsche 911
Lees meer -
Porsche heeft uitdagingen met elektrische 718
Lees meer
Porsche videos
Modellen
Inhoudsopgave
KdF
Het merk zoals we dat vandaag de dag kennen, werd in 1931 opgericht door Ferdinand Porsche. Een van de eerste grote projecten was een opdracht van de Duitse overheid. Porsche mocht de ‘KdF’-auto ontwikkelen. Deze auto, de Krach durch Freude, moest betaalbaar zijn en eenvoudig te onderhouden. In die periode was de markt voor betaalbare auto’s nog niet heel erg groot. Een auto was nog echt een luxe-item. De KdF zou uitgroeien tot de Kever die in 1939 klaar was. Ondanks dat Porsche zelf de auto heeft ontworpen, was het overduidelijk geïnspireerd door diverse ontwerpen van Hans Ledwinka, een ingenieur uit Oostenrijk die auto’s ontwikkelde voor het Tsjechische merk Tatra. De Kever is in feite een korte Tatra T97.
Porsche Typ 64 – 356
Voordat die strijd uitbarstte, was Porsche alweer bezig met zijn volgende project. Op basis van veel Kever-onderdelen bouwde Ferry Porsche (de zoon van Ferdinand) de Typ 64, officieel de eerste Porsche-sportwagen. In de Tweede Wereldoorlog moest Porsche zich toeleggen op het bouwen van legervoertuigen.
In 1948 kwam de 356 Roadster. De naam 356 was simpel gekozen: het was project nummer 356. Deze werd opgevolgd door de 356/2 Gmünd Coupé en de 356/2. Na deze voorserie-auto’s kwam het model als 356 op de markt. De 356 is er in vier series: 356, 356A, 356B en 356C. De auto kwam als coupé, hardtop, convertible D, cabriolet en speedster. Naarmate de jaren vorderde, werden de VW-onderdelen gaandeweg vervangen voor Porsche-onderdelen. Er werd ook geracet met de 356 en diverse specifieke raceauto’s, zoals de 550 Spyder.
Porsche 901 – 911
Een belangrijk nieuw hoofdstuk was de 901, het geesteskind van Butzi Porsche, de kleinzoon van Ferdinand en de zoon van Ferry. Uiteraard zijn Butzi en Ferry de bijnamen: iedereen in de familie schijnt Ferdinand te heten. De 901 werd direct na de introductie omgedoopt tot 911, want Peugeot had de rechten op alle namen met drie cijfers en een nul in het midden. De 911 met zijn zescilinder boxermotor (achter de achteras geplaatst) zou uitgroeien tot een waar icoon voor het merk, zowel op de straat als op de internationale circuits.
Instap-Porsches
Naast de relatief dure 911 had Porsche nog wat modellen nodig voor de cashflow. Zo was er een 912 van 1965 tot 1969, wat in feite een 911 was met een oudere 356 viercilinder motor. Deze werd opgevolgd door de 914, een tweezits targa met middenmotor, die in samenwerking met Volkswagen werd ontwikkeld en gebouwd van 1969 tot 1975. Vanwege het wegvallen van de 914, keerde de 912 (in 912E-vorm) terug in 1976. Deze auto was intussen ernstig verouderd. Gelukkig stond de compleet nieuwe door Harm Lagaaij ontworpen 924 klaar. Deze auto werd aanvankelijk ontwikkeld als Volkswagen, maar werd uiteindelijk door Audi voor Porsche gebouwd. De eerste serie had ook een Audi-motor onder de kap. De 924 zou uiteindelijk doorontwikkeld worden tot de 944 en 968. De 924 was de eerste Porsche met de motor voorin en de eerste auto van het merk die je kon bestellen met een volautomaat.
Porsche 928
Porsche was echter al langer aan het broeden op een GT met de motor voorin en de versnellingsbak op de achteras (transaxle). Het was een zeer prestigieuze auto: de 928, een bijzonder gestileerde 2+2 Gran Turismo met een enorme V8 in het vooronder. Deze auto moest de inmiddels verouderde 911 gaan opvolgen. De 928 zou het uiteindelijk tot 1995 volhouden, maar de auto ging de 911 niet opvolgen.
964, 500 E en RS2
De 911 zou namelijk als een rode draad door de geschiedenis van Porsche lopen. Het model werd telkens verder doorontwikkeld. Eigenlijk kwam de eerste echte vernieuwing in 1989, met de introductie van de 964. Deze generatie was leverbaar met vierwielaandrijving en Tiptronic-automaat, waarbij je zelf de versnelling kon selecteren. Er waren drie varianten: Coupé, Cabriolet en Targa. Daarnaast waren er een hoop speciale uitvoeringen, zoals de Turbo, RS en dergelijke. Dit zijn op dit moment zeer gewilde occasions c.q. klassiekers. Sterker nog, Porsches uit deze periode zijn allemaal zeer in trek. Opmerkelijk, want destijds had het merk de grootst mogelijk moeite om ze aan de man te brengen. Ook werd er simpelweg te weinig geld mee verdiend. Daarom nam Porsche extra opdrachten aan, zoals het bouwen van de Mercedes-Benz 500 E en Audi RS2. Ondanks dat de 968, 911 en 928 geweldig waren, waren het ook moderne klassiekers die verouderd waren en zeer prijzig om te bouwen.
Boxster
Het roer moest om bij Porsche. Dat gebeurde met de Boxster. Een belangrijk onderdeel daarvan was het efficiënter maken van de productielijn. Porsche werkte samen met Toyota om deze zo effectief mogelijk te maken. De Boxster moest namelijk een betaalbare auto worden. Dat lukte wonderwel, de tweezits roadster met watergekoelde zescilinder was een schot in de roos. Met veel technieken van de Boxster (986) kon Porsche ook de opvolger van de inmiddels bijna antieke 911 (993) maken. Deze auto wordt de 996. Deze generatie werd bij de introductie behoorlijk verguisd vanwege de watergekoelde motor en de controversiële styling. De neus met ‘spiegelei’-koplampen waren uit nood geboren (alles zat in één unit) met het oog op de productiekosten.
Cayenne
Het ware succes kwam echter pas in 2002 met de Cayenne (955). De grote SUV werd in samenwerking met Volkswagen ontwikkeld. De Cayenne was een rechtstreekse aanval op auto’s als de Mercedes-Benz ML en met name de BMW X5, met het verschil dat er van de Cayenne veel duurdere varianten waren, zoals de 450 pk sterke Cayenne Turbo die wonderwel goed verkocht. De Cayenne was (en is) een extreem groot succes voor een klein merk als Porsche. Inmiddels zijn er al meer dan een miljoen van gebouwd en verkocht.
Uitbreiding modellengamma
Mede dankzij het succes van de Cayenne kon Porsche de 911 behouden. Sterker nog, dankzij het motorsportprogramma en de diverse GT3-modellen kon het merk zijn stempel drukken als de bouwer van ultieme sportwagens. Sinds 2005 is er ook de Cayman, wat in feite een Boxster Coupé is. Het modellengamma wordt in 2009 verder uitgebreid met de Panamera, een bijzondere vijfdeurs liftback die als limousine moet fungeren. Een nog groter succes is de Macan, het kleine broertje van de Cayenne, die in 2014 op de markt komt. Porsche is ongeveer de eerste ‘traditionele’ autofabrikant die een elektrische sportsedan bouwt. De Taycan laat zien dat elektrisch en Porsche-rijeigenschappen hand in hand kunnen gaan.