Polestar is het sportieve en duurzame zustermerk van Volvo. Polestar begon in de jaren ’90 als raceteam en ging zich later toeleggen op het modificeren van Volvo’s. In 2015 werd Polestar ingelijfd als huistuner van Volvo. Sinds 2019 is Polestar een zelfstandig merk, dat zich focust op elektrische auto’s.
Polestar nieuws
-
Polestar 4 krijgt een kleiner prijsje
Lees meer -
Polestar Concept BST: zo lusten we elektrisch wel
Lees meer -
Goedkoopste Polestar 2 verdwijnt uit line-up
Lees meer
Polestar videos
Modellen
Inhoudsopgave
Polestar als raceteam
Polestar is onderdeel van de merkportfolio van Geely, waar ook Geely, Lynk & Co, Volvo, Proton en Lotus toe behoren. In tegenstelling tot veel andere merken is Polestar nog heel erg jong en begon het merk zijn loopbaan als raceteam.
Het raceteam werd opgericht in de jaren ’90, net op het moment dat Volvo zichzelf opnieuw aan het uitvinden was. Volvo was jarenlang een uiterst degelijk merk: betrouwbaar, veilig en behoudend. Niemand nam er aanstoot aan als je kwam voorrijden in een Volvo. Aan de andere kant waren er ook weinig Volvo’s waar de enthousiaste petrolhead blij van werd. Zelfs de Coupés (262 en 780) waren vierkante blokkendozen en de Turbo-modellen van de 240, 480 en 740 waren meer vlot dan snel.
Volvo 850
Dat veranderde allemaal met de Volvo 850 in 1991. Dit was de opvolger van de (viercilinder) 740 en (zescilinder) 760. De Volvo 850 had altijd een vijfcilinder aan boord. Een nog groter verschil was het platform: de 850 had de motor overdwars liggen met de transmissie ernaast. Deze dreef de voorwielen aan. Een enorme cultuurshock voor verstokte Volvo-rijders.
T-5, T-5R en R
Ook een enorme cultuurshock voor Volvofans waren de snelle uitvoeringen van de 850: de T5 (225 pk), T-5R (240 pk) en de 850R (250 pk). Dankzij grote turbo’s, intercoolers en het Bosch Motronic 4.3 brandstofsysteem konden deze snelle Zweden zich aardig meten op de snelweg met het snelle verkeer op de linkerbaan. Dat niet alleen, er werd ook geracet met 850’s. Kortom, Volvo had in een hele korte periode een degelijk doch ietwat duf imago weten op te vijzelen met lichtgele stationwagons op de straat én op het circuit.
Flash Racing
De racende Volvo’s 850 Estate (de stationwagons) waarin Jan Lammers spectaculaire dingen in liet zien, zijn ontwikkeld door Tom Walkinshaw Racing. In 1996 wordt echter ‘Flash Racing’ opgericht door Jan Nilsson. Ondanks het feit dat racen met de 850 Estate een enorme boost gaf aan het imago van de stationwagons van Volvo, blijkt dat de sedan toch echt een betere optie is, aerodynamisch gezien. In 1996 verschijnt Flash Racing de start met de 850 Sedan. Dat duurt tot 1997. In 1998 wordt er namelijk geracet met de compactere en lichtere S40, wederom ontwikkeld door Tom Walkinshaw Racing. In 2003 stapte Flash Racing over op de S60, die in eigen beheer wordt geconstrueerd met hulp van het Britse Prodrive.
Polestar Racing
In 2005 verkoopt Nilsson zijn raceteam aan Christian Dahl, dat het bedrijf tot ‘Polestar Racing’ omdoopt. Het team is redelijk succesvol met de S60 Prodrive S2000. Het grote succes komt echter na de S60. In 2008 besluit Polestar te gaan racen met de compacte C30. Dit is de eerste auto die het team helemaal zelf kan ontwikkelen. Dat werpt zijn vruchten af, want in het tweede jaar (2009) wint Polestar Racing de rijderstitel en in 2010 de constructeurstitel.
C30 Polestar Concept
Naast raceauto’s, weet Polestar ook raad met straatauto’s. Dat blijkt uit de Volvo C30 Polestar Concept. Het is een vingeroefening om te kijken wat een extern bedrijf kan doen met een reguliere productie-auto. Het resultaat is behoorlijk heftig. Als basis is er gekozen voor de al niet kinderachtige Volvo C30 T5. De 2.5 vijfcilinder kreeg een nieuwe KKK-turbo, nokkenas, zuigers én een grotere intercooler. Mede door deze ingrepen steeg het vermogen naar 405 pk. Om het vermogen goed kwijt te raken, heeft de C30 Polestar vierwielaandrijving. De auto gaat niet in productie, ondanks de potentie. Het is vooral een visitekaartje om te laten zien waar Polestar toe in staat is.
S60 Polestar Concept
Dat laat Polestar andermaal zien in 2012 met de Volvo S60 Polestar Concept. De basis is een relatief brave S60 T6, waarbij de 3.0 zescilinder lijnmotor voorzien wordt van een grote turbo (van Garrett) en intercooler. Ook inlaat en uitlaat worden aangepakt. Het resultaat is meer dan 500 pk, waardoor de S60 meer dan 300 km/u kan halen. Wederom blijft het in eerste instantie bij een concept, alhoewel er na de facelift een productiemodel op de proppen komt. Deze is voorzien van minder exotische techniek en levert 350 pk en 500 Nm. Aanvankelijk heeft de Polestar S60 een zescilinder, de tweede serie heeft een tweeliter viercilinder met turbo én mechanische compressor.
Polestar als huistuner
Rond deze periode werkt Polestar zich op als de huistuner van Volvo, zoals AMG dat voor Mercedes is, bijvoorbeeld. In 2015 wordt Polestar gekocht door Volvo en is het een volwaardige Volvo-divisie. Het team houdt zich bezig met mechanische en softwarematige upgrades voor Volvo’s. Ook zijn er diverse Polestar Engineered-uitvoeringen van bekende Volvo’s als de nieuwe 90- en 60-modellen. Deze zijn aanzienlijk sportiever dan de reguliere Volvo’s en dankzij hybridetechniek ook behoorlijk krachtig. De tweeliter viercilinder met compressor en turbo, drijft de voorwielen aan. De elektromotor verzorgt de aandrijving op de achterwielen. Deze combinatie van motoren is goed voor zo’n 400 pk.
Polestar 1
Dezelfde hybride aandrijving is de basis voor de Polestar 1. Dat is de eerste auto die onder de naam Polestar op de markt komt. In eerste instantie was de auto als Volvo bedoeld. In 2013 worden we namelijk verblijd met de komst van de Volvo Concept Coupé, een bloedmooie tweedeurs in de geest van de P1800 en C70. De Polestar 1 wordt in 2019 voorgesteld als productiemodel. Er zijn heel weinig verschillen met het toen al zes jaar oude design.
600 pk
In technisch opzicht is de Polestar gebaseerd op de Volvo S90, maar dan met een ingekorte wielbasis en een grotere spoorbreedte. De motorcombinatie is in basis gelijk, maar zowel de benzine- als de elektromotor zijn voorzien van een fikse upgrade. Het resultaat is een vermogen van 600 pk, waarmee de Polestar 1 op zijn sloffen de begrensde topsnelheid van 250 km/u haalt. Dat komt mooi uit, want nu Volvo zijn modellen begrensd op 180 km/u, kunnen de sportieve modellen van Polestar de dans ontspringen.
Polestar 2
In 2020 lanceert Polestar zijn tweede model, de heel inventief genoemde ‘2’. De reden voor dit soort eenvoudige typenamen is tweeledig. Ten eerste hoeft er geen naam bedacht te worden die allerlei dingen zou kunnen betekenen in andere landen (Fiat Croma). Het allergrootste voordeel: mensen moeten de merknaam erbij uitspreken. Precies wat de bedoeling is met een jong merk. Ook de Polestar 2 begint zijn carrière eigenlijk als Volvo concept car.
Belangrijk verschil tussen de Polestar 1 en 2 is dat de laatste geheel elektrisch is. Daarmee is de auto een rechtstreekse aanval op de Tesla Model 3. De Polestar 2 is de eerste auto met een door Android ontwikkeld infotainmentsysteem. Met de 1 en 2 concentreert het bedrijf zich meer en meer op productieauto’s.
Polestar 3 en 4
Het derde model van Polestar arriveert in 2022 en heet – je raadt het nooit – de Polestar 3. Deze auto is een stuk groter en duurder dan de 2. De Polestar 3 staat op het SPA2-platform, net als de nieuwe Volvo EX90, de elektrische opvolger van de XC90. Je kunt de Polestar 3 dus zien als een sportieve EX90.
Polestar laat er geen gras over groeien, want kort na de Polestar 3 lanceren ze de Polestar 4. Dit is een sportief gelijnde cross-over die qua formaat tussen de 2 en de 3 inzit (toch een beetje verwarrend, die naamgeving).