Prost Grand Prix was het Formule 1-team van Alain Prost, dat van 1997 tot en met 2001 actief was.
Alain Prost had al in 1992 interesse in het team van Ligier, toen hij zelf nog actief was als Formule 1-coureur. Uiteindelijk kwam het in 1997 zover, vier jaar na zijn laatste seizoen als coureur. Prost kocht het team van Ligier en doopte dat om tot Prost Grand Prix.
Voor het seizoen van 1997 kon Prost Grand Prix nog geen eigen auto ontwikkelen en werd dus de auto van Ligier hergebruikt. Olivier Panis mocht aanblijven als coureur. Daarnaast kreeg Shinji Nakano een stoeltje bij het team.
Het team kende een veelbelovend begin. Al tijdens de tweede race kwam Oliver Panis op het podium, toen hij derde werd tijdens de GP van Brazilië. Later het seizoen werd hij nog een keer tweede. Het team pakte uiteindelijk 21 punten.
In 1998 ging het aanzienlijk slechter, toen het team voor het eerst met een eigen auto deelnam. De motoren waren afkomstig van Peugeot. Prost Grand Prix werd geplaagd door technische problemen en wist maar één punt te behalen.
In 1999 ging het weer iets beter. Het hoogtepunt was een tweede plaats voor Jarno Trulli tijdens de GP van Australië. Na afloop van het seizoen nam het team afscheid van zowel Olivier Panis als Jarno Trulli. Voor 2000 werd Jean Alesi – voormalig teammaat van Prost – aangetrokken. Daarnaast maakte Nick Heidfeld zijn Formule 1-debuut.
2000 verliep tamelijk rampzalig. Het team wist geen enkel punt in de wacht te slepen. Het dieptepunt was de GP van Monaco, toen Alesi en Heidfeld elkaar van de baan reden. Daarnaast kwam er een einde aan de samenwerking met Peugeot.
In 2001 reed Prost Grand Prix daarom met Acer-motoren, die eigenlijk van Ferrari kwamen. De resultaten waren dat seizoen beter, maar het team zat intussen in de financiële problemen. Voor de start van het seizoen van 2002 ging Prost Grand Prix op de fles, tot groot verdriet van Alain Prost.