BPM is een extra Belastingvorm in Nederland die van toepassing is op Personenauto’s en Motorrijwielen.
Dan weet je nu ook meteen waar de afkorting voor staat. Nederland is één van de weinige lidstaten binnen de Europese Unie met een dergelijke belasting. In bijvoorbeeld Duitsland en België bestaat er geen dergelijke aanschafbelasting. De BPM bestaat naast de BTW van 21%. Dit laatste, de BTW dus, wordt geheven over de aanschafprijs van de auto én de aanschafbelasting (BPM). Effectief betaal je dus belasting over belasting. Al zijn er uitzonderingen, daarover later meer.
Inhoudsopgave
Sinds 1993
De belasting van personenauto’s en motorrijwielen gaat al een hele lange tijd mee. Sinds 1 januari 1993 rekent de overheid deze vorm van aanschafbelasting op een nieuwe auto of motorfiets. Daar kwam op 1 juli 2005 ook bedrijfswagens bij. Voordat de BPM bestond in Nederland had je de BVB, dat staat voor Bijzondere Verbruiks Belasting. De EU zag dit echter als een onrechtmatige belastingheffing. Om te voorkomen dat er een gat in de overheidsbegroting zou ontstaan kwam de politiek op de proppen met de BPM als opvolger.
Door de jaren heen is de aanschafbelasting een vorm van discussie geweest. Ook op Europees niveau. In 2006 wilde het Europees Parlement dat de aanschafbelasting op auto’s en motoren op termijn werd afgeschaft. Ondanks een meerderheid is het er nooit van gekomen. Vandaag de dag vormt de BPM een belangrijke aanvulling op de schatkist.
De Belastingdienst berekent de BPM tegenwoordig op basis van de CO2-uitstoot in gram per kilometer. Dat is niet altijd zo geweest. Het huidige systeem is het tweede model waar de Rijksoverheid mee werkt. Het eerste model was actief van de introductie in 1992 tot en met 2009.
In de periode van het eerste model hebben er tussentijds ook nog kleine wijzigingen plaatsgevonden. Van 1993 tot en met 2008 werd 45,2% van de netto catalogusprijs van een nieuwe benzineauto verminderd met een bepaald bedrag, afhankelijk van het type auto en/of verbrandingsmotor. Voor motorfietsen was dit percentage 10,2% of 20,7%, afhankelijk van de netto catalogusprijs. In de periode 2007-2009 werkte de overheid tevens met een energielabel. Hoe zuiniger de auto, hoe lager de BPM.
Slurptaks en andere maatregelen
Daarnaast waren er kortstondig ook nog een aantal ‘blauwe maandag’ maatregelen met betrekking tot de BPM. In 2008 gold er van april tot en met november van dat jaar een fijnstofheffing op dieselauto’s. Dit werd in leven geroepen om de aanschaf van dieselauto’s met een roetfilter te bemoedigen. Daarnaast werd er van 1 februari 2008 tot en met 31 december 2009 de slurptaks ingevoerd. Een extra vorm van belasting op auto’s met een hoge CO2-uitstoot per kilometer.
Nieuw BPM model
In 2010 volgde de grote ombouwoperatie naar het tweede model. Dit nam uiteindelijk drie jaar in beslag. Sinds 2013 rekent de Belastingdienst met het BPM-model zoals we die nu kennen. Een belasting op basis van de CO2-uitstoot in gram per kilometer.
Het BPM-tarief
Hoe meer uitstoot, hoe meer BPM je moet betalen. Op een zuinige plug-in hybride zit bijvoorbeeld slechts enkele tientallen euro’s BPM, terwijl een supercar als de Ferrari 812 Superfast tienduizenden euro’s aan BPM moet afdragen door zijn atmosferische V12 met hoge CO2-uitstoot. Een elektrische auto of elektrische motorfiets heeft 0 gram CO2-uitstoot en is daardoor vrijgesteld van BPM. Meer daarover in het kopje Uitzonderingen.
Sinds 1 juli 2020 werkt men met de WLTP-meetmethode (Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedures). Daarvoor was de NEDC-meetmethode (New European Driving Cycle) de norm. Voor gebruikte auto’s met een datum 1e toelating tot 1 juli 2020 kan het bruto BPM-bedrag ook worden vastgesteld aan de hand van die NEDC-meetmethode.
BPM inkomsten
Ieder jaar vormen de belastinginkomsten op personenauto’s en motorrijwielen een belangrijk deel van de begroting. De inkomsten verschillen ieder jaar weer. Er was zelfs een periode dat de overheid jaar op jaar minder belastinginkomsten uit BPM genoot. Dat was in de periode na 2007. Er was toen een opmars van zeer zuinige benzine- en dieselauto’s die vrijstelling van BPM genoten. In 2015 kwam de overheid terug op dit beleid. Sindsdien zijn de inkomsten gestegen. Dat de BPM tarieven omhoog zijn gegaan helpt daarin mee.
In 2015 incasseerde de Rijksoverheid 1,5 miljard euro aan inkomsten uit de BPM. In 2019 is dit in de tussentijd gestegen naar 2,3 miljard euro. Een jaar later zag de overheid een flinke daling in inkomsten. Door de coronacrisis liepen de autoverkopen flink terug. De staat moest het in 2020 doen met 1,5 miljard euro aan inkomsten. Ook in 2021 waren de inkomsten ongeveer gelijk aan het jaar ervoor.
Inkomsten vanuit de BPM vormen een steeds belangrijker onderdeel van de schatkist. Het kabinet onderzoekt mogelijkheden om de inkomsten te vergroten. In 2023 lanceerde Rob Jetten, Minister voor Klimaat en Energie, een proefballonnetje om de BPM te verdubbelen. Of dit ook tot uitvoering gaat komen is nog maar de vraag.
Uitzonderingen
Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Aldus het motto van de Belastingdienst. Zoals altijd zijn er ook allerlei regels en wetten van toepassing op BPM. En dat brengt ons bij de uitzonderingen. In sommige gevallen geniet een auto of motorfiets een vrijstelling van BPM.
Elektrische auto’s
Een actuele vrijstelling is van toepassing op elektrische voertuigen. Omdat een elektrische auto of motorfiets 0 gram CO2 uitstoot is er geen BPM van toepassing op deze categorie. Daar is het laatste woord overigens nog niet over gesproken. Als straks een groot deel van het wagenpark in Nederlands elektrisch is zou de staat miljarden euro’s aan inkomsten gaan mislopen. Op dit moment is nog niet bekend wat er met de BPM op elektrische auto’s gaat gebeuren, maar dat er iets staat te veranderen in de komende jaren is wel de verwachting.
Bestelauto’s
Bestelauto’s genieten een vrijstelling van de BPM als deze door een ondernemer gebruikt wordt, of als het voertuig ouder is dan vijf jaar. Deze uitzondering is zeer populair onder diverse ondernemers, die dankbaar in een grote Ford F-150 pickup of Dodge RAM op grijs kenteken rijden. Als personenauto zijn deze voertuigen gigantisch duur door een enorme BPM. Een grote motor heeft immers een flinke CO2-uitstoot. Het einde is in zicht voor deze uitzondering. Per 2025 komt er een aanschafbelasting op bestelauto’s met een verbrandingsmotor.
Import
Het betalen van BPM kan op twee manieren. De aanschafbelasting zit verwerkt in de prijs van een nieuwe auto. Echter, als je een auto of motorrijtuig importeert naar Nederland komt deze vorm van belasting er ook bij kijken. Dat noemen we Rest BPM. Het komt er op neer dat je nog maar een deel van de oorspronkelijke BPM moet betalen.
Het berekenen van de hoeveelheid kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld aan de hand van afschrijving middels een koerslijst, aan de hand van een taxatierapport of via een forfaitaire tabel. De Belastingdienst geeft je daar een stukje vrijheid in. Je mag de meest gunstige berekening gebruiken om de Rest BPM te voldoen.
De Rest BPM is alleen van toepassing op te nog importeren auto’s en motorrijtuigen. (Geïmporteerde) Occasions met een Nederlands kenteken hebben al (Rest) BPM afgedragen. Er komt dus niet nog een keer BPM bovenop als je gaat shoppen voor een gebruikte auto of motorfiets als er als een registratie heeft plaatsgevonden.
Overige uitzonderingen
Dan zijn er nog allerlei vrijstellingen op basis van situaties. Denk aan de verhuisboedelvrijstelling, de werknemersvrijstelling, de werkgeversvrijstelling, vrijstellingen bij kort gebruik en meer. Stuk voor stuk uitzonderingen waarbij BPM niet langer of tijdelijk aan de orde is.
Meer lezen?
Bekijk hieronder de laatste artikelen over de BPM.