De Volvo V50 was de immens populaire stationwagon-versie op basis van de S40.
Volvo is vaker succesvol geweest met ‘tussenmaatjes’. Auto’s die ‘net-wel-net-niet- in een bepaalde klasse vallen. Dat was in de jaren ’90 het geval met de Volvo S40 en V40. Beide auto’s gelden als D-segment middenklassers. Maar de latere S60, toch iets groter dan de S60, was óók een D-segment auto, terwijl de V70 (die weer gebaseerd was op de S60 en vice versa) juist meer richting de Audi’s A6 Avant van deze wereld schoof. Kortom, Volvo zit er af en toe een beetje tussenin, met succes.
Dat was met de tweede generatie Volvo S40 niet anders. Deze auto nam het op tegen andere D-segment middenklassers. Echter, stiekem was het gewoon een C-segment auto. De S40 stond namelijk op het Global C-platform, ondanks dat Volvo het zelf P1-platform noemde. Andere auto’s die gebruikten vit platform zijn de Ford Focus, Ford Kuga, Ford C-Max, Mazda 3, Mazda Premacy en later ook diverse andere Volvo’s.
Stationwagon-versie van S40
In principe is de Volvo V50 de stationwagon-versie van de S40. Ze lijken ook verregaand op elkaar. Er zijn echter wel wat verschillen. De neus van de S40 heeft een sportievere ‘Tourer’-grille, terwijl de grille bij de V50 de klassieke verchroomde spijlen zijn. Uiteraard was ook de achterkant anders. De V50 heeft de bekende stationwagon-opbouw die we ook kenden van de V70, met lange rechthoekige achterlichten.
Het was vrij duidelijk dat Volvo de V50 hoger in de markt zette dan andere autos’s van hetzelfde formaat (zoals de Ford Focus). De V50 zag er niet alleen fraai uit, maar ook van binnen. Grote comfortabele stoelen, een fraai dashboard met ‘zwevende’ middenconsole en de mogelijkheid om de auto helemaal naar wens aan te kleden.
Motoren Volvo V50
Ook qua motoren was duidelijk dat Volvo het hogerop zocht. De instapper was nog relatief bescheiden, een 1.8 met 125 pk. Een stap daarboven kreeg je al meteen een ‘echte’ Volvo-motor, een 2.4 vijfcilinder met naar keuze 140 pk of 170 pk. De top-uitvoering was de T5, een 2.5 turbo vijfcilinder met 220 pk en 320 Nm. Deze kon in 6,9 seconden naar de 100 km/u sprinten en 240 km/u op de Autobahn halen. Alle V50’s hebben standaard een handbak, alleen de vijfcilinders konden eventueel besteld worden met een automaat.
In Nederland waren de diesels erg populair. Er waren twee opties, beide diesels die in samenwerking waren ontwikkeld met PSA (Peugeot en Citroën) en Ford. De 1.6 D diesel leverde 109 pk en 240 Nm. Dit blok staat niet direct bekend als de betrouwbare motor die ooit in een Volvo heeft gelegen. De 2.0 diesel was goed voor 136 pk en 340 Nm.
Uitvoeringen
Qua luxe kon je het bij de V50 zo gek maken als je zelf wilde eigenlijk, naast een hoop verschillende uitvoeringen (basis, Kinetec, Momentum, Summum) waren er ook nog en aantal speciale actie-uitvoeringen (Elan, Edition I, Edition I Sport, Edition II Sport, Elite). Die kwamen een jaar na introductie op de markt. Toen kwam ook de T5 AWD, die de dikke turbo vijfcilinder combineerde met vierwielaandrijving. In 2006 voegde Volvo de D5 aan het gamma toe, met een 2.4 vijfcilinder diesel (van Volvo origine). Deze is goed voor 180 pk en 350 Nm. Aan de andere kant van het gamma kwam er in 2006 een 1.6 viercilinder bij. Dit was een eenvoudige viercilinder met 100 pk die we ook zagen in diverse Fords.
Volvo V50 facelift
In 2007 worden zowel de S40 en V50 gefacelift. De koplampen worden iets platter en breder. Verder zijn de bumpers, wielen, kleuren en achterlichten afwijkend. De motoren bleven grotendeels identiek, maar er waren wel wat verschillen. De D5 bijvoorbeeld was nu leverbaar met een handbak die veel sterker was dan de automaat, waardoor het vijfclinder blok nu 400 Nm leverde, maar werd ernaast aangeboden. De 2.0 had altijd een handbak, de 2.4 een automaat. Er was één compleet nieuwe motor, de 2.0 met 145 pk.
Deze verving niet de zwakkere doch dorstige 140 pk sterke vijfcilinder. De T5 kreeg er 10 pk bij. In 2008 was de 2.0D leverbaar met een automaat, de zogenaamde ‘Power Shift’-transmissie. Dat was een automaat met dubbele koppeling van Ford. De 1.6 DRIVe-modellen kwamen in 2009. Deze werden voorzien van ingrijpende maatregelen om het verbruik te drukken. De aerodynamica werd verbeterd, alsmede de rolweerstand. Later werden de 1.6 diesels omgedoopt tot ‘D2’. De 2.0D kreeg de naam ‘D3’. De ‘D4’ kwam in 2010 en was een iets terug getunede 2.4 D5.
Verkopen
De Volvo V50 was in Nederland een zeer populaire auto. De auto combineerde het hogere premium-niveau met relatief lage kosten in vergelijking met een Audi of BMW. In het eerste jaar 92004) werden er al meer dan 4.000 van verkocht. Het topjaar was 2005, toen er meer dan 7.100 verkocht werden. Daarna liepen de verkopen bijna elk jaar iets terug, maar het verval viel erg mee.
In totaal zijn er net geen 40.000 van verkocht in ons land. Gek genoeg kreeg de V50 géén opvolger. Volvo besloot dat de modellen niet meer tussen de segmenten in moesten vallen, maar er lijnrecht moesten concurreren. De C30, S40 en V50 werden opgevolgd door de V40, een vijfdeurs hatchback. Daarnaast kreeg de S60 een stationwagon-versie, de V60. Ook die twee modellen bleken buitengewoon succesvol, dus een slechte keuze is het zeker niet geweest van Volvo.