De Volvo C70 is een bijzondere tweedeurs van de Zweedse autofabrikant.
Volvo’s zijn vaak, niet altijd, heel erg functioneel. Er is een bepaalde nuchterheid en logica die bepaalt hoe een Volvo eruit komt te zien. Het is niet vreemd dat dit het merk is dat grossiert in stationwagons, Cross Country-crossovers en SUV’s. Een Volvo is niet alleen ontwikkeld voor de bestuurder, maar voor de gehele familie en diens bagage.
Gelukkig maakt Volvo af en toe een uitzondering. Denk aan de P1800ES, de Amazon (stiekem een tweedeurs sedan), 242 Turbo, 262 Bertone of 780 Coupé. Ze doen het niet vaak, maar soms bouwen ze op basis van een bestaande bestseller een fraaie, exclusieve tweedeurs.
Inhoudsopgave
Introductie Volvo C70
Voor de Volvo C70 begint het allemaal in 1996. Dan staat de C70 te schitteren op de Salon van Parijs. Het is een tweedeurs coupé op basis van de S70 sedan, dat op zijn beurt een facelift-versie is van de Volvo 850. Die 850 zorgde al voor een behoorlijke cultuurschok bij Volvo en met de S70 (en V70) zette Volvo de trend voort van iets minder vierkante Volvo’s. Bij de C70 zette Volvo die lijn voort.
De Volvo C70 werd ontwikkeld in samenwerking met TWR (Tom Walkinshaw Racing). De C70 moest namelijk ook iets sportiever worden. TWR hielp met de ontwikkeling en afstemming van het onderstel. Samen zouden Volvo en TWR de auto gaan bouwen in Uddavalla in Zweden.
Vijfcilinders
De C70 kon je in Nederland krijgen met twee motoren, een 2.5T of een T5. In beide gevallen betreft het een overdwars geplaatste vijfcilinder turbomotor. Deze drijven dan de voorwielen aan, het vierwielaandrijvingssysteem van de S70 en V70 was niet mogelijk op de C70. De 2.5 met turbo heeft 193 pk en 270 Nm, waarmee je in 7,8 seconden naar de 100 km/u sprint en een top haalt van 230 km/u. Althans, als je gaat voor de handbak. De C70 2.5T met automaat doet er 8,2 seconden over en haalt maximaal 225 km/u.
Dat verschil is er ook met de C70 in T5-uitdossing. Deze heeft een 2.3 vijfcilinder met grotere turbo die 240 pk en 330 Nm levert. Als je een automaat hebt, kun je in 7,5 seconden naar de 100 km/u accelereren en een top van 240 km/u halen. De Volvo C70 T5 met handbak is echter de snelst mogelijke variant: die gaat in 6,9 seconden naar de 100 km/u en haalt 250 km/u. Saillant detail: de langzaamste C70 en snelste C70 zijn op een paar honderd euro na even duur.
Introductie cabrio
In 1997 stelt Volvo de C70 Convertible voor. Het is lang geleden dat Volvo een open auto presenteerde. Het was uiteraard nog altijd een Volvo, dus was het een cabriolet die ook in Zweden moet kunnen functioneren. De gelaagde kap is voorzien van een glazen achterruit. Dat niet alleen, het is een Volvo dus veiligheid is belangrijk: de C70 Convertible heeft dan ook ‘ROPS’, twee verstevigingen die omhoog komen bij een koprol. De C70 Convertible is leverbaar met dezelfde aandrijflijnen als de Coupé. In 1999 – wanneer de cabrio erbij komt – neemt Volvo het motorgamma onder handen.
Het begint nu met een 2.0T (163 pk), alsnog een vijfcilinder. De 2.4 met 170 pk heeft geen turbo. De 2.4T is in principe de 2.5T, maar dan met een andere naam. De T5 blijft onveranderd. De open versie blijkt veel populairder. Van de Coupé worden er 27.014 stuks gebouwd. In 2002 staakt Volvo de productie van de Coupé. De Convertible blijft nog eventjes in productie. Sterker nog, die krijg in 2002 een subtiele facelift die je kan herkennen aan de heldere koplampen met gele clignoteur aan de zijkant. Bijzonder fraai is de in 2004 onthulde ‘Collection’ met donkergrijze lak en pindakaas-lederen interieur. In 2005 gaat dan ook de cabrio uit productie. Daar zijn er uiteindelijk 49.795 exemplaren van gebouwd.
Tweede generatie Volvo C70
In 2006 was het tijd voor de opvolger. De tweede generatie Volvo C70 was op meerdere punten afwijkend ten opzichte van zijn voorganger. Ten eerste het platform, de tweede generatie was gebaseerd op de S40 en V50. Die auto’s staan (net als de C30) op het Volvo P1-platform, dat gewoon het Ford C-platform is waar ook auto’s als de Mazda 3 en Ford Focus op staan. Dat is in principe helemaal geen probleem, maar waar de oude C70 een beetje tussen D- en E-segment in zat, is het nieuwe platform eigenlijk voor C-segment auto’s bedoeld. Ondanks dat de auto door Volvo zelf getekend is, werd de Volvo C70 wederom in en joint venture gebouwd. Ditmaal samen met Pininfarina, dat meer ervaring heeft met het bouwen van afwijkende carrosserievarianten in kleinere oplagen.
Een ander bijzonder aspect aan de tweede generatie Volvo C70 is het klapdak, dat in samenwerking met Webasto is ontwikkeld. Omdat het nu een hardtop was (bestaande uit drie delen), volgde de C70 op deze wijze de cabrio en coupé tegelijkertijd op. Er is keuze uit diverse vijfcilinders, uiteraard. Dat is bij de S40 ook het geval. Er is een 2.4 (140 pk), 2.4i (170 pk) en een snelle T5 (230 pk). Een jaar later voegt Volvo twee diesels aan het gamma toe, een 2.0D (136 pk) en een D5 (180 pk). In principe kun je elke uitvoering en motor kiezen met automaat of handbak. Ook zijn er veel meer uitrustingsniveau’s: Kinetic, Momentum en Summum, al dan niet uitgebreid met diverse ‘Lines’ (pakketten).
Facelift
In 2009 krijgt de Volvo C70 een facelift. Deze is behoorlijk afwijkend, met name aan de voorzijde. De auto moet een tijdje meegaan met de nieuwe look van onder andere de Volvo S60. In technisch opzicht blijft bijna alles bij hetzelfde, alhoewel het gamma bij de diesels wordt aangepast. De 2.0D en D5 gaan er in 2010 uit en worden opgevolgd door de D3 (150 pk) en D4 (177 pk). In juni 2013 valt het doek voor de Volvo C70. Er komt geen opvolger. In totaal worden er 88.760 exemplaren van gebouwd.
Meer lezen?
Bekijk hieronder de laatste artikelen over de Volvo C70.