De Toyota iQ is een klein modelletje dat alles net even anders doet.
Kleine auto’s heb je in allerlei soorten en maten. Het probleem voor fabrikanten is dat ze vanwege de hoge productiekosten en lage verkoopprijs alleen interessant zijn als er heel erg veel van verkocht worden. Toyota heeft samen met PSA een nieuwe maatstaf gezet met de drieling Citroën C1, Peugeot 107 en Toyota Aygo. Die drieling werd de nieuwe blauwdruk voor alle andere kleine auto’s. Kijk maar naar de Volkswagen Group, dat met de Seat Mii, Skoda Citigo en Volkswagen Up exact hetzelfde deed.
Inhoudsopgave
De Aygo was een zuiver Europese aangelegenheid, gericht op de Europese en wensen en eisen. Tussen de Aygo en Yaris zag Toyota ruimte voor nóg een kleintje, de iQ. Ook deze stadsauto is ontworpen met Europa in het achterhoofd. Het is wel een ander type kleine auto. De Aygo is sober, eenvoudig en goedkoop. De iQ is juist een wat luxer, hoogwaardig en duurder alternatief. De naam ‘iQ’ impliceert natuurlijk al dat de auto concurreert met de Smart. Dat is ook een kleine stadsauto die niet per se bedoeld is om zo goedkoop mogelijk te zijn. Er zijn immers zat goedkope kleine auto’s.
Concept van de Toyota iQ
De gedachte van de Toyota iQ is niet zo gek anders dan die van de Smart, namelijk zoveel mogelijk ruimte creëren op een zo klein mogelijke oppervlakte. Met een lengte van 2,95 meter en breedte van 1,68 meter is de IQ groter dan de Smart. Een groot verschil is dat je in de Toyota kunt zitten met vier personen. Nu moet je dat personen niet al te ruim opvatten. Twee volwassenen en twee kinderen is het maximaal haalbare voor ons lange Nederlanders. Het voordeel is dat er in elk geval ruimte is voor een extra persoon of wat extra afleg-ruimte.
Nog een verschil met de Smart is de layout. De iQ is vrij conventioneel met een overdwars geplaatste drie- of viercilinder en voorwielaandrijving. De cabine is vrij ver naar voren geplaatst en de wielen staan op de hoeken van de carrosserie, om zo zoveel mogelijk ruimte te kunnen creëren. Ook de platte brandstoftank in de vloer helpt daarbij. Ook zijn de stoelen dunner, zodat ze minder ruimte innemen. Het dashboard is asymmetrisch en zo ver mogelijk naar voren. Het levert een bijzonder ruim interieur op, zeker voor zo’n kleine auto.
Nederland
De Toyota iQ komt ook naar Nederland. Vanaf 2009 staat het model bij ons in de prijslijsten. Er zijn in eerste instantie drie motoren leverbaar. De instapper is de 1.0 VVT-i, een driecilinder benzinemotor die we ook kennen uit de Aygo/C1/107 drieling. Ook hier is ‘ie goed voor 68 pk en 91 Nm. Je kunt kiezen uit een handbak of zo’n gerobotiseerde bak die voor automaat moet doorgaan. Dat is ook het geval bij de 1.3 VVT-i, een viercilinder met 98 pk en 123 Nm. Deze is aanzienlijk vlotter, alhoewel het zeker geen racemachine is. Met een gewicht van amper 900 kilogram heb je natuurlijk ook geen dikke motor nodig.
De snelste is opmerkelijk genoeg de diesel. Het is lastig voor te stellen, maar nog niet zo lang geleden had Toyota dus een zelfontbrander in de aanbieding voor een kleine stadsauto. Deze 1.4 viercilinder common-rail turbodiesel is goed voor 90 pk en maar liefst 190 Nm. Dat laatste is een vrij hoog getal voor zo’n klein autootje. Het is niet alleen de snelste iQ, maar ook nog eens de zuinigste.
Nieuwe instapper Toyota iQ
Aanvankelijk is de ‘Comfort’-uitvoering de instapper, maar in 2010 komt daar de nog voordeligere Access bij. In dat jaar worden de diesels meteen weer geschrapt door een serieus gebrek aan belangstelling. Logisch, want de benzinemotoren zijn van zich zelf al heel erg zuinig. Dat niet alleen, voordat je het het verschil in motorrijtuigenbelasting eruit hebt, moet je zo 40.000 km per jaar of meer rijden. En alle kwaliteiten van de Toyota iQ ten spijt, als je meer dan 40.000 km per jaar gaat rijden, doe je dat liever niet in zo’n kleine auto.
Een extreem succes is de Toyota iQ niet in Nederland. Wij hadden natuurlijk de Aygo als je een kleine Toyota zocht. In andere landen was het succes ietsje groter, maar zeker niet daverend. Het model werd in de Verenigde Staten als Scion verkocht. Tevens was er een elektrische versie van de auto, de Scion/Toyota iQ EV. Daar zijn er uiteindelijk een handvol van verkocht.
Aston Martin Cygnet
De meest bijzondere variant van de Toyota iQ is natuurlijk de Aston Martin Cygnet. Aston Martin moest het gemiddelde verbruik van de vloot iets drukken. Waar Maserati kan leunen op wat Fiats en Porsche op wat Seats, was Aston Martin zelfstandig. Het idee was om met de Cygnet een kleine auto te hebben voor de Monegask met ruimtegebrek, niet met geldgebrek. Ook dat werd uiteindelijk geen succes. Er moesten er 4.000 per jaar gebouwd worden, maar het bleef steken bij een paar honderd exemplaren.
Meer lezen?
Bekijk hieronder de laatste artikelen over de Toyota IQ.