De Toyota Avensis is een middenklasser met Britse wortels.
Toyota is een merk dat zijn auto’s aanpast aan de markt. In wereldauto’s gelooft men daar niet echt. Dat is de reden waarom het Toyota-gamma in Europa compleet afwijkt ten opzichte van dat van Japan of de Verenigde Staten. En dan heb je ook nog bijzondere markten als Zuid-Amerika, Afrika, Australië en Oceanië waar Toyota erg groot is.
Inhoudsopgave
In Europa hebben we jarenlang een Toyota middenklasser in de vorm van de Toyota Carina. Dat is de D-segment sedan, liftback of stationwagon die je kunt krijgen hier. De Carina kun je ook krijgen in Japan, alhoewel dat niet identieke auto’s zijn. Onze Carina lijkt meer op de auto die je in Japan kunt krijgen als Toyota Corona. Sterker nog, de Toyota Carina-E (van Europa) en Corona zijn nagenoeg identiek. In 1997 gebeurt er wel iets bijzonders. De Carina-E loopt dan op zijn einde. De Corona krijgt in Japan nog een flinke make-over, maar die slaan wij over. Wij Europeanen krijgen de Avensis, een auto die een stuk frisser en spannender moet zijn.
Eerste generatie Toyota Avensis (T220)
Ten opzichte van de Carina-E is de Toyota Avensis ietsje spannender, in de zin dat Shandy meer alcohol bevat dan Crodino. De eerste generatie (de T220) is echter een uitstekende middenklasser. Een belangrijk aspect is dat de auto in Derbyshire wordt gebouwd, en dus minder duur is om te verkopen in Europa. Over de Carina moest nog flinke importtaks betaald worden. De Avensis is leverbaar als vierdeurs sedan, vijfdeurs liftback of vijfdeurs stationwagon.
Qua motoren is het niet heel spannend of verrassend. Het zijn allemaal in viercilinders. Er is een 1.6, 1.8, een 2.0 op benzine en een 2.0 turbodiesel. Dat is nog een stokoude 2C, weliswaar een update-versie, maar het blok is er al sinds 1983. In 1999 vervangt Toyota de 2.0 TD met de D4-D, een zeer moderne commonrail-diesel. Qua uitvoeringen is er nu een nieuwe manier qua naamgeving: Linea Terra, Linea Sol en Linea Luna. In 2000 wordt de Avensis gefacelift, alhoewel de wijzigingen zeer marginaal zijn. Alle benzinemotoren krijgen variabele kleptiming (VVT-i). Ook is er een luxere Executive-versie.
Tweede generatie Toyota Avensis (T250)
De tweede generatie Avensis verschijnt in 2003. Het is een compleet nieuw model dat ook daadwerkelijk is ontworpen met Europa in het achterhoofd. Wederom wordt deze generatie (de T250) ook in Europa gebouwd. Sterker nog, de auto werd zelfs in Europa getekend, in de designstudio in Parijs. Bijzonder: het model wordt ook geëxporteerd naar Japan. De Avensis is er wederom als sedan, liftback en stationwagon.
De minimale motor is nu een 1.8, daarboven kun je kiezen voor een 2.0 en een 2.4. De 1.8 en 2.0 hebben standaard een handbak, een automaat is optioneel leverbaar en standaard op de 2.4. De grootste aandacht gaat echter uit naar de diesels, die altijd een handbak hebben. De 2.0 D-4D keert terug, uiteraard. Die motor was nog behoorlijk modern. Toyota maakt indruk met de 2.2 D-4D die in 2005 op de markt komt. Deze kun je krijgen met 150 of zelfs 177 pk. Dat vermogen uit een viercilinder is ongekend in 2005, zeker als je er rekening mee houdt dat het koppel 400 Nm bedraagt. Helaas blijkt het blok niet bijster betrouwbaar te zijn.
Facelift
In 2006 krijgt de Avensis een facelift. Je kunt deze herkennen aan de nieuwe grill, donkere koplampbehuizing (op de luxe versies althans), nieuwe achterlichten, andere bumpers en nog wat details. Denk aan nieuwe kleuren, velgen en bekledingen. Je moet echt bij Toyota werken of een Avensis rijden om de verschillen duidelijk te zien. Het interieur krijgt een update met iets fraaiere materialen en afwerking, alhoewel dat zeker niet onvoldoende was. Op een nieuwe 2.0 diesel verandert er in motorische opzicht vrij weinig aan de Avensis T250.
Derde generatie Toyota Avensis (T270)
In 2009 is het tijd voor de derde generatie Avensis, de T270 genaamd. Voor dit model heeft Toyota zich gericht op een zo aerodynamisch mogelijk model. Met de Prius hebben ze de in de tussentijd veel ervaring kunnen opdoen. De Avensis T270 staat op het MC-platform dat we ook al kennen van de RAV4, Prius en Auris. Uiteraard zijn de wielbasis en spoorbreedte aangepast voor het D-segment.
Qua techniek houdt Toyota vast aan een bekend recept. Er zijn drie benzinemotoren: een 1.6 VVT-i, 1.8 VVT-i en 2.0 VVT-i. Dan zijn er drie diesels: een 2.0 D4-D-F, 2.2 D-4D-F en een 2.2 D-Cat.
In 2012 wordt de range voorzien van een bescheiden facelift. De neus is iets ronder, maar het zijn kleine details. Daarbij komt de 2.2 diesel te vervallen. Qua benzine-blokken zijn het nog steeds de grote atmosferische benzinemotoren. Die waren ooit modern, maar rond deze periode zijn er diverse downsize motoren die aanzienlijk meer vermogen en koppel leveren in combinatie met een (potentieel) lager verbruik).
Nog een facelift
De tweede facelift komt in 2015. Deze is veel ingrijpender. Toyota is inmiddels overgestapt op een andere designtaal. De neus is compleet anders met platte koplampen en een minimale grille en totaal afwijkende bumpers. Zelfs de achterzijde is behoorlijk anders geworden. Wederom zijn er stokoude doch betrouwbare benzinemotoren. De diesel is nu afkomstig van BMW. De Toyota Avensis gaat in augustus van 2018 uit productie. Het D-segment is minder populair dan het ooit was en het kost te veel geld om ermee door te gaan, speciaal voor onze markt. Er is wel een vervanger in de vorm van de Toyota Camry, die ietsje groter is. Die auto kunnen we in Nederland alleen krijgen als sedan met hybride-aandrijving.
Meer lezen?
Bekijk hieronder de laatste artikelen over de Toyota Avensis.