Seat is de Spaanse tak van de Volkswagen Group, sinds 1986. Daarvoor werkte samen met Fiat. Het sportlabel van Seat, Cupra, is sinds 2018 een eigen merk. Daarmee is de toekomst van Seat onzeker, omdat Cupra op termijn Seat lijkt te gaan vervangen.
Seat nieuws
-
Autoblog Advies: van hot hatch naar sleeperstation
Lees meer -
Prijs Seat Leon: eindelijk een goedkope auto!
Lees meer -
Is dit al met al de beste koop in Nederland?
Lees meer
Seat videos
Seat spots
- Spotter: wassiliproductions
- Spotter: denniss00
- Spotter: wassiliproductions
Inhoudsopgave
Oprichting Seat
Voordat een automerk wordt opgericht, is er vaak iets anders nodig: een afzetmarkt. Dat is precies waar het aan ontbrak in Spanje. Ondanks dat het in Europa ligt, liep het (behoorlijk) achter op de rest van het continent als het gaat om financiële en technologische ontwikkeling. Zo was de automarkt niet heel erg groot. Na de Spaanse Burgeroorlog in 1939 was daar helemaal niets van over. Geen beste tijd om een automerk op te richten.
Toch is dat precies wat Hispano-Suiza (een ander Spaans automerk) en diverse grote Spaanse bedrijven hebben gedaan in 1940. Het idee was dat men kon beginnen met het bouwen van in licentie gebouwde auto’s. Op deze manier was er werkgelegenheid en kon het land mobiel worden. De auto was toen nog geen gemeengoed. Het toekomstbeeld was het uit de grond te stampen van een merk dat uiteindelijk zijn eigen auto’s kon gaan ontwikkelen.
S.I.A.T
In 1940 werd SIAT opgericht. S.I.A.T. stond voor Sociedad Ibérica de Automóviles de Turismo. Nu denk je misschien nog nooit een SIAT gezien te hebben. Dat kan kloppen. De oorlogen in Europa zorgden ervoor dat het allemaal iets langer duurde dan gepland. SIAT had namelijk al snel door dat ze een buitenlandse partner nodig hadden, omdat de expertise voor het bouwen van auto’s in Spanje niet aanwezig was. Er waren twee gegadigden: Fiat en Volkswagen. Er werd gekozen voor Fiat, omdat dat merk aanwezig was in Spanje en bewezen had goed samen te kunnen werken. Volkswagen was toen nog piepjong en zelf bezig een groot merk te worden.
Van SIAT naar SEAT
Uiteindelijk zou het tot 1950 duren voordat men van start kon gaan. Dat gebeurde niet onder de naam SIAT, maar SEAT (Sociedad Española de Automóviles de Turismo). Dat werd opgericht in 1950 door de Spaanse overheid en zes grote Spaanse banken. De eerste auto van de Spanjaarden was de Seat 1400, die in 1953 op de markt kwam. In technisch opzicht was het een Fiat 1400 met Seat-logo. Aanvankelijk werden alle onderdelen door Fiat aangeleverd die men in Zaragozza (Spanje) in elkaar kon schroeven. In rap tempo veranderde dat. Veel onderdelen werden gebouwd en geleverd door Spaanse bedrijven, precies wat de bedoeling was van de oprichters van Seat. Hierdoor kon de Spaanse economie er maximaal van profiteren.
Betaalbare Seat 600
De Seat 1400 was in veel opzichten een succes. Het enige nadeel was dat het een vrij grote en dure auto was. Het was niet de auto die een complete natie mobiel kon maken. Dat kon de Seat erop wel, de Seat 600. Dat was een Fiat 600 met Seat-logo’s. Deze auto was klein, simpel, zuinig, eenvoudig te repareren en goedkoop in aanschaf. Tussen de 600 en 1400 zat echter een enorm gat. Dat werd in de loop tijd opgevuld met andere modellen, zoals de Seat 800 in 1963, de Seat 850 in 1965 en de Seat 124. In technisch opzicht waren het allemaal Fiats met een ander logo. Het legde beide merken geen windeieren. Seat floreerde en exporteerde zelfs de auto’s.
Scheiding Fiat en Seat
In de jaren ’80 ging het echter de verkeerde kant op. De oliecrisis had zijn sporen nagelaten. Ook werd er een protectionistische regel opgeheven voor het toen nog almachtige General Motors. Die combinatie was voor Fiat reden voldoende om zich uit de samenwerking terug te trekken, ondanks de gunstige economische perspectieven die het merk had.
De scheiding tussen beide merken ging uiteraard niet heel erg soepel. Seat kwam in 1983 met hun eerste ‘echte’ eigen auto, de Seat Ronda. Volgens Fiat leek de auto veel te veel op de Fiat Ritmo. Volgens de rechter was dat niet het geval en was de Ronda afwijkend genoeg. Voor Fiat was het extra zuur, want hun facelift die ze gepland hadden voor de Ritmo, leek namelijk sprekend op de Ronda.
Volkswagen
De scheiding tussen de merken zorgde ervoor dat Seat zijn hele gamma visueel aan moest passen. Alle designovereenkomsten werden vervangen door een meer eigen smoel. Seat moest op zoek naar een nieuwe partner. Naast diverse Japanse automerken kwam daar Volkswagen om de hoek kijken. Dat was in de tussentijd uitgegroeid tot een wereldspeler van formaat. De merken gingen samenwerken op diverse vlakken. Zo werden er Volkswagens in Spanje gebouwd en kon Volkswagen assisteren met de ontwikkeling van de eerste échte eigen Seat.
Die auto was de Seat Ibiza. Die auto werd in Spanje ontwikkeld met hulp van Porsche, Giugiaro, Karmann en Volkswagen. De compacte hatchback zag er spectaculair uit. In technisch opzicht werd het een en ander van de Ronda overgenomen, dus stiekem was er nog wat Fiat-architectuur te bespeuren. In 1986 werd Volkswagen de grootste aandeelhouder van Seat. Ondanks dat Volkswagen eigenaar was, bleven er nog wat Fiat-invloeden zichtbaar. Zo was de Marbella een Spaanse Fiat Panda.
In de jaren ’90 groeide Seat uit tot een grote Europese speler. De eerste Spaanse Volkswagen was de Seat Toledo in 1991. Deze grote hatchback op Golf-onderstel was een familieauto in de geest van de eerste Seat, de 1400. Het zijn echter de modellen eronder die zorgen voor de meeste omzet. De Ibiza en Cordoba zijn een grote hit in Europa. In 1997 gaat de Marbella uit productie, waarmee de laatste Fiat-invloeden zijn verdwenen.
Seat onder Piëch
Onder regie van Ferdinand Piëch moet de Volkswagen Group uitgroeien tot ongekende hoogte. Seat moet Alfa Romeo achterna. Daarvoor wordt zelfs Walter de’Silva van Alfa’s Centro Stile weggekocht. Italdesign is verantwoordelijk voor de complete restyling van het merk dat ingezet wordt met de tweede generatie Toledo. De eerste Leon (in 1999) doet enigszins denken aan de Alfasud (niet ontoevallig ook een ontwerp van Giugiaro van Italdesign). Walter de’Silva zet de lijn door. Zijn eerste wapenfeit is de restyling van de Alhambra en Arosa.
Onder de Volkswagen Groep heeft Seat het niet even makkelijk. Skoda is het echte value-for-money-merk terwijl Seat beperkt is in zijn sportieve en creatieve uitspattingen. Het merk heeft een sublabel (Cupra) voor sportieve modellen en doet mee aan diverse touringcar- en rallykampioenschappen. Ondanks de sportieve inborst van het merk is het vreemd dat men een full-size MPV voert, evenals de nieuwe Altea, Altea XL, Altea Freetrack en Toledo wat min of meer dezelfde midi-MPV’s zijn. Het wordt nog vreemder met de komst van de Exeo. Dat is een Audi A4 met iets andere neus. De complete assemblagelijn van Ingolstadt wordt verhuisd naar Martorell.
Leon Cupra
Ondanks het aantrekken van Luc Donckerwolke in 2005 is het designlek bij het merk nog niet boven. Ja, ze zien er vaak iets vlotter uit dan de vergelijkbare Volkswagens, maar het scheelt niet veel. Ook zijn de interieurs vaak een stuk kariger en soberder. Seat lijkt nu zelfs onder Skoda te staan. De beloofde ‘Alfa-emotie’ bleef helaas nog iets uit. Dat wil niet zeggen dat er geen hoogtepunten zijn. De Leon Cupra is een geweldig totaalpakket dat een Golf R-motor met een Golf GTI-prijs combineert. De auto’s zijn bizar snel op de Nordschleife en vergaren een cult-status. In 2015 komt dan eindelijk de eerste cross-over van Seat, de Ateca. Een jaar later komt daar een kleinere Arona bij en in 2018 een grotere Tarraco.
Cupra wordt eigen merk
In 2018 gebeurt er nog iets anders. Seat lanceert Cupra als apart merk. De eerste snelle Cupra is de Cupra Ateca. De Cupra Leon volgt snel. Daarna komen er twee nieuwe Cupra’s bij, de Formentor en de Born. Deze modellen hebben geen Seat-derivaat. De nieuwe modellen blijven uit, het gamma krimpt telkens, terwijl Cupra floreert. Het lijkt erop dat Cupra op termijn Seat gaat vervangen. Dat Seat geen elektrische modellen in de pijplijn heeft zitten is een teken aan de wand.