Sommige fabrikanten blijven het wiel opnieuw succesvol uitvinden. Zoals Renault met de Scénic deed.
Franse fabrikanten zijn net even wat eigenwijzer en hebben net even wat meer durf. Ze brengen net even wat vaker een auto op de markt die de wenkbrauwen doen fronsen. Dat wel echter niet zeggen dat de auto’s geen succes zijn. Voor Renault was de Espace een meesterzet. Het idee was in principe van Matra: pak een personenwagen chassis en bouw daar een ruime en praktische carrosserie van kunststof op. Zo heb je een relatief lichte doch zeer ruime en praktische familiewagen.
Inhoudsopgave
Monospace
Nu waren er al busjes, maar het grote verschil was dat de Espace echt een personenwagen was met een zelfdragende carrosserie. Aanvankelijk was het geen succes, maar al snel sloeg het aan. In de jaren ’90 moest elk zichzelf respecterend merk zo snel mogelijk een MPV in de showrooms hebben staan. Renault herhaalde het monospace-concept met de kleine doch verrassend praktische Twingo.
Mégane Scénic
In 1996 kwam de derde Monospace van Renault, de Mégane Scénic. Dit was een midi-MPV met vijf zitplaatsen. Bijzonder was dat de stoelen in te klappen of zelfs te verwijderen waren. Je kon het interieur indelen zoals je wilde. In technisch opzicht was het ‘gewoon’ een Mégane, alhoewel de carrosserie geen enkele overeenkomst had met de gewone Mégane. De auto werd in 1997 auto van het jaar.
De auto bleek in een schot in de roos. Comfortabel en representatief genoeg om zakelijk in te zetten en in het weekend was het de ideale gezinsauto. Net als met de Espace duurde het even voordat andere fabrikanten het ook inzagen. Nog voordat de eerste concurrenten arriveerde, werd Renaults midi-MPV gefacelift. Daarbij verviel de ‘Mégane’-naam. De Scénic was nu een op zich zelf staand model. Er was ook een crossover-versie, de ‘RX4’ die ook daadwerkelijk voorzien was van vierwielaandrijving.
Tweede generatie Renault Scénic
De tweede generatie Scénic kwam in 2003 op de markt. De auto was groter, volwassener en luxer. Er waren nu twee verschillende versies, de reguliere Scénic en vanaf 2004 de Grand Scénic. De Renault Grand Scénic was een zevenzitter en een absolute hit. Het was voor het eerst dat je zeven zitplaatsen kon krijgen in een relatief compacte auto. Normaal gesproken had je een enorm grote stationwagon, terrein wagen of fullsize MPV nodig die aanzienlijk duurder waren.
De Grand Scénic was leverbaar met bijna alle motoren waarmee je de gewone versie ook kon bestellen, op de basisbenzine (1.4) en basisdiesel (1.5 dCi) na. In 2006 werden beide Scénics gefacelift. Het makkelijkste kun je deze herkennen aan de bumperstrips die zijn meegespoten in carrosseriekleur, in plaats van grijs. Verder waren de wijzigingen voornamelijk technisch van aard om de betrouwbaarheid te vergroten. Daar stonden de Scénics van deze generatie niet bekend om, namelijk. Ook nu was er een crossover versie, de Conquest.
Derde generatie Scénic
De derde generatie Scénic arriveerde in 2009. Qua styling pakte Renault het nu een stuk behoudender aan. Net als de Mégane, Laguna en Clio was de Scénic minder markant. In technisch opzicht werd er veel vernieuwd. De motoren waren nu voornamelijk downsize turbomotoren met een relatief laag theoretisch verbruik en veel koppel. Er was een automaat met dubbele koppeling leverbaar op sommige uitvoeringen en er waren meer rij-assistentiesystemen beschikbaar. Ook ditmaal was er een crossover versie, die wéér een andere naam kreeg: XMOD.
Gek genoeg speelde de crossover een lange tijd een rol in het bestaan van de Scenic. De Scénic is de op drie na populairste Renault ooit in Nederland. Op gegeven moment werden er meer dan 15.000 van verkocht en met de introductie van de tweede generatie nog meer dan 14.500 stuks. Daarna zakten de verkopen alsmaar verder in tot iets meer dan 4.000 stuks in 2009. In 2010 was er een kleine opleving vanwege de nieuwe derde generatie. Maar ook die kon het tij niet keren. De verkopen holden achteruit tot een bijna beschamende 527 exemplaren in 2016.
Vierde generatie Renault Scénic
In 2016 werd de vierde generatie Scénic gelanceerd. Net als de Espace, kreeg de Scénic IV wat crossover elementen. Zo stond de auto aanzienlijk hoger op zijn wielen. Over wielen gesproken, standaard krijg je 20” velgen, ongekend in deze klasse. De auto staat op het CMF-D platform dat we ook kennen van de Mégane en Talisman. De Scénic is tevens leverbaar als Grand Scénic, die ook standaard voorzien is van de crossover-achtige looks en de enorme 20-inch wielen.
Ondanks dat Renault een voortrekkersrol heeft met elektrische auto’s (Fluence, Zoe, Kangoo), kent de Scénic géén elektrische versie of zelfs een plug-in hybride. Mede hierdoor is de auto in Nederland een bescheiden succes. Renault heeft natuurlijk nu ook een crossover in de showrooms staan, de Kadjar. Gek genoeg verkoopt deze niet eens beter dan de Scénic. De Captur is dan nog wel een enorme verkoophit, maar dat is nauwelijks een volwaardige gezinsauto te noemen, terwijl de Scénic juist de ideale gezinsauto was en nog steeds is.