De Renault Clio is al vijf generaties lang een Europese verkoophit. Ook in Nederland.
Renault en kleine auto’s is altijd een goede verstandhouding geweest. In tijden dat PSA uitstekende Berlines en Breaks bouwde, was het Renault dat hoge ogen gooiden met de compacte auto’s. Nu is het nog een spannende strijd tussen de Renault 4 en de Citroën 2CV, maar met de Renault 5 scoorde het het Franse merk aanzienlijk beter dan Peugeot en Citroën deden met de compacte auto’s als de 104 en Citroën Visa. Pas toen de Peugeot 205 uitkwam, had Peugeot eindelijk een waardige tegenstrever.
Inhoudsopgave
Renault 5
De Renault 5 was enorm succesvol, van 1972 tot 1996 zijn er 5.580.630 exemplaren van gebouwd. Vanaf 1990 was het echter de Clio die met de scepter zwaaide in deze klasse. De Renault Clio was de directe opvolger.
Veel delen van het onderstel kwamen overigens overeen met de Renault 5, zijn voorganger. De Renault Clio was de eerste Renault die geen nummer, maar een naam als typeaanduiding had. Op een uitzondering (Fuego) en bedrijfswagen (Express, Trafic) na hadden de auto’s van Renault een nummer.
Renault Clio I
De Renault Clio was auto van het jaar in 1990. Naast de reguliere 1.2 en 1.4 motoren met een RL, RN of RT uitvoering, was er ook een luxe Baccara, eventueel in combinatie met een 1.8 motor (95 pk). Er waren in totaal 3 sportieve versies: de RSI (110 pk), 16v (137 pk) en de legendarische Williams (150 pk). De Renault Clio I kreeg driemaal een facelift. De eerste was zeer minimaal en kwam al na een jaar (nieuw logo op de neus en nieuwe stoelen).
In 1994 was de eerste echte facelift (officieel Phase I) met een nieuw front. Slecht nieuws voor de liefhebber van hete hatchbacks, die waren er niet. De Baccara met 95 pk was het ‘heetst’. De tweede facelift (in 1996) was nog wat rigoreuzer. Wederom niet echt leuke uitvoeringen, op de lauwwarme RSI (110 pk) na.
Clio II
Renault zou dat gemis helemaal goed gaan maken met de Clio II, intern aangeduid als de ‘X65’. Deze Clio II arriveerde in 1998 in de Nederlandse showrooms. De Clio was nu een stuk expressiever, met grote koplampen en een bolle achterzijde. Ook het interieur had wat meer sjeu dan voorheen. In motorisch opzicht waren er wat overeenkomsten: de bekende viercilinders op benzine en een 1.9 diesel.
De Clio 16v was de eerste sportieve Clio, als we de wel heel bescheiden 1.4 Si even overslaan. De Clio 16v had leuke sportstoelen, geinige velgen en je kon ‘m eenvoudig herkennen aan de afwijkende koplampen.
Renault Sport
Maar Renault ging pas los met de Clio Renault Sport. Deze werd door Renault Sport ontwikkeld, die voorheen de Sport Spider, diverse Alpine’s en Clio Williams hebben ontwikkeld. De motor was een 169 pk sterke 2 liter viercilinder, waarmee de Clio automatisch de snelste auto in zijn klasse was. Maar dat was Renault nog niet bijzonder genoeg. In 2001 verscheen namelijk de Clio V6.
Deze was voorzien van de 3.0 V6 met in dit geval 230 pk. De motor was niet voorin gemonteerd, maar midscheeps. Ook was de auto voorzien van achterwielaandrijving. De Clio V6 werd bij Valmet in Finland gebouwd en was op de limiet erg spannend om te rijden.
Clio II Phase II
In 2001 werd de gehele range flink gefacelift. De Peugeot 206 was een charmante, Franse hatchback die in exact dezelfde prijs opereerde en qua uiterlijk hogere ogen gooide. De neus van de Clio II Phase II is aanzienlijk scherper getekend en eenvoudig te herkennen aan de driehoekige koplampen. De Renault Sport versies werden leuker in leuker. De versie met 172 pk komen we geregeld tegen, van de 182 pk versie zijn er maar een handjevol verkocht. De V6 (al helemaal zeldzaam) kreeg pas een nieuwe neus in 2003. Goed nieuws voor de veelrijders, de 1.5 ditjes waren een grote verbetering qua raffinement en verbruik. In 2003 werd de Clio minimaal gefacelift. De Campus bleef tot 2009 te koop in Nederland.
Renault Clio III
Maar in 2005 stond de Clio III al klaar. Deze was aanzienlijk gegroeid en volwassener geworden in vergelijking met zijn voorganger. De auto werd Auto van het Jaar 2006. Daarmee was Renault de eerste die met een typenaam tweemaal deze titel in de wacht sleepte. Wederom was de gaafste versie de Clio Renault Sport, ditmaal met 197 pk en een zesbak. In 2008 arriveerde de TCe100 motor, de eerste downsize turbomotor in de Clio. Als je vijf deuren wilde hebben, dan was de Dynamique S met 2.0 motor het hoogst haalbare. Die was met 140 pk behoorlijk vlot
Estate
Een nieuwe toevoeging in 2008 was de Clio Estate, een compacte stationwagon. De Clio III werd gefacelift in 2009. De 2.0 Renault Sport had nu 200 pk en kwam in 2012 zelfs als luxe Gordini met witte strepen en blauwe lak. Voor wie dat net even te heftig was, de Clio 128 GT is een leuke warme hatchback voor de enthousiaste beginner.
Renault Clio IV
De downsize-trend die Renault al snel opmerkte werd in 2012 doorgezet. Toen kwam namelijk de vierde generatie. De auto werd ontworpen door de Nederlander Laurens van de Acker. Alle motoren waren nu voorzien van een turbo, zowel de TCe90 als de ECe110 (waarbij de cijfers voor het maximaal aantal pk’s staat, uiteraard). De Clio TCe120 GT was een iets sportiever model, maar je wilde eigenlijk de Clio RS.
Ditmaal had deze een 1.6 turbomotor met 200 pk en was de transmissie een automaat met dubbele koppeling. Een grote cultuurschok voor puristen. Ook ditmaal kwam er een Clio Estate stationwagon-versie. De Clio IV werd in 2016 gefacelift, zij het vrij mild. Men was kennelijk erg ste spreken over het uiterlijk. Er was nu ook een Clio RS Trophy met heftiger onderstel en grotere wielen.
Vijfde generatie Renault Clio
Inmiddels zijn we in 2019 aanbeland op de vijfde generatie van de Clio. Ondanks de visuele gelijkenissen, is het een compleet nieuwe auto. De Clio staat op het CMF-B platform van de Renault-Nissan Alliantie, waar ook de Renault Captur en Juke op staan. Voor het eerst zijn er ook plug-in hybrides en volledig elektrische varianten van de Clio. Een Estate en RS-versie zijn nog niet verschenen.
Facelift
Na enkele jaren introduceert Renault in 2023 de facelift van de vijfde generatie Clio. Grappig genoeg grijpt de Franse autofabrikant flink in als je naar het uiterlijk kijkt. De vijfde generatie was vooral een evolutie in vergelijking met de vierde generatie. Met de facelift pakt Renault het anders aan.
De facelift van de vijfde generatie Renault Clio is niet te missen. Het familieneusje is aangepakt en loopt nu meer in de pas met de Austral en Mégane E-Tech. Het zijaanzicht en de achterkant van de auto lijken wat dat betreft weer wat meer op het pre-facelift model met kleine wijzigingen hier en daar.
Met de facelift is er keuze uit nieuwe velgen, nieuwe kleuren en een nieuw interieur met grotere schermen. Ook is het interieur verder verduurzaamd. Daarnaast brengt de facelift een reeks nieuwe uitvoeringen met zich mee, waaronder de Esprit Alpine die daarmee de voormalige R.S.-Line vervangt.