Opel is een van de grootste merken in Nederland aller tijden, met de Astra, Corsa en Kadett als grootste bestsellers. Opel is sinds 2017 onderdeel van PSA, wat tegenwoordig weer onderdeel is van Stellantis.
Opel nieuws
-
Stevige prijsverlaging met de Opel Mokka facelift
Lees meer -
Dit kost de kersverse (elektrische) Opel Grandland
Lees meer -
Snelste Opel van Marktplaats heeft 595 (!) pk
Lees meer
Opel videos
Modellen
Inhoudsopgave
Oprichting Opel
Weinig merken zo met Nederland verbonden als Opel. Of beter gezegd andersom, wij Nederlanders zijn erg gecharmeerd van Opel. Het Duitse merk was lange tijd een begrip en de standaardauto die je gewoon ging kopen bij de garage om de hoek. Opel begon echter niet als autofabrikant.
Het bedrijf wordt in 1862 opgericht door Adam Opel. In eerste instantie houden ze zich bezig met het produceren van naaimachines. Dat doen ze niet onverdienstelijk. Al snel groeit het bedrijf vanuit een eenvoudige schuur uit zijn voegen en moeten ze verhuizen naar een grotere locatie Rüsselsheim (waar het merk nog altijd gevestigd is tegenwoordig). Daar worden naast naaimachines ook fietsen gebouwd.
Sophie Opel
Ondanks dat we de naam van Adam Opel herinneren, is het echter Sophie Opel die aan de wieg staat van het succesmerk dat we vandaag de dag kennen. Adam overlijdt namelijk in 1895. Sophie is degene die Opel een groot automerk maakt. Het begint met vallen en opstaan: de eerste Opel (Patent Motor Car) is geen succes. De auto’s worden in samenwerking met Lutzmann en twee zoons van Sophie Opel ontworpen. Na enkele jaren stoppen ze de samenwerking met Lutzmann en gaan ze samenwerken met Darracq.
De Opel Darracq maakt gebruik van techniek van Darracq, maar met een eigen koets erop. De eerste ‘echte’ Opel was de 4/8 PS. Deze auto was een schot in de roos. De 4/8 PS kost ongeveer de helft van een vergelijkbare auto in de periode. Het was niet zo dat je mindere techniek kreeg. Integendeel, de auto kreeg de bijnaam ’Dokterswagen’ omdat doktoren er graag in reden vanwege hun hoge mate van betrouwbaarheid.
Assemblagelijn
De groei van Opel neemt serieuze vormen aan. Een enorme fabrieksbrand in Rüsselsheim lijkt roet in het eten te gaan gooien, maar daardoor kan Opel wel een nieuwe fabriek opbouwen. Naar voorbeeld van Henry Ford wordt dat een fabriek met een lopende assemblage-band. Hiermee zit Opel precies in de juiste situatie, ze kunnen goedkopere steengoede auto’s bouwen terwijl de vraag in Europa ineens begint te stijgen. Opel doet het dermate goed dat het Amerikaanse General Motors in 1929 een groot deel van de aandelen overneemt. Twee jaar later zijn ze volledige eigenaar.
Opel Olympia
Het succes van Opel gaat nog even door. De Olympia is een van de eerste ‘moderne’ auto’s met een zelfdragend chassis in plaats van een ladderchassis waarop het koetswerk is bevestigd. Dit zorgt ervoor dat de Olympia uitstekend rijdt en een stuk lichter en zuiniger is. Hiermee kan Opel meer dan 100.000 auto’s per jaar verkopen, het eerste merk dat dit voor elkaar krijgt. In de Tweede Wereldoorlog staakt het Duitse merk zijn activiteiten op druk van zijn Amerikaanse eigenaar.
Ondanks dat Opel aan de ‘goede kant’ stond in de Tweede Wereldoorlog, moeten ze veel puin ruimen. Een groot gedeelte van Rüsselsheim is verwoest. Naast het opnieuw opbouwen van de fabriek, moet er ook geld in het laatje komen. Daarvoor start Opel met het bouwen en verkopen van koelkasten, waar grote vraag naar is. Qua auto’s houdt Opel het bij de compacte Olympia en de grote dure Kapitän. Pas in de jaren ’60 herziet Opel zijn vrij overzichtelijke gamma.
Opel Kadett
De Olympia evolueert via Olympia Rekord tot de Rekord (eind jaren ’50 al). Deze auto is een maatje of anderhalf groter dan de Olympia. Die laat ruimte over voor een nieuwe compacte auto, de Kadett. Daarnaast ziet het merk in 1963 ruimte boven de Rekord in de vorm van de Kapitän, Admiral en Diplomat. Die laatste twee vervallen in de jaren ’70 al weer. De nieuwe Senator neemt hun plaats in.
In de jaren ’80 is de Kadett weer ietsje gegroeid, waardoor er ruimte is voor een kleiner model, de Corsa. Deze auto neemt het op in een nieuwe klasse tegen auto’s als de Renault 5 en Ford Fiesta. De Opel Kadett (D) heeft dan sinds kort voorwielaandrijving. De derde generatie Ascona krijgt in 1982 ook voorwielaandrijving. Opel is dan in Nederland uitgegroeid tot het populairste merk. De auto’s zijn niet aan te slepen. Je kan een Opel krijgen in een paar formaten en met een hele rits motoren, carrosserievarianten en uitvoeringen. Dat enorme succes gaat wel gepaard met een vorm van truttigheid en spruitjeslucht. Je zou bijna kunnen zeggen dat Opel té populair is.
Nieuwe namen
Het probleem wordt gepareerd met nieuw design en nieuwe namen. Opel investeert enorm veel in aerodynamisch design. De Kadett, Ascona en Rekord gaan verder als Astra, Vectra en Omega. De Calibra wordt de nieuwe vaandeldrager als het gaat om aërodynamisch design. De auto heeft een luchtweerstandscoëfficient van 0,26. Om het wat brave merk een hipper imago te geven, komt de kekke Tigra Coupé onder de Calibra te staan. Voorlopig doet het niet veel met de verkopen. Opel verkoopt in Nederland in de jaren ’90 dik 60.000 auto’s op jaarbasis. Het topjaar is 1999, met bijna 82.000 exemplaren. Daarna komt het klad in de verkopen en niet zo’n klein beetje ook. Per jaar verliest Opel duizenden verkopen.
Zuid-Koreaanse concurrentie
Dat heeft niets met de auto’s te maken, die worden per generatie aanzienlijk beter. De klassieke middenklasse lijkt aan het verdwijnen. Daarnaast zijn er enorm veel nieuwe kapers op de kust, zoals Kia en Hyundai, die in dit marktsegment juist telkens succesvoller worden. De Astra wordt steeds groter, luxer en volwassener. De Vectra krijgt een nieuwe naam: Insignia. De auto is nu ook meer ‘premium’ dan voorheen. Daarmee zit het eens zo populaire merk in een aparte spagaat, want de premium-klanten willen een premium-badge, terwijl de koopjes-bewuste mensen Koreaans shoppen. Opel zet in op ‘Duitsheid'(Wir Leben Autos) om het imago op te krikken.
Ondanks het feit dat Opel in de jaren ’90 een Frontera heeft, is het merk veel te laat met echte cross-overs. De Frontera is natuurlijk een Isuzu-terreinwagen met Opel-logo. De Antara is een stap in de goede richting, maar veel te groot, te zwaar en weinig geraffineerd. Het is stiekem ook een Daewoo (Chevrolet Korea) met eigen logo. Opel was in 1999 nog trendsetter met de Zafira, maar juist dat type auto (de midi-MPV) verliest hard terrein ten faveure van de cross-over.
Overname PSA
In 2017 is de redding daar. Het merk wordt overgenomen door PSA. Dat heeft als voordeel dat Opel versneld auto’s kan bouwen op basis van bestaande Citroëns en Peugeots. De Grandland en Crossland zijn twee modellen die het tij weer een beetje doen keren. Opel moet wel van een aantal modellen afscheid nemen, zoals de Astra GTC, Zafira Tourer, Meriva en het gehele OPC-label.
Aan de andere kant werken de merken wel samen op het gebied van elektrische auto’s. De Peugeot 208 ging er weliswaar met de titel Auto van het Jaar 2020 vandoor, maar de Corsa is bijna identiek en met dezelfde techniek leverbaar, inclusief een elektrische uitvoering. Voorlopig heeft dat echter nog niet geresulteerd in topresultaten in Nederland qua verkopen. De enorme populariteit van weleer zal waarschijnlijk nooit meer geëvenaard worden. In 2021 gaat PSA samen met FCA op in een nieuw concern: Stellantis, waar Opel dus ook onder valt.