De Mini Clubman is groter en meer Mini tegelijk. Zo, die zin kan een marketingbureau van ons lenen.
De Mini is een absoluut icoon. De eerste generatie was enorm revolutionair. Zie het een beetje als de iPhone onder de auto’s. Met name de basisarchitectuur was heel vernieuwend: de motor was overdwars gemonteerd en de voorwielen werden aangedreven. Omdat alle techniek aan de voorkant zat, was er juist erg veel beschikbare ruimte voor de inzittenden. Daardoor is de originele Mini relatief ruim.
Maar relatief is relatief. Al met al bleef het een kleine auto. In 1969 (de Mini was toen al tien jaar op de markt) kwam er een praktischere versie in de vorm van de Mini Clubman Estate. Dit was een stationwagonversie op basis van de Mini Clubman, wat in feite een luxer uitgevoerde Mini was met een andere neus, om de Mini-derivaten van Wolseley en Riley te vervangen.
Inhoudsopgave
New Mini
In 2001 kwam de nieuwe Mini op de markt. Het was niet een eenvoudige auto die bedoeld was voor iedere automobilist. De Mini was een luxe accessoire geworden. Een accessoires waar enorm veel accessoires voor te krijgen zijn. Maar de ‘spirit’ van de originele Mini bleef wel behouden. Niet alleen dankzij het design van Frank Stephenson, maar ook dankzij de rijkwaliteiten van de auto. Daarbij moeten we er ook eerlijk in zijn dat originele Mini op het einde van zijn carrière al behoorlijk een mode-auto was waarbij de prijs al lang niet meer in relatie stond tot het gebodene.
De New Mini bleek een enorm succes. Het was logisch dat Mini voor de tweede generatie niet te veel ging tornen aan het design. Wel kregen ze links en rechts de vraag of de auto niet iets ruimer en praktischer kon zijn. Met name de toegang naar de achterbank en de bagageruimte lieten best te wensen over. In plaats van de Mini enorm te laten groeien, introduceerde Mini simpelweg de Mini Clubman, ditmaal zonder de toevoeging Estate.
Mini Clubman concepts
De Mini Clubman kreeg uiteraard een paar voorbodes in de vorm van concepts. In het geval van de Clubman waren het er zelfs vier! Op de IAA in Frankfurt in 2005 werd de Mini Concept Frankfurt onthuld. Een redelijk cleane extra ruime driedeursuitvoering. Het gaat eigenlijk te ver om de auto echt een stationwagon te noemen. In oktober van 2005 wordt de Mini Concept Tokyo onthuld (inderdaad, op de Tokyo Motor Show) en op NAIAS in 2006 toont Mini de Concept Detroit. Als laatste was daar in maart 2006 de Concept Genève. Het zijn dezelfde auto’s, maar dan iets anders aangekleed.
Eerste generatie Mini Clubman
Het zou uiteindelijk nog tot het einde van 2007 duren voordat de auto in de showrooms zou staan. Net als bij de hatchback versie, kon je de Clubman krijgen in enorm veel smaakjes. Het begon met de Mini Clubman Cooper (benzine, 120 pk), Cooper S (benzine, 170 pk) en Cooper D (diesel, 110 pk). Het topmodel is de Mini Clubman Cooper S John Cooper Works. Een hele mond vol, maar het gaat om de versie met alles erop en eraan: de motor is nu opgefokt tot 211 pk, waardoor je in 6,8 tellen naar de 100 km/u sprint en op de Autobahn 238 km/u kunt halen. In 2009 wordt er een tragere Mini One toegevoegd.
Life Cycle Impulse
In 2010 wordt de LCI (Life Cycle Impulse) doorgevoerd, het is dezelfde benaming als BMW (het moederbedrijf van Mini) gebruikt voor de facelift-modellen. De meeste uitvoeringen werden een klein beetje aangepast. Er was een nieuwe toevoeging in de vorm van een Mini Cooper SD, met een 2.0 diesel en 143 pk.
Tweede generatie Mini Clubman (F56)
De geheel nieuwe Mini Clubman staat te shinen in 2015. Het is nu een compleet andere auto. In plaats van een iets langere Mini hatchback, is het een ander model met toevallig een Mini-esque neus. De auto staat op het UKL2-platform. Het bijzondere hieraan is dat niet alleen Mini, maar ook BMW er gebruik van maakt. De nieuwe X1, X2, 2 Serie Active Tourer en 2 Serie Gran Tourer maken namelijk eveneens gebruik van deze bodemsectie. Dit betekent dat al deze BMW’s net als de Mini’s een overdwars geplaatste motor hebben in combinatie met voorwielaandrijving. Deze lay-out maakt Mini tot het succes wat het is, maar stond altijd haaks op de filosofie van BMW.
Gegroeid
Het belangrijkste is dat de Mini Clubman nu ietsje gegroeid is. Niet alleen in de lengte, maar ook in de breedte. De Mini Clubman komt als vanouds als One (102 pk driecilinder), Cooper (136 pk driecilinder), Cooper S (192 pk viercilinder) en Cooper S JCW (231 pk viercilinder). Ondanks de trend van downsizing, zijn de motoren nu groter dan voorheen (tweeliter in plaats van 1.6) in de Cooper S (JCW). De JCW heeft standaard ALL4-vierwielaandrijving, bij de Clubman Cooper S is het optioneel leverbaar. Voor de veelrijders zijn er drie diesels: One D (116 pk), Cooper D (150 pk) en Cooper SD (190 pk).
Subtiele facelift
De gehele range wordt in 2019 voorzien van een subtiele facelift. Er zijn nieuwe LED-koplampen en optioneel zijn er Union Jack-achterlichten leverbaar. Daarnaast is er keuze uit nieuwe velgen, kleuren en bekledingen. Het infotainmentsysteem (nog steeds in de ‘hoepel’) is ook voorzien van een update. De JCW is nog steeds de leukste versie, deze heeft nu de B48-motor van BMW met maar liefst 306 pk! Daarmee is het een van de snelste Mini’s ooit gebouwd.
Artikelen
Meer lezen? Hieronder vind je de laatste artikelen over de Mini Clubman.