Mini is een klein doch enorm invloedrijk merk. De originele Mini was een stijlicoon, een commercieel succes en in technologisch opzicht een briljante auto. Het succesverhaal kreeg in 2000 onder de vleugels van BMW een vervolg in de vorm van de New Mini.
Dure auto’s zijn heel erg eenvoudig om te ontwerpen. Met alles kies je de prijzigste en beste optie. Heel erg eenvoudig. Een Ferrari krijgt een dure motor, dure koets en een nog duurder onderstel. Een Mercedes krijgt hout, leer en eveneens een grote motor. In beide gevallen kunnen er flinke prijzen voor gevraagd worden. Daarnaast zijn de eisen compleet anders, in vergelijking met een goedkope auto. Bij een goedkope auto is het allemaal een stuk minder eenvoudig.
Voor de ontwikkeling van de Mini moeten we terug naar de jaren ’50. In de moeilijkste tijden kunnen de beste ideeën naar boven komen en dat was in dit geval niet anders. Het idee van de Mini kwam in de tijd van een oliecrisis, die van 1956 om precies te zijn. Om de concurrentie voor te zijn met kleine auto’s, moest het toen nog machtige BMC ook een kleine auto in het assortiment hebben.
Alec Issigonis
Uiteraard moest het eindresultaat briljant zijn en was het budget niet al te groot. Alec Issigonis kon aan de slag. De te ontwerpen auto moest kort (3 meter), smal (1,20 meter) en laag (1,20 meter) zijn. Er moesten vier personen in passen, plus hun bagage. Oh ja, om kosten te besparen mocht er niet een nieuwe motor voor ontworpen worden. Dus een tweecilinder toepassen zoals Citroën (2CV) en Fiat (500) het deden was niet mogelijk.
Het idee waarmee Issigonis kwam, was briljant. Het prototype had namelijk de motor overdwars voorin gemonteerd. De transmissie zat onder de motor in het oliebad als het ware. Deze dreef op zijn beurt weer de voorwielen aan. Op deze wijze kon meer dan driekwart van het platform besteed worden aan binnenruimte.
Austin Seven & Morris Mini-Minor
BMC was destijds een concern, geen merk. In eerste instantie kwam de auto uit onder twee namen: Austin Seven en Morris Mini-Minor. Later zou de Mini nog een hele hoop andere namen kennen, zoals Riley Elf, Wolseley 1000 (of Horner) en Leyland Mini. De beroemdste is wellicht de Austin Mini Cooper. Dit was de sportieve versie. Daarmee werden grootste rally- en racesuccessen behaald. De kleine auto bleek namelijk erg handzaam te zijn en voorzien van een zeer goed onderstel.
In de loop der tijd werd de Mini telkens iets aangepast en fijngeslepen. Het model bleef lange tijd in schwung. De eerste Mini was van 1959 tot 1967 op de markt. De tweede serie van 1967 tot 1970. De derde serie (ook wel MkIII of ADO20 genaamd) bleef tot 1976 in productie. Sindsdien is de Mini voor lange tijd met minimale wijzigingen 25 jaar in productie geweest, op het laatst als Rover Mini. Ook in Nederland konden deze auto’s nog gewoon verkocht worden.
Zelfstandig merk
De introductie van de eerste Mini was in 1959, maar pas 10 jaar later was het ook daadwerkelijk een merk. In de jaren ’90, toen het origineel nog in productie was, was het onderdeel van BMW, dat eigenaar was van Rover. Rover was op zijn beurt weer eigenaar van British Aerospace, dat weer eigenaar was van Mini. De kleinste auto van BMW in de range was de 3 Serie Compact, een niet bijster succesvolle doch prijzig te bouwen D-segmenter die in het C-segment werd geduwd.
BMW
BMW speelde met het idee om een luxe, premium B-segment auto te gaan voeren. Op deze manier kon het merk klanten in de showrooms halen en grotere aantallen maken. Echter, om een dergelijke auto competitief in de markt te kunnen zetten, zowel qua packaging als prijs, moest de auto voorwielaangedreven zijn. Dat druiste (toen nog wel) tegen de merkwaarden van BMW in. De samenwerking tussen BMW en Rover was altijd een erg lastige. Toen in 2000 de scheiding rond was tussen München en Longbridge, was BMW zo slim geweest om Mini mee te nemen.
New Mini
De nieuwe Mini werd ontworpen door Frank Stephenson. Hij kreeg de opdracht om een auto te ontwikkelen die overduidelijk een Mini was, maar niet te retro of te kitscherig. Daarin slaagde hij voortreffelijk. De New Mini was eigenlijk vanaf het begin een enorm succes. Niet alleen qua aantallen, maar ook op financieel vlak. Meestal is de winst per auto in dit segment heel erg laag. Men besteld als optie metallic lak, een leuk setje velgen en wellicht een paar dingetjes voor het interieur. Doorgaans is er niet enorm veel mogelijk.
Met de Mini kon echter alles: je kon het uiterlijk complementeren met stickers en afwijkende kleuren voor velgen, spiegels, motorkap en het dak. Ook in het interieur was er van alles mogelijk qua leer, stof en alcantara bekleding. Dat niet alleen, ook het aantal luxe-opties was bijzonder. Wat dat betreft was de verwantschap met BMW geen verkeerde, want veel opties zoals navigatie en xenon kwamen waren absoluut geen gemeengoed in het B-segment, ook niet in deze klasse.
Uitbreiding succes
Het succes van de Mini zorgde ervoor dat BMW graag wilde uitbreiden. De Mini Cabriolet was het eerste wapenfeit. In 2007 arriveerde de tweede generatie Mini. Daarvan kwamen uiteraard ook diverse uitvoeringen en uiteraard een Cabriolet. Nog carrosserievariant was de Mini Clubman in 2007, een stationwagon die net even meer ruimte bood. Heel erg slim van Mini, want langzaam maar zeker groeide het merk met zijn klanten mee.
In 2011 werd de Mini Countryman gelanceerd, de eerste cross-over van het merk. Deze auto werd door niet door iedereen begrepen, maar wel door de klanten. De Mini Countryman was zelfs leverbaar met vierwielaandrijving. Voor de hardcore fans kwamen de Mini Coupe en Mini Roadster. Dit waren extra sportieve tweezitters. Heel erg populair waren ze niet. Logisch, want een Cooper S was ongeveer even leuk om te rijden en een stukje praktischer. Ook was het uiterlijk niet onomstreden. Hetzelfde geldt voor de Mini Paceman, een soort coupé-versie van de Countryman. Dit model werd na drie jaar uit productie gehaald zonder opvolger te krijgen.
Nieuwe generatie Mini
In 2014 werd de originele Mini hatchback opgevolgd door een nieuwe generatie. Deze was nu qua uiterlijk afwijkender. Mede om betere bescherming te kunnen bieden bij een voetgangersaanrijding, was de neus ietsje boller. Ook is het model aan alle kanten ietsje gegroeid. Daarmee komen de geruchten voor een kleiner model op gang, niet in de minste plaats omdat Mini zélf de Rocketman Concept laat zien. Tot een productieversie komt het helaas niet.
Wel krijgt de Mini Countryman een tweede generatie. Deze auto wordt samen met enkele andere modellen (zoals de Mini Cabrio en de BMX X1) in Nederland gebouwd. In de tussentijd is Mini uitgegroeid tot een solide speler in de markt. Ook heeft er wat kruisbestuiving plaats gevonden. De kleinere BMW’s (1 Serie, X1, 2 Serie Active Tourer, X2) staan op hetzelfde platform als de grotere Mini’s (Clubman, Countryman).
Mini gaat elektrisch
In 2020 begeeft Mini zich ook op de markt voor elektrische auto’s, met de Mini Cooper Electric (of Cooper SE). Dit is een van de leukere EV’s, maar de range is beperkt. In 2023 komt er ook een cabrioversie, die in een oplage van 999 stuks wordt gebouwd in Born.
Het probleem van de beperkte actieradius wordt opgelost met de nieuwe generatie, die in 2023 arriveert. Tegelijkertijd met de nieuwe Mini Cooper E en SE wordt er komt er ook een nieuwe volledig elektrische Countryman. De Countryman is ook nog met verbrandingsmotor te krijgen, maar deze auto wordt niet meer in Nederland gebouwd.
