De Lamborghini Diablo is het vlaggenschap van Lamborghini in de jaren ’90.
De Lamborghini Countach is de supercar die het segment herdefinieerde na de Miura. Maar ondanks dat de topmodellen van Lamborghini doorgaans erg lang mee kunnen gaan, was het model hoognodig aan vervanging toe. De basis van de Countach stamde immers uit de vroege jaren ’70. In 15 jaar tijd was er enorm veel veranderd. Met name de Ferrari F40 en Porsche 959 hadden de maatstaven verzet. Hoog tijd voor een sportieve revanche voor de Italianen.
Inhoudsopgave
Lamborghini was al in de jaren ’80 bezig met de ontwikkeling van de auto, die toen nog Project 132 heette. De countach heette Project 112. Een naam was nog (lang) niet bekend. Wel dat de 132 sterker, gaver, sneller en moderner moest worden dan de Countach. Aanvankelijk gaf Lamborghini – wederom – het vertrouwen aan Marcello Gandini om de auto te tekenen. Hij had topwerk afgeleverd met de Miura en Countach.
Ontwerp Lamborghini Diablo
Het probleem kwam toen Chrysler arriveerde in 1987 als nieuwe eigenaar. Die waren namelijk helemaal niet zo onder de indruk van het ontwerp van Gandini. Het was iets te scherp en iets te vierkant. Hierdoor gaf Chrysler de opdracht aan Tom Gale, die verder mocht met het ontwerp. Daar was Gandini dan weer niet over te spreken. Hij wilde er uiteindelijk niets mee te maken hebben. Met de Bugatti EB110 en Cizetta V16T zou Gandini overigens nog prima zijn stempel kunnen drukken op de supercars van de jaren ’90.
Vroeg in 1990 werd het doek getrokken van de Diablo. De naam Diablo komt – zoals wel vaker bij Lamborghini – van een vechtstier. De motor was een doorontwikkeling van de V12 uit de Countach. Geen gekke gedachte, die auto had immers relatief recent een update gehad waarbij het slagvolume steeg naar 5.2 liter en de motor 48 kleppen kreeg in plaats van 24. In de Diablo groeide de motor alsnog met een halve liter naar 5.7 liter. De motor was goed voor 492 pk en 580 Nm, waardoor de Diablo ein-de-lijk de 200 mph-grens wist te doorbreken. De Countach ging namelijk maximaal 198 mijl per uur, maar de Diablo haalde 202 mph, omgerekend 325 km/u.
Roadster
In 1992 toonde Lamborghini de Diablo Roadster Concept. Een auto met lage vooruit en zonder dak. Niet zozeer een soft-top, maar zonder de mogelijkheid om deze te kunnen plaatsen. In 1993 werden er enkele kleine wijzigingen doorgevoerd aan de Countach. Tevens kwam er een Diablo VT (Viscous Traction) met vierwielaandrijving. De 959 was weliswaar eerder, maar het was voor het eerst dat je een V12 met vierwielaandrijving kon krijgen. Met zoveel vermogen was het overigens ook geen overbodige luxe. Ook niet onbelangrijk, het interieur werd onder handen genomen. Ook kwamen er betere remmen, koeling voor de remmen en andere dempers. Daarnaast was stuurbekrachtiging een waardevolle toevoeging.
Diablo SE30
In 1993 vierde Lamborghini een feestje met zijn 30-jarige bestaan met de Diablo SE30. De auto combineerde de dempers van de VT met achterwielaandrijving en een extra sterke V12 met nu 530 pk. Je kon ‘m eenvoudig herkennen aan de violet-paarse kleur. Het kon nog iets heftiger met de SE30 Jota. Dat is overigens niet een uitvoering die je af-fabriek kon bestellen, maar wel achteraf kon laten monteren op jouw SE30. Deze waren niet straat-legaal.
Lamborghini Diablo Sport Veloce
In 1995 introduceerde Lamborghini de Diablo SV, de Sport Veloce. Deze was lichter en kaler dan het standaard model, maar had wel meer vermogen. Schakelen ging (uiteraard) met de hand en alleen de achterwielen waren aangedreven. Stuurbekrachtiging was níet aanwezig. Ook de remmen waren groter. Echter, omdat de SV veel kaler was qua opties en luxe, rekende Lamborghini er minder voor. Tegenwoordig zit dat met de gebruikte prijzen ietsje anders. Aan de andere kant van het spectrum was de Lamborghini Diablo VT Roadster. Deze kwam eind 1995 op de markt en was altijd voorzien van vierwielaandrijving.
Facelift
In 1998 had Audi de boel overgenomen en dat was meteen te zien aan de facelift in 1999. De Diablo kreeg een nieuwe neus, getekend door Luc Donckerwolcke. De koplampen zijn afkomstig van een Nissan 300ZX. Met name de kwaliteit werd ernstig verbeterd door Audi zijn bemoeienis. Het nieuwe interieur was veel fraaier vormgegeven en afgewerkt. De SV werd afgedankt, de VT en VT Roadster bleven.
De cilinderinhoud steeg naar 6.0. de motor was nu goed voor 550 pk en 605 Nm. Er was geen SV, maar er zijn wel 80 exemplaren van de Diablo GT gebouwd. Deze hadden een 585 pk sterke V12 en een lager gewicht. De laatste modellen zijn de ‘SE’-versies met 550 pk, grotere remmen en andere sper-differentiëlen. Uiteindelijk zijn er 2.884 exemplaren van gebouwd. De opvolger was de Lamborghini Murciélago, die gebruik maakte van bijna dezelfde motor.
Meer lezen?
Bekijk hier onze laatste artikelen over de Lamborghini Diablo.