Grace, Pace and Space: de Jaguar XF heeft het allemaal.
In de jaren ’90 zwaaide Ford de scepter over Jaguar. Dat is misschien wel het beste wat de Britten had kunnen overkomen. Jaguar was namelijk een schitterend merk, maar het werd links en rechts geplaagd door het, eh, Britse karakter. Maar niets rijdt als een Jaguar (als het rijdt) en het imago is ijzersterk. Een Jaguar heeft klasse, stijl en een tikje bravoure, zonder protserig te zijn.
Inhoudsopgave
Twee modellen
In de jaren ’90 had Jaguar twee modellen: de XJ en XK. De XJ was de statige limousine en de XK een iets sportievere coupé (of cabriolet). Ford wilde echter dat Jaguar iets meer volume ging draaien. Daarvoor waren twee stappen nodig: een E-segment auto en een D-segment auto. Op de Birmingham Motor Show in 1998 showde Jaguar vol trots de S-Type. De auto stond op het DEW98-platform. Ford maakte gebruik van dit platform met de Lincoln LS en Ford Thunderbird.
S-Type
De S-Type was in vergelijking met die twee auto’s een stuk populairder. De S-Type was een rechtstreekse aanval op de BMW 5 Serie, alhoewel de Jaguar een stukje ruimer was dan de erg krappe BMW. De combinatie handling en comfort was echter minimaal net zo goed. De retro-styling was waarschijnlijk de grote dealbreaker voor velen. Ja, het was duidelijk dat er styling-elementen van de originele S-Type en MkII gebruikt werden, maar ook als je een veertig jaar oude manager was, kreeg je de vraag of je de auto van je vader had geleend.
Eerste generatie Jaguar XF
Met de Jaguar XF zette het Britse merk alles recht. Het uiterst puike onderstel kon gewoon hergebruikt worden. Het DEW98-platform werd wel iets aangepast, maar de basis is gelijk. Op de NAIAS in 2007 kon men al een voorproefje zien van de XF middels de C-XF concept. Driekwart jaar later, in de herfst van 2007, stond de Jaguar XF op de IAA in Frankfurt te schitteren. De XF was een compleet andere auto qua uiterlijk. Ian Callum was verantwoordelijk voor de uiterst strakke vormgeving.
Interieur
Die lijn werd ook ingezet in het interieur. De S-Type had een oubollig interieur dat ook nog eens niet het laatste woord was in verfijning, afwerking en materiaalgebruik. Het dashboard van de XF was véél moderner en hoogwaardiger. Het was echter wel een cultuurschok voor velen. De strakke lijnvoering was even wennen, alhoewel de Jaguar XK natuurlijk al het ‘ijs gebroken had’ voor de XF.
Motorenrange Jaguar XF
De XF kwam met een bekende range aan motoren. Die werden min of meer overgenomen uit de Jaguar S-Type. Dat lijkt vreemd, maar is het niet. De meeste motoren werden pas later in de carrière van de S-Type aangeboden en waren relatief ‘vers’. De Jaguar XF kwam er met een 3.0 V6 (238 pk), 4.2 V8 (300 pk), 4.2 Supercharged (420 pk) en een 2.7 diesel met 207 pk.
Jaguar XF-R
Omdat de motoren wat ouder waren dan de auto, werden de motoren anderhalf jaar later vervangen. De 4.2 S/C werd vervangen door een compleet nieuwe 5.0 V8. Deze was iets minder krachtig met 385 pk en 515 Nm, maar wel aanzienlijk zuiniger en lichter. Die 5.0 V8 was tevens de basis voor de XF-R, de topversie van de XF. Deze had een mechanische compressor op de V8 geschroefd, waardoor je ineens 510 pk en 625 Nm tot je beschikking had. De XF-R kon in 4,9 tellen naar de 100 km/u accelereren. Belangrijker voor de verkoopcijfers waren de nieuwe dieselmotoren. De 2.7 ging eruit en werd vervangen door een 3.0 met 210, 240 of 275 pk.
Facelift
In 2011 werd de gehele range voorzien van een facelift. De achterlichten werden iets groter, terwijl de koplampen juist wat platter waren, zonder de kenmerkende ronde bol. Het zag er veel strakker uit. Op motorisch vlak veranderde er een hele hoop een jaar na de invoering van de facelift: er kwam een 2.0 met 240 pk. De 5.0 V8 werd wéér vervangen, ditmaal door een 3.0 supercharged V6 met 340 pk. Die V6 werd ook leverbaar met vierwielaandrijving, een noviteit. Belangrijker waren de praktische Jaguars: er kwam een 2.2 viercilinder diesel bij en een heuse Sportbrake. De stationwagon was alleen leverbaar met diesels. Behalve in 2014, de XF-RS (met 550 pk) was er namelijk als sedan (met grote spoiler) én als stationwagon.
Tweede generatie Jaguar XF
De tweede generatie Jaguar XF (X260) ziet in 2015 het levenslicht. Ditmaal leek de auto enorm veel op zijn voorganger, terwijl het platform juist compleet nieuw was. Precies het tegenovergestelde van zijn voorganger. Nog een verschil was het gebruik van een aluminium koetswerk, net als de XJ dat heeft. De nadruk komt nu meer te liggen op viercilinder motoren. Logisch, want deze zijn in staat om lagere verbruikscijfers te noteren.
Viercilinders
Sterker nog, bijna alle motoren zijn viercilinders. De 25t (250 pk) en 30t (300 pk) zijn voorzien van een 2.0 Ingenium viercilinder met turbo. Op het gebied van diesels is de keuze wat groter. Dat is ook niet heel erg vreemd, want ondanks de anti-dieselbrigade is het in deze klasse een relatief populair motortype vanwege het lage verbruik en bijbehorende lage CO2-uitstoot. De XF is er als trage E-Performance (163 pk), 20d (184 pk), 25d (240 pk) en 30d (300 pk). Die laatste is meteen de enige zescilinder in de XF. De zescilinder benzine (3.0 SC) is niet leverbaar in Nederland. De Jaguar XF komt twee jaar later alsnog als Sportbrake. Voor de Chinese markt is er een XFL met lange wielbasis. Die laatste zijn altijd voorzien van vierwielaandrijving.
Artikelen Jaguar XF
Meer lezen? Hieronder vind je de laatste artikelen over de Jaguar XF.